Terug naar zoekresultaten

3.18.05 Inventaris van het archief van het klooster van de Heilige Bartholomeus in Jeruzalem

Het archief bestaat grotendeels uit stukken betreffende het financieel beheer, zoals eigendomsbewijzen van landerijen en huizen en rentebrieven. Daarnaast bevat het onder meer enkele stukken betreffende de stichting van het klooster, een cartularium, en een kaartboek.
Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

3.18.05
Inventaris van het archief van het klooster van de Heilige Bartholomeus in Jeruzalem

Auteur

S.W.A. Drossaers

Versie

19-05-2023

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1916 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Delftse Statenkloosters St. Bartholomeus in Jeruzalem
Delftse Statenkloosters / St. Bartholomeus

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1247-1572

Archiefbloknummer

36005

Omvang

; 337 inventarisnummer(s) 0,60 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel van de stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven en gedrukte teksten. De Nederlandstalige stukken van vóór ca. 1700 zijn geschreven in het gotische cursiefschrift, met name in de oud-Hollandse klerkencursief.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Klooster van de Heilige Bartholomeus in Jeruzalem

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bestaat grotendeels uit stukken betreffende het financieel beheer, zoals eigendomsbewijzen van landerijen en huizen en rentebrieven. Daarnaast bevat het onder meer enkele stukken betreffende de stichting van het klooster, een cartularium, en een kaartboek.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Dit klooster, dat van de orde van de Karthuizers was, stond ten Zuid-Westen van de stad buiten de Waterslootpoort, dicht bij de grooten weg naar Maasland. Het werd gesticht in het jaar 1469 door Frank van Borselen in samenwerking met de priors van de kloosters van de zelfde orde bij Enghien en Gent.
Hoewel uit de akte van approbatie, in Augustus 1469 gegeven door de cureit van de Oude Kerk te Delft (zie reg. no. 134), en gedrukt bij Foppens ( Miraeus, Op. Diplom. III p. 206. ) genoegzaam blijkt, dat toen nog het plan tot de stichting bestond, bleef Römer, ( Römer, a.w. I p. 497. Dat Römer zich door de akte niet van zijn meening liet afbrengen, is waarschijnlijk een gevolg van de zinstorende fout bij Foppens afgedrukt. De cureit geeft n.l. zijn approbatie "ad piam petitionem nobilis domini, domini Franconis de Borsalia necnon venerabilium priorum .... prioris domus Capelle prope Angiam et prioris domus Vallis Regalis prope Gandavum .... monasterium .... infra limites parochie mee erigere cupiencium" en niet, als bij Foppens "cupiverim", wat trouwens geen zin geeft. ) in navolging van van der Heussen en van Leeuwen ( Van Leeuwen, Bat. Ill. p. 1332, schrijft van Bleyswijck woordelijk over. ) , van meening, dat het klooster in 1430 was ontstaan, waarvoor hij nog eenige redenen, ongegronde evenwel, aanvoert. Pater Mudzaerts ( Pater D. Mudzaerts: Generale kerckel. hist. 1624. ) en A. Raissius ( A. Raissius, Origines Cartusiarum Belgie 1632, p. 123. ) noemen het jaar 1470 doch uit een transportakte van October 1469 (reg no. 135) blijkt, dat de Karthuizers toen reeds in het klooster woonden. Het gebouwencomplex, in de akte van Augustus beschreven als "ecclesiae, altaria, cimeterium, ambitus, cellae, officinae etc. omnia ad predictum monasterium pertinentia" zal dus toen wel reeds voltooid zijn geweest maar al wat met de kerkelijken dienst in verband stond nog niet geregeld. Dat 1469 werkelijk het stichtingsjaar is geweest, wordt nu bevestigd door het opschrift boven de eersten brief in Inv. no. 3 , hetwelk luidt: "Incipiunt copie literarum omnium huius domus .... a primo anno fundationis huius domus qui fuit sexagesimus nonus ab incarnatione Domini MCCCC."
Evenals de andere Karthuizerskloosters in Holland, was ook het Delftse niet onbemiddeld, grondbezit zoowel als andere inkomsten waren aanzienlijk al ontkwamen ook zij niet aan tegenslag. De schade, die zij bij overstroomingen in 1530 en 1532 (zij bezaten land op Tholen) en bij de Delftsen brand van 1536 leden, schatten zij op 200 pond Hollands jaarlijks. Om daaraan tegemoet te komen, admortiseerde Karel V 23 morgen land om het klooster heen, die zij niet wilden verkopen aan wereldlijken uit angst hun rustige afzondering erbij te zullen verliezen.
In 1571 werd ook dit klooster als veiligheidsmaatregel gesloopt, nadat de bewoners binnen Delft, volgen Raissius in het gasthuis, een onderdak hadden gezocht, waar door de Staten in hun onderhoud werd voorzien.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het archief berust vanouds in het Algemeen Rijksarchief.
De verwerving van het archief
De rechtstitel is (nog) onbekend.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Delftse Statenkloosters St. Bartholomeus in Jeruzalem, nummer toegang 3.18.05, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Delftse Statenkloosters / St. Bartholomeus, 3.18.05, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn in kopievorm beschikbaar

Archiefbestanddelen

        • 314 1511 Februari 3

          Vranck Vranckensz. verkoopt aan Cornelis Aertsz. van der Hoech 5? morgen land in het Absrecht.

          Op de derden dach in Februario int jaer ons Heren duysent vijffhondert ende thyen na de loep sHoiffs van Hollant.

          Afschrift op papier ( Inv. no. 9 ).

          Op de wederhelft van het papier staat: "Desen brijff zye ghegeven ten huyssen van Jan Wyllemsz., graefmaker van de Nieuwe kerck, om te bestellen int Cathuysers closter buyten Delfft".

          (reg. no. 314)

        • 384 1539 Augustus 12

          Broeder Willem Peelt, prior van de Karthuizers buiten Delft, verhuurt aan Michiel Jasperz., wonende op tScye, 3½ hont land aldaar voor 20 jaar.

          Gedaen opten XIIten dach in Augusto int jaer XVC negen ende dertich.

          Oorspr. op papier ( Inv. no. 10 ).

          Het stuk is een chirograaf. i

          408 1564 Februari 17

          Vranck Leenaertsz. op Schye heeft van de prior en de procurator van de Karthuizers buiten Delft 3 hont 50 gaarden land in sAbs recht gehuurd voor 14 jaar, waarvan er 5 verstreken zijn.

          Aldus gedaen de XVIIen Februarii anno XVC vier ende tsestich nae gemeen scryven.

          Oorspr. op papier ( Inv. no. 10 ). Geteekend door broeder Albrecht van de Berch, prior, Vranck Lenaertsz. en Willem Ariensz.

          (reg. nos. 384 en 408)

        • (reg. nos. 100, 106, 128, 190 en 196)

          • 100 1455 October 21

            Schepenen in Amstelredamme oorkonden, dat Garbrand Heinricxz. aan Heinric Garbrantsz., zijn vader, zijn moederlijk erfdeel heeft kwijtgescholden.

            Gegeven upten een ende twyntichsten dach in Octobry int jaer ons Heren dusent vierhondert vijf ende vijftich.

            Oorspr. ( Inv no. 11.1 ). Met twee schepenzegels in groene was.

          • 106 1458 Januari 3

            Schepenen in Amstelredamme oorkonden, dat Jacob Allert aan Heinric Snyder, zijn stiefvader, zijn vaderlijk erfdeel heeft kwijtgescholden.

            Gegeven opten derden dach in Januario int jaer ons Heren dusent vierhondert acht ende vijftich.

            Oorspr. ( Inv. no. 11.2 ). Met twee schepenzegels in groene was.

          • 128 1466 September 24

            Schepenen in Amstelredamme oorkonden, dat Peter Cornelysz., als man van Aef Jan Venendr., verklaard heeft ontvangen te hebben van Heinric Harmansz. 5 Rijnse guldens in mindering van een schepenbrief, sprekende van 24 wilhelmusschilden en eigendom van Jan Venen kinderen, waarover Peter belooft Heinric niet te zullen aanspreken, zoolang diens vrouw Hillegont in leven is.

            Gegeven upten vier ende twyntichsten dach in Septembri int jaer ons Heren dusent vierhondert sess ende tsestich.

            Oorspr. ( Inv. no. 113 ). Met twee schepenzegels in groene was.

          • 190 1475 November 3

            Schepenen in Amstelredamme oorkonden, dat IJsbrant Claesz. aan Hillegont Heinric Snyders wed. de erfenis, toekomende aan zijn schoonzuster Machtelt en Vye, zuster van deze, door overlijden van Heinric Snyder, haar vader, heeft kwijtgescholden, op voorwaarde dat zij niet aangesproken zullen worden over schuld, door genoemden Heinric nagelaten.

            Gegeven opten derden dach in Novembry int jair ons Heeren dusent vierhondert vijff ende tseventich.

            Oorspr. ( Inv. no. 11.4 ). Met twee schepenzegels in groene was.

          • 196 1477 Mei 19

            De notaris Egbertus Symonsz. instrumenteert, dat Hillegund, vrouw van Hendericus Sertor te Amsterdam, aan het klooster van de Karthuizers bij Delft, waarin haar zoon Lambertus monnik is, de helft van haar huis achter de Burgwal heeft vermaakt.

            Sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate Eiusdem millesimo quadringentesimo septuagesimo septimo indictione decima mensis Mai decima nona die de mane hora quasi octava pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Sixti divina providentia pape quarti anno suo sexto).

            Oorspr. ( Inv. no. 11 ). Met signatuur van de notaris.

        • 206 1478 Juni 15

          Schepenen in het land van Charloys oorkonden, dat Claes Hoeyter Willemsz heeft getransporteerd aan de Chatuysers bij Delft 7 morgen land onder Katendrecht.

          Int jaer ons Heren dusent vierhondert acht ende tseventich de vijftiensten dach in Junio.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 12 ). Met drie schepenzegels in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XLI.

          c. Afschrift in Inv. no. 7 fo. 9.

          (reg. no. 206)

          Zie reg. no. 209.

      • Zie ook Inv. no. 61 .

        • (reg. nos. 7, 11 en 14)

          • 7 1370 October 1

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Ave Spronx weduwe heeft gekocht van Gheryd van de Werve ? van 7 hont 15 gaarden land aan de Watersloot aldaar.

            Int jaer ons Heren dusent driehondert ende tseventich tsDinxdaghes op sinte Baven dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 14 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

          • 11 1377 April 7

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Ave Spronx wed. heeft gekocht van Pieter Willemansz. ¼ van 7 hont land aan de Watersloot, waarvan zij reeds ? bezit.

            Int jair ons Heren dusent driehondert zeven ende tseventich tsDinxdages na beloken Paeschen.

            Oorspr. ( Inv. no. 14 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

          • 14 1379 October 4

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Ave Spronx wed. heeft gekocht van Pieter en Dirc Pieter Jan Oemsz. zoons 2 hont poortland aan de Zuidzijde van de Watersloot.

            Int jaer ons Heren dusent driehondert neghen ende tseventich tsDynxdages na sinte Baven daghe.

