Terug naar zoekresultaten

2.04.58 Inventaris van het archief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken: Zorg voor de Vluchtelingen uit Duitsland, 1938-1942

Bekijk de zoekhulp bij dit archief

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.04.58
Inventaris van het archief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken: Zorg voor de Vluchtelingen uit Duitsland, 1938-1942

Auteur

CAS 28

Versie

23-06-2021

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1986 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Zorg voor Vluchtelingen uit Duitsland
BiZa / Vluchtelingen Duitsland

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1938-1942

Archiefbloknummer

B20144

Omvang

; 164 inventarisnummer(s) 6,40 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het. Een klein gedeelte is gesteld in het
Nederlands
Duits

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften. Het archief bevat enkele tekeningen.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Ministerie van Binnenlandse Zaken, Afdeling Algemeen Secretariaat en Comptabiliteit Ministerie van Binnenlandse Zaken, Afdeling Armwezen

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief van de zorg voor de vluchtelingen uit Duitsland bevat archiefbescheiden welk afkomstig zijn van het bureau Algemeen Secretariaat en Comptabiliteit, het Bureau Armwezen/Vluchtelingen en van de vluchtelingenkampen Westerbork, het Lloyd-hotel (later Oostelijke Handelskade) te Amsterdam, het quarantainestation Beneden-Heyplaat te Rotterdam en het vluchtelingenkamp Koninginnehoofd te Rotterdam. De archiefbescheiden betreffen financiële stukken, stukken met betrekking tot het personeel, de bouw en de inrichting van de kampen. Tevens zijn er weekrapporten en sterktestaten van kampbewoners, persoonskaarten, signalementen e.d. Verder zijn er stukken m.b.t. het Comité van Joodse vluchtelingen, stukken betreffende de medische behandeling van in Nederland verblijvende vluchtelingen, waaronder ook Joden, en enige documentatie.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Organisatie van de vluchtelingenzorg
Het vraagstuk van de vluchtelingen uit Duitsland werd aktueel nadat Hitler op 30 januari 1933 in Duitsland aan de macht kwam. Deze politieke omwenteling ging gepaard met de uitwijking van duizenden personen van Duitse en andere nationaliteit. Van deze eerste golf vluchtelingen kreeg Nederland een niet onbelangrijk deel; naar schatting in 1933 al meer dan 10.000 ( Inventarisnummer 48. ) . Deze groep vluchtelingen bestond voor het grootste deel uit Joden (circa 90 en verder uit personen die vanwege hun politieke overtuiging uitweken. De regering trachtte in het begin de trek van vluchtelingen uit Duitsland naar Nederland in te dammen door invoering van verscherpte visumplicht. Voor de Duitse vluchtelingen had deze maatregel echter geen effect, daar de visumplicht voor Duitsers sedert 1 februari 1926 was opgeheven. Door middel van een rondschrijven van de Minister van Justitie werden voorschriften uitgevaardigd ten aanzien van toelating en verblijf in Nederland van vluchtelingen uit Duitsland, Polen en andere Oosteuropese landen ( Idem. ) . Na de aansluiting van Oostenrijk bij Duitsland in 1938 dreigde opnieuw een vluchtelingenstroom. Dit was voor de Nederlandse regering reden tot nieuw beraad. Hieruit vloeide een rondschrijven voort van de Minister van Justitie van 7 mei 1938 waarin werd gesteld, dat verschillende belangen voor Nederland en haar bevolking het noodzakelijk maakten de verdere toelating van vluchtelingen tegen te gaan ( Ibidem. ) . "Een vluchteling zal voortaan als een ongewenst element voor de Nederlandse maatschappij en derhalve als een ongewenste vreemdeling worden beschouwd, die derhalve aan de grens geweerd en, binnenlands aangetroffen, over de grens gebracht zal moeten worden", aldus de Minister van Justitie. Indien er werkelijk levensgevaar voor de vluchteling was te duchten bij niet toelating, terugzending of ingeval van twijfel omtrent toelating, kon de beslissing van de minister worden ingeroepen. Eind oktober 1938 werden Poolse Joden in Duitsland bij duizenden opgepakt en in treinen over de Poolse grenzen gezet. Uit protest schoot op 7 november 1938 Herschel Grynszpan, wiens ouders zich onder de slachtoffers van de actie bevonden, in Parijs een lid van het Duitse ambassadepersoneel dood. Hierdoor ontstond grote