Terug naar zoekresultaten

3.20.02 Inventaris van het archief van de familie Van Assendelft de Coningh, 1645-1959

Het archief van de Zuid-Hollandse familie (Van Assendelft) de Coningh bevat onder meer genealogieën, persoonlijke correspondentie, boedelinventarissen, verkoopakten van land en goederen en gelegenheidsgedichten.
Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

3.20.02
Inventaris van het archief van de familie Van Assendelft de Coningh, 1645-1959

Auteur

G.M. van Aalst

Versie

15-12-2020

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1975 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Familiearchief Van Assendelft de Coningh
Assendelft de Coningh, van

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1645-1959

Archiefbloknummer

35002

Omvang

272 inventarisnummer(s); 1,10 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Familie De Coningh
Familie Van Assendelft
Familie Van Assendelft de Coningh
Familie Hoeufft
Familie Van der Houven
Familie Knottenbelt
Familie De Roever
Coningh, Job de (1669-1740)
Coningh, Jan de (1703-1736)
Coningh, Arie de (1712-1784)
Coningh, Anna de (1745-1793)
Coningh, Assendelft de (1747-1803)
Assendelft de Coningh, Arie Dirk van (1794-1859)
Assendelft de Coningh, Hendrik van (1819-1875)
Assendelft de Coningh, Cornelis Theodorus van (1821-1890)
Assendelft de Coningh, Maria Catharina van (1822-1902)
Assendelft de Coningh, Cornelia van (1841-1915)
Assendelft de Coningh, Adriaan van (1851-1923)

