Terug naar zoekresultaten

3.19.15 Inventaris van het archief van de Heren van Haarlem, 1254-1321

Het archief bestaat uit akten inzake rechten en bevoegdheden tegenover de graven van Holland met betrekking tot belening en vestiging.
Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

3.19.15
Inventaris van het archief van de Heren van Haarlem, 1254-1321

Auteur

J.C. Kort

Versie

08-12-2020

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1976 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Heren van Haarlem
Heren van Haarlem

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1254-1321

Archiefbloknummer

35079

Omvang

4 inventarisnummer(s)

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in heten in het.
Nederlands
Middelnederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven en gedrukte teksten. De Nederlandstalige stukken van vóór ca. 1700 zijn geschreven in het gotische cursiefschrift, met name in de Oud-Hollandse klerkencursief.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Heren van Haarlem
Bergen, Jan van
Haarlem, Willem van

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bestaat uit akten inzake rechten en bevoegdheden tegenover de graven van Holland met betrekking tot belening en vestiging.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
De heren van Haarlem
De geschiedenis van de heren van Haarlem speelt zich, wanneer zij duidelijker vormen voor ons aanneemt, af in Holland 's kustgebied. In het begin van de veertiende eeuw sterft het geslacht in de oudste mannelijke lijn uit ( Craandijk, Proeve. ) . Voor die tijd heeft hun optreden zich bepaald tot Kennemerland met Haarlem in het zuiden, Bergen in het noorden en de vier dorpen Graft, Schermer, Mijzen en Ursem in het oosten op de grens met Friesland. Het geslacht was inheems en aanzienlijk, zoals steeds blijkt, wanneer het naar buiten optreedt. Zo zijn Simon van Haarlem, Willem, zijn zoon, en Jan van Bergen, diens neef, allen baljuw van Kennemerland geweest. Het lijkt aannemelijk, dat hun stamgoed hen het recht verschafte op de funktie van baljuw, zoals bijvoorbeeld de rentmeester van Noord-Holland als plaatsvervanger van de graaf van Holland baljuw was van het ambacht die Hage, een positie die hij kon innemen wegens de rechten van het hof van de graaf aldaar ( Pabon, Die Haghe, pp. 109-112. Zie ook: Van Foreest, Hof in Holland. ) . Zo duidelijk als de situatie voor die Hage is gebleven, omdat de hof aldaar zijn bestaan tot deze tijd heeft voortgezet, zo weinig doorzichtig is de gesteldheid van Haarlem. Eenmaal worden inkomsten eruit vermeld, wanneer graaf Willem I een bedrag van 500 pond hollands ter gelegenheid van het huwelijk van zijn zoon Floris met Machteld, dochter van hertog Hendrik I van Brabant, onder meer verzekert op de hof van Haarlem ( Koch, OHZ., I. nr. 347. ) . Nadien moet het komplex versplinterd zijn en van de hand gedaan, waarmee het zich aan direkte waarneming heeft onttrokken. Indirekt zou de aanwezigheid van de hof afgeleid kunnen worden uit het verblijf van de graaf in Haarlem, wanneer deze een oorkonde uitvaardigt. Voorzover na te gaan heeft de graaf dat, voor Haarlem stadsrechten heeft gekregen in 1245, slechts eenmaal gedaan in het jaar 1203 ( Inv. nr. (10). ) . Het karakter van de bron, die niet meer is dan een notitie van een verloren stuk, waarvan ook geen afschrift is overgeleverd, is daarenboven enigszins twijfelachtig. Het uittreksel, geleverd door Pieter van Renesse van Beoostenzweene ( LRK. 418 f° 154 nr. 196. ) , blijkt evenwel zoveel formele kenmerken van de oorkonde bewaard te hebben, dat wij het diktaat toe kunnen wijzen aan de persoon, die Kruisheer heeft onderkend als kanselarijhand A ( Kruisheer, Kanselarij pp. 81 en 89. ) . Met name de inleiding voor de getuigenreeks: "dair bij waren" en vooral de datatio "actum publice aput Harlem" leggen hiervan getuigenis af. Het lijkt aannemelijk, dat de graaf, die blijkens het grote getal der getuigen een ruim onderkomen nodig gehad zal hebben, van zijn hof te Haarlem gebruik gemaakt heeft. Is de hof niet tot in historische tijd blijven voortbestaan, haar ouderdom lijkt daarom wel gegarandeerd. De traditie heeft haar centrum, het Gravensteen, geplaatst in de wijk Bakenesse ( Temminck, Haarlem, p. 7. ) . Inderdaad verkoopt hertog Albert nog in 1359 aan Jan van Schoten de helft van de toren, genaamd Gravensteen, gelegen binnen Haarlem aan het Spaarne aan de oude gracht van Bakenesse, in eigendom ( LRK. 50 f° 46v nr. 231. ) . De juiste plaats van dit bouwsel is echter nog niet gevonden.
Het is denkbaar maar moeilijk te bewijzen, dat de heer van Haarlem zijn loopbaan heeft ingezet via het grafelijk hof te Haarlem. In hun hoedanigheid van baljuw of, voordat van de funktie sprake is, van een vergelijkbare dienaar van de graaf zullen deze heren vervolgens hun leengoed, gehouden van de graven van Holland, zoals wij het verspreid door Kennemerland aantreffen, hebben kunnen opbouwen. Hun stamgoed blijft ons echter verborgen, al lijkt het waarschijnlijk, dat dit in of bij Haarlem zal hebben gelegen.