opwinding in de top van het Derde Rijk. Op 9 november 1938 gaven de leiders van het Derde Rijk opdracht tot een reeks gewelddadigheden tegen het Duitse jodendom wat uitmondde in plunderingen en verwoestingen van onder anderen winkels en synagogen (Reichskristallnacht) ( de Jong, dr. L., Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, deel 1, 533. ) . Een nieuwe stroom van vluchtelingen was het gevolg en voor de Nederlandse regering aanleiding om opnieuw in te grijpen. De regering probeerde de vluchtelingenstroom te keren. Zelfs het middel van terugzending werd toegepast en tenslotte werden op 15 december 1938 de grenzen geheel gesloten ( Hoeksema, J.A., Tussen vrees en vervolging, 103. ) . Deze maatregelen hadden niet het gewenste effect. Door de Minister van Binnenlandse Zaken werd daarom op 4 januari 1939 een Centrale Commissie voor het Vluchtelingenvraagstuk ingesteld, waarin onder zijn voorzitterschap ambtenaren zitting hadden van de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Justitie en vertegenwoordigers van de voornaamste comités welke zich met het vluchtelingenvraagstuk bezig hielden. De secretaris van deze commissie was dr. A.C. Groeneveldt, ambtenaar op het bureau Armwezen/Vluchtelingen (A/Vl) van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Doel van de commissie was de verschillende problemen, welke zich ten aanzien van het vluchtelingenvraagstuk voordeden, in vaste wekelijkse bijeenkomsten centraal te overwegen en de oplossingen daarvan voor te bereiden ( Inv.nr. 53. ) . In december 1938 kwam een gemeenschappelijk besluit tot stand van de Ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken tot aanwijzing van verblijfplaatsen voor vluchtelingen. Op grond van het Vreemdelingenreglement 1918 viel de verantwoordelijkheid voor vluchtelingen onder de Ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken ( Vreemdelingenreglement 1918 (Stbl. 521). ) Het beheer over de vluchtelingenkampen werd als volgt verdeeld:
  1. onder Justitie de kampen voor illegale vluchtelingen (vluchtelingen die zonder toestemming van de Minister van Justitie Nederland waren binnengekomen). De belangrijkste kampen waren: Vesting Hellevoetsluis te Hellevoetsluis, het Rotterdamsch Vacantiekamp te Hoek van Holland en de Roomsch Katholieke Kweekschool van het Heilige Hart te Reuver;
  2. onder Binnenlandse Zaken de kampen voor legale vluchtelingen (vluchtelingen die met toestemming van de Minister van Justitie Nederland waren binnengekomen) ( Inv.nr. 48. )
Deze legale vluchtelingen vielen in twee groepen uiteen:
  1. degenen die van het Ministerie van Justitie toestemming kregen in een gezin te worden opgenomen;
  2. degenen voor wie kampopname werd voorgeschreven
De bedoeling van de verplichte kampopname was drieledig:
  1. de bevordering van snelle emigratie;
  2. waarborg dat deze vluchtelingen niet op de Nederlandse arbeidsmarkt kwamen;
  3. beter toezicht op deze vluchtelingen.
Categorie b. werd aanvankelijk over ruim 50 kampen door het gehele land verspreid ( Bijlage 1. ) . Van deze kampen waren de belangrijkste: het Lloyd Hotel, later Oostelijke Handelskade en de Quarantaine inrichting Zeeburgerdijk, beiden te Amsterdam, Koninginnehoofd en het Quarantaine Station Beneden Heyplaat, beiden te Rotterdam. Als kampleiders waren reserve officieren aangewezen. De overige kampen stonden onder leiding van particuliere instanties maar daarnaast onder supervisie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Omstreeks de jaarwisseling 1938 1939 werden de "Regeeringsgemachtigden voor de onderbrenging van Joodsche vluchtelingen" aangewezen, te weten: H. Sieperda, hoofd comptabiliteit (4e afdeling) van het Ministerie van Justitie en B.G.A. Smeets, directeur van de tuchtschool te Nijmegen. Smeets werd belast met de zorg voor de illegale vluchtelingen en Sieperda voor de legale vluchtelingen. Tot hun competentie behoorden alle zaken de onderbrenging van vluchtelingen rakende, voorzover deze niet rechtstreeks door één van de ministeries werden verricht. Voor de uitvoering van hun taak werd eind 1938 het Vluchtelingenbureau ingesteld dat hen administratief ondersteunde bij de onderbrenging van vluchtelingen, hun overplaatsing, verlof of ontslag, het vervaardigen van kampvoorschriften en de bemoeienis met geestelijke verzorging en gezondheidszorg ( Archief van de afdeling Armwezen (1918 1947) van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, inv.nr. 560. ) .
