Terug naar zoekresultaten

2.21.306 Inventaris van het archief van Joannes Antonius Veraart [levensjaren 1886-1955] over de jaren 1904-1955

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.21.306
Inventaris van het archief van Joannes Antonius Veraart [levensjaren 1886-1955] over de jaren 1904-1955

Auteur

F. van Anrooij

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2005 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Collectie 207 J.A.Veraart
Veraart

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1904-1955

Archiefbloknummer

C22538

Omvang

; 1204 inventarisnummer(s) 11,00 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Veraart, J.A.

Samenvatting van de inhoud van het archief

Joannes Antonius Veraart studeerde rechten en economie in Amsterdam. Hij hield zich bezig met de ethische aspecten aan economische problemen. Al vroeg pleitte Veraart voor een vorm van collectieve arbeids overeenkomst tussen werkgevers en werknemers. Ondanks een kritische houding t.a.v. de koers van de partij was hij gedurende lange tijd actief lid van de RKSP. Veraart was vurig pleitbezorger van de parlementaire democratie, en keerde zich tegen vormen van staatsautoritair gedrag. Na de oorlog pleitte hij voor een open samenleving, waarin samenwerking tussen west-Europese landen op basis van het christendom nieuwe kansen op beschaving zou bieden. Hij was lid van de Sociaal Economische raad.
Het archief bevat o.a. schriften met aantekeningen, correspondentie, kranteknipsels en artikelen, brochures betreffende maatschappelijke vraagstukken, notulen van vergaderingen en de weerslag van tal van activiteiten.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Biografie Joannes Antonius Veraart
( Voor deze paragraaf is gebruik gemaakt van de biografieën van Veraart in de gedigitaliseerde versies van het Biografisch Woordenboek van Nederland (M.D. Bogaarts, http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn1/veraart) en het Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland (J. van Meeuwen, http://www.iisg.nl/bwsa/bios/veraart.html); J. Schmiermann: Prof.dr. J.A. Veraart1886-1955. Aspecten van het politieke leven van een recalcitrant katholiek democraat (doctoraalscriptie Katholieke Universiteit Nijmegen 1988); J.J. Woltjer: Recent verleden. Nederland in de twintigste eeuw (Rainbowpocket 1994) ) Joannes Antonius Veraart werd in 1886 in Amsterdam geboren. Na zijn gymnasiumopleiding aan het Sint Ignatiuscollege ging hij aan de gemeentelijke universiteit rechten en economie studeren. In 1910 promoveerde hij in de rechtswetenschap op het proefschrift "Arbeidsloon". Hij benaderde zijn onderwerp vanuit een realistisch en een ethisch standpunt. De economische bedrijfsorganisatie werd "in a nutshell" beschreven. In de conclusie stelde hij, dat oplossingen voor ethische problemen economisch gefundeerd moeten zijn. ( Zie inventarisnummers 861, 906 (opmerking van prof.mr. H.W.C. Bordewijk),549 (Veraarts necrologie van dr. A. Ariëns). )
Als Vertrouwensman van de Nederlandsche Bond van Boekdrukkerijen kreeg Veraart de mogelijkheid zijn denkbeelden vorm te geven. Binnen deze bedrijfstak heerste grote onderlinge concurrentie en veel bedrijven waren organisatorisch zwak. Veraart wist te bewerkstelligen dat in 1914 een collectieve arbeidsovereenkomst tot stand kwam, de eerste in het boekbindersbedrijf. Pogingen tot verdere sanering en verbetering brachten hem in conflict met de federatie van drukkerspatroons. In november 1918 moest hij vertrekken.
En maand nadien werd hij benoemd tot directeur van het Katholiek Nationaal Middenstandsbureau, later het Nationaal Hanzebureau genaamd. In die functie was hij de drijvende kracht achter het zogenaamde Paasmanifest van katholieke werkgevers-, boeren-, middenstands- en arbeidersorganisaties, dat op de zaterdag vóór Pasen 1919 verscheen. Hierin werd het voornemen bekend gemaakt om per bedrijfstak bedrijfsraden op te richten, die zich met name zouden bezighouden met het opstellen van collectieve arbeidsovereenkomsten. Het doel was om dit bedrijfsradenstelsel in het gehele Nederlandse bedrijfsleven ingang te doen vinden. Door samenwerking tussen werkgevers en werknemers, en door verbetering van de positie van de arbeiders zou een revolutie, waarmee Troelstra in november 1918 had gedreigd, kunnen worden afgewend. De economische situatie deed zijn plannen in rook opgaan. Na een korte hausseperiode keerde het economisch tij in 1920. In die omstandigheden wilden de werkgevers zich niet binden aan cao's.
