Terug naar zoekresultaten

2.09.91 Inventaris van het archief van de Directie Organisatie Rechtspleging en Rechtshulp van het ministerie van Justitie, 1842-2007

Dit archief bevat de neerslag van persoonsdossiers, rapporten Kamer van Toezicht, standplaatswijzigingen en Koninklijke besluiten met betrekking tot benoeming en ontslag van notarissen en woonplaatsdispensatie en reglementen van orde rechterlijke macht.
Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.09.91
Inventaris van het archief van de Directie Organisatie Rechtspleging en Rechtshulp van het ministerie van Justitie, 1842-2007

Auteur

PWAA

Versie

11-06-2019

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2009 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Justitie: Directie Organisatie Rechtspleging en Rechtshulp
Justitie / Directie Rechtspleging

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1842-2007

Archiefbloknummer

J20

Omvang

2283 inventarisnummer(s); 5,60 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Ministerie van Justitie; Hoofdafdeling Organisatie Rechtspleging en Rechtshulp

Samenvatting van de inhoud van het archief

Dit archief bevat de neerslag van persoonsdossiers, rapporten Kamer van Toezicht, standplaatswijzigingen en Koninklijke besluiten met betrekking tot benoeming en ontslag van notarissen en woonplaatsdispensatie en reglementen van orde rechterlijke macht.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
De minister van Justitie is verantwoordelijk voor het beleid en de wet- en regelgeving ten aanzien van het ambt van notaris. Het handelen van de minister van justitie komt in grote lijnen neer op het (laten) bewaken van de kwaliteit van de notariële dienstverlening, de continuïteit en de toegankelijkheid van het notariaat en de ontwikkeling van de tarieven. Er zijn diverse deelonderwerpen te onderscheiden, zoals de benoeming tot notaris, de beroepsvereisten, de tarieven en het (financiële) toezicht.
De Stichting Notarieel Pensioenfonds (SNP)
De Stichting Notarieel Pensioenfonds is in 1955 door de minister van Justitie bij notariële akte opgericht. Haar leden en plaatsvervangende leden zijn notarissen en kandidaat-notarissen. Dezen worden benoemd door het hoofdbestuur van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB). De Stichting heeft als doel pensioen te verlenen aan notarissen en kandidaat-notarissen. Iedere (kandidaat-)notaris is verplicht deel te nemen aan het fonds. In enkele gevallen kan de minister van Justitie vrijstelling verlenen, bijvoorbeeld in verband met gemoedsbezwaren. Notarissen, kandidaat-notarissen, aangewezen instellingen en tevens degenen die rechten op uitkering ontlenen aan het pensioenreglement zijn verplicht aan het bestuur van het fonds, of aan een of meer door het bestuur aangewezen personen, de gegevens te verstrekken die het bestuur ter vaststelling van deelnemerschap of van de daaruit voortvloeiende rechten en verplichtingen wil ontvangen. Dit is ook van toepassing nadat zij desbetreffende hoedanigheid of zodanig recht hebben verloren.
Kamer van Toezicht
Het toezicht over de notarissen en de kandidaat-notarissen, alsmede de tuchtrechtspraak, wordt uitgeoefend door de in 1904 door de minister van Justitie ingestelde Kamers van Toezicht. De minister bepaalt de inrichting van deze organen, stelt nadere regels vast omtrent de werkzaamheden en bevoegdheden en benoemt het (merendeel van het) personeel. De kamers zijn belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van de Wet op het notarisambt, van de op grond daarvan uitgevaardigde amvb’s en ministeriële regelingen, alsmede van de verordeningen en andere besluiten van de KNB. De kamers zijn bevoegd bepaalde disciplinaire maatregelen te nemen.
Nederland is gesplitst in negentien arrondissementen, in elk arrondissement staat een rechtbank. Alle rechtbanken behandelen kantonzaken, strafzaken, civiele zaken en bestuurszaken. In de hoofdplaats van ieder arrondissement is een Kamer van Toezicht gevestigd, wier rechtsgebied samenvalt met dat van de rechtbank in het desbetreffende arrondissement. Elke kamer bestaat uit een voorzitter en vier leden. De president van de rechtbank van het arrondissement waar de Kamer van Toezicht is gevestigd, is voorzitter van deze kamer.
Twee leden worden benoemd door de minister van Justitie voor een periode van vier jaar. De overige twee leden, derhalve altijd een minderheid, moeten notaris of kandidaat-notaris zijn.
In het kader van het toezicht kan de Kamer van Toezicht een onderzoek instellen. De kamer kan, indien een klacht over een notaris gegrond wordt geacht, een notaris of (kandidaat-)notaris waarschuwen, berispen, tijdelijk schorsen of in het uiterste geval uit het ambt ontzetten. In de Wet op het notarisambt van 1842 bestond de mogelijkheid tot schorsing nog niet. Tegen een beslissing van de Kamer van Toezicht kan hoger beroep worden ingesteld. De Kamer van Toezicht kan de uitoefening door een (kandidaat-)notaris van een nevenbetrekking ongewenst verklaren.
Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB)
De KNB bestaat sinds 1997 als publiekrechtelijke beroepsorganisatie. De voorganger van de KNB was de Koninklijke Notariële Broederschap. Deze kwam voort uit een fusie in 1974 tussen de Koninklijke Broederschap der Notarissen en de Broederschap der Kandidaat-Notarissen.
Alle in Nederland gevestigde (kandidaat-)notarissen zijn lid van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. Zij heeft tot taak de beroepsuitoefening door de leden en hun vakbekwaamheid te bevorderen en het zorgdragen van het aanzien van het notarisambt. De KNB kan verordeningen en reglementen vaststellen, bijvoorbeeld ten aanzien van beroeps- en gedragsregels en stages. Deze behoeven de goedkeuring door de minister van Justitie.
Reglementen van orde bij de rechterlijke macht
Het dienstonderdeel Organisatie, Rechtspleging en Rechtshulp van de directie organisatie rechtspleging en rechtshulp van het ministerie van Justitie is verantwoordelijk voor het opstellen van het reglement en het bijzonder reglement, betreffende de dagen en de uren ter terechtzittingen van de kantongerechten, gerechtshoven, de Hoge Raad, de arrondissementskrijgsraad, de centrale grondkamer en de arrondissementsrechtbanken. Deze reglementen worden per Koninklijk Besluit goedgekeurd en worden opgesteld om een ordelijke rechtsgang te waarborgen.
Tot 2002 bestond voor kantonzaken een aparte rechterlijke instantie: het kantongerecht. Daarna is het kantongerecht als aparte sector opgenomen in de arrondissementsrechtbanken. Er zijn negentien arrondissementsrechtbanken in Nederland die verspreid liggen in vijf ressorten. Elk ressort kent ook 1 gerechtshof waar beroep aangetekend kan worden tegen uitspraken van de lagere rechters. De Hoge Raad de Nederlanden is de hoogste rechtsprekende instantie en is belast met het toezicht op de rechtseenheid en rechtsontwikkeling van het Nederlandse recht.
Geschiedenis van het archiefbeheer
De minister van Justitie is verantwoordelijk voor het beleid en de wet- en regelgeving ten aanzien van het ambt van notaris. Zijn handelen komt er in grote lijnen op neer de kwaliteit van de notariële dienstverlening, de continuïteit en de toegankelijkheid van het notariaat en de ontwikkeling van de tarieven te (laten) bewaken. Er zijn diverse deelonderwerpen binnen het notarisambt, zoals de benoeming tot notaris, de beroepsvereisten, de tarieven en het (financiële) toezicht.
Het betreft hier het door de minister van Justitie gevormde archief betreffende De Stichting Notarieel Pensioenfonds (SNP). De Stichting Notarieel Pensioenfonds is in 1955 door de minister van Justitie bij notariële akte opgericht. Haar leden en plaatsvervangende leden, notarissen en kandidaat-notarissen, worden benoemd door het hoofdbestuur van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB). De Stichting heeft als doel pensioen te verlenen aan notarissen en kandidaat-notarissen. Iedere (kandidaat-)notaris is verplicht deel te nemen aan het fonds. In enkele gevallen kan de minister van Justitie vrijstelling verlenen, bijvoorbeeld in verband met gemoedsbezwaren. Notarissen, kandidaat-notarissen, aangewezen instellingen en tevens degenen, die rechten op uitkering ontlenen aan het pensioenreglement, zijn, ook nadat zij die hoedanigheid of zodanig recht hebben verloren, verplicht aan het bestuur van het fonds of aan een of meer door het bestuur aangewezen personen de gegevens te verstrekken, die het bestuur ter vaststelling van deelnemerschap of van de daaruit voortvloeiende rechten en verplichtingen wil ontvangen.
De verwerving van het archief
Het archief is in 2009 door Ministerie van Justitie overgebracht naar het Nationaal Archief, krachtens artikel 23 van de Archiefwet 1995.
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Dit archief bestrijkt de periode van 1842 tot en met 2007, heeft een omvang van 5,6 meter en bestaat uit de volgende vier onderdelen:
  • Benoemingen, verplaatsingen en ontslag, 1842-2004
  • Kamer van Toezicht, 1910-1961
  • Stichting Notarieel Pensioenfonds (SNP), 1954-2001
  • Reglementen van orde bij de rechterlijke macht (RG), 1928-2000
Dit archief bevat de neerslag van persoonsdossiers, rapporten Kamer van Toezicht, standplaatswijzigingen, Koninklijke besluiten met betrekking tot benoeming en ontslag van notarissen en woonplaatsdispensatie en Koninklijke Besluiten ter goedkeuring van (wijzigingen van) de reglementen van de gerechten de reglementen van orde bij de rechterlijke macht.
Selectie en vernietiging
De selectie heeft op zo hoog mogelijk niveau per dossier plaatsgevonden aan de hand van de volgende selectielijsten en handelingen:
