Terug naar zoekresultaten

2.09.68 Inventaris van de archieven betreffende zuiveringsaangelegenheden van het Ministerie van Justitie, (1936) 1944-1959

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.09.68
Inventaris van de archieven betreffende zuiveringsaangelegenheden van het Ministerie van Justitie, (1936) 1944-1959

Auteur

CAS 669

Versie

27-12-2019

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2004 cc0
( Geanonimiseerde versie [bijgewerkt december 2019] )

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Justitie: archieven betreffende Zuiveringsaangelegenheden (excl. de politiezuivering), en het archief van het Hoge College voor de Rechterlijke Macht
Justitie / Zuiveringsaangelegenheden

Periodisering

archiefvorming: 1944-1959
oudste stuk - jongste stuk: 1936-1959

Archiefbloknummer

J26587

Omvang

209 inventarisnummer(s);

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzonder handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Ministerie van Justitie Hoge College voor de Rechterlijke Macht

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief betreffende de Zuiveringsaangelegenheden (excl. Politiezuivering) bevat archiefbescheiden zoals brieven, nota's en verbalen over de zuivering van het justitieel apparaat. Daarnaast zijn er ook archiefbescheiden in te vinden met betrekking tot de bemoeienis met overige zuiveringsaangelegenheden zoals artsen, burgermeesters en de zuiveringsactiviteiten van het bedrijfsleven. Het archief van het Hoge College voor de Rechterlijke macht bevat correspondentie, notulen van vergaderingen en het eindverslag van de werkzaamheden.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
GESCHIEDENIS VAN DE ZUIVERING VAN AMBTENAREN EN DE RECHTERLIJKE MACHT
BIJZONDERE RECHTSPLEGING EN ZUIVERING
Tijdens de Duitse bezetting van Nederland in de Tweede Wereldoorlog waren zowel de illegaliteit als de uitgeweken regering in Londen ervan overtuigd dat na de bevrijding alle 'foute' Nederlanders zwaar gestraft moesten worden. Ook koningin Wilhelmina liet zich meermalen in die bewoordingen uit: 'voor verraders is in een vrij Nederland geen plaats meer' ( Radiorede op 10 mei 1941 ) . Daartoe werden in Londen voorbereidingen getroffen om deze 'foute' Nederlanders te weren uit de maatschappij en uit de door hen beklede functies en hun daden te bestraffen (bijzondere rechtspleging). De juridische grondslagen lagen in de in december 1943 gereed gekomen Besluiten Buitengewoon Strafrecht ( Besluit van 22 december 1943, Stb. D 61 ) en Buitengewone Rechtspleging ( Besluit van 22 december 1943, Stb. D 63 ) . De coördinatie van de bijzondere rechtspleging was opgedragen aan de minister van Justitie. Een andere voorbereidende maatregel was gericht op een spoedige herinrichting van het binnenlands bestuur en op herstel van het vertrouwen van de burgers in de overheid. Daarom moest het ambtenarenkorps worden doorgelicht en ontdaan van 'foute' elementen. Niet alleen pro-Duitse figuren moesten worden verwijderd, maar men vond het noodzakelijk het gehele ambtenarenapparaat aan de tand te voelen, te 'zuiveren'. Deze term was voorheen niet bekend in het Nederlandse rechtsbestel, maar werd in de Londense wetgeving voor het eerst geïntroduceerd als term voor zuivering van bepaalde maatschappelijke functies, het verwijderen van onzuivere personen uit die functies. De juridische grondslag werd gelegd in het Zuiveringsbesluit 1944 ( Besluit van 13 januari 1944 houdende vaststelling van het Zuiveringsbesluit, Stb. nr. E 14 ) , dat naast ambtenaren ook gericht was op de leden van de rechterlijke macht.
De coördinatie van de ambtenarenzuivering werd opgedragen aan de minister van Binnenlandse Zaken.