            Oorspr. ( Inv. no. 14 ). Met een schepenzegel in groene was en een in papier genaaid.

        • 16 1385 November 13

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Catrijn Harman Willemsz. wed. heeft verkocht aan Jacop Sproncsz. ¼ van 4½ morgen 1 hont hont 30 gaarden poortland aan de Zuidzijde van de Watersloot.

          Int jair ons Heren dusent driehondert vijf ende tachtich tsDinxdaghes op sente Cecyliën avond.

          Oorspr. ( Inv. no. 15.1 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

          (reg. no. 16)

        • (reg. no. 43, 44.)

          • 44 1415 september 17

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Martijn Vrancke Crooxz. heeft verkocht aan het Oude Gasthuis aldaar l morgen poortland, vermeld in de brief d.d. 1414 October 2, waardoor deze gestoken is (zie no. 43).

            Int jair ons Heeren MCCCC ende vijftien Tsynxdages op sinte Lambrechts dach

            Oorspr. (Inv. nr. 15A.1) Met de zegels der schepenen Aernt Gijssensz. en Jan Willem Aerntsz. in groene was. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXI.

          • 43 1414 oktober 2

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Pieter Vrancke Crooxz. heeft verkocht aan Martijn Vranckenz., zijn broeder, de helft van een morgen poortland aan de Zuidzijde van de Watersloot buiten het poorthuis.

            Int jair ons Heeren MCCCC ende viertien tsDynxdages na sinte Baven dage.

            Oorspr. (Inv. no. 15A.2) Twee schepenzegels verloren.Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXI. Door het oorspr. van dezen brief was een andere gestoken d.d. 1415 September 17 (zie no. 44).

        • (reg. no. 38, 48.)

          • 38 1410 maart 11

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Dammas Pouwelsz. Heeft gegeven aan Gerryt Pouwelsz., zijn broeder, 1/16 van 9 morgen poortland aan de Westzijde van de stad in Caluwaerts zate.

            Int jaer ons Heren MCCCC ende tyen tsDinxdages op sinte Jorys' avont.

            Oorspr. (Inv. no. 15B.2) Twee schepenzegels verloren. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXI verso . Door het oorspr. van dezen brief was een andere gestoken d.d. 1417 december 21 (zie no. 48).

            Sint Jorys'avont viel in 1411 op een Woensdag, zodat hier de gewone stijl i.p.v. de Delftse gebruikt is.

          • 48 1417 december 21

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Gerryt Pouwelsz. heeft verkocht aan het Oude Gasthuis aldaar 1/16 van 9 morgen land, vermeld in de brief d.d. 1411 Maart 11, waardoor deze gestoken is (zie no. 38).

            Int jair ons Heren MCCCC ende zeventien tsDinxdages op sinte Thomas' dach apostel.

            Oorspr. (Inv. no. 15B.1). Met de zegels van de schepenen Aernt Jacobsz en Huge Jansz. in groene was. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXI verso. ).

        • 91 1451 oktober 18

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Aernt Dircsz. van der Hoich heeft verkocht aan het Oude Gasthuis aldaar ¼ van 7 morgen poortland Westwaarts van de stad.

          Int jair ons Heeren MCCCC een ende vijftich tsDinxdages opten XVIIIen dach in Octobri.apostel.

          Oorspr. (Inv. no. 15C). Met de zegels van de schepenen Daem Bertelmeesz. en Claes Ofhuis in groene was. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XVII).

          Het opschrift luidt: "Littera de vierendeel van VII morgen lants dicto Caluwaert, empto contra Hospitale antiquum in Delft".

          (reg. no. 91)

        • (reg nos. 58, 111 en 115) en Suppl. 10.

          Zie reg. no. 114.

          • 58 1434 November 2

            Jacob Cleymansz. verkoopt aan Jacob Claesz. een laan bij Delft met half de sloot aan weerszijden en de wilgen, die er op staan op voorwaarde, dat de laan niet bebouwd wordt.

            Int jair ons Heren MCCCC vier ende dertich tsDinxdages na Alreheyligen dage.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 16.1 ). Met het zegel van de oorkonder in groene was. Met transfix d.d. 1460 November 14 (zie regest no. 111).

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XVIII.

          • 111 1460 November 14

            Godevairt van Mekeren Willemsz. en Aernt Jacobsz. verkopen aan Dirck van Bleyswijck Jacobsz. de laan, vermeld in de brief d.d. 1434 November 2, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 58).

            Int jair ons Heren MCCCC ende tsestich de XIIIIen dach in Novembri.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 16.2 ). Met de zegels van Godevairt en van Clais Offhuys in groene was.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XVIII verso.

          • 115 1463 Februari 21

            Huge Pauwelsz. neemt in erfpacht van Dirck van Bleyswijck Jacopsz. de helft van een laansloot voor 10 groot Hollands jaarlijks.

            Opten XXIen dach in Februario int jair ons Heren dusent vierhondert twee ende tsestich nae beloop des Hooffs van Hollant.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 16.3 ). Met het zegel in groene was van Pieter Andriesz.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XVIII.

            In dorso van het oorspr. staat: "½ laensloot datum per Suetgen Bleyswic." Het opschrift boven het afschrift luidt: "Littera de thien groot Hollants super ½ laensloot retro capellam sancti Cornelii, datum a Zuetgen van Bleyswijck".

        • (reg. nos. 71 en 127)

          • 127 1466 Juli 8

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Cornelys van Dorp heeft verkocht aan Dirc van Bleyswijc het land, vermeld in de brief d.d. 1439 Januari 13, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 71).

            Int jair ons Heren MCCCC zess ende tsestich tsDynxdages opten VIIIen dach in Julio.

            Oorspr. ( Inv. no. 17 ). Met twee schepenzegels in groene was.

            Zie de noot bij regest no. 71.

          • 71 1439 Januari 13

            Schepenen in Delft oorkonden, dat jonkvrouw Clemeyns van der Boichorst, Symons wed. uit de Lier, heeft verkocht aan jonkvrouw Alijt van de Woude, wed. van Jan van de Dorp, 2½ morgen poortland aan de Zuidzijde van de Watersloot.

            Int jair ons Heren MCCCC acht ende dertich tsDinxdages na de heiligen Dertiendage.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 17 ). Met twee schepenzegels in groene was. Met transfix d.d. 1466 Juli 8 (zie regest no. 127).

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XVI verso.

            In dorso van het oorspr. staat: "Ic Dirck van Bleyswijck Jacopsz. hebbe vercoft dit lant alsoe vry ende onvry alst is by de hoep sonder maet behoudelic dats Dirc nyet belast en heyt. Ende dit lant hebben de Katusers of de bewaerders Dirc betaelt". Het opschrift boven het afschrift luidt: "Littera antiqua de redditibus emptis a Dirc van Bleyswick".

        • (reg. no. 81, 129 en suppl. 6 en 9)

          • 129 1466 december 9

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Gerryt Jacopsz. heeft verkocht aan broeder Danel van Oudewater, prior van het klooster der Carmeliten te Hairlem, en het klooster 7 hont poortland, vermeld in de brieven, waardoor deze gestoken is (zie no. 82).

            Int jair ons Heren MCCCC zes ende tsestich tsDinxdages opten IXen dach in Decembris.

            Oorspr. ( Inv. no. 17A.1 ). Met de zegels van de schepenen Symon Damnaesz. en Heynrick Jansz. in groene was. Afschrift in Inv.no. 3 folio XXII.

            Van de drie brieven, waardoor deze gestoken is, is alleen de eerste in het cartularium opgenomen.

          • Supplement 9 1464 januari 10

            Pieter Claes Pietersz. en Jacob van Bleyswijc Gerytsz, schepenen in Delft oorkonden dat Jacob Roelofsz, heeft verkocht aan Geryt Jacobsz., het land, vermeld in de brieven, dd. 1446 november 18 en 1447 december waardoor deze gestoken is (reg.no. 82 en suppl. no. 6

            Int jair ons Heren MCCCC drie ende tsestich tDynsdagen opten xen dach in Januario.

            Oorspr. ( Inv. no. 17A.2 ). Met de zegels van beide oorkonders in groene was.

          • Supplement 6 1447 december 1

            Jan Gijsbrechtsz en Huge van Wail Dircsz., schepenen van Delft, oorkonden dat Mary Vranck Lambrechts weduwe heeft verkocht aan Jacob Roelofsz 7 hont poortland, vermeld in de brief dd. 1446 november 18, waardoor deze gestoken is (reg.no. 82)

            Int jair ons Heren MCCCC zeven ende veertig tDinxdagen na Sinte Andries dage.

            Oorspr. ( Inv. no. 17A.3 ). Met zegel van Jan Gijsbrechtsz en rest van dat Huge van Wail Dircsz in groene was.

          • 82 1446 november 15

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Mary Vranck Lambrechtsz. wed. is gepacht voor 9 pond Hollandsch jaarlijks de derden penning meer wegens verschenen rente en dat zij in panding heeft ontvangen 7 hont poortland aan de Zuidzijde van de Watersloot buiten het poorthuis.

            Int jair ons Heren MCCCC zes ende viertich tsDynxdages na sinte Martijns dage in de winter.

            Oorspr. ( Inv. no. 17A.3 ). Met de zegels van de schepenen Boudijn Heijmansz. en Jan Gijsbrechtsz. in groene was. Afschrift in Inv.no. 3 folio XXII.

            Door het oorspronkelijke van deze brief waren dire andere gestoken waarvan alleen de laatste d.d. 1466 december 9 in het cartularium is opgenomen (zie no. 129).

        • (reg. no. 101, 130 en suppl. 8)

          • 139 1466 december 9

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Gerryt Jacopsz. heeft verkocht aan broeder Danel van Oudewater, prior van het klooster der Carmeliten te Hairlem, de erfhuur van het land, vermeld in brieven, waardoor deze gestoken is (zie no. 101).

            Int jair ons Heren MCCCC zes ende tsestich tsDinxdages opten IXen dach in Decembri.

            Oorspr. ( Inv. no. 17B.1 ). Met de zegels van de schepenen Symon Damnaesz. en Heynrinck Jansz. in groene was. Afschrift in Inv.no. 3 folio XXII.

            Van de drie brieven, waardoor deze gestoken is, is alleen de eerste in het cartularium opgenomen.

          • Supplement 8 1464 januari 10

            Pieter Claes Pietersz. en Jacob van Bleyswijc Gerytsz., schepenen in Delft, oorkonden dat Jacob roelofsz aan Geryt Jacobsz. in erfhuur heeft gegegven het land vermeld in de brief d.d. 1456 juli 22, waardoor deze gestoken is (reg.no. 101)

            Int jair ons Heren MCCCC vier ende tseschich ten dynxdagen opten xen dach in januario.

            Oorspr. ( Inv. no. 17B.2 ).