BSD Notarissen (RIO 172), vanaf 1945, (Stcrt. 2007/220)
  • Handeling: 31; het benoemen, het weigeren van een benoeming en het ontslaan van een notaris
  • Handeling: 42; het verlenen van een vergunning aan de notaris om buiten zijn standplaats te wonen (als integraal onderdeel van op handeling 31 geselecteerde dossiers)
  • Handeling: 15; het benoemen van de leden van commissies, raden, werkgroepen e.d. op het beleidsterrein Notarissen
BSD Organisatie van de Rijksoverheid (RIO 143)
  • Handeling: 283; het ontvangen van stukken ter kennisname (Stichting Notarieel Pensioenfonds) werkarchief; dit is niet archief van de stichting
  • Handeling: 318; het voeren van interdepartementaal overleg op het gebied van het beleidsterrein Organisatie Rijksoverheid indien het secretariaat niet door de eigen directie wordt gevoerd (ook toepasbaar op dossiers Stichting Notarieel Pensioenfons)
BSD Zorg voor de rechtspleging (RIO 010)
  • Handeling: 042; het voorbereiden van de KB's ter goedkeuring van (wijzigingen van) de reglementen van de gerechten
Er is besloten om de dossiers op te schonen.
Na selectie kwam 53,1 meter in aanmerking voor vernietiging.
Van de te vernietigen stukken is een verklaring van vernietiging opgesteld op grond van artikel 8 van het Archiefbesluit 1995 en de geldende BSD's.
Verantwoording van de bewerking
De verschillende archiefonderdelen bevonden zich op verschillende locaties bij het ministerie van Justitie. De onderdelen benoemingen en Kamer van Toezicht waren tot vorig jaar opgeslagen bij de Dienst Justis in Den Haag. Daarna zijn deze overgebracht naar het semi-statisch archief van het ministerie van Justitie in het Rijks Bedrijven Centrum (RBC) in Rijswijk. Het onderdeel betreffende de Stichting Notariëel Pensioenfonds was opgeslagen bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en is voor de schouwing overgebracht naar het RBC. Op het RBC hebben op 24 april 2007, 21 mei 2007, 26 juni 2007 en 2 juli 2007 diverse schouwingen van de archiefonderdelen door het PWAA plaatsgevonden. De reglementen van orde lagen ook in het semi-statisch archief te Rijswijk. tijdens de schouwing op 24 april 2007 was een groot deel van de persoonsdossiers notarissen van het archiefonderdeel benoemingen in draadcontainers geplaatst. Na de schouwing zijn deze dossiers tijdelijk verpakt in verhuisdozen en voor de bewerking door PWAA omgepakt in archiefdozen. De archiefonderdelen zijn niet eerder bewerkt en/of is er eerder uit vernietigd.
Bij aanvang van de bewerking bedroeg de omvang van het archief 58,9 meter. Na bewerking bedraagt de omvang van het archief 5,8 meter en beslaat de periode 1842 tot en met 2007.
Materiële bewerking
Alle stukken zijn van nietjes, plakband en overige hechtmiddelen ontdaan en verpakt in zuurvrije omslagen en zuurvrije archiefdozen. Ze zijn daarna genummerd volgens de inventaris. De omslagen en dozen zijn voorzien van etiketten. Van de te vernietigen stukken zijn vernietigingslijsten opgesteld en deze zijn aan het ministerie van Justitie overgedragen.
Ordening van het archief
Bij de opbouw van deze toegang is gekozen voor een ordening welke het meest logisch is voor de onderzoeker zodat deze snel bij de gewenste informatie kan komen.
De inventaris is onderverdeeld in drie hoofdrubrieken: Notarissen, Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-Notarissen en Reglementen van orde bij de rechterlijke macht.
De hoofdrubriek Notarissen is weer onderverdeeld in de subrubriek Benoemingen en ontslagen en de subrubriek Registers. In de subrubriek Benoemingen en ontslagen bevinden zich de subrubrieken betreffende Notarissen (met geboortejaar) met een standplaats A tot en met Z; alfabetisch geordend op standplaats. In de subrubriek Registers bevinden zich de verzamelbeschrijvingen Register van benoemingen en ontslag van notarissen per jaar en het Register van de jaarlijks gepasseerde akten geordend op jaar.
De rubriek Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-Notarissen bestaat uit de archiefbescheiden betreffende de benoemingen voor de Kamer van Toezicht geordend op jaar en overige stukken betreffende de Kamer van Toezicht.
Onder de rubriek voor de Reglementen van orde bij de rechterlijke macht is er voor gekozen om elke rechtbanksoort een eigen beschrijving te geven. Bij de verzamelbeschrijvingen van de kantongerechten, gerechtshoven en arronissementsrechtbanken is de chronologie ondergeschikt gemaakt aan het zoekgemak dat de alfabetische ordening mogelijk maakt.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (B).
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Justitie: Directie Organisatie Rechtspleging en Rechtshulp, nummer toegang 2.09.91, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Justitie / Directie Rechtspleging, 2.09.91, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar

Bijlagen

Besluit van de Minister van Justitie, houdende beperking van openbaarheid van het archief van het Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving
Besluit van de Minister van Justitie, houdende beperking van de openbaarheid van het archief betreffende Notaris-standplaatsen van het Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ressorterend onder het Ministerie van Justitie 1842-2007, toegang nr. 2.09.91.
(als bedoeld in artikel 10 van het Archiefbesluit 1995)
Met het oog op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van nog levende personen, worden op grond van artikel 15, eerste lid, onder a, van de Archiefwet 1995 aan de openbaarheid van de naar het Nationaal Archief over te brengen archief van het Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ressorterend onder het Ministerie van Justitie (1842-2007) bevattende de hierboven genoemde archieven, de volgende beperkingen gesteld:
1. Dossiers die jonger zijn dan 75 jaar zijn beperkt openbaar; uitgangspunt daarbij is het jaar waarin het betreffende dossier is afgesloten.
2. De beperking van de openbaarheid is niet van toepassing op de dossiers, die in de toegang zijn opgenomen onder de inventarisnummers:
1-15, 17-25, 27, 29-30, 32-35, 37-38, 40-42, 44-46, 48-55, 57-60, 62-66, 68-84, 86-92, 94-100, 102-109, 111-121, 123-126, 129-132, 134-136, 138-142, 144-151, 153, 155-156, 159-168, 170-179, 181-183, 185-188, 190-191, 193-199, 201-223, 225—231, 233-235, 238, 240-248, 250-252, 254,256-257, 259-262, 264-271, 274-284, 286-294, 297-303, 305-315, 317-319, 321-326, 328-330, 332-339, 341, 343-344, 346-352, 354-355, 357-364, 369, 372-374, 377-379, 381, 383, 387-393, 395, 397-398, 400-401, 403-406, 408-410, 412, 414-415, 417-423, 425-428, 430-434, 436-438, 440-443, 446-449, 451-461, 463-466, 468-469, 471-487, 489-494, 496-500, 502-507, 509-510, 512-513, 515-528, 530-537, 539-542, 544-547, 549-551, 553-563, 565-568, 570-574, 576-580, 582-594, 596, 598-608, 610-619, 621, 623-628, 630-634, 636-638, 640, 642-658, 660-664, 666-675, 677-681, 686-693, 695-711, 713, 716, 718-728, 730-736, 738-743, 745-771, 773-778, 781-784, 786-787, 789-793, 795-796, 798-801, 803-807, 809-811, 814-815, 817, 819-820, 823-825, 827-828, 830-838, 841-847, 849-860, 862-873, 875-884, 887, 889-890, 893-895, 898-903, 905-906, 908, 910-912, 915-929, 931-938, 940-975, 977-981, 983-985, 987-992, 994-1001, 1003-1008, 1010, 1012, 1014-1022, 1024-1026, 1029-1033, 1037-1049, 1051-1053, 1055-1064, 1066-1069, 1071-1072, 1074-1075, 1077-1081, 1083-1088, 1091-1098, 1100-1104, 1106, 1108-1124, 1126, 1128-1139, 1141-1150, 1152-1155, 1157-1167, 1169-1178, 1180-1184, 1186, 1188-1189, 1191-1195, 1197-1200, 1202-1220, 1222-1228, 1230-1233, 1235-1240, 1242, 1244-1266, 1268-1270, 1272-1277, 1279-1281, 1285, 1287-1289, 1291-1293, 1295-1296, 1298-1300, 1302-1323, 1325-1327, 1329-1337, 1339-1344, 1346-1351, 1353-1358, 1360-1361, 1363-1366, 1368-1377, 1379-1386, 1388-1391, 1394-1396, 1398-1404, 1406-1409, 1411-1414, 1416, 1418, 1420-1427, 1429-1434, 1436-1445, 1450-1456, 1458-1464, 1466-1470,