Zo nu en dan geven kronieken een beeld van de heren in aktie. Stoke heeft het verhaal overgenomen, dat IJsbrand van Haarlem tezamen met graaf Otto van Benthem naar het Oosten is gevaren op kruistocht ( Brill, Melis Stoke, boek 2, viers 632-633. ) . Welke rol de heren van Haarlem hebben gespeeld bij de schermutselingen tussen de graven van Holland en de Friezen, is niet duidelijk. Hun namen worden bij voorkomende gelegenheden niet genoemd. Een Simon van Haarlem speelt een rol in de zogenaamde Loonse oorlog. Hij staat eerst aan de zijde van Willem, broer van graaf Dirk VII, maar gaat later over naar de partij van Lodewijk van Loon ( Oppermann, Fontes, pp. 197 en 201. ) .
Van Wouter van Haarlem zijn geen feiten in enige oorlog of vete te vermelden. Hij was een zoon van Simon maar hoe het verband met zijn nazaat, ook Simon genaamd, gelegd moet worden, is nog niet opgelost. Zijn naam en wapen zou men overigens eerder in verband kunnen brengen met de heren van Egmond.
In het midden van de dertiende eeuw bereikt het geslacht met Simon van Haarlem, die in stukken voorkomt tussen 1247 en 1280, zijn meest doorluchtige vertegenwoordiger. Op een uitzondering na heeft het archief dan ook betrekking op hem en zijn nazaten. Hij begon zijn loopbaan als baljuw van Zeeland maar verlegde reeds spoedig het terrein van zijn aktiviteiten weer meer naar Kennemerland. In het gevolg van de graaf blijft hij echter betrokken bij taken van het gehele graafschap.
Zo trok hij weg van wat waarschijnlijk de bakermat van zijn geslacht geweest zal zijn en bouwde zijn versterkte huis te Heemskerk, waarvoor hij het terrein van de graaf in 1248 gekocht had ( Van Foreest, Hof van Holland, pp. 59-61 en 69. ) . In de omgeving wordt de bouw van het huis van Arnout van Heemskerk ongeveer in dezelfde tijd geplaatst ( Hoek, Woning Dirk van Hodenpijl, kol. 202. ) . Daarentegen draagt Simon zijn huis aan de Grote Markt te Haarlem over aan het klooster van de Karmelieten aldaar. Nadat zijn eerste huwelijk met een zekere Beatrijs, wier afstamming onbekend is, beeindigd was, huwde hij in tweede echt Katharina, dochter van graaf Hendrik van Dale. Deze verbintenis getuigt eens te meer van het, grote gezichtsveld van Simon van Haarlem. Voor de inventaris is zijn wapen afgedrukt. Het is gelijk aan dat van Maarland ( Hoek, Den Briel en Maerlant, pp. 184-185. ) . Zijn zoon Willem bereikte niet de hoogten van zijn vader. Hij is ook nooit ridder geworden. Wel is hij tweemaal gehuwd, de eerste maal met een zekere Katharina, van wie de geslachtsnaam ons eveneens onthouden wordt. Zijn tweede echtgenote droeg de naam Geertruida ( Craandijk, Proeve, p. 77. ) , terwijl haar toenaam opgegeven wordt als "van Alkemade". Deze naam heeft zij echter ontleend aan het geslacht van haar overleden echtgenoot Hendrik van Alkemade. Na de dood van haar tweede man zal zij in het klooster Loosduinen treden onder de naam "van Haarlem". In werkelijkheid stamde zij van de familie van de Wateringe. Willem van Haarlem en Katharina hadden wel nageslacht maar de voortzetting van de lijn werd toch geleverd door Jan van Bergen, hun neef, die via Dirk van Haarlem afstamde van Simon van Haarlem. Het is verwarrend, dat zij een zoon, genaamd Jan van Haarlem, hebben voortgebracht, die gemakkelijk verward kan worden met zijn neef Jan van Bergen, die zich eenmaal Jan van Haarlem noemt. Inderdaad heeft Craandijk de twee verwisseld ( Craandijk, Proeve, pp. 73-78. ) . Onderzoekingen van de heer H.J.J. Vermeulen te Heerhugowaard hebben alle twijfel omtrent de juiste verhoudingen uit de weg geruimd. In het jaar 1321 moet Jan van Bergen gestorven zijn en met hem sterft het geslacht van Haarlem in rechte mannelijke lijn uit. De moeilijkheden over de erfenis, die bij dergelijke gelegenheden altijd tot verwikkelingen aanleiding geven, speelden ook nu weer hun rol. Dit zal er de reden van zijn, dat een lijst van leenmannen, die de graaf waren aanbestorven van Jan van Bergen, tezamen met een reeks stukken uit zijn archief pas in het jaar 1328 in de registers van de graven van Holland afgeschreven is ( LRK. 37/EL. 39 fo 22 nr. 146. ) . De bezittingen van de heren van Haarlem zijn nadien verspreid over allerlei andere geslachten.
Genealogie van de heren van Haarlem:
Embedded Image
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het archief van Jan van Bergen werd pas vijf jaar na zijn dood gelicht getuige de volgende passage: "die brieve, die tote Haerlem ghenomen worden ute Jans scrine van Berghen bi Janne van Pollanen, Mathise (Rengersz.) ende bi Janne den Keyser voir Kersavonde in 't jair XXVI, die dede Gherard Alewijns sone in die Haghe in 't scriin van der cappelle" ( LRK. 37 fo 19 nr. 121. ) . Blijkbaar bevatte de schrijn het hier beschreven archief. Voor een tweede maal ontmoeten wij de stukken omstreeks 1350: "in en beslaghen coffer onghesloten zijn brieve van heren Simons goede van Haerlem ende zijnre kinder Willem ende Dirc ende Jans van Bergen ( LPK. 430 fo 25. ) . Het omhulsel is later verdwenen en zo treffen wij bijna honderd jaar later hetzelfde archief aan in de lade "Sigillum" ( LRK. 433 fo 39v-44. ) van het grafelijk archief. Nu zijn de stukken echter vermengd met andere, onder meer afkomstig van Dirk van Haarlem, Hendrik van Diepenheim en Simon van Haarlem, wier ambachtsheerlijkheid van Sloten na verloop van tijd gelost is. Hun titels horen evenwel niet in het archief thuis, zoals ook blijkt uit de beschrijving van 1350. Wanneer Cornelis Suys in 1552 zijn inventaris van de grafelijke archieven samenstelt, zijn er nog slechts enkele stukken over.
De verwerving van het archief
De rechtstitel is (nog) onbekend
De verwerving van het archief
De rechtstitel is (nog) onbekend.