Op grond van zijn deskundigheid in arbeidsaangelegenheden werd Veraart in 1920 benoemd tot lid van de Hoge Raad van Arbeid. Tot 1940 maakte hij deel uit van dit adviescollege, waarin ook vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties zitting hadden. Hij was lid van diverse commissies, die zich o.a. bezighielden met het uitbrengen van adviezen over een bedrijfsradenwet, met bedrijfsorganisatie en het algemeen bindend en onverbindend verklaren van collectieve arbeidsovereenkomsten.
Het doel van de maatschappij moest, aldus Veraart in een voordracht over de sociologische betekenis van de onvolwaardige arbeidskracht (1928), de "volwaardige" mens zijn. Belemmeringen op de weg naar volwaardigheid konden in de mens zelf gelegen zijn of worden veroorzaakt door externe factoren. Luiheid, drankzucht, verwaarlozing, criminele aanleg hadden een negatieve invloed. Ziekte of invaliditeit als gevolg van een ongeval, konden tot onvolwaardigheid leiden, evenals maatschappelijke factoren zoals oorlog, langdurige werkeloosheid, slechte huisvesting. Ieder individu moest proberen zelf of via "vrije maatschappelijke groepen" volwaardig te worden. De staat had een aanvullende taak. ( Zie inventarisnummer 552 ) In diverse functies heeft Veraart gepoogd onvolwaardigheid te bestrijden of de gevolgen daarvan te verhelpen. Zo was hij in het midden van de jaren '20 actief in Sobriëtas, een federatie van Rooms Katholieke diocesane bonden tot bevordering van de Christelijke matigheid en ter bestrijding van het alcoholisme. Hij propageerde het afsluiten van verzekeringen tegen ziekte en invaliditeit en droeg als voorzitter van de raad van beheer van twee verzekeringsmaatschappijen daadwerkelijk bij aan de verbreiding van een stelsel van sociale zekerheid. Hij was één van de oprichters van de Stichting tot Landontginning en Cultiveering van woeste gronden in Nederland (in het bijzonder in de provincies Drenthe en Noord-Brabant) en zette zich als bestuurslid hiervoor in.
In 1914 werd Veraart op 28-jarige leeftijd benoemd tot privaatdocent aan de Technische Hogeschool van Delft. Vier jaren later volgde zijn benoeming tot hoogleraar in de staathuishoudkunde, de arbeidswetgeving, het mijn- en handelsrecht. Hij zou tot zijn dood in Delft doceren. Gedurende bijna twintig jaren organiseerde hij voor zijn ouderejaarsstudenten economische privatissima, waarin hij ook zelf spreekbeurten vervulde. Tot de onderwerpen die werden behandeld behoorden de crisispolitiek van de Nederlandse regering, het economisch beleid van president Roosevelt, het economisch program van de Nationaal-Socialistische Duitse Arbeiderspartij, het Zuiderzeeprobleem, de economische betekenis van de liquidatie van Tsjecho-Slowakije, de verhouding Japan-Nederland-Nederlandsch-Indië.
Ook gaf hij veelvuldig cursussen aan volksuniversiteiten over arbeidswetgeving, bedrijfsorganisatie, ondernemings- en bedrijfswezen. Niet alleen in colleges en voordrachten, ook in boeken, kranten- en tijdschriftartikelen behandelde hij economische vraagstukken, in het bijzonder de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie.
Zijn pogingen om op politiek gebied iets te bereiken waren niet succesvol. Uit verzet tegen de behoudende koers van de Rooms-Katholieke Staatspartij richtte hij in 1923 met enkele anderen het Verbond Sint Michaël op. Veraart werd voorzitter van deze discussiegroep, die zich ten doel stelde om de "katholiek-democratische gedachte" in de RKSP te bevorderen. ( Zie inventarisnummer 177 ) Nadat het verbond in 1925 was opgegaan in de RKSP werd Veraart lid van het partijbestuur en het dagelijks bestuur. Van 1925-1929 nam hij voor de RKSP zitting in de Tweede Kamer. Daar pleitte hij voor een betere rechtspositie van de individuele werknemer. Hij wees op de noodzaak tot het regelen van rechtspraak in arbeidsgeschillen en medezeggenschap in het bedrijf : dit zou leiden tot "ontproletariseering" van de arbeider. ( Dit citaat is ontleend aan het in inventarisnummer 197 beschreven stuk, dat helaas na 1977 is zoekgeraakt. ) Met zijn toenemende kritiek op het crisisbeleid van de regering en het aandeel van de RKSP daarin vond hij geen gehoor. Hij