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief van de Zuid-Hollandse familie (Van Assendelft) de Coningh bevat onder meer genealogieën, persoonlijke correspondentie, boedelinventarissen, verkoopakten van land en goederen en gelegenheidsgedichten.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
De in deze inventaris beschreven familiepapieren zijn in hoofdzaak afkomstig van Arie de Coningh, geboren te Maassluis in 1712, zoon van de koopman Job de Coningh en Meinsje de Zeeuw. Hij had een oudere broer Jan, die in 1726 vertrok naar Batavia in dienst der Vereenigde Oostindische Compagnie. ( Koloniaal Archief inv. nr. 9333. ) Aanvankelijk leek het erop, dat Arie de Coningh evenals zijn vader koopman zou worden. Hij was enige tijd werkzaam op het kantoor van de Westindische Compagnie te Rotterdam bij de boekhouder Van den Bosch. ( Inv. nr. 150. ) Om onbekende redenen heeft hij een ambtelijke loopbaan gekozen, die hij met grote ijver en nauwgezetheid heeft vervuld. Hij werd rentmeester, schout, secretaris, notaris, gaardermeester, dijkgraaf en heemraad van Mijnsheerenland van Moerkerken en kort daarop van Maasdam en Sint Anthoniepolder. ( Inv. nr. 150 ) In 1764 kocht hij de ambachtsheerlijkheid Mijnsheerenland van Moerkerken van François Doublet, heer van Groeneveld en van Mijnsheerenland van Moerkerken. ( Inv. nrs. 1 en 237. ) In 1743 trouwde Arie de Coningh met Agatha van Assendelft, enige dochter uit een oud koopmansgeslacht van Vlaardingen. Zij overleed in 1747 kort na de geboorte van haar zoon, die nog tijdens haar leven gedoopt werd als Assendelft de Coningh. ( Zie bijlage I. ) Zijn nakomelingen hebben deze namen als een familienaam aangenomen. ( Nederlandsch Patriciaat, 28e jaargang, 1942, inv. nr. 1, afbeelding 2. ) Dat Arie de Coningh niet onbemiddeld was, blijkt uit de grote bedragen, die hij François Doublet ( François Doublet was gezant der Republiek in Spanje van 1762-1769. ) leende, met de heerlijkheid Mijnsheerenland van Moerkerken als onderpand. ( Inv. nrs. 235, 236. ) Bij deze leningen speelden zijn schoonvader Dirk van Assendelft en diens zwager Wiggert de Jongh ( Inv. nrs. 237, 240. ) een grote rol. Het is vooral deze familie geweest, die hem in staat heeft gesteld de heerlijkheid te kopen. ( Inv. nr. 235. ) Als ambachtsheer bleef Arie de Coningh alle openbare ambten bekleden. Volgens J.D. Tresling was hij het type van de machthebber te plattelande. Hij beschrijft hem als buitengewoon werkzaam, nauwgezet en sober. ( J.D. Tresling, "Rondom de Binnenmaas". Rotterdam, 1936. ) Daar hij nooit leende en tekorten, die onder zijn beheer ontstonden, uit eigen middelen dekte, stonden aan het einde van zijn leven het ambacht en de polder voor f. 9.000.- bij hem in het krijt. ( Inv. nr. 226; inv. nrs. 58-68; noot 10. ) Hij overleed in 1784 te Mijnsheerendland van Moerkerken en werd begraven in de kerk aldaar in de grafkelder van de ambachtsheren. Assendelft de Coningh was koopman en reder te Vlaardingen en raad in de vroedschap aldaar. Na het overlijden van zijn vader volgde hij hem op als ambachtsheer van Moerkerken. Van de overige functies, die zijn vader bekleedde, nam hij alleen het dijkgraafschap over. ( J.D. Tresling "Rondom de Binnenmaas". Rotterdam, 1936, inv. Nrs. 242-244. )
In tegenstelling tot zijn vader woonde hij meestal te Vlaardingen. Na zijn huwelijk in 1793 verbleef hij meer op het ambachtsherenhuis te Mijnsheerenland van Moerkerken, gewoonlijk genoemd het Hof. Hij werd in Vlaardingen begraven.
Na zijn dood in 1803 werd zijn weduwe Cornelia Theodora van der Houven ambachtsvrouwe van Mijnsheerenland van Moerkerken. Zij hertrouwde in 1804 met Jan Knottenbelt, predikant te Mijnsheerenland van Moerkerken, en woonde gedurende haar hele leven op het Hof van Moerkerken. Na haar overlijden in 1863 werd de heerlijkheid in een openbare verkoop gekocht door haar dochter Elisabeth van Assendelft de Coningh, echtgenote van Arnoldus van Gennep, waardoor zij ambachtsvrouwe werd. Haar zoon Jan van Gennep was de laatste ambachtsheer van Mijnsheerenland van Moerkerken. Hij verkocht de heerlijkheid in 1894. ( Inv. nr. 143-3 en 4. ) Het archief van de heerlijkheid van Mijnsheerenland van Moerkerken werd in 1909 door het Algemeen Rijksarchief aangekocht en berust thans bij de Derde Afdeling van het Algemeen Rijksarchief. ( V.R.O.A. 19 143-3 en 4. ) De enige zoon van Assendelft de Coningh en Cornelia Theodora van der Houven was Arie Dirk van Assendelft de Coningh. Hij studeerde te Leiden, diende in het leger van Napoleon als garde d'honneur ( Inv. nrs. 115, 212-214. ) en meldde zich in 1815 als vrijwilliger bij het nederlandse leger. ( Inv. nrs. 116- 118, 212 brief d.d. 5-4-1815. ) Hij maakte onder andere deel uit van de manschappen, die onze ontvreemde schilderijen uit Parijs hebben teruggebracht. ( Inv. nr. 212 brief d.d. 4-10-1815. )