Inhoud en structuur van het archief

Verantwoording van de bewerking Aan de gewone inventaris is ook ditmaal een inventaris van verloren stukken toegevoegd, zoals reeds eerder gebeurde bij de heren van Voorne ( Kort, Archief heren van Voorne, pp. XXI-XXIV. ) . Ook de opzet van deze inventaris is gelijk aan de daar toegepaste.
Voor een nader begrip is de volgende lijst van hier geciteerde verouderde inventarissen toegevoegd.
  1. LRK. 418 : Inventaris van Pieter van Renesse van Beoostenzweene, 1441.
  2. LRK. 433 : Inventaris, ca. 1450.
  3. V.I. 12 f° 354-363 : Inventaris van de lade "Hamburgensis Cervisia". ca 1500.
  4. V.I. 2 : Inventaris van Jan van Oudheusden, 1511.
  5. V.I. 12 f° 372-377 : Inventaris van de lade D, ca. 1550.
  6. Suys Inventaris van Cornelis Suys, begonnen 1552.
  7. LRK. 117 c. leen : Inventaris van leenakten, ca. 1560.
Ordening van het archief
Daar de inventaris niet van een regestenlijst is voorzien, werd gezocht naar een andere oplossing voor verwijzing naar afschrift en druk. Gekozen werd voor de plaatsing van het afschrift linksonder de beschrijving en voor de druk ter rechterzijde. De aandacht van de gebruiker wordt zo toch op handzame hulpmiddelen gericht.
Ter aanvulling van de inventarissen is een repertorium op de lenen van de hofstede Haarlem toegevoegd, dat zoveel mogelijk is voortgezet tot het jaar 1581. Dit is gedaan in het kader van de bewerking van de leenregisters van de graven van Holland.
De lenen zijn kenbaar in de eerder genoemde ongedateerde lijst ( LRK. 37 f° 18v nr. 118. ) , die een vrij summiere opgave inhoudt van de leenmannen van wijlen Jan van Bergen met hun lenen, die deze nu bij de graaf hebben verheven. De lijst moest naar verwachting opgesteld zijn binnen jaar en dag na de dood van de gestorven leenheer, zodat zij op het jaar 1322 gesteld mag worden. Inderdaad komt Reinier van Heemstede, een van de leenmannen, in dat jaar als man van de graaf voor ( Van Mieris,Charterboek, II, p. 296. ) . Hiermee stemt ongeveer overeen, dat de heer van Voorne, aan wie eveneens een deel van de leenkamer van Jan van Bergen was toegevallen, in 1323 een betreffende belening verricht ( Kort, Archief heren van Voorne, regest nr. 616. ) .
Niet allen hebben hun leen in 1322 verheven, zodat de grafelijke registers op hun voorkomen elders is nagezocht. In sommige gevallen konden de mannen voor hun recht geen akte overleggen, zodat zij alleen mondeling bewijs konden leveren. Dit is in het repertorium verwerkt. Anderen waren wel in het bezit van akten, die zij bij gelegenheid hebben laten afschrijven in de grafelijke registers. Deze akten vallen op door hun datering, die voor het jaar 1322 te plaatsen is.
Voor het overige is in dit repertorium de beproefde werkwijze van de heer C. Hoek te Rotterdam gevolgd, zoals hij die in het tijdschrift "Ons Voorgeslacht" regelmatig in praktijk brengt. Twee afwijkingen zijn echter ingevoerd. De spelling van de eigennamen is in de eerste plaats zoveel mogelijk aan de huidige aangepast, zoals dit ook in de inventaris gebeurt. Daarnaast zijn alle lenen naar gemeente gerangschikt, waarin zij behoren volgens Kuyper's Gemeenteatlas.
De heren van Haarlem bezigden bij de benoeming van het jaar de jaardagstijl. Dit blijkt uit een akte op naam van Hendrik van Diepenheim, gedateerd zondag na St. Agniet 1316 ( LRK. 37 f° 22 nr. 142. ) . Deze akte speelt gelijktijdig met een drietal van de graaf van Holland, die gedateerd zijn: woensdag na Pontiaan onderscheidelijk vrijdag na vastenavond 1315 ( LRK. 37 f° 21v nrs. 139-141. ) . Daar de graven van Holland de Paasstijl toepasten, heeft Hendrik van Diepenheim en met hem het geslacht van Haarlem zich bediend van de jaardagstijl.
Tenslotte is voor een beter inzicht in de voortgang van de heren van Haarlem een genealogie van het geslacht toegevoegd.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Heren van Haarlem, nummer toegang 3.19.15, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Heren van Haarlem, 3.19.15, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn in kopievorm beschikbaar
Publicaties
Lijst van verkort aangehaalde werken v.d. Bergh - L.Ph.C. van den Bergh, Oorkondenboek van Holland en Zeeland , 2 dln., Amsterdam-'s-Gravenhage 1866-1873. Brill, Melis Stoke - W.G. Brill, Rijmkroniek van Melis Stoke , Werken uitgegeven door het Historisch Genootschap, gevestigd te Utrecht, nieuwe serie nrs. 40 en 42, Utrecht 1885. Craandijk, Proeve - J. Craandijk, Proeve eener geschiedenis van het geslacht van Haarlem, in: Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde , vierde reeks, I, 's-Gravenhage 1900, pp. 42-100, en vierde reeks, II, 's-Gravenhage 1902, pp. 429-451. Dólleman, Gael -M. Thierry de Bye Dólleman, De oorsprong van het geslacht Gael, in: Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie , dl. XXIV, 's-Gravenhage 1970, pp. 34-64. Dólleman, Van Ruyven-M.Thierry de Bye Dólleman, Genealogie Van Ruyven, in: Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie , dl. XX, 's-Gravenhage 1966, pp. 149-173. Van Foreest, Hof in Holland - H.A. van Foreest, Een hof in Holland, in: Bijdragen voor de Geschiedenis der Nederlanden , dl. 17, 's-Gravenhage-Antwerpen 1963, pp. 52-69. Hoek, Den Briel en Maerlant - C. Hoek, Den Briel en Maerlant, in: Holland , jrg. 1, 1969, pp. 182-198. Hoek, Woning Dirk van Hodenpijl - C. Hoek, De woning van heer Dirk van Hodenpijl te Overschie en de geslachten Van Rodenrijs, Van Matenesse, Uter Nesse, Van (der) Spangen, Van den Vene en Van (den) Dorp(e), in: "De Nederlandsche Leeuw" , jrg. LXXXII, kolom 2-210. Koch, OHZ. - A.C.F. Koch, Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299 , I, 's-Gravenhage 1970. Kuyper's Gemeente-atlas - J. Kuyper, Gemeente-atlas van Nederland , Leeuwarden z.j.; herdrukt Zaltbommel 1971. Meylink - A.A.J. Meylink, Geschiedenis van het Hoogheemraadschap en den lagere waterbesturen van Delfland , 's-Gravenhage 1847. Kruisheer, Kanselarij - J.G. Kruisheer, De oorkonden en de kanselarij van de graven van Holland tot 1299 , 2 dln., 's-Gravenhage-Haarlem 1971. Van Mieris, Charterboek - F. van Mieris, Groot charterboek der graaven van Holland, van Zeeland en heeren van Vriesland , 4 dln., Leiden 1753-1756. Oppermann, Fontes - O. Oppermann, Fontes Egmundenses , Werken uitgegeven door het Historisch Genootschap, derde serie, nr. 61, Utrecht 1933. Pabon, Die Haghe - N.J. Pabon, Die Haghe als ambacht, parochie en waterschap tot het einde der 16e eeuw, in: Jaarboek van die Haghe , 's-Gravenhage 1924, pp. 70-244. Temminck, Haarlem - J.J. Temminck, Haarlem vroeger en nu , Bussum 1971.
Archieven Kort, Archief heren van Voorne - J.C. Kort, Het archief van de heren van Voorne, burggraven van Zeeland, 1272-1371, 's-Gravenhage 1972.