Het ontwikkelen van beleid met betrekking tot de zorg voor vluchtelingen en het beheer over de kampen was binnen de organisatorische structuur van Binnenlandse Zaken de verantwoordelijkheid van de afdeling Armwezen. Per 1 januari 1939 werd op deze afdeling het aparte bureau A/Vl gevormd, dat deze taak vervulde. Het Vluchtelingenbureau en A/Vl werden per 10 augustus 1939 samengevoegd om een einde te maken aan de administratieve chaos die was ontstaan doordat zij langs elkaar heen werkten. Bureau A/Vl was vanaf dat moment zowel belast met het beleid ten aanzien van de vluchtelingen als met de uitvoering hiervan.
Alle financiële en personele aangelegenheden met betrekking tot de vluchtelingenzorg vielen onder de verantwoordelijkheid van de afdeling Algemeen Secretariaat en Comptabiliteit (ASC) van het Ministerie van
Binnenlandse zaken ( Bijlage 2. ) . Deze taak werd ook uitgevoerd door een apart bureau ASC/Vluchtelingen (ASC/Vl). De chef van de afdeling ASC, L.L. Franx, trad op als beheerder van het fonds, dat diende ter financiering van alle kosten voor de vluchtelingenzorg. De gelden voor dit fonds werden beschikbaar gesteld door particuliere comités die zich het lot van de vluchtelingen aantrokken. Alle kosten, inclusief bureau en personele kosten, werden door het Ministerie van Binnenlandse Zaken aanvankelijk uit dit fonds betaald, waarbij verantwoording werd afgelegd aan de comités ( Inv.nr. 9. ) . Later ging het Rijk ook zelf bijdragen in de kosten.
De drie belangrijkste comités, die op grond van hun financiële inbreng ook een beleidsadviserende taak hadden, waren:
  1. Comité voor Bijzondere Joodsche belangen te Amsterdam, voorzitter
  2. A. Asscher en secretaris prof.dr. D. Cohen;
  3. Protestantsch Hulpcomité voor Uitgewekenen om Ras of Geloof te Amsterdam, voorzitter prof.mr. V.H. Rutgers en secretaris mr. J.C. Baak;
  4. Katholiek Comité voor Slachtoffers van Geloofsvervolging te Utrecht, voorzitter oud minister ir. M.C.E. Bongaerts en secretaris de heer H.J. Kuiper.
Het Comité voor Bijzondere Joodsche Belangen te Amsterdam ondersteunde in principe alle Joodse vluchtelingen. Degenen onder deze vluchtelingen die de Joodse godsdienst niet aanhingen, werden ondersteund door respectievelijk het protestantse en het katholieke comité, die daarnaast ook niet Joodse vluchtelingen ondersteunden.
Tijdens de vergadering van 8 februari 1939 van de Centrale Commissie voor het Vluchtelingenvraagstuk deelde de Minister van Binnenlandse Zaken mee, dat hij met zijn ambtgenoot van Justitie tot de conclusie was gekomen, dat de meest economische en doeltreffende wijze voor de onderbrenging van de vluchtelingen die in een centraal vluchtelingenkamp zou zijn, welke op betrekkelijk korte termijn al naar behoefte kon worden aangepast dan wel uitgebreid. Het voorstel een post op de begroting op te voeren voor een Centraal Vluchtelingenkamp, werd tijdens de vergadering van de Ministerraad van 13 februari 1939 in zijn geheel aangenomen ( Inv.nr. 53. ) . Door het Ministerie van Binnenlandse Zaken werd toen gezocht naar een geschikt terrein voor de bouw van het kamp. In eerste instantie werd gedacht aan de Veluwe, maar in verband met gerezen bezwaren werd daar vanaf gezien ( Inv.nr. 81. ) . De keuze viel toen op een terrein gelegen in de boswachterij Hooghalen nabij Westerbork. Op 26 juli 1939 werd een overeenkomst gesloten waarbij het terrein door Staatsbosbeheer aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken in bruikleen werd gegeven ( Inv.nr. 80. ) . De heer D.A. Syswerda, directeur van het krankzinnigengesticht Zon en Schild te Amersfoort, werd per 8 mei 1939 benoemd tot directeur van het in oprichting zijnde Centraal Vluchtelingenkamp. Hij kreeg de algehele leiding in handen ( Inv.nr. 91. ) . Met de bouw werd in augustus 1939 een aanvang gemaakt. Ongeveer twee maanden later was deze zover gevorderd, dat op 9 oktober 1939, vier dagen voor de officiële ingebruikname, de eerste groep vluchtelingen, 22 in getal, in het kamp werden ondergebracht ( Inv.nr. 79. ) . Consequentie voor de voorlopige vluchtelingenkampen was, dat zij, naarmate de vluchtelingen meer en meer in het Centraal Vluchtelingenkamp werden ondergebracht, gesloten zouden worden. Op vrijdag 13 oktober 1939 werd door de Minister van Binnenlandse Zaken de Commissie van Toezicht en Bijstand voor het Vluchtelingenkamp te