          • 101 1456 juli 22

            Schepenen in Delft oorkonden dat Willem Dirxz. in erfhuur heeft gegeven ana Jacob Roelofsz. 2 morgen 1 1/2 hont poortland Zuidwaarts van de Watersloot buiten het poirthuis

            Int jair ons Heren MCCCC zes ende vijftich opten XXIIen dach in Julio

            Oorspr. ( Inv. no. 17B.3 ). Met de zegels van de schepenen Jan Vranckenz. en Claes Ofhuys in groene was. Afschrift in inv.no. 3 fol. XXII verso

            Door het oorspronkelijke van deze brief waren dire andere gestoken waarvan alleen de laatste d.d. 1466 december 9 in het cartularium is opgenomen (zie no. 130).

        • 149 1470 Mei 18

          Elyzabeth van Mattenesse, abdis, en gemeen convent van het klooster te Reynsburch geven in erfpacht aan de Carathuysers bij Delft 5 morgen 23 roeden land aan de Westzijde van genoemde stad.

          Gedaen int jaer ons Heren duysent vierhondert ende tseventich opten achtyensten dach van Meyemaant.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 18 ). Met geschonden conventszegel in roode was.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XV.

          c. Afschrift in Inv. no. 7 fo. 2.

          (reg. no. 149)

        • (reg. nos. 143 en 171)

          • 171 1471 Mei 21

            Schepenen in Delft oorkonden, dat de Heilige-Geestmeesters hebben verkocht aan de Cartuyseren buiten Delft de tuin met erf en daarop staand huis, vermeld in de brief d.d. 1469 November 27, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 143).

            Int jair ons Heren MCCCC een ende tseventich tsDynxdages opten XXIen dach in Meye.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 19.1 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XVI verso.

          • 143 1469 November 27

            Schepenen in Delft oorkonden, dat de burgemeesters aldaar beloofd hebben de Heiligen-Geestmeesters te zullen vrijwaren broeder Jan's tuin en erf met het daarop staande huis, gelegen aan de Zuidzijde van de Watersloot buiten het poorthuis, die zij dezen verkocht hebben.

            Int jair ons Heren MCCCC negen ende tsestich tsManendages nae sinte Katrynen dage.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 19.2 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid. Met transfix. d.d. 1471 Mei 21 (zie regest no. 171).

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XVI.

        • 179 1473 Mei 4

          Schepenen in Delft oorkonden, dat de Heilige-Geestmeesters hebben verkocht aan de Karthuizers buiten Delft ¼ van 10 morgen poortland geheeten Caluwaerts saet aan de Buitenweg ten Westen van de stad.

          Int jaire ons Heren MCCCC drie ende tseventich tsDynxdages opten IIIIen dach in Meye.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 20 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XVI.

          (reg. no. 179)

        • 188 1475 Februari 6

          Prior, lector, supprior, senior, clavarii en de overige broeders van het Hairlemsche klooster van de orde van Maria op de Mons Carmel verkopen aan het klooster Vallis Sti. Bartholomei in Jerusalem bij Delft van de orde van de Karthuizers een boomgaard, groot ongeveer 3 morgen, met een woning aldaar.

          Datum in nostro pretacto conventu Hairlemensi anno Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo quinto die vero Februarii sexta.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 21 ). Met het conventszegel in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XXIII verso.

          (reg. no. 188)

        • (reg. nos. 94, 96, 112, 120, 132, 166, 180 en 191)

          • 94 1452 November 17

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Mary Vranc Lambrechts wed. is gepacht voor 4 pond 2 schellingen 10 penningen aan verschenen rente en daarvan de 3en penning meer, en dat zij in panding heeft ontvangen 2 hont poortland aan de Zuidzijde van de Watersloet.

            Int jair ons Heeren MCCCC twee ende vijftich tsFrydages nae sinte Martijns dage in de winter.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 22 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid. Met zeven transfixen d.d. 1453 October 2, 1461 April 1, 1465 Maart 5, 1468 April 25, 1471 Mei 7, 1473 October 5 en 1477 April 14 (zie de regest nos.96, 112, 120, 132, 166, 180 en 191).

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XXIII.

            Het opschrift boven het afschrift luidt: "Littera de II hont lants circa pomerium nostrum dictum vulgariter de Duerniet". Het cartularium heeft verkeerdelijk "Tsinxdages voor" "tsFrydages".

          • 96 1453 October 2

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Mary Vranck Lambrechts wed. heeft verkocht aan Jan Jacobsz. 2 hont poortland, vermeld in de brief d.d. 1452 November 17, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 94).

            Int jair ons Heren MCCCC drie ende vijftich tsDynxdages na sinte Baven dage.

            Oorspr. ( Inv. no. 22 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid. Met zes transfixen d.d. 1461 April 1, 1465 Maart 5, 1468 April 25, 1471 Mei 7, 1473 October 5 en 1477 April 14 (zie de regest nos.112, 120, 132, 166, 180 en 191).

          • 112 1461 April 21

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Jacob Jansz. heeft verkocht aan Dirc Aerntsz. 2 hont poortland, vermeld in de brieven d.d. 1452 November 17 en 1453 October 2, waardoor deze gestoken is (zie de regest nos.94 en 96).

            Int jair ons Heren MCCCC een ende tsestich tsDynxdages opten XXIen dach in April.

            Oorspr. ( Inv. no. 22 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid. Met vijf transfixen d.d. 1465 Maart 5, 1468 April 25, 1471 Mei 7, 1473 October 5 en 1477 April 14 (zie de regest nos.120, 132, 166, 180 en 191).

          • 120 1465 Maart 5

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Dirck Aerntsz. heeft verkocht aan Claes Bertelmeesz. 2 hont land, vermeld in de brieven d.d. 1452 November 17, 1453 October 2 en 1461 April 1, waardoor deze gestoken is (zie de regest nos.94, 96 en 112).

            Int jair ons Heren MCCCC vier ende tsestich tsDynxdages opten Ven dach in Maerte.

            Oorspr. ( Inv. no. 22 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid. Met vier transfixen d.d. 1468 April 25, 1471 Mei 7, 1473 October 5 en 1477 April 14 (zie de regest nos.132, 167,180 en 191).

          • 132 1468 April 25

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Vechter Vellaertsz. heeft verkocht aan Willem Hugenz. een huis met erf, vermeld in de brieven d.d. 1452 November 17, 1453 October 2, 1461 April 1 en 1465 Maart 5, waardoor deze gestoken is (zie de regest nos.94, 96, 112 en 120).

            Int jair ons Heren MCCCC acht ende tsestich tsDynxdages opten XXVen dach in Aprill.

            Oorspr. ( Inv. no. 22 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid. Met drie transfixen d.d. 1471 Mei 7, 1473 October 5 en 1477 April 14 (zie de regest nos.166, 180 en 191).

          • 166 1471 Mei 7

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Willem Hugenz. heeft verkocht aan Jacop Jansz. een huis en erf met 2 hont poortland, vermeld in de brieven d.d. 1452 November 17, 1453 October 2, 1461 April 1, 1465 Maart 5 en 1468 April 25, waardoor deze gestoken is (zie de regest nos.94, 96, 112, 120 en 132).

            Int jair ons Heren MCCCC een ende tseventich tsDynxdages opten VIIen dach in Meye.

            Oorspr. ( Inv. no. 22 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid. Met twee transfixen d.d. 1473 October 5 en 1477 April 14 (zie de regest nos.180 en 191).

          • 180 1473 October 5

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Jacop Jansz. heeft verkocht aan Adriana Jansdr. een huis en erf met 2 hont poortland, vermeld in de brieven d.d. 1452 November 17, 1453 October 2, 1461 April 1, 1645 Maart 5, 1468 April 25 en 1471 Mei 7, waardoor deze gestoken is (zie de regest nos.94, 96, 112, 120, 132 en 166).

            Int jaire ons Heeren MCCCC drie ende tseventich tsDynxdages opten vijften dach in Octobri.

            Oorspr. ( Inv. no. 22 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid. Met transfix d.d. 1477 April 14 (zie regest no. 191).

          • 191 1477 April 14

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Jacop Jansz. en Adriana Jansdr. hebben verkocht aan de Karthuizers buiten Delft 2 hont poortland, vermeld in de brieven d.d. 1452 November 17, 1453 October 2, 1461 April 1, 1465 Maart 5, 1468 April 25, 1471 Mei 7 en 1473 October 5, waardoor deze gestoken is (zie de regest nos.94, 96, 112, 120, 132, 166 en 180).

            Int jair ons Heren duysent vierhondert zeven ende tseventich tsDynxdages opten viertiensten dach in Aprill.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 22 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XXIII.

        • 197 1477 Mei 29

          Jan Willemsz. verkoopt aan de Karthusers buiten Delft een rente van 11 pond Hollands jaarlijks uit een tuin en boomgaard aan de Zuidzijde van de Waterslootschen weg, de Karthusers toebehorende.

          Gescreven opten XXIXen dach in Meye int jair ons Heeren MCCCC zeven ende tseventich.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 23 ). Met de zegels van Jacop Jacop Lambrechtsz. zoon en Jacop van Bleyswijck Gerytsz. in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XXII verso.

          In dorso van het oorspr. staat: "De redemptione pomerii".

          (reg. no. 197)

        • 199 1477 Augustus 19

          Jan Michielsz., priester, Aelbrecht en Aechte, Aelbrechts kinderen, kavelen met de Karthuizers buiten Delft een perceel land tussen de stadsbuitenweg en de Madesloot zoo, dat de Karthuizers daarvan 2½ morgen 2 hont, en zij 2 morgen ontvangen.

          Gescreven op de XIX dach in Oichst int jair ons Heeren dusent vierhondert zeven ende tseventich.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 24 ). Met de zegels van Aelbrecht voornoemd en van Jacob van Bleyswijck Gerytsz. in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XV verso.

          (reg. no. 199)

        • (reg. nos. 177, 252 en 254)

          • 177 1472 Juni 8

            Willem Pijn Aelbrechtsz. verkoopt aan heer Jan Souc en Aecht Aelbrechtsdr., zijn broeder en zuster, ? van 7 morgen land aan de Westzijde van Delft.

            Int jaer ons Heren MCCCC twe ende seventich opten achten dach in Junio.

            Oorspr. ( Inv. no. 25 ). Met het zegel van de oorkonder in papier genaaid.

          • 252 1488 Maart 18

            Schepenen in Delft oorkonden, dat heer Jan Souck Aelbrechtsz., priester, heeft verkocht aan de Karthuizers buiten Delft ? van 7 morgen land aan de Buytenwech ten Westen van de stad.

            Gedaen int jair ons Heren MCCCC zeven ende tachtich Dynsdaichs opten XVIIIen dach in Maerte.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 25 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LX verso.

            c. Afschrift in Inv. no. 7 fo. 1.

          • 254 1489 Juli 21

            Schepenen in Delft oorkonden, dat heer Jan Michielsz., priester, heeft verkocht aan de Karthuizers buiten Delft ? van 7 morgen land aldaar aan de Buitenwech.

            Gedaan int jair ons Heren MCCCC negen ende tachtich Dynsdages opten XXI dach in Julio.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 25 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LX verso.

            c. Afschrift in Inv. no. 7 fo. 1 verso.

        • (reg. nos. 259, 281, 289, 290 en 313)

          • 259 1491 Maart 15

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Jan Huge Willemsz. heeft verkocht aan Symon Claesz. 3½ morgen poortland aan de Oostzijde van de stad.