Bijlagen

Lijst van afkortingen
Afkorting
Verklaring
ao
anno
c.
caput
ca.
circa
d.
dochter
dl.
deel
fo
folio
GA.
Gemeentearchief
inv.
inventaris
jrg.
jaargang
LRK.
archief van de Leen- en Registerkamer van de grafelijkheid van Holland
n.
noord
nr.
nummer
o.
oost
p.
pagina
pp.
paginas
v.
verso
V.I.
Kollektie Verouderde Inventarissen
w.
west
z.
zuid
z.
zoon
zo.
zuidoost
zw.
zuidwest
Inventaris van verloren stukken
Deze inventaris is uitsluitend gebaseerd op de in de inleiding genoemde verouderde inventarissen. A. Stukken van persoonlijke aard
  • I. Willem van Haarlem (gest. 1317)
    • a. Het huwelijk met Katharina
      • (1) Akte van bevestiging door graaf Floris V van de lijftocht van Katharina, echtgenote van Willem van Haarlem, gevestigd op het ambacht van Castricum, 8 pond jaarlijks, gevestigd op de tijnsen van Limmen, Heiloo, Bergen, Castricum, Heemskerk en Oesdom, en ambacht en huis van Heemskerk, 16-5-1290.
        LRK. 433 fo 39v
        V.I. 12 fo 248 nr. 67
        LRK. 417 c. leen nr. 17
  • II. Jan van Bergen (gest. 1321)
    • (2) Akte van toezegging door Hendrik van Diepenheim om Jan van Bergen, zijn neef, te sterken in het goed van Willem van Haarlem, 6-8-1316.
      LRK.433 fo 43
      LRK 37 fo 22 nr. 144
B. Stukken betreffende rechten en bevoegdheden
  • I. Rechten en bevoegdheden tegenover de graven van Holland
    • a. In het algemeen
      • (3) Akte van bevestiging door Willem, roomskoning, ten gunste van Simon van Haarlem van de vererving van diens goed op een jongere telg, wanneer de oudste mocht komen te sterven, 13-7-1254
        LRK. 433 fo 39v
        LRK. 37 fo 21 nr. 133
        v.d. Bergh, I, 598
      • (4) Akte van bevestiging door graaf Floris V ten gunste van Simon van Haarlem, ridder, om leengoed, gehouden van de graven van Holland, te brengen aan Dirk, diens zoon, 1275.
        LRK. 433 fo 40v
        LRK. 417 c. leen nr. 9
      • (5) Akte van toezegging door graaf Willem III aan Jan van Bergen, dat het hem toegezegde leengoed van zijn oom Willem van Haarlem na diens dood zal komen aan zijn oudste zoon of oudste dochter, wanneer Jan zou komen te sterven tijdens de krijgstocht van de graaf naar Vlaanderen, 14-8-1315.
        LRK. 43 fo 41
        LRK. 417 c. leen
      • (6) Akte van verblijf door Hendrik van Diepenheim aan Jan van Bergen, zijn neef, inzake het goed van Willem van Haarlem, zijn broer, bevestigd door Jan Persijn, 24-1-1316.
        LRK. 433 fo 42
        LRK. 37 fo 22 nr. 142
      • (7) Akte van bevestiging door graaf Willem III van de uitspraak, te doen door Jan van Bergen in diens geschil met Hendrik van Diepenheim, Jan's oom, over het goed van Willem van Haarlem, 12-7-1318.
        LRK. 433 fo 42
        V.I. 12 fo 255 nr. 147
        LRK. 37 fo 22 nr. 143
      • (8) Akte van belening door graaf Willem III van Jan van Bergen met het goed, hem aanbestorven van Willem van Haarlem, bestaande uit heerlijkheden, ambachten of andere rechten, bevestigd door (Jacob), bisschop van Zuden, (Gerard), heer van Voorne, zijn neef, en Simon van Benthem, ridder, 5-8-1318.
        LRK. 433 fo 43
        Meylink, p.127 nr.130
        LRK. 37 fo 1v nr. 9
        LRK. 37 fo 21v nr. 138
      • (9) Akte, houdende beschikking door graaf Floris V ten gunste van Simon van Haarlem, dat de lieden tussen Haarlem en Heiloo, die zich willen vestigen te Alkmaar, hun goed aan de heer zullen verliezen, 1276.
        LRK. 433 fo 41
        V.I. 2 fo 13 nr. 118
        Suys fo 20 nr. 2
    • b. De tiende van Heemskerk
      • (10) Akte van belening door graaf Dirk VII en Aleid, zijn vrouw, van Gerard van Haarlem met de tiende van Heemskerk in erfleen, betuigd door Ada, markgravin van Brandenburg, Willem van Teilingen, Jan van Haarlem, Gijsbert van Amstel, Filips van Wassenaar, Jacob, burggraaf van Leiden, Hugo van Noordwijk, Arnout en Hendrik van Rijswijk,Albert Banjaard, Wouter van Egmond en Agnes en Hadewig van Teilingen, 1203.
        LRK. 418 fo 154 nr. 196
        LRK. 433 fo 37
        V.I. 2 fo 23v nr. 233
        Suys fo 20v nr. 2
    • c. Het ambacht van Bergen
      • (11) Akte van bevestiging door graaf Floris V van de belening door Simon van Haarlem, ridder, van Dirk, diens zoon bij Beatrijs, Simon's eerste vrouw, van het ambacht van Bergen na zijn dood, mede bevestigd door (Gijsbert), heer van Amstel, (Nikolaas), heer van Kats, Arnout van Heemskerk en Willem van Egmond, ridders, 4-4-1278
        LRK. 433 fo 40
        V.I. 12 fo 376
        LRK. 417 c. leen nr. 16
    • d. De ambachten van Schermer, Graft, Mijzen en Ursem
      • (12) Akte van bevestiging door graaf Floris V van de belening door Simon van Haarlem, ridder, van Dirk, diens zoon, met tienden, renten en gerecht in de ambachten van Schermer, Graft, Mijzen en Ursem, gehouden in recht leen, welk leengoed Dirk van Haarlem opdraagt aan Willem, diens broeder, mede bevestigd door drie anderen, 1281.
        LRK. 433 fo 40v
        Suys fo 34v nr. 1
      • (13) Akte van belening door graaf Willem III van Jan van Bergen met de ambachten van Graft, Mijzen en Ursem in recht leen, 21-5-1319.
        LRK. 433 fo 40v
        V.I. 2 fo 13v nr. 125
        LRK. 417 c. leen
  • II. Rechten en bevoegdheden tegenover de heren van Voorne
    • (14) Akte van bevestiging door Gerard, heer van Voorne, ten gunste van Jan van Bergen van de belening door Simon van Haarlem, ridder, van Dirk, diens zoon, met het goed van Schermer, Graft, Mijzen en Ursem, dat Dirk en diens nakomelingen van Willem, Simon's oudste zoon, in leen zullen houden, 2-5-1308.
      LRK. 433 fo 43