Het Militair Gezag (MG), als tijdelijk bestuur na de bevrijding van het Zuiden van Nederland in september 1944, begon voortvarend met de bijzondere rechtspleging en de zuivering. Na de bevrijding van de rest van Nederland in april/mei 1945 zijn de zaken in een stroomversnelling geraakt. Door aanloopproblemen kwam alles toen pas goed op gang al werd het twijfelachtig of de voor de zuivering gestelde einddatum 1 januari 1946 zou worden gehaald.
JURIDISCH KADER VAN DE ZUIVERING
Voor de zuivering van overheidspersoneel werd op 13 januari 1944 de basis gelegd toen het Zuiveringsbesluit tot stand kwam.
Hierin werden maatregelen aangekondigd tegen ambtenaren die blijk hadden gegeven van ontrouw aan de zaak van het Koninkrijk, de Koningin en de regering en tegen ambtenaren van wie 'op grond van hun houding tijdens de bezetting niet de getrouwe medewerking aan het herstel van Ons Vaderland werd verwacht'.
Evident foute personen moesten uit hun functie worden geschorst in afwachting van nadere maatregelen en personen over wie twijfel bestond kon worden bevolen zonder opgave van redenen de uitoefening van hun functie te staken, in afwachting van een onderzoek. De strafmaatregelen richtten zich voornamelijk op ontslag met verlies van alle rechtspositionele rechten; er was geen mogelijkheid tot beroep.
Het Zuiveringsbesluit 1944 voorzag dus niet in een nuancering van tucht- of strafmaatregelen, zodat ambtenaren bij de eerste procedures in het bevrijde Zuiden vaak strenger gestraft werden dan die in het later bevrijde deel van Nederland, wat deels nog kon worden ondervangen door het latere Zuiveringsbesluit 1945 van toepassing te verklaren op alle zuiveringsgevallen die waren beoordeeld naar maatstaven van het Zuiveringsbesluit 1944.
Na de vervanging in januari 1945 van mr. J.A.W. Burger door dr. L.J.M. Beel als minister van Binnenlandse Zaken, kwamen twee wetsbesluiten tot aanvulling van het Zuiveringsbesluit 1944 tot stand: het Koninlijk Besluit van 12 mei 1945 ( Koninlijk Besluit nr. F 69 ) , waarin een mogelijkheid voor beroep was opgenomen en het Koninlijk Besluit van 2 augustus 1945 ( Koninlijk Besluit nr. F 132, ook wel Zuiveringsbesluit 1945 ) waarin een nuancering in de strafmaat was aangebracht: naast ontslag konden ook andere tuchtmaatregelen uit het Ambtenarenreglement worden toegepast, b.v. overplaatsing, terugplaatsing in rang, ophouden van bevordering of een formele berisping. In oktober 1945 werd opnieuw een wijziging aangebracht middels een Koninlijk Besluit ( Stb. nr. 221 ) , waarin een mogelijkheid tot 'eervol' ontslag was opgenomen.
HOGE COLLEGE VOOR DE RECHTERLIJKE MACHT
Bij KB van 13 januari 1944, no. E. 14, gewijzigd bij KB van 12 april 1945, no. F. 56 en van 12 mei 1945, no. F. 68, houdende vaststelling van het Zuiveringsbesluit, werden regelen getroffen, onder meer voor de zuivering van de rechterlijke macht.
Dit gewijzigd besluit werd ingetrokken bij KB van 2 augustus 1945, no. F. 132, houdende vaststelling van het Zuiveringsbesluit 1945. Evenwel bevatte dit in artikel 1, lid 1 uitdrukkelijk de bepaling, dat het niet van toepassing was op de met rechtspraak belaste leden van de rechterlijke macht, noch op de procureur-generaal bij de Hoge Raad. Aangezien geen overgangsbepalingen waren vastgesteld moet worden aangenomen dat na 4 augustus 1945, de dag van de inwerkingtreding van het Zuiveringsbesluit 1945, geen regeling gold voor de met rechtspraak belaste leden van de rechterlijke macht, noch voor de procureur-generaal bij de Hoge Raad.