Westerbork en de, met het kamp organisatorisch één geheel uitmakende, eventueel in te richten tehuizen voor kinderen en ouderen geïnstalleerd. Taak van de Commissie was gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen aan de Minister van Binnenlandse Zaken met betrekking tot de verzorging van vluchtelingen in het kamp ( Zie het Overzicht van de taken van de bureaus en van de Commissie van Toezicht en Bijstand van het Centraal Vluchtelingenkamp te Westerbork. ) . De commissie werd als volgt samengesteld: 2 vertegenwoordigers van het Joodse Comité, 1 vertegenwoordiger van het in oprichting zijnde Centraal Vluchtelingenkamp, 1 vertegenwoordiger van het Roomsch Katholiek Kindercomité, 1 vertegenwoordiger van het Roomsch Katholiek Comité, 1 vertegenwoordiger van het Protestantsch Comité, 2 vertegenwoordigers die werden aangewezen door de Minister van Binnenlandse zaken en 1 vertegenwoordiger uit de gemeente van vestiging. Voorzitter werd mr. J. Cramer van de Centrale Vereniging voor de opbouw van Drenthe en secretaris jhr.mr. L.H.N.F.M. Bosch Ridder van Rosenthal, ambtenaar op de afdeling Armwezen ( Inv.nr. 78. ) . In juli 1940 werd de vluchtelingenzorg, inclusief het beheer over het Centraal Vluchtelingenkamp, ondergebracht bij het Ministerie van Justitie ( Cohen, D., Zwervend en dolend, 145. ) . Het bureau A/Vl werd naar aanleiding hiervan opgeheven. Omdat de geldmiddelen nog niet waren uitgeput, bleef het bureau ASC/Vl wel bestaan. Pas in oktober 1942, toen alle door particulieren bijeengebrachte gelden voor de vluchtelingenzorg waren aangewend, werd het bureau ASC/Vl opgeheven. De Commissie van Toezicht en Bijstand hief zichzelf op in mei 1940, in verband met de bijzondere tijdsomstandigheden ( .Inv.nr. 138. )
Overzicht van de taken van de bureaus en van de Commissie van Toezicht en Bijstand van het Centraal Vluchtelingenkamp te Westerbork
    • afhandeling van de financiële aangelegenheden;
    • beheer van de bijeengebrachte gelden;
    • personele aangelegenheden; zoals aanstelling, salariëring en ontslag.
    • onderbrenging van vluchtelingen in kampen;
    • overplaatsing;
    • verlof;
    • ontslag;
    • plaatsing van kinderen in gezinnen;
    • gezondheidszorg;
    • geestelijke verzorging;
    • uitvaardiging van aanvullende voorschriften van orde in de kampen;
    • verslag uitbrengen ten aanzien van de sterkte van de bevolking in kampen, de gemoedstoestand van de vluchtelingen, de handhaving van de orde en tucht in de kampen;
    • besteding van de gelden.
    • dagelijks beheer van de vluchtelingenkampen;
    • opstellen van instructies voor het personeel in kampen;
    • opstellen van voorschriften voor de vluchtelingen;
    • sociaal werk;
    • voorbereiding en bouw van het Centraal Vluchtelingenkamp.
    • (na 10 augustus 1939 tevens de taken van het Vluchtelingenbureau)
    • gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan de Minister van Binnenlandse Zaken met betrekking tot de verzorging van vluchtelingen.
Lijst van voorlopige vluchtelingenkampen
1 Amerongen Huize Onze Bliscap
2 Amsterdam Burgerweeshuis Sint Luciënsteeg
3 Amsterdam Lloyd Hotel, later Oostelijke Handelskade
4 Amsterdam Nederlandsch Israëlitisch Jongensweeshuis
5 Amsterdam Nederlandsch Israëlitisch Meisjesweeshuis
6 Amsterdam Jeugdherberg Vondelhof
7 Amsterdam Quarantaine inrichting Zeeburgerdijk
8 Arnhem Koloniehuis Sonsbeek
9 Barneveld Kamp de Biezen
10 Barneveld Joods Tehuis de Schaffelaar
11 Bathmen Jeugdherberg De Kleine Haar
12 Bergen aan Zee Het Zeehuis (Koloniehuis van het Centraal Genootschap voor Kinderherstellings en Vacan-tiekolonies)
13 Bilthoven Doopsgezind Broederschapshuis
14 Den Dolder Vacantiehuis van het Centraal Israëlitisch Weeshuis
15 De Steeg Rivierhuis (Koloniehuis van het Centraal Genootschap voor Kinderherstellings en Vacan-tiekolonies)
16 Dieren Rust en herstellingsoord Acaciahof
17 Dieren Rust en vacantieoord Johanneshof
18 Doetinchem Joodsch Tehuis
19 Drachten De Kleine Hemme
20 Driebergen Huize Kraaybeek en Ons Boschhuis
21 Eersel Roomsch Katholieke Vacantiekolonie
22 Eindhoven Het Dommelhuis
23 Elspeet Doopsgezind Broederschapshuis
24 Gouda Het Vereenigd Wees en Aelemoeseniershuis
25 's Gravenhage Centraal Israëlitisch Weeshuis en Doorgangshuis
26 's Gravenhage Joodsch Vluchtelingenkamp, later Huize ten Vijver
27 's Gravenhage School Copernicusstraat 159
28 Haarlem Quakershuis