      V.I. 12 fo 358
      LRK. 417 c. leen
C. Stukken betreffende financiën
  • (15) Akte van schuldbekentenis door graaf Floris V van 2000 pond aan Simon van Haarlem, 1266.
    LRK. 433 fo 41
  • (16) Akte van bevestiging door graaf Floris V van de voorwaarden, waarop Simon van Haarlem borg voor hem geworden is, (1266).
    LRK. 433 foo 42
  • (17) Akte van bevestiging door graaf Floris V, dat hij Simon van Haarlem de helft van de 2000 pond heeft terugbetaald, 1269.
    LRK. 433 fo 41
  • (18) Akte van bevestiging door graaf Floris V, dat hij Simon van Haarlem de andere helft van de 2000 pond heeft terugbetaald, 1271.
    LRK. 433 fo 41
Repertorium op de lenen van de hofstede Haarlem
AALSMEER
I. 3 gaarden land ten oosten van zijn huisweer (1346: n.: Pieter, zijn broer, z.: Margaretha, zijn moeder; 1355: Willem die Righe; 1346: strekkend in Aalsmeer en aan de landscheiding van Legmeer; 1390: in Aalsmeer)
30-12-1318: Dirk die Righe, LRK. 49 fo 88
..-..-1346: Egbert die Righe, LRK. 5 fo 66
14-5-1355: Willem die Righe, LRK. 42 fo 54v nr. 319
..-..-1390: Dirk die Righe Pietersz., LRK. 422 fo 35v nr. 120
30-10-1438: Bertout van Assendelft, ridder, voor Dirk die Righe, priester, bij dode van diens vader, LRK. 114 fo 92v
AKERSLOOT
II. huis en hofstede, waar hij woont, binnen de gracht te Akersloot (1390: in het zuideinde van de Molenbuurt).
26-7-1326: Dove Willem Dovenzz. bij dode van Willem, zijn vader, die hield van Jan van Bergen, LRK. 37 fo 17v nr. 108
..-..-1390: Reiner Dovenz., LRK. 422 fo 34 nr. 75
5-1-1396: Dove Reinersz. bij dode van Reiner, zijn vader, LRK. 52 fo 193v nr. 821
23-4-1401: Nikolaas Simonsz. bij dode van Dove Reinersz. ten eigen, LRK. 52 fo 416
III. een geers, enerzijds: Dove Willemsz., anderzijds: Willem Walewijnsz.;
1 1/2 gaarden geest, enerzijds: Willem Walewijnsz.
..-..-1322: Tibaud Hugo Gaweinsz. van Akersloot, LRK. 37 fo 18v nr.118
ASSENDELFT
IV. de halve grote tiende van Assendelft (1346: een deel van de tijns)
..-..-1322: Reiner van Heemstede, LRK. 37 fo 18v nr. 118
..-..-1346: Jan van Heemstede Reinersz., LRK. 49 fo 72
..-..-1390: Jan van Heemstede, ridder, LRK. 422 fo 31v nr. 11
V. 8 maden in de Kaag (1382: 2 kampen land in de ban van Assendelft, genaamd de Lange en de Korte kamp; 1394: w.: het (Wijker)meer, o.: Willem Ocker; 1395: 4 morgen;1336: 4 pond jaarlijks).
N.B. Het leen 5 gesplitst in 5A en 5B.
..-..-1322: Hugo Hofland, LRK. 37 fo l8v nr. 118
22-8-1336: lijftocht van Margaretha, vrouw van Dirk Hofland, op de mindere helft, LRK. 37 fo 26v nr. 204
14-5-1382: Gerard Hofland bij dode van Dirk, zijn vader, LRK. 50 fo 196 nr. 1285
..-..-1390: Gerard Hofland, LRK. 422 fo 33v nr. 53
9-2-1394: Brechte Hofland bij dode van Gerard, haar broer, LRK. 52 fo 113v nr. 502
VA. de helft van 4 morgen land, w.: het (Wijker)meer, (1521: 5 rijnse guldens jaarlijks waardig; 1524: gelegen buitendijks)
23-4-1395: Jan van der Beke bij overdracht door Brechte Hofland, LRK. 52 fo 172v nr. 737
31-12-1420: Jan van der Beke, LRK. 62 fo 10v
21-6-1429: Jan van der Beke, LRK. 62 fo 98
30-3-1434: Gerard van der Beke bij dode van Jan, zijn vader, LRK. 62 f° 170, LRK. 114 fo 16v
17-1-1447: Gerard van der Beke, LRK. 282 fo 10
14-4-1464: Jan van der Beke Jansz. bij overdracht door Gerard, zijn oom, LRK. 117 c. Kennemerland fo 14
11-10-1510: Jacob van der Beke bij dode van Jan, zijn vader, LRK. 123 c. Kenn. fo 8v
6-6-1521: Adriaan Pietersz. bij koop na dode van Jacob van der Beke, LRK. 124 c. Kenn. fo 9v
8-9-1524: Gerard Danielsz. bij overdracht door Adriaan Pietersz., LRK. 124 c. Kenn. fo 14v
18-7-1536: Daniel Gerardsz. bij dode van Gerard, zijn vader, LRK. 125 c Kenn. fo 15v
24-1-1543: hulde van Daniel Gerardsz., LRK. 125 c. Kenn. fo 15v
VB. de helft van 4 morgen
23-4-1395: Willem uten Hage bij overdracht door Brechte Hofland, LRK. 52 fo 172v nr. 737
19-7-1413: Willem uten Hage bij dode van Willem, zijn vader, LRK. 54 fo 99
16-12-1421: Willem uten Hage, LRK. 62 fo 13
17-6-1429: Willem uten Hage, LRK. 62 fo 97v
22-3-1439: Willem uten Hage, LRK.114 fo 99v
31-1-1447: Willem uten Hage, LRK.282 fo 23v
26-4-1454: Jan uten Hage bij dode van Willem, zijn vader, LRK. 116 c. Kenn. fo 22
25-3-1478: Gerard van Assendelft ten eigen bij dode van Jan uten Hage Willemsz., LRK. 119 c. Kenn. fo 3v
BERGEN
VI. 40 schelling jaarlijks uit de herfstbede van Bergen
27-7-1326: Dirk Florisz. van Assendelft, LRK. 37 fo 16 nr. 91
30-11-1387: Dirk Jan Nikolaas Floriszz. zoals Nikolaas Florisz., zijn vader, LRK. 50 fo 263v nr. 1704
BLOEMENDAAL
VII. zijn woning met bijbehorend land (1375: twee kampen land onder het land van Dirk Frankenz., beide 4 maden groot, ten westen van zijn huis en twee maden zaailand, behorend tot de 8 maden, en 5 akkers land, gelegen voor Dirk Eilaards kamp, in Tetrode), (1478: land, jaarlijks 1 pond waardig)
..-..-1322: Albert Banne, LRK. 37 fo 18v nr. 118
2-8-1353: lijftocht van Alverade, vrouw van Dirk Bannenz., op de mindere helft van zijn leengoed, waarvan hij brieven heeft van Willem van Haarlem, LRK. 26 fo 9v nr. 43
31-12-1375: Albert Banne bij dode van Dirk, zijn vader, LRK. 50 fo 167v nr. 1055, LRK. 49 fo 78
..-..-1390: Albert Dirk Bannenz., LRK. 422 fo 33 nr. 47
20-12-1420: Albert Dirk Bannenz., LRK. 62 fo 12v
13-5-1422: Albert Banne, bij de dood van zijn zoon eventueel te komen op de vrouw van Hendrik Hermansz., LRK. 62 fo 34
20-2-1478: Pieter Gillisz. ten eigen, nadat Albert Banne, voorouder van zijn vrouw, nazaat van Hendrik Hermansz., al geruime tijd gestorven was en het leen verzuimd, LRK. 119 c.Kenn. fo 2
CASTRICUM