Zijn bewaard gebleven brieven uit die tijd worden in het boek van J.W. Lichtenauer "De Garde d'Honneur van Napoleon" aangehaald.
Een persoon, die meer aandacht verdiend dan in deze inleiding op de inventaris gegeven kan worden, is de zoon van Arie Dirk van Assendelft de Coningh, Cornelis Theodorus. Door zijn reizen naar Nederlands-Indië en Japan en door zijn verdiensten als schrijver over deze gebieden werd hij lid van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden. Voor zijn levensbeschrijving en bibliografie leze men de "Levensberichten van afgestorven medeleden van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde 1891 - 1892". ( Inv. nrs. 133, 135, 137 en 139. R. Kousbroek: "Liefde en dood op Deshima". Avenue november 1974. )
Daar het archief geen volledig beeld van de familie geeft, zijn vooral de afschriften van de dagboeken van Maria Catharina van Assendelft de Coningh interessant. Zij geven onder meer een aardig beeld van het familieleven te Mijnsheerenland van Moerkerken voor het overlijden van haar grootmoeder Cornelia Theodora van der Houven. Jammer genoeg is in deze dagboeken veel geschrapt en zijn er op vele plaatsen bladzijden uitgescheurd.
Aanverwante geslachten uit de achttiende eeuw zoals Van Assendelft, Hoogwerff, De Jongh, à Marck en anderen worden onder meer aangetroffen in het familiearchief Van Vredenburch, dat eveneens berust op het Algemeen Rijksarchief.
De familie Van Assendelft de Coningh was via de familie Van Gennep verwant met bekende Nederlanders zoals Abraham Capadose, Johannes van Vloten, Albert Verweij en Frederik van Eeden. ( Inv. nrs. 5, 6, 143-3, 210. )
Genealogie:
Embedded Image Embedded Image Embedded Image
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het archief heeft het kenmerk van een niet volledig familiearchief. Het is vrijwel zeker, dat veel stukken verdeeld zijn onder de familieleden in het midden en einde der vorige eeuw. ( Inv. nr. 159 brief d.d. 28-6-1909. Familieearchief Hoeufft V.R.O.A. 1920 inv. nrs. 185 en 186. ) Dit verklaart ook, dat brieven van Job de Coningh, Meinsje de Zeeuw, Agatha van Assendelft en andere familieleden uit de achttiende eeuw in het bezit zijn van de heer E.S.H. van Assendelft de Coningh te Uden. Dankzij zijn bereidwilligheid konden deze brieven en verschillende stukken van zijn grootvader Cornelis Theodorus in fotokopie aan het archief worden toegevoegd, waardoor de bestaande rubriek van stukken afkomstig van Cornelis Theodorus van Assendelft de Coningh kon worden uitgebreid. De achttiende-eeuwse stukken, bestaande uit een brief van Job de Coningh d.d. 2 februari 1739, van Agatha van Assendelft d.d. 29 oktober 1743, van Meinsje de Zeeuw (1747) geschreven kort na het overlijden van haar schoondochter Aagje, van Assendelft de Coningh d.d. 25 februari 1782, 2 brieven van Anna de Coningh, d.d. 16 januari en 2 februari 1779 en een geboorteaankondiging van een dochter van Willem van Assendelft in 1751, werden alle gevoegd onder de rubriek van stukken, afkomstig van Arie de Coningh, in al bestaande inventarisnummers. Waarschijnlijk zijn de achttiende-eeuwse stukken aan zijn vader Karel Dirk van Assendelft de Coningh medegegeven toen deze in 1890 naar Nederland-Indië vertrok. ( Inv. nrs. 143-3, 267. )
Het archief werd in 1971 voor de tijd van 10 jaar aan het Algemeen Rijksarchief afgestaan door dr. A.D. Erkelens te Rotterdam. De nummers 100, 121, 122, 124 - 129, 131 - 137, 139 - 142 en 267 werden in 1974 in fotokopie afgestaan door de heer E.S.H. van Assendelft de Coningh te Uden. De eerder vermelde brieven uit de 18e eeuw werden gevoegd bij de inv. nrs. 32, 33, 40, 41 en 56.
Het archief is voor langere tijd in beheer, niet in eigendom verkregen.
De verwerving van het archief
Het archief is voor langere tijd in beheer, niet in eigendom verkregen.