verliet de partij en richtte in januari 1933 de Katholiek Democratische Bond op. Deze fuseerde in de herfst van datzelfde jaar met andere splinterpartijtjes tot de Katholiek Democratische Partij. Als voorzitter van deze partij hekelde hij het lakse en "ondemocratische" regeringsbeleid en pleitte voor een "moedig conjunctuurbeleid" in de vorm van een nationaal herstelplan tot werkverruiming en wederinschakeling van het hele Nederlandse volk in het productieproces. Een democratisch programministerie, waaraan niet alleen de KDP maar ook de socialisten en de "calvinistische democraten" zouden moeten meewerken zou zo'n beleid kunnen realiseren. Tevens schonk hij, in woord en geschrift, aandacht aan de crisis in het parlementaire stelsel. Hoewel hij toegaf dat kritiek gerechtvaardigd was, pleitte hij hartstochtelijk voor de handhaving van dit stelsel. Hij hekelde het fascisme in Duitsland en Italië en Musserts pogingen om met deze "geïmporteerde dwaasheid" het Nederlandse volk tot een "gedrilde massa" te maken. ( Zie de inventarisnummers 240-241 en de knipsels over Veraarts KDP-redevoeringen in de inventarisnummers 74-76. ) Toen de KDP in 1935 geen zetels won bij de provinciale statenverkiezingen legde Veraart zijn partijvoorzitterschap neer. In 1939 keerde hij terug naar de RKSP.
De oorlogsjaren bracht Veraart in Londen door. Daar was hij o.a. twee jaar economisch adviseur van minister-president P.S. Gerbrandy. Die ontsloeg hem in het voorjaar van 1944 op staande voet, nadat Veraart in een artikel in Vrij Nederland kritiek had uitgeoefend op de plannen van de regering met betrekking tot de bestuursvoorziening in bevrijd Nederland.
In redevoeringen en publicaties pleitte hij voor herstel van de parlementaire democratie, voor een open samenleving waarin "public debate and public opinion must cause a fresh breeze through all state affairs" ( Zie zijn rede "Re-establishment of the rule of law" afgedrukt in aflevering 7 van het tijdschrift Communication, inventarisnummer 831. ) . Samenwerking tussen West-Europese landen op basis van het christendom zou de beschaving nieuwe kansen op ontplooiing bieden. Via de International Christian Democratic Union, de Association of University Professors and Lecturers of allied countries in Great Britain en andere organisaties legde hij contacten op internationaal niveau. In zijn documentatieverzameling getuigen brochures uit de series "Oxford pamphlets on world affairs" en "Post-war problems" van zijn politiek- maatschappelijk engagement.
Na de oorlog eiste de economische bedrijfsorganisatie weer een deel van zijn tijd en aandacht op. Als kroonlid van de Sociaal-Economische Raad werkte hij mee aan de tenuitvoerlegging van de Wet op de bedrijfsorganisatie (1950). Tot aan zijn dood (1955) bleef hij zich inzetten voor een samenleving waarin solidariteit, waardigheid en verantwoordelijkheid kernbegrippen zijn.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het overgedragen materiaal was gedeeltelijk, zij het niet altijd consequent, geordend in dossiers. De correspondentie met bijlagen was deels ondergebracht in dossiers, deels chronologisch gerangschikt in een serie "briefwisseling". Er bestond nauwelijks onderscheid tussen archivalia en documentatie.
Een deel van het archief over de periode 1913-1940 werd in het kader van de opleiding tot hoger archiefambtenaar in het cursusjaar 1976-1977 voorlopig geïnventariseerd door F. van Anrooij. Nadien zijn enkele inventarisnummers betreffende Veraarts lidmaatschap van de Hoge Raad van Arbeid uit zijn archief verwijderd en ondergebracht in het archief van deze instelling (code toegang 2.05.29, zie de toelichting in de inleiding). Deze overbrenging werd ontdekt nadat de inventaris definitief was omgenummerd. Op de betreffende plaatsen in Veraarts archief zijn verwijskaarten gelegd.
Delen van Veraarts archief werden in 1970, 1975, 1977 en 2005 geschonken aan het Algemeen Rijksarchief/ Nationaal Archief resp. door zijn weduwe, mevrouw L.M.H.A. Veraart-Bierman, zijn dochter mevrouw M.C. Veraart en zijn zoon mr. J.A.J.M. Veraart. ( Algemeen Rijksarchief, archief Tweede Afdeling 1970 nummer D 6.11, 1975 nummer D 9.21, 1977 nummer D 9.174; Nationaal Archief, archief wetenschappelijk medewerker 2005 nummer WM 4 en 5, 6, 10. )
De verwerving van het archief
Het archief is door schenking verworven.