            Int jair ons Heren MCCCC ende tnegentich Dynsdages opten XV dach in Maerte.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 26 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid. Met vier transfixen, waarvan oen d.d. 1500 Februari 18, twee d.d. 1502 April 12 en een d.d. 1511 Januari 21 (zie de regest nos.281, 289, 290 en 313).

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXXI.

            Het opschrift boven het afschrift luidt: "Littera de 3½ marghen lants by Duvelsgat, gecoemen van broeder Claes Lambrechtsz."

          • 281 1500 Februari 18

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Cornelis, Katrijn en Gertruydt, Jan Hugens kinderen, mede voor Atalia hun zuster hebben verkocht aan Symon Claesz. de Verwer hun rechten op het land, vermeld in de brief d.d. 1491 Maart 15, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 259).

            Int jair ons Heeren MCCCC negen ende tnegentich Dynsdages opten XVIII dach in Februario.

            Oorspr. ( Inv. no. 26 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid. Met drie transfixen, waarvan twee d.d. 1502 April 12 en een d.d. 1511 Januari 21 (zie de regest nos.289, 290 en 313).

          • 289 1502 April 12

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Nyese Symon Claesz. wed. heeft verkocht aan Maertijn Dircx. en Jan Mathijsz. van Aemstelredam het land, vermeld in de brieven d.d. 1491 Maart 15 en 1500 Februari 18, waardoor deze gestoken is (zie de regest nos.259 en 281).

            Int jair ons Heren MCCCCC ende twee Dynsdages opten XII dach in April.

            Oorspr. ( Inv. no. 26 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid. Met twee transfixen d.d. 1502 April 12 en 1511 Januari 21 (zie de regest nos.290 en 313).

          • 290 1502 April 12

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Cornelis Symonsz. heeft verkocht aan Maertijn Dircxz. en Jan Mathijsz. van Aemstelredam zijn aandeel in het land, vermeld in de brieven d.d. 1491 Maart 15, 1500 Februari 18 en 1502 April 12, waardoor deze gestoken is (zie de regest nos.259, 281 en 289).

            Int jair ons Heeren MCCCCC ende twee Dynsdages opten XII dach in April.

            Oorspr. ( Inv. no. 26 . Met twee schepenzegels in papier genaaid. Met transfix d.d. 1511 Januari 21 (zie regest no. 313).

          • 313 1511 Januari 21

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Haze Maertijn Dircxz. wed. en Pietre, vrouw van Jan Mathijsz., hebben verkocht aan de Karthuizers buiten Delft het land, vermeld in de brieven d.d. 1491 Maart 15, 1500 Februari 18 en 1502 April 12, waardoor deze gestoken is (zie de regest nos.259, 281, 289 en 290).

            Int jair ons Heren MCCCCC ende thien Dynsdages opten XXI dach in Januario.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 26 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXXI.

        • (reg. nos. 398 en 399)

          • 398 1553 Maart 7

            Schepenen in Delfft oorkonden, dat Engebrecht Cornelisz. heeft verkocht aan Symon Heinricx een verbrand erf buiten de Watersloot.

            Gedaen de sevenden Martii anno XVC twee ende vijftich stilo Delphico.

            Oorspr. ( Inv. no. 27 ). Met twee schepenzegels in groene was. Met transfix d.d. 155 Maart 38 (zie no 399).

          • 399 1553 Maart 8

            Symon Henrickz. transporteert aan de Katusers buiten Delft het erf, vermeld in de brief d.d. 1553 Maart 7, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 398).

            Dezen VIIIen Marcii anno XVC twee ende vijftich stilo Delphico.

            Oorspr. ( Inv. no. 27 ). Met het zegel van de oorkonder in groene was.

        • 413 1567 September 5

          Vier arbiters doen uitspraak tussen Dirc Lourisz. en de Kathuysers buiten Delft, zóó, dat aan eerstgenoemde, wegens tekort aan maat, dat een perceel land, dat hij sinds 32 jaar van de Kathuysers in huur heeft en dat geschat was op 4 morgen 2 hont, bleek te hebben, 48 carolusguldens, die hij de Kathuysers volgens obligatie schuldig is, zullen worden kwijtgescholden.

          Anno XVC zeven ende tsestich opten vijffden September

          Oorspr. ( Inv. no. 28 ). Onderteekend door Dierick Louwerisz. en de vier arbiters.

          Blijkens Inv. no. 3 fol. VII, was dit poortland.

          (reg. no. 413)

        • 380 1537 Maart 5

          Willem, Pieter, Jan, Dirck en Aelbrecht, Pijns zoons, en Jacob de Jonge, Jan de Heuyter en Adam van der Duyn voor hun vrouwen, allen erfgenamen van mr. Jacob Pijnsz. en jonkvrouw Geeryt Claes Corffsdr., hun ouders, geven aan de Cathuysers buiten Delft 5½ gemet land in Diricxlandt, waarvoor het klooster jaarlijks eens in de Vasten een zalm moet koopen, aan iederen conventuaal een pint Rijnwijn uitdeelen en voor de ouders van de schenkers bidden.

          Opten Ven dach in Maerte XVC zes ende dertich nae de loop tsHooffs van Hollandt.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 29 ). Met de zegels van Jacob de Jonge en Adam van der Duyn in roode was.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXXVIII.

          c. Afschrift in Inv. no. 7 fo. 26.

          (reg. no. 380)

      • Zie Inv. no. 60 .

        • 146 1470 Maart 18

          Schepenen in Grijsoord oorkonden, dat Anthonis jonge Jansz. heeft verkocht aan mr. Jan Brabant, gemachtigde van de graaf van Oistervant, ten behoeve van de Karthuizers van St. Bertelmeeus buiten Delft, drie percelen land, groot 44 gemeten 37 roeden, ¼ van 36 gemeten 200 roeden en ½ van 34 gemeten 1 lijn en 25 roeden, alles gelegen in het Oudelandt.

          Int jair ons Heeren MCCCC ende tseventich opten achtiensten dach van Maerte.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 30 ). Met drie schepenzegels in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LVII.

          (reg. no. 146)

        • (reg. nos. 203 en 212)

          • 203 1478 April 6

            Schepenen in Grijsoord oorkonden, dat Jan Huge Jan Eewoutsz. voor hem en voor mr. Huge, zijn broeder, heeft verkocht aan Witte Jansz. 6½ gemet land aldaar in het Oudelant.

            Int jair ons Heeren dusent vierhondert achte ende tseventich sesse daghe in Aprille.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 31 ). Met drie schepenzegels in papier genaaid. Met een transfix d.d. 1479 April 22 (zie regest no. 212).

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LVII verso.

          • 212 1479 April 22

            Schepenen in Grijsoord oorkonden, dat Witte Jansz. verkocht heeft aan de Chartryosen buiten Delft 6 ½ gemet land, vermeld in de brief d.d. 1478 April 6, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 203).

            Int jair ons Heeren dusent vierhondert negen ende tseventich twee ende twintich dagen in Aprill.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 31 ). Met drie schepenzegels in papier genaaaid.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 . fo. LVIII.

        • 213 1479 Mei 18

          Schepenen in Grijsoord oorkonden, dat Victor Aertsz van Cele heeft verkocht aan de Chartroysen [Karthuizers] buiten Delft 12 gemeten land aldaar in het Oude Nyeuwelant.

          Int jair ons Heeren dusent vierhondert neghen ende tseventich achtien dagen in Meye.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 32 ). Met drie schepenzegels in groene was, waarvan het eerste geschonden.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LVIII.

          (reg. no. 213)

        • (reg. nos. 230 en 232)

          • 230 1483 April 10

            Schepenen van Grijsoord oorkonden, dat broeder Zeger Jansz., prior en gemachtigde van het klooster van de Regulieren van St. Michiel in De Hem bij Schoonhoven, heeft verkocht aan het klooster van de Chertroysen [Karthuizers], genaamd Ste. Bartholomeeus' dalen en gelegen buiten Delft, 44 gemeten land in het Oudelant van Grijsoord [Grijsoord]

            Int jair ons Heeren duysent vierhondert drie ende tachtich de thienden dach van Aprill.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 33 ). Met drie schepenzegels, waarvan twee in groene was en een in papier genaaid.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LV verso.

          • 232 1483 April 23

            Prior en gemeen convent van de Regulieren in De Hem bij Schoonhoven verkopen met toestemming van de prior van Syon, overste van het Kapittel Generaal, aan de Karthuizers van St. Bartholomees buiten Delft 44 gemeten land in Grijsoord in de Tongen.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert drie ende tachtich opten drie ende twintichsten dach van Aprille.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 33 ). Met de zegels van het klooster van de Regulieren en van de prior van Sion in groene was.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LIV verso.

        • 260 1491 Mei 8

          Schepenen in Grijssoorde oorkonden, dat de prior van St. Bartholomeus buiten Delft met Wouter Doensz. en Claes Wolfairtsz. 107½ gemet land aldaar in het Oudelandt hebben gekaveld, zoodat genoemd klooster twee percelen land, groot 36 gemeten en 17 gemeten 3 kwartier, ontvangen heeft.

          In de jare ons Heeren als men screeff duysendt vierhondert eene ende tnegentich achte dage in Meye

          a. Oorspr. ( Inv. no. 34 ). Met drie schepenzegels in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 7 fo. 28 verso.

          In dorso van het oorspr. staat: "Cavelbrief van Jan Heynenz. lant in Tonghen" en een aanteekening inhoudende, dat het klooster aan Wouter en Claes voornoemd nog 8 pond Vlaams heeft uitbetaald, omdat zijn portie beter was dan die dezer beide.

          (reg. no. 260)

        • 293 1503 Mei 20

          Schepenen in Grijsoord oorkonden, dat Geerit Willemsz. heeft verkocht aan het klooster van St. Bartholomeeus buiten Delft 4 gemeten land in het Oudelandt in Claes' Hill.

          Opten XXen dach in Meye anno XVC ende drie.

          Oorspr. ( Inv. no. 35 ). Met drie schepenzegels in papier genaaid.

          (reg. no. 293)

        • (reg. nos. 240, 253, 255 en 309)

          • 240 1484 September 12

            Schepenen van Niewerkercken in Grijsoorde oorkonden, dat Willem van Nyeulant en jonkvrouwe Frederuna, zijn vrouw, hebben gegeven aan Janna, natuurlijke dochter van Willem voornoemd, 2 gemeten land in het Noirt-Nieulant aldaar, waarvan zij gedurende hun leven het vruchtgebruik zullen houden.

            Int jaer ons Heeren MCCCC vier ende tachtich tSonnedags voir sinte Lambrechts dach.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 36 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid en een verloren. Met transfix d.d. 1509 Juni 10 (zie regest no. 309).

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXXV.

            c. Afschrift in Inv. no. 7 fo. 27 verso.