Aan deze toestand werd een einde gemaakt door de uitvaardiging van de besluiten van 26 oktober 1945, genummerd F 242 en F 243. Het eerste bevatte nadere regelen aangaande de zuivering van de rechterlijke macht; het andere stelde voorschriften vast ten aanzien van de in de bezettingstijd benoemde en ontslagen leden van de rechterlijke macht.
Het besluit, vervat in KB F. 242, verstond onder de leden van de rechterlijke macht, de leden met rechtspraak belast en de procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden, mits benoemd vóór 10 mei 1940 (art. 1).
In artikel 2 werd bepaald, dat deze leden zouden worden ontslagen, indien zij van ontrouw aan de zaak van het Koninkrijk of aan de Koningin hadden doen blijken; door gedragingen of uitlatingen blijk hadden gegeven van een nationaal-socialistische geestesgesteldheid; of bij de vervulling van hun taak tijdens de bezetting in ernstige mate op voor de Nederlandse rechtsbedeling schadelijke wijze waren tekort geschoten.
Voor de toepassing van deze maatregelen werd bij KB van 3 december 1945, no. 86 het Hoge College voor de Rechterlijke Macht in het leven geroepen. Daarnaast werd in het ressort van iedere gerechtshof ingesteld een Rechterlijke Zuiveringsraad.
In het Hoge College voor de Rechterlijke Macht werden bij eerder genoemd KB benoemd tot lid, tevens president mr. J.R.H. van Schaik, oud minister van Justitie. Tot leden werden verder benoemd:
  • P. Scholten, oud-hoogleraar van de gemeentelijke Universiteit van Amsterdam;
  • J.K. Onnen, oud-president van het Hoog Gerechtshof van Nederlands-Indië;
  • G. Kirberger, oud-raadsheer in de Hoge Raad der Nederlanden;
  • J. Verdam, president van het Gerechtshof te Amsterdam;
  • Jhr. P.J.H.M. van der Does de Willebois, vice-president van het Gerechtshof te Amsterdam;
  • F.F. Viehoff, vice-president van het Gerechtshof te Leeuwarden;
  • Th. L. van Berckel, raadsheer in het Gerechtshof te 's-Gravenhage;
  • F.J.W.M. de Nerée tot Babberich, raadsheer in het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch;
  • H. de Bie, president van de arrondissementsrechtbank te Rotterdam.
Tot secretaris werd benoemd dr. L.W.G. Scholten.
Op zijn daartoe strekkend verzoek kreeg mr. F.F. Viehoff eervol ontslag uit zijn functie als lid bij KB van 31 januari 1946. Bij hetzelfde besluit werd in zijn plaats benoemd mr. R.P. Cleveringa, president van het Gerechtshof te Leeuwarden. Het bureau van het college werd gevestigd in het gebouw van het Ministerie van Justitie. Door tussenkomst van de president konden de zittingen worden gehouden in het gebouw van de Tweede Kamer. In totaal werden zes en twintig zittingen gehouden. Drie daarvan waren ingevolge het voorschrift van artikel 9, lid 5 van het Zuiveringsbesluit Rechterlijke Macht, gedeeltelijk openbaar.
Krachtens besluit van het college werd bij de behandeling van zaken het volgende in acht genomen:
  • Bij het vooronderzoek zou slechts, indien dit wenselijk was, de betrokken Zuiveringsraad worden ingeschakeld.
  • Een lidcommissaris werd slechts benoemd, indien de behoefte daaraan zich deed gevoelen.
  • Hij te wiens aanzien een onderzoek werd ingesteld, zou zich door een raadsman kunnen doen bijstaan. Het dossier zou, voorzover het feitelijke gegevens bevatte, ter inzage van beiden worden gesteld op het bureau onder toezicht van de secretaris.
  • Getuigen zouden, onder goedkeuring van het college, ook door de belanghebbende kunnen worden voorgebracht.