Inhoud en structuur van het archief

Selectie en vernietiging
Tijdens de inventarisatie is circa 3 m' stukken apart gehouden. Het betrof dubbele exemplaren van publicaties, nota's etc.; drukproeven, manuscripten van boeken en artikelen waarvan de gedrukte exemplaren gevonden zijn; financiële stukken als salarisstroken en kaartsystemen. 0,7 m' van dit materiaal is na selectie teruggegeven aan mr. J.A.J.M. Veraart. De rest zal met zijn toestemming worden vernietigd.
Verantwoording van de bewerking
Bij de inventarisatie zijn de gevormde dossiers qua ordening verfijnd en systematisch beschreven. De serie briefwisseling is grotendeels gehandhaafd. Een deel van de brieven is evenwel uit de serie verwijderd en bijeengebracht in rubrieken. De documentatie is waar mogelijk ondergebracht in rubrieken en voor het overige in een aparte afdeling "aanhangsel".
De inventarisatie van het hele hier berustende archief werd in juni 2005 voltooid.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Collectie 207 J.A.Veraart, nummer toegang 2.21.306, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Veraart, 2.21.306, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
Enkele inventarisnummers betreffende Veraarts lidmaatschap van de Hoge Raad van Arbeid zijn in het verleden uit zijn archief verwijderd, en ondergebracht in het archief van deze instelling (code toegang 2.05.29).
Het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie te Amsterdam heeft rond 1960 enkele stukken uit het archief Veraart van de familie ontvangen. Dit materiaal wordt nog steeds door het NIOD beheerd.

Archiefbestanddelen