VIII. de biertol van Castricum (1472: jaarlijks 2 pond 10 schelling waardig)
26-2-1325: lijftocht van Femense, vrouw van Simon van Zaanden, op de mindere helft van zijn leengoed, onder meer afkomstig van Jan van Bergen, LRK. 37 fo 15 nr. 83
..-..-1390: Willem van Zaanden, LRK. 422 fo 33 nr. 42
2-10-1393: Jan van Zaanden bij dode van Willem, zijn vader, LRK. 52 fo 97 nr. 420
20-11-1461: Frank van Zaanden bij dode van Pieter, zijn vader, LRK. 117 c Kenn. fo 4v
20-11-1461: lijftocht van Elisabeth, bastaarddochter van Jan van Dongen, vrouw van Frank van Zaanden, LRK. 117 c. Kenn. fo 5
9-11-1470: Jan van Assendelft bij overdracht door Frank van Zaanden, LRK. 118 c. Nd. Holland fo 23v en c. Kenn. fo 14v
..-..-1472: Jan van Assendelft vermeld, LRK. 283 fo 114
20-12-1486: Nikolaas van Assendelft, ridder, bij dode van Gerard, zijn vader, binnen een jaar na de dood van Jan van Assendelft, diens broer, LRK. 120 c. Kenn. fo 6v
6-4-1502: Pieter Hanneman voor Gerard van Assendelft bij dode van Nikolaas, diens vader, behoudens de lijftocht van Aleid van Kijfhoek, diens moeder, LRK. 122 c. Kenn. fo 12-13
24-4-1510: hulde van Gerard van Assendelft, LRK. 122 c. Kenn. fo13
23-11-1559: Nikolaas van Assendelft bij dode van Gerard, zijn vader, LRK. 129 c. Kenn. fo 2-3
13-9-1570: Floris van Assendelft bij dode van Nikolaas, zijn oom, LRK. 131 c. Kenn. fo 38-41v
13-9-1570: lijftocht van Willem van Haaften, weduwe van Nikolaas van Assendelft, bevestigd, LRK. 131 c. Kenn. fo 4v
30-12-1573: Cornelis van Assendelft bij dode van Floris, zijn zoon, LRK. 134 fo 216v-219v
IX. twee geersen aan Langeveld en anderhalf honderd land (1412: in Castricum)
27-12-1318: Gerard Dirk ver Hadewigszz. bij dode van Loef (LRK. 49: Dove1), zijn broer, LRK. 5 fo 67, LRK. 49 fo 85
..-..-1346: Gerard Dirksz., LRK. 5 fo 67
10-7-1353: Gerard Dirksz. van Castricum, LRK. 42 fo 52 nr. 300
..-..-1390: Gerard Dirksz. van Castricum, LRK. 422 fo 34v nr. 93
13-5-1412: Dirk Gerardsz. bij dode van Gerard Dirksz., zijn vader, RK. 54 fo 85v
10-1-1421: Dirk Gerardsz., LRK. 62 fo 18
8-6-1429: Dirk Gerardsz., LRK. 62 fo 97
26-3-1439: Willem Nikolaasz. met ledige hand, LRK. 114 fo 102v
14-1-1456: Jan van Egmond Ottenz. bij overdracht door Willem Nikolaasz., LRK. 116 c. Kenn. fo 26v
12-8-1488: Joost van der Hoeve bij overdracht door Jan van Egmond, LRK. 120 c. Friesland fo 6
EGMOND-BINNEN
X. het land, dat zijn vader hield van Jan van Bergen, gelegen bij Ogiers werf in Rinnegom
5-9-1352: Nikolaas Berwoutsz., LRK. 42 fo 51 nr. 289
HAARLEM
XI. 10 pond jaarlijks uit de zomerbede (1322: het schot) van Haarlem (1343: de renten van Amstelland en Friesland)
1-12-1280: Jan van Zaanden, LRK. 29 fo 11v
..-..-1322: Willem van Zaanden Jansz., LRK. 37 fo 18v nr. 118
8-7-1343: lijftocht van Margaretha, vrouw van Jan van Crabhehburg, op de helft, LRK. 4 fo 23 nr. 179
17-1-1390: Gerbrand die Grebber voor Machteld van Crabbenburg, zijn moeder, LRK. 422 fo 46v nr. 38
24-8-1404: Clementia (die Grebber) bij dode van Machteld van Crabbenburg, haar moeder, LRK. 53 fo 74 (geplakt)
20-4-1429: Katharina, weduwe van Nikolaas Egbertsz., bij dode van Clementia, haar moeder, LRK. 62 fo 84
11-6-1430: Egbert van Beets Nikolaasz. bij dode van Katharina, zijn moeder, LRK. 62 fo 121v
9-4-1439: Egbert van Beets, LRK. 114 fo 117v
XII. een smaltiende in Haarlem en (Spaarn)woude (1331: een halve smaltiende te Nieuwerkerke)
27-10-1252: Jacob van Hilsebroek, burger van Haarlem, LRK. 49 fo 76
1-4-1331: Lijftocht van Erkenraad (Dólleman, Gael, p. 41), (dochter van Gerard Gaal), vrouw van Jacob van Hilsebroek, op de mindere helft, LRK. 37 fo 24 nr. 166
..-..-1390: Willem van Hilsebroek, LRK. 422 fo 32v nr. 37
2-6-1402: Willem van Hilsebroek bij dode van Willem van Hilsebroek, zijn vader, LRK. 53 fo 4
8-9-1420: Jan Gaal Florisz. bij dode van Willem van Hilsebroek, zijn neef, LRK. 62 fo 14
7-12-1420: Jan Gaal Florisz. bij dode van Jacob van Hilsebroek, broer van Willem van Hilsebroek, zoons van Willem van Hilsebroek, zijn neven, LRK. 62 fo 27
7-12-1420: lijftocht van Genefy, dochter van Nikolaas Putke, vrouw van Jan Gaal, op de mindere helft, LRK. 62 fo 27v
11-2-1425: Jan Gaal Florisz., LRK. 62 fo 63
23-7-1426: Floris Gaal bij dode van Jan, zijn vader, LRK. 62 fo 64v
16-12-1430: Floris Gaal, LRK. 62 fo 133v
12-4-1439: Floris Gaal, LRK. 114 fo 121
18-1-1447: Floris Gaal, LRK. 282 fo 11
28-5-1462: Dirk Gaal bij dode van Floris, zijn broer, LRK. 117 c.Kenn. fo 6v
2-12-1462: lijftocht van Geertruida, dochter van Hendrik Jansz., vrouw van Dirk Gaal, op de mindere helft, LRK. 117 c. Kenn. fo 8
4-9-1464: Floris Gaal Nikolaas Diertsz. bij dode van Dirk Gaal, zijn neef, LRK. 117 c. Kenn. fo 15
..-..-1472: Floris Gaal vermeld, LRK. 283 fo 193
10-3-1478: Floris Gaal na transaktie, LRK. 117 c. Kenn. fo 3
26-7-1498: Lot Nikolaasz. bij dode van Floris Diert Nikolaasz., zijn broer (Dólleman, Gael, p. 37), LRK. 122 c. Kenn. fo 5v
13-8-1515: Nikolaas bij overdracht door Lot, zijn vader, LRK. 123 c. Kenn. fo 22
8-11-1538: Hugo Nikolaasz. bij dode van Lot, zijn vader, LRK. 126 c. Kenn. fo 2
26-6-1577: Nikolaas Gaal bij dode van Hugo, zijn vader, LRK. 133 fo 167
1-5-1581: Laurens Gaal bij dode van Nikolaas, zijn broer, LRK. 135 fo 202
XIII. 11 akker land in de ban van Haarlem (1390: die nu hofsteden zijn;1400: 57 schelling en 3 penning binnen Haarlem)
19-12-1252: Willem van den Poel en Machteld van Zanden, zijn vrouw, LRK. 49 fo 70
17-1-1390: Hendrik Jansz., LRK. 422 fo 31 nr. 7
14-7-1400: Machteld bij dode van Hendrik Jansz., haar vader LRK. 52 fo 390v