Ingevolge dit alles werd in vier zaken een lidcommissaris aangewezen. In vier gevallen werd bijstand verleend door een raadsman. Het Hoge College riep achttien getuigen op voor de behandeling ter zitting. Bij de verhoren door een lidcommissaris werden dertig getuigen gehoord. Ter uitvoering van artikel 9 van het Zuiveringsbesluit Rechterlijke Macht zijn vijftien zaken behandeld ( Zie hiervoor de inv.nrs. 216-229 ) . Overeenkomstig artikel 3, lid 2 van het KB van 26 oktober 1945, F. 243 vroeg de minister van Justitie advies aan het Hoge College in dertien zaken. ( Zie hiervoor de inv.nrs. 202-215 ) Het Hoge College ontving in de loop van het jaar 1947 van alle Zuiveringsraden het bericht, dat geen verdere gevallen, die tot zuivering aanleiding behoorden te geven, aan deze organen bekend waren. De minister van Justitie gaf eveneens te kennen, dat van zijn zijde geen verdere zaken aanhangig zouden worden gemaakt. Aangezien het Hoge College ook ambtshalve geen gevallen voor zuivering meer ter hand wenste te nemen, verklaarde het in zijn zitting van 21 juni 1947, dat het zijn taak had vervuld. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 16 van het Zuiveringsbesluit Rechterlijke Macht gaf het Hoge College hiervan aan Hare Majesteit de Koningin bericht. ( Zie hiervoor inv.nr. 231 ) De minister van Justitie werd hiervan mededeling gedaan, terwijl tevens aan hem een verslag van de verrichte werkzaamheden werd gezonden. ( Zie hiervoor inv.nr. 233 )
Geschiedenis van het archiefbeheer
De archiefbescheiden van het Ministerie van Justitie betreffende de zuivering waren bijeengebracht in een aantal zgn. depots, namelijk:
  • Depot 146: Zuivering rechterlijke macht, omvang 0,75 meter
  • Depot 152: Hoog Adviescollege zuivering Rechterlijke Macht; omvang 0,25 meter
  • Depot 164: Zuivering Hoge Raad der Nederlanden, omvang 0,125 meter
  • Depot 166: Zuivering algemeen, omvang 1,625 meter
Daarnaast werd een archief met stukken inzake de zuivering van het gevangeniswezen ter bewerking aangeboden.
Hieronder volgt een nadere omschrijving van de bewerkte depots.
Depot 146
Dit depot had als oorspronkelijke omschrijving "Personeel rechterlijke macht". Hierin aangetroffen een serie zuiveringsdossiers betreffende lager personeel werkzaam bij de gerechten (uitvoering van het Zuiveringsbesluit 1945). ( Zie hiervoor de inv.nrs. 39-75. ) De dossiers zijn gevormd door de 4e afdeling A, later 8e afdeling B van het Ministerie van Justitie en zijn afkomstig uit het archiefblok Kabinet chronologisch.
Depot 152
Dit depot betreft het door het Hoge College voor de Rechterlijke Macht zelfstandig gevormd archief.
Depot 164
Dit depot bevat archiefbescheiden van het Ministerie van Justitie te Londen, Militair Gezag, sectie II Justitie en het Kabinetsarchief. De bescheiden van het Militair Gezag zijn zeer waarschijnlijk eind oktober 1945 aan de minister van Justitie overgedragen ter verdere behandeling. Een concrete aanwijzing werd in het archief echter niet aangetroffen. De plaatsingslijst behorend bij dit depot bevat 63 beschrijvingen van voornamelijk losse documenten. Samen vormen ze het dossier "Hoge raadsprobleem".
Depot 166
De stukken afkomstig uit dit depot zijn afkomstig uit het Geheim chronologisch archief, 1945-1949 en het Kabinet chronologisch archief, 1945-1949. Daarnaast werd nog één doos diversen aangetroffen die afkomstig lijkt uit het geheim archief. Ten aanzien van de bestanden afkomstig uit het Kabinetsarchief, 1945-1949 kan het volgende worden meegedeeld. Het Kabinetsarchief bestaat uit verbalen geborgen in onderwerpsdossiers voorzien van een jaar met volgnummer. Elke onderwerpsdossier heeft een agenda waarin de in het dossier aanwezige verbalen zijn opgenomen. Wel moet worden opgemerkt dat niet alle in de agenda genoemde verbalen in het dossier aanwezig zijn. Er werden veel uitleenbriefjes uit een grijs verleden aangetroffen. Bovendien zijn sommige verbalen gewoon niet aanwezig of geborgen in andere dossiers. Het Geheim archief bestaat uit losse verbalen voorzien van een jaaraanduiding met volgnummer. Als toegang op de archieven waren in een aantal gevallen summiere plaatsingslijsten aanwezig. De kwaliteit en het niveau van de beschrijvingen waren echter van matige kwaliteit. Met name de relatie tussen de verschillende bestanden en de stukken was niet altijd goed te leggen. Bovendien was in een aantal gevallen de relatie van de stukken met de archiefvormer verstoord.
