Terug naar zoekresultaten

2.19.124 Inventaris van het archief van het Nederlands Olympisch Comité (NOC), 1912-1993

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.19.124
Inventaris van het archief van het Nederlands Olympisch Comité (NOC), 1912-1993

Auteur

W.F. van Buuren, E.W. Haag, A.J. Oppelaar

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2000 (c)

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Nederlands Olympisch Comité (NOC)
NOC

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1912-1993

Archiefbloknummer

I1

Omvang

; 1637 inventarisnummer(s) 38,10 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in heten in het.
Nederlands
Engels

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Nederlands Olympisch Comité

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief van het Nederlands Olympisch Comité bevat onder ander stukken betreffende de organisatie zoals verslagen van vergaderingen, jaarverslagen, tijdschriften, stukken van de verschillende commissies en de correspondentie van de verschillende bestuursleden van het comité. Daarnaast bevat het archief ook stukken van de verschillende olympische zomer- en winterspelen zoals aanvraagkaarten, selectielijsten, krantenknipsels en verslagen, vaak geordend per sportonderdeel.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Beknopte institutionele geschiedenis
Het Nederlandsch Olympisch Comité (NOC) wordt op 11 september 1912 opgericht in Hotel Krasnapolsky in Amsterdam. Voornaamste initiatiefnemers zijn C.A.W. Hirschman en J. Warner, respectievelijk secretaris en voorzitter van de voetbalbond en F.W.C.H. baron van Tuyll van Serooskerken, die tot zijn dood in 1924 de eerste voorzitter van het bestuur zou zijn. Het NOC geeft zich vanaf het begin twee taken. In de eerste plaats de voorbereiding op en uitzending van Nederlandse sporters naar de Olympische Spelen. In de tweede plaats de bevordering van alle zaken die de lichamelijke ontwikkeling en vaardigheid van het Nederlandse volk ten goede komen.
Het NOC richt zich in de beginjaren vooral op het propageren van de lichamelijke opvoeding in Nederland. Een belangrijke activiteit is het uitschrijven van de lichamelijke vaardigheidsproeven. Om te benadrukken dat het NOC een algemene sportfederatie is, voegt het NOC in 1915 Federatie voor Lichaamsvaardigheid aan zijn naam toe. Dit om duidelijk te maken dat het NOC méér taken heeft dan alleen het zenden van deelnemers naar Olympische Spelen. Een eerste stap in de richting van professionalisering van de organisatie vindt plaats in 1929. Het NOC betrekt een eigen bureau met een betaalde kracht. Dit bevindt zich in Amsterdam, maar verhuist in 1930 naar Den Haag. In Den Haag heeft het NOC tot 1990 op diverse lokaties zijn zetel.
In 1946 worden de statuten van het NOC gewijzigd. Op de Buitengewoon Algemene Ledenvergadering wordt besloten dat het NOC gaat functioneren als overkoepelend orgaan van de Nederlandse sport. Ook wordt besloten dat het NOC intern gaat reorganiseren. Achtergrond hiervan is dat het NOC het verwijt krijgt een aristocratische club te zijn, die slechts oog heeft voor het Olympisch belang. De taak om daarnaast ook het algemene sportbelang te behartigen, is volgens critici nooit voldoende aandacht gegeven. Het NOC blijkt in organisatorisch en structureel opzicht niet in alle opzichten te voldoen als werkelijke sportfederatie.
In 1959 vindt na jaren van voorbereiding herstructurering van de Nederlandse sportwereld plaats. Het NOC zal zich voortaan uitsluitend met Olympische aangelegenheden bezighouden. De vele niet-Olympische werkzaamheden van het NOC worden overgeheveld naar een nieuwe organisatie. Op 24 januari 1959 ontstaat de Nederlandse Sport Federatie (NSF). De eerste voorzitter is K.J.J. Lotsy, de eerste algemeen secretaris W. van Zijll. De NSF vestigt haar kantoor in Den Haag tot de opening van het Nationaal Sport Centrum Papendal in 1971, dan verhuist zij haar kantoor naar Papendal. Een stroomversnelling in de groei van de NSF wordt veroorzaakt door de komst van de toto in 1961. De NSF, medebeheerder en medeverdeler van de gelden, kan de sportbonden wat meer financiële armslag geven.
In mei 1989 openbaren het NOC en de NSF fusieplannen. Het NOC verhuist in 1990 naar Papendal. Op 1 juli 1993 is de fusie tussen het NOC en de NSF een feit. De nieuwe organisatie, NOC*NSF, is de bundeling van de Nederlandse sport.
Anno 2000 behartigt NOC*NSF in Nederland de belangen van de totale sport op alle mogelijke manieren. Thans zijn bij NOC*NSF 90 landelijke sportorganisaties aangesloten. Samen vertegenwoordigen ze 30.000 Nederlandse sportverenigingen, met in totaal 4,4 miljoen sporters.