29 Hellevoetsluis Vesting Hellevoetsluis
30 Hoek van Holland Rotterdamsch Vacantiekamp, later in de voor¬malige Export slachterijen
31 Hoogeveen Noorderhuis (Koloniehuis van het Centraal Genootschap voor Kinderherstellings en Vacan-tiekolonies)
32 Hoorn Voormalige Rijkswerkinrichting
33 Leiden Israëlitisch Weeshuis
34 Leur Israëlitische Gezondheidskolonie Liesbosch
35 Loosdrecht Het Paviljoen
36 Loosduinen Huize Ockenburg
37 Losser K.L. Smits Oord
38 Mijnsheerenland Hof van Moerkerken
39 Nieuwesluis Joodsch Werkdorp Wieringen
40 Norg Interneeringskamp Veenhuizen
41 Nunspeet Vluchtelingenkamp Mosterdveen
42 Reuver Roomsch Katholieke Kweekschool van het Heilige Hart
43 Rijswijk Huize Cromvliet
44 Rijswijk Huize Overvoorde
45 Rotterdam Achterklooster
46 Rotterdam Centraal Israëlitisch Weeshuis
47 Rotterdam Tehuis voor Jeugdigen
48 Rotterdam Koninginnehoofd (Emigrantenhotel van de Hol¬land Amerikalijn)
49 Rotterdam Quarantaine Station Beneden Heyplaat Rotterdam¬West
50 Schiermonnikoog Elim (Koloniehuis van de Vereeniging tot Stich¬ting en Explotatie van Christelijke Vacantie¬koloniehuizen)
51 Schoorl Doopsgezind Broederschapshuis
52 Slagharen Pensionaat Sint Antonius (van de Zusters van het Arme Kind Jezus)
53 Sluis Protestantsch en Roomsch Katholiek Vluchte¬lingenoord
54 Soesterberg Bondshuis van de Nederlandschen Protestanten¬Bond
55 Steenwijk Doopsgezind Broederschapshuis Fredesheim
56 Ter Heide Israëlitische Gezondheidskolonie
57 Utrecht Israëlitisch Weeshuis
58 Vlaardingen Hervormd Weeshuis
59 Wijk aan Zee Emma Kinderhuis (Koloniehuis van het Centraal Genootschap voor Kinderherstellings en Vacan-tiekolonies)
Centraal vluchtelingenkamp:
60 Westerbork Centraal Vluchtelingenkamp Westerbork
Lijst van arbeidscontractanten en reserve-officieren
I. Alten 8-1-40 - 1-8-40 Vluchtelingenregistratie
Mr. E.V. Belinfante 19-1-39 - 30-11-39 Vluchtelingenbureau en bureau A/Vl
Bergman vanaf 8-39 Leider van het vluchtelingenkamp Quarantaine-inrichting Zeeburgerdijk te Amsterdam
- vanaf 19-12-39 Tijdelijk leider van het vluchtelingenkamp Lloyd-Hotel, later Oostelijke-Handelskade, te Amsterdam
G.A.J. Boogh 12-6-39 - 1-8-40 Vluchtelingenbureau en bureau A/Vl
Jhr.mr. L.H.N.F.M. Bosch Ridder van Rosenthal Commies bij de afdeling Armwezen, en secretaris van de Commissie voor Toezicht en Bijstand van het Centraal Vluchtelingenkamp te Westerbork
W.O.J. Böttger 23-12-38 - 1-8-39 Leider van het vluchtelingenkamp Vesting Hellevoetsluis
M. Broere 11-5-39 - (1-7-40) Bureau ASC/Vl
W.H. Buchert 8-12-38 - 19-6-39 Vluchtelingenbureau
C.R. Cohen 19-1-39 - 1-8-40 Bureau A/Vl
H.J.A.M. Daams 25-1-39 - 1-8-40 Vluchtelingenbureau en bureau A/Vl
J.R. Dijksterhuis 28-11-38 - 27-12-38 Toegevoegd aan de leider van het vluchtelingenkamp Quarantaine-inrichting Zeeburgerdijk te Amsterdam
- 28-12-38 - 16-4-39 Toegevoegd aan de leider van het vluchtelingenkamp Vesting Hellevoetsluis
- 17-4-39 - 25-8-39 Leider van het vluchtelingenkamp Mosterdveen te Nunspeet
Dr. A.C. Groeneveldt 19-1-39 - 1-8-40 Vluchtelingenbureau en bureau A/Vl
J.L. van Heck 18-9-39 - 30-11-39 Leider van het vluchtelingenkamp Quarantaine-Station Beneden-Heyplaat te Rotterdam
Hootegem vanaf 8-39 Leider van het vluchtelingenkamp te Sluis
M. Houbolt 25-11-38 - 25-8-39 Leider van het vluchtelingenkamp Quarantaine-inrichting Zeeburgerdijk te Amsterdam
J.F.J. Janssen 2-12-38 - 3-1-39 Leider van het vluchtelingenkamp Rotterdamsch Vacantiekamp te Hoek van Holland
E.J. de Jong-Saakes 15-7-39 - 1-8-40 Vluchtelingenbureau en bureau A/Vl
E.A. Jonker 1-4-39 - 8-7-39 Vluchtelingenbureau
C.J. Kloote 8-5-39 - 30-11-39 Bureau ASC/Vl
M.G. Lommertzen 27-1-40 - 1-8-40 Bevolkingsinspectie
J. Lugt 11-9-39 - 20-12-39 Leider van het vluchtelingenkamp Quarantaine-inrichting Zeeburgerdijk te Amsterdam
N. van Minnen 10-7-39 - 1-8-40 Vluchtelingenbureau en bureau A/Vl
J. Mutters 28-11-38 - 15-1-39 Leider van het Joodsch vluchtelingenkamp te 's-Gravenhage, later Huize ten Vijver
- 16-1-39 - 20-2-39 Leider van het vluchtelingenkamp Koninginnehoofd (Holland-Amerika Lijn) te Rotterdam
P. van Outeren Leider van het interneringskamp Veenhuizen te Norg
- Toegevoegd aan de leider van het vluchtelingenkamp Vesting Hellevoetsluis
- 15-12-38 - 1-8-39 Leider (?) van het vluchtelingenkamp Lloyd-Hotel, later Oostelijke Handelskade te Amsterdam
D.L. Pattist 25-1-39 - (24-8-39) Vluchtelingenbureau
- (25-8-39) - 1-8-40 Onderdirecteur van het Centraal Vluchtelingenkamp te Westerbork