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
AANWIJZINGEN VOOR HET DOEN VAN ONDERZOEK IN DE ARCHIEVEN
Zoals reeds vermeld in het vorige hoofdstuk bestaat het in deze inventaris beschreven archiefmateriaal uit de door het Ministerie van Justitie gevormde archieven betrekking hebbende op de zuivering, voornamelijk met betrekking tot de zuivering van de rechterlijke macht.
Voor het doen van onderzoek naar de zuivering van met name de rechterlijke macht vormen de in deze inventaris beschreven archieven een goed startpunt. Daarnaast is de zuivering van een aantal andere groepen, zoals het notariaat, de verzekeringskamer en het gevangeniswezen in deze toegang opgenomen.
Een aantal in de inventaris opgenomen series is nader toegankelijk gemaakt in bijlagen. Het betreft:
  • Bijlage 1:zuiveringsdossiers lager personeel gerechten;
  • Bijlage 2:staking raadsheren Hoge Raad;
  • Bijlage 3:burgemeesternamen voorkomend in dossier Londens archief P 161 E;
  • Bijlage 4:namen voorkomend in dossier Londens archief P 161 F;
  • Bijlage 5:namen van personen ten aanzien waarvan het advies werd gevraagd van het Hoge College voor de Rechterlijke Macht;
  • Bijlage 6:namen van personen ten aanzien waarvan een onderzoek werd ingesteld door het Hoge College voor de Rechterlijke Macht.
Naast bovenstaande specificaties zijn de in de dossiers uit het Kabinetsarchief voorkomende persoonsnamen opgenomen in bijlage 7.
Als bijlage bij de inventaris is een concordans opgenomen van oud depot-, doos- en mapnummer naar nieuw inventarisnummer. Hierdoor is het mogelijk om in het verleden gebruikte annotaties te blijven gebruiken
Selectie en vernietiging
Behoudens dubbelen is er niets uit de archieven vernietigd.
Verantwoording van de bewerking
De archieven zijn bewerkt om ze te laten voldoen aan de normen goede, geordende en toegankelijke staat.
De oorspronkelijke omvang van de archieven vóór de bewerking bedroeg ca. 3 meter. Na bewerking en herverpakking bedraagt de omvang 2,5 meter.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (B).
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is aan beperkingen onderhevig.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
De stukken van dit archief verkeren in een goede materiële staat, wat tot gevolg heeft dat alle nummers aangevraagd kunnen worden.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Justitie: archieven betreffende Zuiveringsaangelegenheden (excl. de politiezuivering), en het archief van het Hoge College voor de Rechterlijke Macht, nummer toegang 2.09.68, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Justitie / Zuiveringsaangelegenheden, 2.09.68, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
De dossiers van de zuivering van de ambtenaren van het Ministerie van Justitie treft u aan in de archieven van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Zie hiervoor de inventaris met toegangsnummer 2.04.67.
De dossiers betreffende de zuivering van de politie treft u ook niet aan in deze inventaris. Deze dossiers werden in een eerder stadium reeds door de CAS toegankelijk gemaakt en door het Ministerie van Justitie overgedragen aan het Nationaal Archief. Zie hiervoor de inventaris met toegangsnummer 2.09.54