          • 253 1489 Maart 9

            De notaris Jacobus Meeman instrumenteert, dat Wilhelmus de Nyeulande en jonkvrouwe Fredruna, zijn vrouw, aan het klooster van St. Bartholomeus bij Delft 18 gemeten land in Grijsoord hebben geschonken, waarvan zij het vruchtgebruik behonden gedurende hun leven.

            Acta sunt hec in opido Delffensi....sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate eiusdem Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo nono indictione septimo mense vero Martii die nona ante meridiem hora quasi decima pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Innocencii divina providentia pape octavi anno quinto).

            a. Oorspr. ( Inv. no. 36 ). Met signatuur van de notaris.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LIX verso.

          • 255 1489 September 4

            Schepenen van Nyeukerken in Grijsoord oorkonden, dat Willem van Nyeulande en jonkvrouwe Frederuna, zijn vrouw, aan de Katusers 18 gemeten land hebben geschonken, gelegen in de polder tNoirder Nyewelant.

            Int jair ons Heeren MCCCC negen ende tachtich op de vierden dach in September.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 36 ). Met drie schepenzegels in papier genaaid.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LIX.

            c. Afschrift in Inv. no. 7 fo. 27.

          • 309 1509 Juni 10

            Schepenen van Nyewerkercken in Grijsoord oorkonden, dat Janne Willemsdr., natuurlijke dochter van Willem van Nyewelande, heeft geschonken aan het klooster van de Katuysers [Karthuizers] buiten Delft, het land, vermeld in de brief d.d. 1484 September 12, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 240).

            Int jair ons Heeren vijftienhondert ende negene de tienden dach in Junio

            Oorspr. ( Inv. no. 36 ). Met drie schepenzegels in papier genaaid.

        • (reg. nos. 373 en 374)

          • 373 1534 Mei 15

            Deken en kapittel van St. Lievins monster te Zierikzee vergunnen heer Jacob Dirixz. 1 gemet land, behorende tot zijn kapelrie, te verkopen.

            Gegeven int jaer ons Heeren XVC ende vierendertich de vijftiensten in Mayo.

            Oorspr. ( Inv. no. 37 ). Met het zegel van deken en kapittel in groene was.

          • 374 1534 Juli 4

            Schepenen in Grijsoord oorkonden, dat heer Jacob Dircxsz. verkocht heeft aan de Sertroysers buiten Delft 1 gemet land in het Oudelant.

            Den vierden Jury anno XVC vierendertich.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 37 ). Met drie schepenzegels in groene was.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXXVII.

        • 405 1561 September 9

          Vier arbiters doen uitspraak in een geschil tussen de Catusers buiten Delft en Pier Piersz. Tay, hun pachter, aangaande een huis met erf staande op kloostergrond, in dien zin, dat het huis eigendom van het klooster blijft, dat daarvoor aan genoemden Pier een vergoeding van 33 pond 10 schellingen Vlaams zal betalen.

          Desen IXen Septembris anno 1561.

          Oorspr. op papier ( Inv. no. 38 ). Met de handteekeningen van de arbiters en van partijen.

          406 1561 September 9

          De prior van de Katusers en Pier Tay komen ten overstaan van arbiters overeen, dat het geschil tussen hen, vermeld in bovenstaanden brief (zie regest no. 405) vereffend zal zijn, wanneer Pier voornoemd de eerstvolgende drie Kerstmissen achtereenvolgens 4, 4 en 3 pond Vlaams betalen zal.

          Actum ten dage ende cloestere ut supra (desen IX Septembris anno 1561).

          Oorspr. op papier ( Inv. no. 38 ). Met de handteekeningen van de arbiters en van partijen.

          407 (1561 September 9)

          De prior van de Katusers buiten Delft verhuurt ten overstaan van arbiters aan Aerdt Adriaensz. in de Oude Tonge de woning met erf, die Pier Tay vóór hem in huur had en die vermeld wordt in bovenstaanden brief d.d. 1561 September 9 (zie regest no. 405), voor 7 jaar.

          Oorspr. op papier ( Inv. no. 38 ). Met de handteekeningen van de arbiters en van partijen.

          (reg. nos. 405-407)

          Blijkens Inv. no. 4 fo. XLIX, stond deze woning op 36 gemeten land in het Oudeland van Grijsoord, vermeld onder no. 34.

        • (reg. nos. 87, 107, 118, 123 en 224)

          Zie reg. nos. 97 en 98.

          • 87 1449 Juni 19

            Aem Jansz. verkoopt aan Jan Gribber Heynricsz. en Agnies Heynricsdr. een rente van 3 wilhelmusschilden Hollands jaarlijks uit 2 morgen land in Hodenpijl.

            Opten XIXen dach in Junio int jair ons Heeren dusent vierhondert negen ende viertich.

            Oorspr. ( Inv. no. 39 ). Met de zegels van Clais Symonsz. en Jan Butsiel Heynricsz. in papier genaaid. Met twee transfixon d.d. 1458 Juli 24 en 1463 November 9 (zie de regest nos.107 en 118).

          • 107 1458 Juli 24

            Meester Jan Gribber Heynricsz. verkoopt aan Heynric en Mattheus Gheryts zoons de rente, vermeld in de brief d.d. 1449 Juni 19, waardoor deze gestoken is. (zie regest no. 87).

            Op sinte Jacobs avont apostel int jair ons Heren dusent vierhondert acht ende vijftich.

            Oorspr. ( Inv. no. 39 ). Met het zegel van de oorkonder in groene was. Met transfix d.d. 1463 November 9 (zie regest no. 118).

          • 118 1463 November 9

            Heynrick en Matheus Geryts zoons verkopen aan Pieter Claysz. de rente, vermeld in de brieven d.d. 1449 Juni 19 en 1458 Juli 24, waardoor deze gestoken is (zie de regest nos.87 en 107).

            Int jair ons Heren duysent vierhondert drie ende tsestich opten negenden dach in Novembri.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 39 ). Met de zegels van Claeys Offhuys en Jan Butsiel Heynricsz. in papier genaaid.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XX.

            Het opschrift boven het afschrift luidt: "Littera transfixa de tribus scutis Wilhelmi aureis de quibus sunt due antique littere transfixe ante istam de successione heriditatis materne eiusdem fratris Nycolai Tou" (sc. als in de brief d.d. 1454 Mei 8; zie regest no. 98).

          • 123 1466 Februari 10

            Symon Willemsz. verkoopt aan Pieter Claes Pietersz. 2½ morgen 30 gaarden land in Naeldwijck.

            Opten Xen dach in Februario int jak ons Heeren dusent vierhondert vijf ende tsestich na beloop des Hoofs van Hollant.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 39 ). Met de zegels van Symon voornoemd en van Jacop van Bleyswijck Gerytsz. in papier genaaid.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XX.

            Het opschrift boven het afschrift luidt: "Littera de II½ morgen terrarum et XXX gairden in Naeldwijck ex parte eiusdem fratris Nycolai Tou". Onder de brief staat: "Ava, mater prefati fratris Nycolai Tou, preter prescriptos redditus dedit in promptis pecuniis C libras Holl. cum quibus empte sunt terre in Zelandia. Ita quod summa reddituum taxata fuit ad quattuor libras Flandrie perpetue manendas conventui ex parte hereditatis materne eiusdem fratris Nycolai".

          • 224 1482 April 23

            Aef Pieter Claesz. wed. geeft de Karthuizers buiten Delft, ter afdoening van de erfenis, die hun met Claes Tou, haar zoon, na haar dood zou mogen aankomen, 6 morgen land in Hodenpijl, 3 gouden Hollandse wilhelmusschilden jaarlijks uit 2 morgen land aldaar en 2½ morgen land in Naeldwijc.

            Gedaen de XXIIIen dach in Aprille int jair ons Heeren MCCCC twee ende tachtich.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 39 ). Met de zegels van Dirck Geryt Hugenz. en Wigger Pietersz., zoon van Aef voornoemd, in groene was.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XVIII verso.

        • 154 1470 Juli 31

          Ministra en gemeen convent van St. Aechte te Delft geven het klooster van de Carthuseren [Karthuizers] in St. Bartholomees' dal in Jherusalem buiten Delft 7 morgen land, waarvan er 4½ aan de kloosterweg bij Koningsveld zijn gelegen, terwijl zij voor de andere 2½ een som gelds hebben gegeven.

          Int jaer ons Heren viertienhondert ende tseventich op sinte Pieters avont ad vincula.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 40 ). Het conventszegel van St. Aechte verloren.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XI.

          (reg. no. 154)

        • (reg. nos. 303, 311 en 395.)

          oude aantekening "reg. no. 395 is geborgen in de Toonkast."

          • 303 1506 Maart 17

            Haestgen Adriaen Gerytsz. wed. verkoopt aan Claes Andriesz. 8 morgen land in de Hoff van Delft achter Dijcxhoren.

            Int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende vijff opten seventiensten dach in Maerte nae custuyme van scriven de Hove van Hollant.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 41.2 ). Met het zegel van Heynrick Jansz. in papier genaaid. Met transfix d.d. 1510 Februari 3 (zie regest no. 311).

            b. Afschrift in inv. no. 3 fo. LXXX.

            c. Afschrift in Inv. no. 7 fo. 2 verso.

          • 311 1510 Februari 3

            Claes Andriesz. verkoopt aan het klooster van de Catuysers bij Delft het land, vermeld in de brief d.d. 1506 Maart 17, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 303).

            Gedaen opten derden dach in Februario int jair ons Heren duysent vijfhondert ende negen na de loep sHoefs van Hollant.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 41.1 ). Met het zegel van de oorkonder in papier genaaid.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXX.

            c. Afschrift in Inv. no. 7 fo. 4.

          • 395 1549 Mei

            Kaerle, Roomsch keizer enz., admortiseert op verzoek van de Karthuysers buiten Delfft 23 morgen hofland wegens de schade, door hen geleden door de overstroomingen in 1530 en 1532 en door de brand in 1536.

            Gegeven in onser stadt van Bruessele in de maent van Meye int jaer ons Heeren duysent vijffhondert negenenveertich van onsen keyserrijcke 't XXXte ende van onsen rijcke van Castilliën ende andere 't XXXIIIIte.

            Oorspr. ( Inv. no. 41 ). Met het zegel van de keizer in groene was.

            Aan de voet staat, dat Het octrooi de 14en April 1550 aan de prior is gepresenteerd en vervolgens is geregistreerd in het Breziele roode register fo. CLXXIIII; in dorso staat het interinement van de hoofden, tresorier-generaal en gecommitteerden van do domeinen en financiën d.d. 1550 Februari 19.

        • 416 1570 april 30

          Adriaen Doesz. op de Hoorn huurt van de prior en de procurator van de Karthuizers buiten Delft 1 1/2 morgen weiland, gelegen tussen het klooster en de Hoorn, voor 5 jaar

          Aldsu gehdaen de laesten dach van Arpil anno XVC tseventich stilo communi.

          Oorspr. op papier ( Inv. no. 42 ). Getekend door broeder Jan van Essche, prior, boreder Roelof Hermansz van Utrecht, procurator, en Arien Doesz.