S.W. Praag (1939) Vluchtelingenbureau (Medisch adviseur)
M.J. Recourt 2-9-39 - 1-1-40 Registratie Joodse vluchtelingen
A.A. Schaberg 25-11-38 - 4-1-39 Gedetacheerd bij het Kinder-Comité te Amsterdam
- 5-1-39 - 25-8-39 Leider van het vluchtelingenkamp Quarantaine-Station Beneden-Heyplaat te Rotterdam
J. Schol 3-1-39 - 14-8-39 Leider van het vluchtelingenkamp Rotterdamsch Vacantiekamp te Hoek van Holland
H. Sieperda (12-38) - 1-9-39 Regeringsgemachtigde voor de onderbrenging van Joodse vluchtelingen
J.N.B. Simonis 22-12-38 - 2-8-39 Leider van het vluchtelingenkamp Roomsch Katholieke Kweekschool van het Heilige Hart te Reuver
Mr. B.G.A. Smeets (12-38 - 9-39) Regeringsgemachtigde voor de onderbrenging van Joodse vluchtelingen
C.J.U. Somers 20-4-39 - 20-7-39 Leider van het vluchtelingenkamp te Sluis
D.A. Syswerda 8-5-39 - (17-7-40) Directeur van het Centraal Vluchtelingenkamp te Westerbork
J. Westerhoud 25-9-39 - 1-8-40 Leider van het vluchtelingenkamp Koninginnehoofd (Emigrantenhotel van de Holland-Amerikalijn) te Rotterdam
Geschiedenis van het archiefbeheer
Elk bureau, de Commissie van Toezicht en Bijstand en de verschillende kampen vormden eigen archief.
In het archief van het bureau ASC/Vl werden de stukken die betrekking hadden op eenzelfde zaak bijeengebracht tot een dossier. De stukken werden afzonderlijk onder een eigen nummer in de agenda ingeschreven in volgorde van ontvangst of verzending. Het verband dat bestond tussen de stukken werd in de agenda aangegeven door middel van een verwijzing naar het voorafgaande en het eerstvolgende stuk. De agenda's werden, op het eerste exemplaar na (november 1938 december 1939), per jaar doorlopend genummerd. De nummers 933, 934 en 935 in de agenda van 1939 zijn per abuis verkeerd geagendeerd en horen thuis in de agenda van 1940 ( Aantekening in inv.nr. 1 ) .
Uit de agenda's en de toekenning van nummers valt af te leiden dat het Vluchtelingenbureau en bureau A/VL aanvankelijk eigen archief vormden. Na de integratie van beide bureaus werden ook de archieven tot één geheel vermengd. De stukken die betrekking hadden op eenzelfde zaak werden in het archief van A/Vl bijeengebracht tot een dossier. De stukken werden afzonderlijk onder een eigen nummer ingeschreven in volgorde van ontvangst of verzending. Het verband dat bestond tussen de stukken werd in de agenda aangegeven door middel van een verwijzing naar het voorafgaande en/of het eerstvolgende stuk. Deze agenda's zijn te verdelen in twee soorten, te weten:
  1. de algemene agenda welke doorlopend is genummerd van 1001 tot 2000 en de periode januari 1939 tot en met mei 1940 beslaat, waarin stukken betreffende algemene, niet op individuele personen betrekking hebbende vluchtelingenaangelegenheden werden geregistreerd;
  2. de vluchtelingenagenda's. Ook deze agenda's zijn doorlopend genummerd, doch hier zijn vermoedelijk nummers vrijgelaten voor de algemene agenda. De eerste agenda bevat de nummers 1 tot en met 1000. Na nummer 1000 werd de agendering verlegd naar nummer 5000. In deze agenda's werden individuele aangelegenheden betreffende vluchtelingen zoals opname, overplaatsing, verlof, ontslag en dergelijke ingeschreven.
Naast de agenda's werden ook klappers bijgehouden.
Het archief van de Commissie van Toezicht en Bijstand voor het Centraal Vluchtelingenkamp te Westerbork werd gevormd en beheerd door de secretaris, jhr.mr. L.H.N.F.M. Bosch Ridder van Rosenthal.
Vluchtelingenkampen die rechtstreeks onder het Ministerie van Binnenlandse Zaken vielen, vormden eigen archieven. Deze werden na de opheffing van deze kampen waarschijnlijk bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken ondergebracht. Aangetroffen werden de archieven van de kampen Lloyd Hotel, later Oostelijke Handelskade te Amsterdam, Quarantaine Station Beneden Heyplaat te Rotterdam en Koninginnehoofd te Rotterdam.
Na de registratuurperiode werden al deze archieven samengebracht bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken. De indruk bestaat dat op een gegeven moment alle stukken betreffende Joodse en andere vluchtelingen op één hoop zijn geveegd en herordend volgens het pertinentie beginsel, zodat vermenging van verschillende archieven heeft plaatsgevonden. Ook stukken uit andere archieven zijn bij de vermenging in deze verzameling gebracht.
De verwerving van het archief
Overbrenging van een overheidsarchief