De 90 aangesloten sportorganisaties vormen samen de Algemene Vergadering van NOC*NSF. De Algemene Vergadering besluit over het uiteindelijk te voeren beleid en de begroting. Het beleid wordt op hoofdlijnen vastgesteld door het bestuur. De elf bestuursleden bewaken ook de uitvoering van het beleid. De voorbereiding en uitvoering van het beleid ligt in handen van het NOC*NSF-bureau. Dit bureau staat onder leiding van een driehoofdige directie. De algemeen directeur is volledig eindverantwoordelijk. Bij het NOC*NSF-bureau werken ongeveer 250 mensen. Het bureau kent twee beleidssectoren: Breedtesport en Topsport.
NOC*NSF behartigt de belangen van de Nederlandse sport bij:
  • de landelijke politiek;
  • provinciale en lokale overheden;
  • bedrijfsleven;
  • maatschappelijke organisaties;
  • de media.
  • internationale sportorganisaties
NOC*NSF vertegenwoordigt in Nederland de internationale Olympische beweging. Zij verspreidt de grondgedachte van deze beweging, namelijk dat sport bijdraagt aan een harmonieuze en leefbare samenleving. Dit doet zij onder andere via sportieve evenementen, zoals de Olympic Day Run.
Ten behoeve van de Nederlandse sport ontwikkelt NOC*NSF beleid, diensten en producten. Dit doet zij zowel voor breedtesport als voor topsport. Bij breedtesport wordt onderscheid gemaakt tussen sportontwikkeling (kwaliteit en infrastructuur) én sport en gezondheid.
Literatuurlijst
Het betreft uitsluitend Nederlandstalige literatuur. Dit overzicht is niet uitputtend.
  • P. Arnoldussen, Amsterdam 1928. Het verhaal van de IXe Olympiade , Amsterdam, 1994.
  • G. Blom, Bibliografie van Nederlandstalige literatuur over de Olympische Spelen , Hindeloopen, 1998.
  • M. van Bottenburg en S. Smit (red.), Visies op sportontwikkeling , Haarlem, 1998.
  • W. van Buuren en P.J. Mol, In het spoor van de sport. Hoofdlijnen uit de Nederlandse sportgeschiedenis , Haarlem, 2000.
  • W. van Buuren en Th. Stevens (red.), Sportgeschiedenis in Nederland , Amsterdam, 1998.
  • T. Bijkerk, Nederlandse deelnemers aan de tweede Olympische Spelen Parijs 1900 , Haarlem 2000.
  • T. Bijkerk en R. Paauw, Gouden boek van de Nederlandse Olympiërs , Haarlem, 1996.
  • J. Cottaar, Gouden boek Nederlands Olympisch Comité , Den Haag, 1962.
  • Nederlands Olympisch Comité Federatie voor Lichaamsvaardigheid, Gedenkboek bij het 25-jarig bestaan 1912-1937 , Amsterdam, 1937.
  • J. Holthausen en R. Paauw (samenst.), met bijdr. van P. Annema e.a., Kroniek van de Olympische Spelen , Baarn, 1992.
  • Stichting de Sportwereld, Goud. Nederlandse Olympische kampioenen , Amsterdam, 1996.
  • R. Stokvis, Strijd over sport. Organisatorische en ideologische ontwikkelingen , Deventer, 1979.
  • A. Swijtink, In de pas. Sport en lichamelijke opvoeding in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog , Haarlem, 1992.
  • C. Vollebergh, Er een sport van maken. Het ontstaan van de Nederlandse Sport Federatie 1946-1956. Een gevecht van de Nederlandse sportwereld met de overheid om de erkenning van sport als een belangrijk maatschappelijk verschijnsel , Nijmegen, 1991.
  • J.D. Woldendorp en N.G. Vlot, Van idee tot werkelijkheid. NSF 25, 1959-1984 , Den Haag, 1984.
  • W. van Zijll, De Olympische Beweging en haar betekenis voor de sportbeoefening , (2e druk), Den Haag, 1961.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Uit zorg voor het eigen culturele erfgoed ontstonden er bij de sportkoepel NOC*NSF eind jaren negentig vragen over het beheer van het eigen historische archief. In het verleden werd het archief beheerd door twee vrijwilligers, sinds 1993 werd dit echter niet meer gedaan. Het archief bevond zich in verschillende kantoorruimtes van NOC*NSF waar de klimatologische en fysieke bewaarcondities niet optimaal waren. Het archief was systematisch geordend, maar een inventarislijst ontbrak. Als eerste stap in het hervatten van het beheer van het historisch archief heeft E.W. Haag inventarislijsten samengesteld. Vervolgens heeft W.F. van Buuren namens stichting de Sportwereld onderzoek verricht naar de wijze waarop NOC*NSF het beheer van het historisch archief het beste zou kunnen organiseren. De belangrijkste uitkomsten van dit onderzoek waren:
  • Het historisch archief wordt overgebracht naar het Algemeen Rijksarchief
  • Het historisch archief zal volledig openbaar zijn
  • De fotocollectie en het historisch archief worden gescheiden. NOC*NSF zal de fotocollectie zelf beheren en bewaren
In juni 2000 is het eerste gedeelte van het historisch archief, het archief van het Nederlands Olympisch Comité (NOC), overgebracht naar het Algemeen Rijksarchief.
Inbewaringgeving van een particulier archief, niet in eigendom verkregen