          (reg. no. 416)

        • supplement 5 1440 februari 19

          Heynric Paedrenz en Jan Reijner Ghijsbrechtsz., schepenen in Leiden, oorkonden dat Willem van Bosschuysen verkocht heeft aan Jacob Marxz. 3 1/2 morgen land in het ambacht van Koudekerk

          Int jair ons Heren duysent vierhondert ende viertich opten negentienden dag in Februario

          Oorspr. ( Inv. no. 42A ). Met de zegels van beide schepenen in groene was.

          (reg. no. suppl. 5)

        • (reg. no. 258 en suppl. 1, 3 en 4)

          • 258 1490 November 26

            De notaris Johannes Johannesz. de Leydis instrumenteert, dat mr. Petrus Theodericusz. de Blommevenne bij zijn toetreding tot de orde van de Karthuizers te Colonia bij testament aan de Karthuizers bij Delft heeft vermaakt 7 morgen land in Koudekerck, behoudens een aantal legaten, uit de opbrengst van dat land uit te keeren.

            Acta sund hec Leydis....sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno nativitatis Eiusdem millesimo quadringentesimo nonagesimo indictione octava mensis Novembris die vicesima sexta hora completorum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Innocentii divina providentia pape octavi anno septimo).

            Oorspr. ( Inv. no. 43 ). Met signatuur van de notaris.

          • Supplement 1 1411 november 13

            Vranc Poesz en Willem Aelbrechtsz, schepenen in Leiden, oorkonden dat Hase Jacop Stiens weduwe en haar dochter Machtelt hebben verkocht aan Gheryt Gherytsz. van Poel hun zoon en broeder, 2 morgen land in Koudekerke in de Laghen Waert.

            Int Jair ons heren dusent vierhondert ende elve de vrijdaghes na Sinte Mertijns dach in de winter.

            Oorspr. ( Inv. no. 43 ). Met de zegels van de oorkonders in groene was, het laatste geschonden.

          • Supplement 3 1429 maart 31

            Willem Rondeel en Ghijsbrecht van Zwieten, schepenen in Leiden, oorkonden dat Jacob Coep heeft verkocht aan Jacob Marxz, 5 1/2 morgen land in Koudekerke in de Lagen Wairt.

            Int Jair ons heren duysent vierhondert ende negenendetwintich opten lesten dach in Maert.

            Oorspr. ( Inv. no. 43 ). Met de zegels van de oorkonders in groene was.

          • Supplement 4 1433 september 9

            Jan Heerman en Dirc van Oestgeest [Oegstgeest], schepenen in Leiden, oorkonden dat Willem Rondeel heeft verkocht aan Jacob Marxz, 6 morgen land, waarvan er 3 1/2 in het ambacht Koudekerke liggen en 2 1/2 in het ambacht van Leiderdorp.

            Int Jair ons heren duysent vierhondert drie ende dertich opten neghenden dacht van Septembry.

            Oorspr. ( Inv. no. 43 ). Met de zegels van de oorkonders in groene was.

      • Zie ook Inv. no. 137 .

        • (reg. nos. 159 en 160)

          • 159 1471 Maart 11

            Willem Jansz. en Mach telt Bonendr., zijn vrouw, verkopen aan Willem Jacopsz. twee percelen land in Maeslant tussen de Maesdijc en de Madesloot, groot 8 en 6 hont.

            Opten XIen dach in Mairte int jair ons Heren MCCCC ende tseventich na beloop tsHoofs van Hollant.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 44.1 ). Met de zegels van Jacop van Bleyswijck Gerytsz. en Jacop Jacop Lambrechtsz. in papier genaaid. Met transfix d.d. 1471 April 18 (zie regest no. 160).

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XXXI.

          • 160 1471 April 18

            Willlem Jacopsz. verkoopt aan de Karthuizers buiten Delft de twee percelen land, vermeld in de brief d.d. 1471 Maart 11, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 159).

            Opten XVIIIen dach in Aprille int jair ons Heren MCCCC ende een ende tseventich.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 44.3 ). Met de zegels van Claes Daramaesz. en Pouwels Pouwelsz. in papier genaaid.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XXXI verso.

        • 214 1479 September 23

          Willen Aernt Touwenz., doketer, en Claes Aernt Touwenz., priester, verkopen de Karthuizers buiten Delft 1 ½ morgen land in Maeslant.

          Opten XIIIen dach in Septembry int jair ons Heeren dusent vierhondert negen ende tseventich.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 45 ). Met de zegels van Pieter Aernt Rutgaertsz. en Danel Geryt Colijnsz.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XXXII.

          (reg. no. 214)

        • 217 1481 Maart 7

          Allaert, Jan en Kerstand Dirx zoons huren van de Cartusers buiten Delft 9½ morgen land in Maeslant voor 15 jaar.

          Gescreven opten VIIen dach in Maerte int jair ons Heeren MCCCC ende tachtich na loop tsHoofs van Hollant.

          Oorspr. ( Inv. no. 46 ). Met de zegels van Dammaes Sijsman Pietersz. en Vranc Claesz. in groene was.

          (reg. no. 217)

        • 298 1504 November 4

          De notaris Jacobus Meeman instrumenteert, dat mr. Jacobus Nycolausz. Pyno, priester en noviet in het klooster van St. Bartholomeus bij Delft, afstand heeft gedaan van zijn ouderlijk erfdeel, waarvoor zijn vader hem de helft van 10 morgen land in Maeslandt heeft gegeven behoudens het vruchtgebruik van 2½ morgen daarvan gedurende diens leven en dat van Aleid diens vrouw en dat mr. Jacobus Pyno vervolgens bij testament het genoemde land aan het klooster heeft vermaakt.

          Acta sunt hec....sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate Domini millesimo quingentesimo quarto indictione septima mensis vero Novembris die quarta hora vesperarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Julii divina providentia pape secundi anno primo).

          Oorspr. ( Inv. no. 47 ). Met signatuur van de notaris.

          (reg. 298)

        • (reg nos. 78, 198, 236 en 301)

          Zie reg. no. 122.

          • 78 1441 October 2

            Johan van Hodenpijl geeft mr. Geryt van der Hove de 18 morgen land in Maesland, waarvan deze hem de eigendom heeft gegeven, in erfleen.

            Opten anderden dach in October int jair ons Heeren duysent vierhondert een ende viertich.

            Oorspr. ( Inv. no. 48 ). Met geschonden zegel van Johan van Hodenpijl in roode was.

          • 122 1466 februari 2

            Johan van Hoeydenpijl, heer van Haemstede, belooft, op verzoek van Adriaen van der Hove en Joest, diens zoon, dat hij, na overlijden van Adriaen voornoemd, diens dochter, jonkvrouwe Gerryt, zal belenen met 18 morgen land in Maasland

            Op onser Vrouwe dach lichtmisse int jaer ons Heren dusent vierhondert vijf ende tsestisch nae beloep des Hoofs van Holland.

            Oorspr. ( Inv. no. 48B ).

            Afschrift in Inv. no. 3 fo. XL

            Aan de voet van het afschrift staat: "De istis redditibus est una antiqua littera confecta anno Domini MCCC XLI et adhuc alie littere de quitatione istius feudi quai simul jacent ligate in eadem capse singata cum lettera C".

          • Supplement 9A 1468 maart 10

            Jan van Hodenpijl, heer van Haemstede, ontslaat op verzoek van Adriaen van der Hoeve en in zonderheid van diens schoonzoon Pauwels Meusin, achttien morgen land in Maasland, die meeser Gueryt van der Hoeve Adriaen 's vader hem in leen had opgedragen, uit het leenverband, zodat Adriaen van der Hoeve deze achttien morgen voortaan als eigen goed zal bezitten gelijk eertijds zijn vader

            Opten Xen dach in Merte MCCCC achte en tsestich.

            Oorspr. ( Inv. no. 48C ). Het zegel van de oorkonder verloren

            In dorso staat "Littera van quytscellinge van XVIIII merghen van Jan van Mompel leenhouder, Adriaen van der Hoeven leenman

          • 198 1477 Juli 12

            Joest van de Hoeve geeft aan Pouwels Mensin, zijn zwager, een hofstede met 18 morgen land in Maeslant in plaats van 25 Rijnse guldens, die hij na de dood zijns vaders volgens huwelijksvoorwaarden aan Pouwels schuldig was.

            Opten XIIen dach in Julio int jair MCCCC seven ende tseventich.

            Oorspr. ( Inv. no. 48 ). Het zegel van de oorkonder verloren.

          • 236 1484 Maart 5

            Het Hof van Holland verleent akte van willige condemnatie aan jonkvrouw Gherairde van der Hoeve, weduwe van Pouwels Mensinck, voor de 18 morgen land in Maeslant, die zij aan de Chartrtusen bij Delft heeft gegeven.

            Opten Vsten dach in Maerte anno XIIIIC drie ende tachtich secundum cursum curie Hollandie.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 48 ). Met het zegel van het Hof in papier genaaid.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XXXIX verso.

          • 301 1505 September 22

            Geryt van der Houve van Lenesteyn schenkt de Cartuseren buiten Delft 18 morgen land in Maeslant.

            Gedaen int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende vijf opten twie ende twintichsten dach in Septembri.

            Oorspr. ( Inv. no. 48 ). Met de zegels van mr. Jan van Zeyst, dokter in de medicijnen, en Jan van Grieken in papier genaaid.

        • (reg. nos. 117, 277 en 386)

          • 117 1463 Augustus 11

            Schepenen in Leyden oorkonden, dat. Huge Geryt Hugenz. verkocht heeft aan Dirck van Bleyswijc Jacopsz. 4 morgen land in Maeslant op de Veen.

            Int jair ons Heren duysent vierhondert drie ende tsestich opten elften dach in Augusto.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 49 ). Met twee schepenzegels in groene was. Met transfix d.d. 1499 Februari 9 (zie regest no. 277) terwijl aan dezen brief is vastgenaaid een brief d.d. 1541 October 2 (zie regest no. 386).

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XXXVII verso.

          • 277 1499 Februari 9

            Fye Dirc Duyst Heynricksz. wed. verkoopt aan de gasthuismeesters van het Oude Gasthuis te Delft 2 morgen land van de 4, vermeld in de brief d.d. 1463 Augustus 11, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 117), en waarvan de andere twee de Cartuysers buiten Delft toebehooren.

            Int jair ons Heeren duysent vierhondert acht ende tnegentich opten IXen dach in Februario nae beloop sHoofs van Holland.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 49 ). Met de zegels van Costijn Jansz. en Cornelis Engebrechtsz. in groene was.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXXVIII.

          • 386 1541 October 2

            Bewaarders van het Oude Gasthuis te Delft transporteren aan de Chartusers [Karthuizers] buiten Delft 2 morgen land in Maasland in de Duyfpolder.

            Int jaer XVC een ende veertich de tweeden Octobris.

            Oorspr. ( Inv. no. 49 ). Ondertekend door de bewaarders van het Gasthuis, de prior en de procurator van het klooster van de Carthusers.

            Dit charter is vastgenaaid aan dat d.d. 1463 Augustus 11 (zie regest no. 117). In dorso staat: "Van IIII morgen lants in Maeslant in de Duyfpolder gecomen van Fye Duyst".