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Aangezien het Vluchtelingenbureau en het bureau A/Vl zeer eng met elkaar waren verbonden en de taken en het personeel van het Vluchtelingenbureau in augustus 1939 zijn overgegaan naar het bureau A/Vl, wat al in de registratuurfase heeft geleid tot een vermenging van beide archieven, is besloten om deze twee archieven als één geheel te bewerken. Stukken van het Vluchtelingenbureau moet men dus zoeken in het archief van het bureau A/Vl.
Achter in de inventaris is tenslotte een afdeling "Documentatie" geplaatst. Deze afdeling bevat stukken die in het archief zijn aangetroffen, maar geen archiefstukken zijn in de zin van definitie één uit het Lexicon van Nederlandse archieftermen. Voor een beter begrip van de archiefstukken kunnen deze documenten van belang zijn.
Selectie en vernietiging
Op last van de beheerder is er wegens het historische belang van de archieven niet uit vernietigd. Alleen blanco en dubbele stukken zijn verwijderd.
Verantwoording van de bewerking
De bewerking van de archieven vond plaats in het kader van de opleiding Voortgezette Vorming Archiefbeheer 1985 1986.
Gekozen is voor opname van de archieven in één inventaris, vanwege hun onderlinge samenhang.
Bij de indeling van ASC/Vl en van A/Vl werd uitgegaan van de hoofdindeling in "Stukken van algemene aard" en "Stukken betreffende bijzondere onderwerpen", waarbij in de eerste afdeling de stukken werden geplaatst die niet naar inhoud beschreven konden worden.
De afdeling "Stukken betreffende bijzondere onderwerpen" werd in de inventaris van het archief van ASC/Vl conform het takenpakket onderverdeeld in "Financiële aangelegenheden" en "Personele aangelegenheden" en in de inventaris van het archief van A/Vl in de rubrieken "Organisatie", "Personeel" en "Taakuitvoering".
De rubriek "Taakuitvoering" is op grond van het takenpakket onderver
deeld in "Algemeen", "Centrale Commissie voor het vluchtelingenvraagstuk", "Comités", "Vluchtelingenkampen" en "Vluchtelingen". Beschrijvingen die een algemeen karakter dragen en die niet bij één van de rubrieken thuishoren, zijn ondergebracht bij de rubriek "Algemeen". Het onderscheid tussen de rubrieken "Vluchtelingenkampen" en "Vluchtelingen" is, dat bij de ene rubriek de kampen, bij de andere de mensen het onderwerp van bemoeienis zijn. Indien beide aspecten in de stukken voorkwamen werd het bestanddeel aan één van de rubrieken toebedeeld en werd een verwijzing in de andere geplaatst. Deze wijze van toedelen en verwijzen werd ook bij andere rubrieken toegepast. In de rubriek "Vluchtelingen" is onderscheid gemaakt tussen niet individuele en individuele gevallen. Bij de eerste gaat het om groepen of categorieën vluchtelingen, bij de laatste om specifieke personen of gezinnen. De stukken betreffende individuele vluchtelingen zijn alfabetisch geordend. Oorspronkelijk was een deel van de individuele gevallen geordend volgens agendanummer van het Vluchtelingenbureau. Deze nummers waren niet terug te vinden in één van de toegangen. Ook was een deel geordend op agenda nummers welke wel terug te vinden waren in de vluchtelingenagenda's. Tenslotte zijn veel stukken betreffende individuele gevallen aangetroffen in diverse andere bestanddelen. Voor een goede toegankelijkheid is besloten deze individuele gevallen alfabetisch te ordenen op familienaam ( Inv.nrs. 109 125. ) . De stukken waarin meerdere namen voorkomen zijn chronologisch geordend ( Inv.nrs. 126 128. ) .