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Inhoud
Sportarchieven vormen een belangrijk cultureel erfgoed. Zonder schriftelijke bronnen uit het verleden, is het vrijwel onmogelijk de geschiedenis van de sport in Nederland vast te leggen. Bij sportgeschiedenis kan vooral de wisselwerking en wederzijdse beïnvloeding van sport en maatschappij interessant zijn.
Het archief van het NOC beslaat de periode 1912-1993. De oudste stukken hebben betrekking op de oprichting en statuten van het NOC. Het jaar 1993 is als einddatum gekozen, omdat in dat jaar NOC en NSF een fusie aangingen.
Het archief van het NOC is onderverdeeld in twee groepen. Algemeen historisch en Olympisch. De kern van het algemeen historische gedeelte wordt gevormd door notulen en jaarverslagen. Deze zijn nagenoeg volledig bewaard gebleven. Het Olympische gedeelte, dat geordend is per Olympiade bevat zeer diverse en soms ook zeer gedetailleerde informatie over de Nederlandse deelname aan de Olympische Spelen, maar ook stukken betreffende de Olympische Dagen en screeningsnota's over diverse sportbonden.
Er zijn ook omissies in het archief. Zo ontbreken stukken over de Olympische Spelen van 1928 nagenoeg volledig. Dit komt doordat een deel van het NOC archief in 1945 bij bombardementen op Den Haag vernietigd is.
Aanvullingen
Het archief van de Nederlandse Sport Federatie (NSF) over de periode 1959 tot 1993 zal in de nabije toekomst aan het Algemeen Rijksarchief worden overgedragen.
Verantwoording van de bewerking
Bij het Algemeen Rijksarchief te Den Haag vond de materiële bewerking van het archief plaats.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Het archief kent geen materiële beperkingen.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Nederlands Olympisch Comité (NOC), nummer toegang 2.19.124, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, NOC, 2.19.124, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Bewaarplaats van originelen
Nationaal Archief, Den Haag.
Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
Relevante stukken betreffende de NSF worden verder bewaard in het Katholiek Documentatie Centrum te Nijmegen.
Relevante (archief) instellingen, met materiaal over NOC, NSF en Olympische Spelen:
  • Gemeentearchief Amsterdam (GAA), onder andere materiaal over de organisatie van de Olympische Spelen van Amsterdam in 1928 en over de kandidaatstelling van Amsterdam voor de Olympische Spelen van 1992.
  • Katholiek Documentatie Centrum (KDC) Nijmegen. In het Archief Nederlandse Katholieke Sportfederatie diverse stukken betreffende NSF en NOC.
  • Nederlandse Sport Museum Olympion Lelystad, fotocollectie.
  • NOC*NSF Arnhem, fotocollectie.