        • (reg nos. 23, 103, 205, 392 en 410)

          Zie reg. no. 242.

          • 23 1390 April 9

            Phillips van der Spange beleent Danel Pieter Vranckenz. zoon met 2 morgen land en een heemwerf in Oude Mathenes.

            Int jaer ons Heeren dusent driehondert ende tnegentich op de neghenden dach in Aprelle.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 50 ). Met het zegel van de oorkonder in papier genaaid.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XXV verso.

            Het opschrift boven het afschrift luidt: "Littera de II morgen lants feudalibus bonis prope Scyedammis ex parte fratris Johannis, Petri praefatii" (nl. in reg. regest no. 242).

          • 103 1457 September 24

            Phillips van der Spangen beleent Pieter Jansz. met 2 morgen land en een heemwerf in Oude Mattenesse.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert zeven ende vijftich opten XXIIIIsten dach in September.

            Oorspr. ( Inv. no. 50 ). Met het zegel van Geryt van der Spangen, oom van de oorkonder, in papier genaaid.

          • 205 1478 Juni 1

            Phillips van der Spange beleent mr. Jan Pietersz met 2 morgen land en een heemwerf in Oude Matenesse, zooals hij dat diens vader heeft gedaan.

            Int jair ons Heren MCCCC acht ende tseventich op de eersten dach van Junio.

            Oorspr. ( Inv. no. 50 ). Met het zegel van de oorkonder in papier genaaid.

          • 392 1546 Juli 13

            Cornelis van der Spangen, ridder, oorkondt, dat heer Pieter van Scherpenisse, prior van de Kathuyzers [Karthuizers] buiten Delft, Inghel Aertsz. heeft gemachtigd om voor het klooster in ontvangst te nemen 2 morgen land en een heemwerf in Oude Mathenesse, die hij aan dat klooster in erf leen heeft gegeven.

            Int jaer ons Heren duysent vijffhondert zes ende veertich de XIIIen dach Julii.

            Oorspr. ( Inv. no. 50 ). Met het zegel van de oorkonder in roode was.

          • 410 1564 October 17

            Philips van der Spangen beleent Peeter van Ootmeer als gemachtigde van heer Albrecht van de Berch., prior van de Carthuysers, met 2 morgen land en een heemwerf in Oude Mathenes.

            Int jaer ons Heeren XVC LXIIII de XVII Octobrys.

            Oorspr. ( Inv. no. 50 ). Met het zegel van de oorkonder in roode was.

      • Zie Inv. no. 118 .

      • Zie ook Inv. no. 39 .

        • (reg. nos. 218, 265 en 321)

          • 218 1481 April 2

            Arlewijn (1. Aelewijn) Vranckenz., Claes Jansz. en Lijsbeth Geryt Jansz. wed. kavelen met Claes en Dirc Symons zoons, hun broeders, de erfenis van hun vader Symon Claesz. zoo, dat Claes en Dirc voornoemd daarvan verwerven 5 morgen land in Naeldwijc en twee percelen, groot 5 morgen en 1½ morgen 1 hont 40 gaarden, in Wateringe.

            Gedaen de anderden dach in Aprille int jair ons Heeren dusent vierhondert ende tachtich na loop tsHoofs van Hollant.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 51.3 ). Met de zegels van Dirc Symonsz. en Wigher Pietersz., schepenen van Delft, in papier genaaid. Met transfix d.d. 1494 Juli 23 (zie regest no. 265).

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXV verso.

          • 265 1494 Juli 23

            Mr. Claes Symonsz., priester, verkoopt aan mr. Jacop Meeman, priester, 2 van de 5 morgen land in Naeldwijc en de beide percelen land in Wateringen, vermeld in de brief d.d. 1481 April 2, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 218).

            Opten XXIIIen dach in Julio anno XIIIIC vier ende tnegentich.

            Oorspr. ( Inv. no. 51.2 ). Met de zegels van Cornelys van Andell Ghijsbrechtsz. en Costijn Jansz., schepenen in Delft, in papier genaaid. Met transfix d.d. 1511 Mei 26 (zie regest no. 321).

          • 321 1511 Mei 26

            Jacob Meerman, priester, geeft het klooster van St. Bartholomees bij Delft, ter dotatie van een cel, twee percelen land, groot 5 en 2 morgen, vermeld in de brief d.d. 1494 Juli 23, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 265).

            Gedaen int jair ons Heeren duysent vijffhondert ende elve opten sess ende twintichsten dach in Meye.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 51.1 ). Met de zegels van de oorkonder en van Korsten Dirxz. van Alkemade, waarvan het eerste in papier genaaid, het tweede in groene was.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXVI.

        • (reg. nos. 271, 272, 279, 316 en 320)

          • 272 1496 December 1

            Clais Gerytsz. te Naeltwijck verklaart, dat hij door Dirck Willemsz. op Honsholredijck voldaan is van een rente uit twee percelen land, groot 3 morgen en 11 hont, waarvan deze het eerste verkocht heeft aan mr. Jacop Meeman, priester, en dat de rente vervolgens gevestigd is op een ander perceel gelegen in de Broeck.

            Int jair ons Heren duysent vierhondert zes ende tnegentich opten eersten dach in Decembri.

            Oorspr. ( Inv. no. 52.1 ). Met de zegels van Cornelis van Andel Ghijsbrechts., burgemeester, en Cornelis Engebrechtsz, schepen van Delft, in papier genaaid.

          • 316 1511 Mei 26

            Jacob Meeman, priester, geeft aan het klooster van St. Bartholomees bij Delft, ter dotatie van een cel, het land, vermeld in de brief d.d. 1499 December 19, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 279).

            Gedaen int jair ons Heeren dusent vijffhondert ende elve opten sess ende twintichsten dach in Meye.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 52.2 ). Met de zegels van de oorkonder en van Kersten Dirxz. van Alkemade in papier genaaid.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXVII.

          • 279 1499 December 19

            Vouwe Dirck Willemsz. wed. op Honselersdijck verkoopt aan mr. Jacop Meeman, priester, 11 hont land in Naeltwijck.

            Gedaen int jair ons Heren duysent vierhondert negen ende tnegentich opten XIXten dach in Decembri.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 52.3 ). Met de zegels van Costijn Jansz. en Willem Grijp Florysz., schepenen in Delft, in papier genaaid. Met transfix d.d. 1511 Mei 26 (zie regest no. 316),

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXVI verso.

          • 320 1511 Mei 26

            Jacob Meeman, priester, geeft het klooster van St. Bartholomees bij Delft het land, vermeld in de brief d.d. 1496 Mei 4, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 271).

            Gedaen int jair ons Heeren dusent vijffhondert ende elve opten sess ende twintichsten dach in Mayo.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 52.4 ). Met de zegels van de oorkonder en van Kerstant Dirxz. van Alckmade in papier genaaid.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXVII verso.

          • 271 1496 Mei 4

            Dirck Willlemsz. te Honselerdijck verkoopt aan mr. Jacob Meeman, priester, 3 morgen land in Naeldwijck.

            Gedaen int jair ons Heeren duysent vierhondert ses ende tnegentich opten vierden dach in Meye.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 52.5 ). Met de zegels van de oorkonder en van Cornelis van Andel Gijsbrechtsz. in papier genaaid. Met transfix d.d. 1511 Mei 26 (zie regest no. 320).

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXVII.

        • (reg. nos. 378, 388, 390 en 415)

          • 378 1536 April 29

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Pieter Jan Ariaensz. te Honselredijck heeft verkocht aan heer Jan Jacobsz., priester, een rente van 6 pond Hollands jaarlijks, losbaar met de penning 16 en verzekerd op zijn huis en erf met 2 morgen land in Naaldtwijck.

            Opten XXIXen April anno XVC zes ende dortich.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 53 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid. Met twee transfixen d.d. 1542 September 12 en 1543 Juli 20 (zie de regest nos.388 en 390).

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. CXXIX.

            In margine van het afschrift staat: "Item pro istis redditibus sunt nobis addicta sive adiudicata (aengescat) illa duo iugera, de quibus hec littera facit mentionem et habemus litteras huius pactionis". Zie reg. regest no. 390.

          • 388 1542 September 2

            Gezworens te Naeldwijck oorkonden, dat de Cathusers [Karthuizers] buiten Delft wegens 12 pond Hollands achterstallige rente, verzekerd op 2 morgen land, zooals omschreven is in de brief d.d. 1536 April 29, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 378), is toegepacht een rente, bedragende 13 stuivers 3 penningen 1½ mite Vlaams jaarlijks, losbaar met de penning 14 en verzekerd op hetzelfde land.

            Aldus gedaen anno vijftienhondert ende twee ende veertich de twalefsten dach Septembris.

            Oorspr. ( Inv. no. 53 ). Met het zegel van mr. Jan van Hoyquesloet in roode was. Met transfix d.d. 1543 Juli 20 (zie regest no. 390).

          • 390 1543 Juli 28

            Gezworens van Naeldwijck oorkonden, dat de Cathusers [Karthuizers] buiten Delft het land, vermeld in de brieven d.d. 1536 April 29 en 1542 September 2, waardoor deze gestoken is (zie de nos 378 en 388), is toegepacht wegens achterstallige rente.

            Aldus gedaen anno vijftienhonderd ende drie ende veertich de acht ende twyntichsten dach Julii.

            Oorspr. ( Inv. no. 53 ). Met het zegel van mr. Jan van Hoyquesloedt, schout van Naeldwijck, in roode was.

          • 415 1570 april 3

            Schepen en raad van de stad Lyer [Lier in België] oorkonden, dat broeder Cornelis van Kerckhove , prior van het Satroysen klooster, heeft getuigd dat, toen hij procurator was van de Karthuizers buiten Delft, twee ingezetenen aldaar aanspraak maakten op 2 morgen land te Naaldwijk, welke de Karthuizers waren toegepacht wegens achterstallige rente, en dat die ingezetenen in een proces daarover door wethouders van Naaldwijk niet ontvankelijk in hun eis zijn verklaard.

            Gesciet op de derden dach van April int jaer vijfthienhondert ende tseventich.

            Oorspr. ( Inv. no. 53 ). Met het stadszegel in groene was.

        • (reg. nos. 231, 273 en 276)

          • 231 1483 April 10

            Schepenen in Natendale oorkonden, dat Adriaen Breyel en zijn vrouw Gertruyt aan de Carthuseren buiten Delft hebben gegeven 13 gemeten 25 roeden en 3½ gemet land.

            Int jaer ons Heren duysent vierhondert drie ende tachtich de tienden dach van Aprille.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 54.1 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

            b. Afschrift in Inv. no. 8 fo. XLVII.

            c. Afschrift in Inv. no. 7 fo. 13 verso.

          • 273 1496 December 4

            Schepenen van Natairs oorkonden, dat Adriaen Cornelisz. Breyel en Gheertruyt Claes Ye zoons dochter, zijn vrouw, hebben gegeven aan het klooster van de Karthuizers bij Delft twee percelen land, groot 13 en 3½ gemet.