Inhoud en structuur van het archief

Verantwoording van de bewerking
In de index zijn alle namen opgenomen van afzenders van brieven. Ook de namen van dienaren en schepen van de Compagnie, vermeld in de goederenlijsten van Jan de Coningh, komen in de index voor evenals de namen van kooplieden, waarmee Arie de Coningh in contact stond.
Ordening van het archief
De belangrijkste onderverdeling, die in het archief is aangebracht, bestaat uit de rangschikking van stukken van persoonlijke aard naast stukken van zakelijke aard. De stukken van persoonlijke aard zijn weer gesplitst in stukken, afkomstig van het geslacht Van Assendelft de Coningh en stukken afkomstig van aanverwante geslachten. De stukken zijn chronologisch per persoon geordend te beginnen bij Job de Coningh, de eerste stamvader van de mannelijke lijn, die in dit archief papieren heeft nagelaten. Iedere generatie is aangeduid met een romeins cijfer. Indien van meerdere personen van een generatie papieren bewaard zijn gebleven, zijn de romeinse cijfers door arabische cijfers van elkaar onderscheiden.
Waar het mogelijk en dienstig was om een goed overzicht te krijgen van de verscheidenheid der nagelaten papieren, zijn deze per persoon in rubrieken onderverdeeld, aangeduid met kleine letters, welke onderverdeling soms weer leidde tot een splitsing naar onderwerp, welke is aangeduid met arabische cijfers.
Bepalend voor de volgorde, waarin de aanverwante geslachten in deze inventaris behandeld zijn, is het tijdperk, waarin zij met het geslacht Van Assendelft de Coningh in aanraking komen. Intern zijn de stukken bij deze geslachten evenals in de hoofdtak chronologisch per persoon geordend.
De stukken van zakelijke aard hebben betrekking op onderwerpen, waarmee meerdere leden van het geslacht Van Assendelft de Coningh en van de aanverwante geslachten bemoeienis hebben gehad. Het betreffen in hoofdzaak stukken uit het archief van de ambachtsheerlijkheid Mijnsheerenland van Moerkerken.
Met de onderverdeling van het archief in stukken van persoonlijke aard en stukken van zakelijke aard kon niet worden volstaan. Er bleven papieren achter, die noch onder persoonlijke stukken waren te rangschikken noch onder de zakelijke stukken. De oorzaak hiervan is meestal, dat men niet weet door wie deze stukken zijn opgemaakt en wie de ontvanger hiervan is geweest. Uit de inhoud van deze stukken kan men opmaken, dat ze ontvangen zijn door een lid van het geslacht Van Assendelft de Coningh of door een lid van een aanverwant geslacht. Deze stukken zijn derhalve in chronologische volgorde ondergebracht in de afdeling Verzamelde Stukken.
In de afdeling Stukken van algemene aard zijn de genealogieën en aantekeningen van genealogische en heraldische aard bijeengebracht, vergezeld van een tweetal inventarissen, dat in het begin van deze eeuw van het archief is gemaakt. In tegenstelling tot de afdeling Verzamelde stukken zijn voor een gedeelte van deze afdeling de personen, die de stukken hebben opgemaakt of verzameld, wel bekend. Het bij elkaar plaatsen van deze stukken in een afdeling ligt in de aard der stukken, die alle gericht zijn op het verkrijgen van meerdere kennis over het voorgeslacht. Hetzelfde geldt voor de inventarissen met dien verstande, dat zij de stukken als criterium hebben en niet de personen. In de inventarissen worden sterk verkort de in deze inventaris beschreven stukken weergegeven. Ook worden stukken genoemd, die bij het inventariseren niet zijn aangetroffen.
De laatste afdeling van de inventaris bestaat uit stukken, waarbij het verband met het archief niet duidelijk is. In tegenstelling tot de inhoud van de stukken, die ondergebracht zijn bij de afdeling Verzamelde stukken, blijkt uit de inhoud van deze stukken niet, dat zij op enige wijze betrekking hebben op een lid van het geslacht Van Assendelft de Coningh. In verband met het geheel, waarin de stukken zijn aangetroffen, is onderbrenging in deze afdeling het meest verantwoord.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar. Voor publicatie is toestemming van de Algemeen Rijksarchivaris vereist.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Familiearchief Van Assendelft de Coningh, nummer toegang 3.20.02, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Assendelft de Coningh, van, 3.20.02, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
3.20.61.02 - Inventaris van het archief van de familie Van Vredenburch en aanverwante families

Archiefbestanddelen