2. (vervolg) 1473-1488, 1490-1492, 1494-1497, 1499, 1501, 1503-1506, 1508-1520, 1522, 1524-1552, 1554-1555, 1557-1575, 1577-1581, 1583, 1585, 1588-1589, 1591-1599, 1601-1620, 1622-1630, 1632, 1634-1643, 1645-1648, 1650, 1652-1654, 1657-1659, 1661-1664, 1666-1667, 1669-1676, 1679, 1681-1683, 1685-1695, 1697, 1699, 1701-1702, 1704-1708, 1710-1721, 1725-1726, 1729-1731, 1733-1734, 1736-1756, 1759-1760, 1762-1765, 1767-1771, 1773-1779, 1781-1785, 1787-1800, 1802, 1804-1808, 1810, 1812-1834, 1836, 1838-1855, 1857-1862, 1865-1868, 1870-1886, 1888-1891, 1893, 1895-1898, 1901, 1903-1912, 1914-1923, 1925, 1928, 1930, 1932-1938, 1940-1942, 1944-1953, 1955-1957, 1959-1963, 1967-1970, 1972, 1974, 1976-2001, 2003-2006, 2008-2010, 2012-2018, 2020-2022, 2024-2027, 2030-2037, 2039-2040, 2042-2044, 2046-2080, 2082-2089, 2091, 2093-2098, 2100-2101, 2103-2104, 2106-2108, 2110-2113, 2115-2121, 2123-2130, 2132-2134, 2136, 2138-2140, 2142-2161.
3. Raadpleging van de archiefbescheiden is, gelet op art. 15, derde lid van de Archiefwet 1995, slechts mogelijk na schriftelijk verkregen toestemming van de directeur van het Nationaal Archief. Deze toestemming kan worden verleend, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
  • De verzoeker doet een gemotiveerd schriftelijk verzoek tot inzage van de archiefbescheiden, waarin wordt aangegeven: de omschrijving van het onderzoeksdoel, de onderzoeksopzet en de wijze waarop de vertrouwelijkheid van de persoonsgegevens zal worden gewaarborgd.
  • De verzoeker vult hiertoe het Formulier voor toestemming tot raadpleging van niet-openbare archieven van het Ministerie van Justitie in en ondertekent het formulier. De verzoeker verklaart daarmee tevens zich te zullen houden aan de in het formulier opgenomen bepalingen. Een exemplaar van het formulier is als bijlage 2 bij de Verklaring van Overbrenging gevoegd.
4. De directeur van het Nationaal Archief bereidt de beschikbaarstelling van het dossier voor. In de belangenafweging betrekt hij de belangen van alle personen waarvan persoonsgegevens in het dossier zijn opgenomen.
5. Het is niet toegestaan reproducties te vervaardigen van documenten uit de dossiers, waarop deze beperkende bepalingen van toepassing zijn, zonder toestemming van de directeur van het Nationaal Archief. Deze kan uitsluitend toestemming verlenen voor:
  • Reproducties van in dossiers aangetroffen openbare stukken, zoals krantenknipsels.
  • Reproducties van in persoonsdossiers aangetroffen foto’s, persoonlijke brieven, dagboeken, andere soortgelijke documenten, indien deze aantoonbare persoonlijke emotionele waarde hebben voor de verzoeker, indien deze documenten geen belastende aanwijzingen bevatten en het bezit daarvan de belangen van nog levende personen niet onevenredig kan schaden.
6. De directeur van het Nationaal Archief geeft voor publicatie uit deze bescheiden voor stukken houdende bijzondere persoonsgegevens in de zin van artikel 16 Wet bescherming persoonsgegevens, geen toestemming zonder voorafgaand overleg met de Minister van Justitie.
Getekend te Den Haag,
De Minister van Justitie,
namens deze,
de Secretaris-generaal,
J. Demmink
Datum:
Nummer: 5576409/08
Voordat hij toestemming verleent, beoordeelt de directeur van het Nationaal Archief het verzoek.

Archiefbestanddelen