Alle bestanddelen zijn in archiefdozen verpakt met uitzondering van de inventarisnummers 39 41 en 130. Deze kaartsystemen zijn omwille van de hanteerbaarheid in hun oorspronkelijke verpakking gelaten, te weten 3 doosjes en 1 kistje (zijn later omgepakt, inv.nr. 130 is verdeeld over twee eenheden, DjK februari 2018)
De omvang van de archieven bedroeg voor de bewerking 8,5 meter. Hiervan werden 1,6 meter blanco's en dubbelen verwijderd en 0,5 meter afgescheiden omdat zij niet tot de archieven behoorden. Na de bewerking bleef 6,4 meter over, waarvan 0,8 meter toegangen.
Ordening van het archief
De aangetroffen ordening, volgens het pertinentiebeginsel, is verlaten vanwege de strijdigheid met het bestemmingsbeginsel. Stukken die niet tot de archieven betreffende de zorg voor vluchtelingen behoorden, werden afgescheiden en teruggebracht naar de respectieve archieven van herkomst. Onder andere waren dit stukken van de afdelingen "Algemeen Secretariaat en Comptabiliteit", "Binnenlands Bestuur" en van de "Centrale Dienst voor Sibbekunde", allen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Uit de overige stukken zijn de archieven van de bureaus van Binnenlandse Zaken, van de Commissie van Toezicht en Bijstand en van drie vluchtelingenkampen gereconstrueerd. Voor de overgebleven stukken is het bestemmingsbeginsel niet geheel consequent toegepast.
Bij de andere archieven is de orde, zoals die is aangetroffen, gehandhaafd.
In principe liggen de stukken in een omslag chronologisch. In een aantal gevallen is daarvan afgeweken en gekozen voor een andere, bij die omslag passende, volgorde. Een N.B. bij de beschrijving geeft dat aan. Zo liggen bijvoorbeeld de stukken betreffende de beoordeling van de maandelijkse aanvraag om decharge door vluchtelingenkampen niet chronologisch, maar alfabetisch op plaatsnaam ( Inv.nrs. 14 15. ) . In die gevallen worden de stukken binnen een inventarisnummer door witte omslagen bijeen gehouden.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Een klein aantal stukken van dit archief is in een slechte materiële staat, wat tot gevolg heeft dat het niet aangevraagd kan worden.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Zorg voor Vluchtelingen uit Duitsland, nummer toegang 2.04.58, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, BiZa / Vluchtelingen Duitsland, 2.04.58, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
Ministerie van Binnenlandse Zaken, Afdeling Armwezen. Zie toegang:2.04.55

Bijlagen

Overzicht van geraadpleegde bronnen
Publicaties Cohen, D. Zwervend en dolend. Haarlem: 1955. Hoeksema, mr. J.A. Tussen vrees en vervolging. Assen: Van Gorcum, 1982. Houwaart, D. Westerbork. Het begon in 1933. Den Haag: Omniboek, 1983. Jong, dr. L. de. Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog , deel 1. Den Haag: Martinus Nijhoff, 1969. Keesings historisch archief , 1938-1941. Presser, dr. J. Ondergang. De vervolging en verdelging van het Nederlandse jodendom. Den Haag: Staatsuitgeverij, 1965.
Archieven Archief van de afdeling Algemeen Secretariaat en Comptabiliteit van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, 1914-1949. Nationaal Archief 2.04.50. Archief van de afdeling Armwezen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, 1918-1947. Nationaal Archief 2.04.55.

Archiefbestanddelen