17-4-1429: Machteld, gehuwd met Dirk Simon Dovenz., ten eigen, LRK. 62 fo 85v
HAARLEMMERMEER
XIV. 2 1/2 pond uit de tiende van Nieuwerkerke
24-7-1317: IJsbrand Dullaert en Mabelia, zijn vrouw, bij dode van Simon van Rolland, LRK. 42 fo 53 nr. 312
6-5-1354: IJsbrand Dullaert, schoonzoon van Simon van Rolland, LRK. 42 fo 53v nr. 312
XV. 1 pond jaarlijks uit de huur van Raasdorp (1401: op de Hofmaden)
..-..-1322: Gerard van Assendelft, LRK. 37 fo l8v nr. .118
5-9-1337: Dirk van Assendelft Bertoutsz., GA. Amsterdam, Marquette, nr. 919 fo 2v
28-4-1346: Dirk van Assendelft Bertoutsz., LRK. 49 fo 89
7-4-1349: Gerard van Assendelft bij dode van Dirk, zijn broer, LRK. 49 fo 89v
14-5-1355: Gerard van Assendelft, LRK. 42 fo 54 nr. 318
..-..-1390: Gerard van Assendelft, LRK. 422 fo 36 nr. 123
31-12-1392: Bertout van Assendelft Gerardsz., LRK. 52 fo 57v nr.268
15-3-1401: Bertout van Assendelft, ridder, ten eigen, LRK. 52 fo 413v
XVI. een tiende in Raasdorp, voorheen van Gijsbert Scute en zijn zoons (1331: een tiende, gelegen tussen ver Dovensloot en het (Spiering)meer; 1390: een smaltiende)
29-12-1254: Jacob van Hilsebroek, burger van Haarlem, LRK. 49 fo 46 De volgende beleningen zijn gelijk aan het leen 12.
HEEMSKERK
XVII. de halve woning van Willem van Velsen met de werf binnen de uiterste gracht en een halve laan daarbij
..-..-1322: Jan van Rietwijk, LRK. 3T fo 18v nr. 118
17-5-1328: Bertout van Assendelft ten eigen bij verkoop door Jan van Rietwijk, zoon van Willem van Velsen, LRK. 37 fo 19v
XVIII. drie halve hoeven land (1328: gelegen in Heemskerk, 1/2 hoeve: w.: Jan van Rietwijk, o.: Aleid Simon Monekins dochter, 1/2 hoeve: w.: Aleid van der Beke, o.: Bartholomeus Hofland,1/2 hoeve:w.: Foppe Hermansz., o.: Aleid van der Beke)
..-..-1322: Jan van Rietwijk, LRK. 37 fo 18v nr. 118
17-5-1328: Jan van Rietwijk, LRK. 37 fo 19v nr. 126, LRK. 49 fo 74
..-..-1346: Jan van Rietwijk, LRK. 5 fo 66
8-3-1382: Dirk van Rietwijk, LRK. 50 fo 193 nr. 1262
..-..-1390: Dirk van Rietwijk, LRK. 422 fo 32 nr. 28
28-5-1429: Willem Dovenz. bij dode van Dirk van Rietwijk, zijn oom, LRK. 62 fo 96v
18-2-1437: Elisabeth, dochter van Willem Dovenz., vrouw van Pieter Buitewech, bij dode van haar vader, LRK. 114 fo 55
7-9-1447: Goede, dochter van Dove van Rietwijk, Veltmans weduwe, bij dode van Elisabeth, haars broeders dochter, LRK. 116 c. Kenn. fo 1
7-9-1447: Willem van Ruiven bij overdracht door Goede, LRK. 116 fo 1
10-2-1457: Nikolaas van Ruiven bij dode van Willem, zijn vader, LRK. 116 c. Kenn. fo 28v
25-4-1493: Anton van Ruiven bij dode van Nikolaas, zijn vader, LRK. 121 c. Kenn. fo 8
6-7-1504: Willem van Ruiven bij dode van Anton, zijn broer, LRK. 122 c. Kenn. fo 17
6-7-1542: Jan van Ruiven bij dode van Willem, zijn vader, LRK. 126 c. Kenn. fo 12v
26-3-1557: Judith van Ruiven bij dode van Jan, haar vader, behoudens de lijftocht van Magdalena, dochter van Jan van Foreest, zijn weduwe, LRK. 128 c. Kenn. fo 11v-14
19-7-1578: Anna van Ruiven bij dode van Judith, haar nicht (Dólleman, Van Ruyven, pp. 164-165), LRK. 134 fo 122
14-4-1539: Jan van Egmond bij dode van Albert, zijn vader, LRK. 126 c. Kenn. fo 3v
3-1-1547: Anton van Egmond voor Frederik van Egmond, zijn neef, bij dode van Jan, diens vader, LRK. 127 c. Kenn. fo 1
1-12-1565: hulde van Frederik van Egmond, LRK. 127 c. Kenn. fo 1
XIX. 6 1/2 viertel aan Hoogdorp met 8 geersen in de ban van Heemskerk, opstrekkend tussen de Broeksloot en Kuikensweg, beginnend aan de steeg (1360: van het Hofland) aan de beek, die Heemskerk en St. Aagtendorp scheidt; 8 geersen daarbij, voorheen leengoed van Jan van der Mye (1360: in Keyls gers); 4 maden land en een kwart in Heemskerkerbroek (1360: in Linenweer); 18 geersen land aan de Grote Venne in Heemskerk;de halve tiende van Stommeer (1372: in Aalsmeer; 1469: 10 pond jaarlijks van de rentmeester van Kennemerland), voorheen van Wouter van Kraaienhorst; 2 pond hollands jaarlijks en 100 hoenders uit de abtspacht in Limmen; 2 pond hollands jaarlijks uit de herfstbede en vrije vroonschuld van Oesdom.
10-3-1250: Wouter van Egmond, ridder, zwager van de leenheer, LRK. 62 fo 95v
29-11-1360: lijftocht van Berta, dochter van Otto van IJsselstein, vrouw van Jan van Egmond, op diverse stukken en op 2 1/2 viertel, gekocht door Wouter uter Wijk van Wouter van Haarlem, LRK. 50 fo 66 nr. 333
16-3-1382: Albert van Egmond bij dode van Jan, zijn vader, LRK. 50 fo 194 nr. 1267
..-..-1390: Albert van Egmond, LRK. 422 fo 35v nr. 114
25-8-1403: Albert van Egmond bij dode van Albert van Egmond, ridder, zijn vader, LRK. 53 fo 31
13-5-1421: Albert van Egmond van Merenstein, LRK. 62 fo 30v
27-3-1425: Albert van Merenstein, LRK. 62 fo 57
30-4-1429: Albert van Egmond van Merenstein, LRK. 62 fo 86v
22-5-1429: Albert van Egmond van Merenstein, LRK. 62 fo 95V
8-1-1435: lijftocht van Stevina, dochter van Floris van de Boekhorst, vrouw van Albert van Egmond, op de helft van zijn huis en erven te Heemskerk, LRK. 114 fo 29v
22-3-1439: Albert van Egmond heer Albertsz., LRK. 114fo 101
11-5-1496: Albert van Egmond bij dode van Albert, zijn vader, LRK.118 c. Kenn. fo 3v
..-..-1472: Albert van Egmond te IJsselstein vermeld, LRK. 283 fo 146 nr. 121
5-7-1508: Albert van Egmond bij dode van Albert, zijn vader, LRK. 123 c. Kenn. fo 4v
XX. een halve hoeve in de Hoeftacker; twee akker achter Middeldorp; een viertal, uitgaande in de Zie, (1390: gelegen in de ban van Heemskerk)
..-..-1322: Gerard die Visser, LRK. 37 fo 18v nr. 118
..-..-1390: mr. Gerard die Visser, LRK. 422 fo 33 nr. 52