Bijlagen

Concordans
Concordans van oude depot/doosnummer naar inventarisnummer
Oude code Inv.nr.
Depot 146
Depot 146 / map 1.01 39
Depot 146 / map 1.02 40
Depot 146 / map 1.03 41
Depot 146 / map 1.04 42
Depot 146 / map 1.05 43
Depot 146 / map 1.06 44
Depot 146 / map 1.07 45
Depot 146 / map 1.08 46
Depot 146 / map 1.09 47
Depot 146 / map 1.10 48
Depot 146 / map 1.11 49
Depot 146 / map 1.12 50
Depot 146 / map 1.13 51
Depot 146 / map 1.14 52
Depot 146 / map 1.15 53
Depot 146 / map 1.16 54
Depot 146 / map 1.17 55
Depot 146 / map 1.18 56
Depot 146 / map 1.19 57
Depot 146 / map 1.20 58
Depot 146 / map 1.21 59
Depot 146 / map 1.22 60
Depot 146 / map 1.23 61
Depot 146 / map 1.24 62
Depot 146 / map 1.25 63
Depot 146 / map 1.26 64
Depot 146 / map 1.27 65
Depot 146 / map 1.28 66
Depot 146 / map 1.29 67
Depot 146 / map 1.30 68
Depot 146 / map 1.31 69
Depot 146 / map 1.32 70
Depot 146 / map 1.33 71
Depot 146 / map 1.34 72
Depot 146 / map 1.35 73
Depot 146 / map 1.36 74
Depot 146 / map 1.37 75
Depot 164
Depot 164 / nr. 01 78
Depot 164 / nr. 01 88
Depot 164 / nr. 02 79
Depot 164 / nr. 03 80
Depot 164 / nr. 04 81
Depot 164 / nr. 05 82
Depot 164 / nr. 06 83
Depot 164 / nr. 07 84
Depot 164 / nr. 08 85
Depot 164 / nr. 09 86
Depot 164 / nr. 10 87
Depot 164 / nr. 12 89
Depot 164 / nr. 13 92
Depot 164 / nr. 14 93
Depot 164 / nr. 15 90
Depot 164 / nr. 16 91
Depot 164 / nr. 17 94
Depot 164 / nr. 18 95
Depot 164 / nr. 19 96
Depot 164 / nr. 20 97
Depot 164 / nr. 21 98
Depot 164 / nr. 22 99
Depot 164 / nr. 23 129
Depot 164 / nr. 24 100
Depot 164 / nr. 25 107
Depot 164 / nr. 26 132
Depot 164 / nr. 27 101
Depot 164 / nr. 28 102
Depot 164 / nr. 29 116
Depot 164 / nr. 30 118
Depot 164 / nr. 31 105
Depot 164 / nr. 32 106
Depot 164 / nr. 33 104
Depot 164 / nr. 34 108
Depot 164 / nr. 35 109
Depot 164 / nr. 36 118
Depot 164 / nr. 37 113
Depot 164 / nr. 38-39 110
Depot 164 / nr. 39 110
Depot 164 / nr. 40 111
Depot 164 / nr. 41 115
Depot 164 / nr. 42 112
Depot 164 / nr. 43-44 132
Depot 164 / nr. 45 119
Depot 164 / nr. 46 117
Depot 164 / nr. 47 116
Depot 164 / nr. 48 114
Depot 164 / nr. 49 116
Depot 164 / nr. 50 122
Depot 164 / nr. 51 121
Depot 164 / nr. 52 124
Depot 164 / nr. 53 124
Depot 164 / nr. 54 125
Depot 164 / nr. 55 126
Depot 164 / nr. 56 133