16-1-1438: mr. Pieter van Renesse van Beoostenzweene bij verkoop na onrechtmatig bezit door mr. Gerard die Visser voor 20 klinkerts, waarna overdracht aan mr. Gerard die Visser ten eigen, LRK. 114 fo 80v
HEEMSTEDE
XXI. het land van Dirk Allard Dovenz. (1331: 38 morgen land in Haarlemmerveen, z.: een veen van ver Margaretha (van Zaanden), n.: het Broek, o.:de poort van Haarlem, w.:het midden van het veen; 1390: land, o.:de gracht van Haarlem, w.:de Breedsloot;1420:ca. 25 morgen land, waarvan 15 morgen ten eigen, te meten van Dirk Jan Buzenz. land, de Geer, de Boemcamp en de Biestcamp, gelegen in Heemstede bij de stad; 1447: zijnde een kamp van 3 morgen,o.: de stadssingel, n.: Jan Raet Nikolaasz., w. en z.:de leenman met twee kampen leen, een kamp van 2 1/2 morgen, o.:de singel, zo.: Gerard Willemsz.van Schagen met een boomgaard, zw.: Jan van der Meer met een boomgaard, wier beider gaard 9 hont meet, waar de leenman 100 groten jaarlijks uit heeft, o. en z.: de leenman met leen, w.: Gelbert die Groene Nikolaasz. en Jan van Schoten, n.: Gerard Hoen, een kamp van 1 morgen, o. en n.:de leenman, z.: de leenman met een laan, die leen is, w.: Gelbert en Jan van Schoten, een laan, strekkend met het oosten aan de singel en met het westen aan Gelbert en Jan, een kamp van ca. 2 morgen ten zuiden van de laan, o.: Gerard van der Meer Jansz. en de begijnen uit de Wijk, z.:Pieter Reinersz., w.: Gelbert en Jan, een halve morgen, o.: de singel, z.: de laan van Pieter Reinersz., w.: de begijnen, uit de Wijk, n.: de boomgaard van Jan Lauwenz. en Gerard Pietersz. van Bennebroek, en een boomgaard van 2 hont 25 roeden binnen Haarlem, o.: de boomgaard van Jan Matthijsz., z.: de stadsvest, n.: de gasthuistuin, z.: de Schuttersdoelen;1462: 10 morgen aan de vest; 1498: in drie kampen; 1581: n.: Engel Simonsd. en mr. Pieter Hals, o.: erven Gerard Thomasz. en mr. Dirk van Bekestein,z.: Jan Verwer, w.: het Magdalenakonvent te Haarlem en erven Pieter Raet Jansz.; 1472: jaarlijks een deel van 100 pond waardig).
20-1-1250: Jacob van Hilsebroek,burger van Haarlem, LRK. 49 fo 75v De volgende beleningen zijn gelijk aan nr. 12 behalve: 7-12-1420: Jan Gaal Florisz. 15 morgen ten eigen gegeven, LRK. 62 fo 27
JISP
XXII. de halve molen van Jisp
..-..-1322: Jan van Zaanden, LRK. 37 fo 18v nr. 118
LIMMEN
XXIII. 5 pond uit de herfstbede van Limmen
5-10-1324: Dirk van Zaanden Willemsz. zoals Willem van Haarlem hem gegeven had, LRK. 37 fo 16v nr. 76
SCHOTEN
XXIV. Hillekiin Kroft in het land van Engelbert van Persijn alias van Schoten (1351: een stuk land aan de Geest, genaamd de Croicht, jaarlijks 1 pond waardig)
..-..-1322: Dirk van Zaanden, LRK. 37 fo 18v nr. 118
28-12-1351: Willem van Zaanden bij dode van Simon, zijn broer, LRK. 42 fo nr. 288
XXV. een half land te Schoten aan de Geest, o.: Jan van der Schuur, (1333: groot 9 morgen, n.: Dirk, heer van Brederode, z.: Jan van der Schuur; voor het weiland, z.: Jan Bertout, n.: Jan van der Schuur)
..-..-1322: Wouter van Assendelft, LRK. 37 fo 18v nr. 118
7-10-1333: Wouter van Assendelft ten eigen, LRK. 37 fo 25 nr. 187
XXVI. zijn woning met bijbehorend land (1360:18 morgen met de woning benoorden Haarlem; 1393: in Akendamme; 1468: gelegen buiten de Kruispoort; 1480: gelegen in Kennemerland, jaarlijks 72 pond waardig)
..-..-1322: Willem (van Zaanden) Hugenz., LRK. 37 fo 18v nr. 118
19-9-1360: Elisabeth, dochter van Hugo van Zaanden, behoudens de lijftocht van de weduwe van Hugo (Van Ruyven, pp. 151-153), LRK. 50 fo 55v nr. 276 en fo 195v nr. 1280
31-3-1382: Hugo van Ruiven bij dode van Elisabeth, zijn moeder, LRK. 50 fo 195v nr. 1280
24-7-1393: lijftocht van Katharina (van Adrichem), vrouw van Hugo van Ruiven, op de helft, LRK. 52 fo 91v nr. 392
17-10-1431: Nikolaas van Ruiven bij dode van Hugo, zijn vader, LRK. 62 fo 152
17-10-1431: lijftocht van Boudijn, dochter van Boudijn van Schoten, vrouw van Nikolaas van Ruiven, op de mindere helft,LRK. 62 fo 152
7-4-1435: Hugo van Ruiven bij dode van Nikolaas, zijn vader, LRK. 114 fo 32v
5-2-1449: lijftocht van Elisabeth, dochter van Nikolaas van Haastrecht , vrouw van Hugo van Ruiven, op de mindere helft, LRK. 116 c. Nd. Holland fo 17v
23-6-1468: IJsbrand van Spaarnwoude bij overdracht door Elisabeth van Haastrecht met de helft LRK. 118 c. Nd. Holland fo 9v
22-7-1468: Jan van Boshuizen bij verkoop na de dood van Hugo van Ruiven, LRK. 118 c. Nd. Holland fo 4
4-5-1480: Katharina van Boshuizen, gehuwd met Gerard van Abbenbroek, bij overdracht door Jan, haar broer, LRK. 119 c. Nd. Holland fo 18v
16-11-1487: Mathie van Boshuizen, gehuwd met Raas van Haamstede van Moermond, dochter van Jan van Boshuizen, bij overdracht door Katharina, gehuwd met Gerard van Abbenbroek, ridder, LRK. 120 c. Nd. Holland fo 38
22-10-1510: lijftocht van Willem Billoquaert, man van Mathie van Boshuizen, LRK. 123 c. Nd. Holland fo 30v
19-11-1512: Rideward IJsbrandsz. bij overdracht door Mathie van Boshuizen, LRK. 123 c Kenn. fo 17-18
VELSEN
XXVII. drie stukken land in Velsen aan de Geest (1339: 1 stuk in de Smale geest, n.: Scaper, 1/2 stuk ten noorden van Scaper, 1 stuk ten zuiden van deze twee stukken, w.: Willem van Schoten)
..-..-1322: Mense Didde Foyenzz.,LRK. 37 fo 18v nr. 118
29-11-1339: Gerard Ockersz. ten eigen, LRK. 30 fo 55 nr. 338
WATERINGEN
XXVIII. 4 pond jaarlijks te Wateringen
..-..-1322: Dirk Gerard ver Baertenzz. zoals Willem van Haarlem aan zijn vader had gegeven, LRK. 37 fo 18v nr. 118
Concordans van deze inventaris naar de inventaris van Cornelis Suys
Deze inventaris Cornelis Suys
1 fo 109v nr. 3
2
3 fo 26 nr. 1
4 fo 24 nr. 4
Deze inventarisCornelis Suys