Depot 164 / nr. 57 127
Depot 164 / nr. 58 128
Depot 164 / nr. 59 130
Depot 164 / nr. 60 120
Depot 164 / nr. 61 131
Depot 166
Depot 166 / doos 01 5, 10, 22-23, 29, 77
Depot 166 / doos 02 24, 30
Depot 166 / doos 03 25, 32
Depot 166 / doos 04 26, 31
Depot 166 / doos 05 27-28, 33
Depot 166 / doos 06 34-38, 76, 132-133
Depot 166 / doos 07 135-139, 141, 148-149
Depot 166 / doos 08 142, 145-146
Depot 166 / doos 09 143-144
Depot 166 / doos 10 147, 150-151
Depot 166 / doos 11 14-15, 17-21
Depot 166 / doos 12 11-13, 140, 175-182, 186
Depot 166 / doos 13 1-4, 6, 16, 134, 183-185
Geheim
Geheim 1945 / 35 M2 3
Geheim 1945 / 86 R8 6
Geheim 1945 / 267 H4 2
Geheim 1945 / 269 5
Geheim 1945 / 740 E4 183
Geheim 1945 / 741 E5 184
Geheim 1945 / 742 E6 185
Geheim 1945 / 745 E6 4
Geheim 1945 / 1100 E5 1
Geheim 1945 / 1109 R8 6
Geheim 1946 / 003 76
Geheim 1946 / 785A 134
Geheim 1946 / 1075 76
Geheim 1947 / 941 10
Kabinet
Kabinet 1945 / 25 17
Kabinet 1945 / 26 13
Kabinet 1945 / 27 11
Kabinet 1945 / 28 12
Kabinet 1945 / 29 18
Kabinet 1945 / 30 19
Kabinet 1945 / 31 20
Kabinet 1945 / 245 22
Kabinet 1945 / 246 140
Kabinet 1945 / 252 23
Kabinet 1945 / 253 24
Kabinet 1945 / 254 25
Kabinet 1945 / 255 26
Kabinet 1945 / 256 27
Kabinet 1945 / 257 132
Kabinet 1945 / 400A 177
Kabinet 1945 / 564 34
Kabinet 1945 / 800 137
Kabinet 1945 / 813 138
Kabinet 1945 / 1050 141
Kabinet 1945 / 1053 148
Kabinet 1945 / 1305 135
Kabinet 1945 / 1506 37
Kabinet 1945 / 1545 178
Kabinet 1945 / 1548 175
Kabinet 1945 / 1564 176
Kabinet 1945 / 2003 151
Kabinet 1946 / 25 14
Kabinet 1946 / 251 28
Kabinet 1946 / 252 29
Kabinet 1946 / 253 30
Kabinet 1946 / 254 32
Kabinet 1946 / 255 31
Kabinet 1946 / 256 33
Kabinet 1946 / 257 133
Kabinet 1946 / 258 35
Kabinet 1946 / 800 139
Kabinet 1946 / 1050 142
Kabinet 1946 / 1050 143
Kabinet 1946 / 1050 144
Kabinet 1946 / 1050 145
Kabinet 1946 / 1050 146
Kabinet 1946 / 1053 149
Kabinet 1946 / 1262 77
Kabinet 1946 / 1304 136
Kabinet 1946 / 1502 180
Kabinet 1946 / 1506 38
Kabinet 1946 / 1545 179
Kabinet 1946 / 1546 21
Kabinet 1947 / 1100 15
Kabinet 1947 / 1100 B70 182
Kabinet 1947 / 4260a 36
Kabinet 1947 / 6807 181
Kabinet 1947 / 900a 150
Kabinet 1947 / 930a 147
Kabinet 1949 / 1100 V61 186
Oude codeInv.nr.

Archiefbestanddelen