            Den vierden dach in Decembri int jaer ons Heeren vierthienhondert zessentnegentich.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 54.2 ). Met drie schepenzegels in papier genaaid.

            b. Afschrift in Inv. no. 7 fo. 14.

          • 276 1499 Januari 21

            Mannen van de heerlijkheid van Voorne en schepenen van de Briel oorkonden, dat Arien Breydel Cornelisz. en Geertruyt, zijn vrouw, aan de Carthuseren buiten Delft drie percelen land gegeven hebben nl. 13 gemeten 25 roeden, 3½ gemet in Natendale en 7 lijnen in het Nyeulant.

            Den XXIen daeh in Januarius int jaer XIIIIC negen ende tnegentich.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 54.3 ). Met vier zegels van de mannen en schepenen in papier genaaid.

            b. Afschrift in Inv. no. 7 fo. 14 verso.

        • (reg. nos. 307 en 323)

          • 307 1509 April 18

            Heynryck Aemsz. kavelt met Vreryck Jansz. 4 morgen land in Noertdorp.

            Gedaen opten XVIIIen dach in April int jaer ons Heeren duysent vijff hondert ende negen.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 56.2 ). Met de zegels van Cornelys Engebrechtsz. en Jan Costijnsz. in papier genaaid. Met transfix d.d. 1513 April 4 (zie regest no. 323).

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXX verso.

            Het opschrift boven het afschrift luidt: "Littera de II marghen veenlants geleghen in Noerdorp emptis a Martino Brammer".

          • 323 1513 April 4

            Maertijn Woutersz. verkoopt aan de Catuysers bij Delft de helft van 4 morgen land in Nootdorp, vermeld in de brief d.d. 1509 April 18, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 307).

            Gedaen opten vierden dach in April int jair ons Heeren duysent vijffhondert ende dertien.

            Oorspr. ( Inv. no. 56.1 ). Met de zegels van Cornelys Engebrechtsz. en Jan Costijnsz. in papier genaaid.

        • (reg. nos. 322 en 325)

          • 322 1513 Januari 26

            Gherrit Claesz. verkoopt aan de Karthuizers buiten Delft 3 morgen land, geheeten de Bijl en gelegen in Noertdorp.

            Opten XXVIen dach in Januario int jair ons Heren dusent vijfhondert ende twaelf nae 'beloep tsHoefs van Hollant.

            Oorspr. ( Inv. no. 57.1 ). Met de zegels van Gillis Hughensz. en Corstijn Dirckz. van Alcmaie in papier genaaid.

          • 325 1516 Januari 27

            Dirck Wyllemsz. verkoopt aan de Chatusers [Karthuizers] buiten Delft 3 morgen land, geheeten de Bijl en gelegen in Nootdorp.

            Gedaen opten XXVIIen dach in Januario int jair ons Heeren duysent vijffhondert ende vifthyen nae schryvens sHoifs van Hollandt.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 57.2 ). Met de zegels van Cornelis Wyllemsz. en Claes Boen Florysz. van Coudenhoven in papier genaaid.

            b. Afschrift in Inv.no. 3 fo. LXXXI verso.

        • (reg. nos. 305 en 326)

          • 305 1506 October 21

            Philips Jansz. verkoopt aan heer Pieter Jacobsz., priester, een perceel land in Nooddorp.

            Int jair XVc ende VI de XXIsten dach in October.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 58.2 ). Met de zegels van Geryt Kerstijnsz. en Heinryk Jansz. in papier genaaid. Met transfix d.d. 1517 Januari 26 (zie regest no. 326).

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXXI verso.

            Blijkens Inv. no. 4 fo. XX, was het perceel 8 hont groot.

          • 326 1517 Januari 26

            Dammas Willemsz., koopman, verkoopt aan de Carthuysers buiten Delft een perceel land in Nooddorp, vermeld in de brief d.d. 1506 October 21, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 305).

            Opten zes ende twintichsten dach in Januario anno XVc ende zeventhien.

            Oorspr. ( Inv. no. 58.1 ). Met de zegels van Heyn Thou en Jan Heynricxz. in papier genaaid.

        • (reg. nos. 287 en 319)

          • 287 1501 April 15

            Tyeman Barthoutsz. verkoopt aan mr. Jacop Meeman, priester, de helft van 8 morgen land in Ouderschie.

            Gescreven ende gedaen opten vijftiensten in April int jair ons Heren vijftienhondert ende een.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 59.2 ). Met de zegels van Willem Grijp Florysz. en Cornelis Engebrechtsz. in papier genaaid. Met transfix d.d. 1511 Mei 26 (zie regest no. 319).

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXVII verso.

          • 319 1511 Mei 26

            Jacop Meeman, priester, geeft aan het klooster van St. Bartholomees bij Delft, ter dotatie van een cel, het land, vermeld in de brief d.d. 1501 April 15, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 287).

            Gedaen int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende elve opten sess ende twintichsten dach in Mayo.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 59.1 ). Met de zegels van de oorkonder en van Kerstant Dirxz. van Alckemade in papier genaaid.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXVIII.

        • (reg. nos. 201, 202, 220 en 223)

          Zie reg. no. 131.

          • 201 1478 Januari 12

            Goris Cornelisz. verkoopt aan de Kartusers [Karthuizers] bij Delft de helft van zijn aandeel in de landen, renten en erven, die hij met hen en met Adriaen Jansz. gemeen had.

            Int jair ons Heeren dusent vierhondert ende acht ende tseventich de XIIsten dach in Januario.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 60.1 ). Met de zegels van Cornelis Hugenz. en Adriaen Jansz. in papier genaaid.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XLIII.

            c. Afschrift in Inv. no. 7 fo. 10 verso.

            In dorso van het oorspr. staat, dat Govert Cornelisz. de andere helft van zijn aandeel zal heffen van de landen en goederen, die hij nog met de Kartusers en Adriaen Jansz. gemeen heeft, en die gelegen zijn in Merkenburch, Ghervliet en Portegail, dat hij van de Kartusers in ruil heeft ontvangen land in de Briel, Zwartewail en de Nieuwen Home, en dat zijn aandeel in het geheel 7 pond Hollands beliep.

          • 202 1478 Januari 25

            Adriaen Jan Willemsz. verklaart, dat de landen en renten, die hij in het land van Putte gemeen heeft met de Cartusers bij Delft, na kaveling hun ieder voor de helft toebehooren en niet, zooals tot nog toe, aan hem voor drie en aan de Cartusers voor een vierde deel.

            Int jair XIIIIC acht ende tseventich vijf ende twintich daege in Januario.

            a. Oorspr. op papier ( Inv. no. 60 ). Het opgedrukte zegel van de oorkonder verloren.

            b. Afschrift in Inv. no. 7 fo. 11.

          • 220 1481 Mei 4

            Gorys Cornelisz. verkoopt aan de Karthusers buiten Delft de helft van zijn aandeel in de landen en renten, die hij met hen en met Adriaen Jansz. gemeen had in Geervliet, Symons haven, Spikenisse, Marckenburch, Poortegael en Bornisse, welk aandeel 7 pond Hollands jaarlijks beliep.

            Opten vierden dach van Meye int jair ons liefs Heren XIIIIC een ende tachtich.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 60 ). Met de zegels van Adriaen Jansz., burgemeester ten Briele, en Adriaen Breydel in papier genaaid.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XLIII verso.

            c. Afschrift in Inv. no. 7 fo. 10 verso.

          • 223 1482 Januari 21

            Adriaen Jan Willemsz. verkoopt aan de Karthuizers buiten Delft het land, dat hij met hen gemeen had in Poortegael en in het land van Putte, en 3 gemeten in Merkenburch.

            Int jair ons Heeren XIIIIC ende LXXXII opten XXIsten dach in Januario.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 60 ). Met het zegel van de oorkonder in papier genaaid.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XLVI.

            c. Afschrift in Inv. no. 7 fo. 11 verso.

        • (reg. nos. 53, 80, 83, 90, 93, 99, 109, 110, 116, 126 en 200).

          • 109 1459 Februari 27

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Symon Dirc Hubrechtsz. heeft verkocht aan Geryt Pietersz. van Buten het land, vermeld in de brieven d.d. 1429 Mei 3, 1446 Februari 15 en 1447 Mei 9, waardoor deze gestoken is (zie de regest nos.53, 80 en 83).

            Int jair ons Heren MCCCC acht ende vijftich tsDynxdages opten XXVIIen dach in Februario.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 61.1 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XI verso.

          • 83 1447 Mei 9

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Jan Pietersz. heeft verkocht aan Engebrecht de Smits kinderen het land, vermeld in de brieven d.d. 1429 Mei 3 en 1446 Februari 15, waardoor deze gestoken is (zie de regest nos.53 en 80).

            Int jair ons Heren MCCCC zeven ende viertich tsDinxdages opten IXen dach in Meye.

            Oorspr. ( Inv. no. 61.2 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid. Met transfix d.d. 1459 Februari 27 (zie regest no. 109).

            In dorso staat: "Item 7½ hont lant datum per fratrem Judocum".

          • 80 1446 Februari 15

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Geryt Jan Symonsz. heeft verkocht aan Jan Pietersz. het land, vermeld in de brief d.d. 1429 Mei 3, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 53).

            Int jair ons Heren MCCCC vijff ende viertich tsDinxdages na sinte Valentijns dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 61.3 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid. Met twee transfixen d.d. 1447 Mei 9 en 1459 Februari 27 (zie de regest nos.83 en 109).

          • 53 1429 Mei 3

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Aernt Sus Jansz. heeft verkocht aan Diert Dirxz. de helft van 2½ morgen poortland Zuidwaarts van de stad.

            Int jair ons Heren MCCCC negen ende twintich tsDinxdages na Meyendage.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 61.4 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid. Met drie transfixen d.d. 1446 Februari 15, 1447 Mei 9 en 1459 Februari 27 (zie de regest nos.80, 83 en 109).

          • 126 1466 April 15

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Danell Geryt Colijnsz. zoon heeft verkocht aan Geryt Pietersz. van Buten ? van 2½ morgen poortland, vermeld in de brief d.d. 1452 October 17, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 93).

            Int jair ons Heren MCCCC zess ende tsestich tsDynxdages opten XVen dach in Aprill.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 61.5 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XII.

          • 110 1459 Februari 28

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Jan de Rumer heeft verkocht aan Danel Geryt Colijnsz. zoon 1/6 van 16 hont poortland, vermeld in de brief d.d. 1454 Juli 9, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 99).

            Int jair ons Heeren MCCCC acht ende vijftich tsDynxdages opten lesten dach van Februario.

            Oorspr. ( Inv. no. 61.6 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

          • 99 1454 Juli 9

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Litgaert Jansz. heeft verkocht aan Jan de Rumer 1/6 van 16 hont poortland buiten de Oostpoort.

            Int jair ons Heren MCCCC vier ende vijftich tsDynxdages opten IXen dage in Julio.

            Oorspr. ( Inv. no. 61.7 ). Met een schepenzegel in groene was en een in papier genaaid. Met transfix d.d. 1459 Februari 28 (zie regest no. 110), terwijl deze brief door dien d.d. 1466 April 15 (zie regest no. 126) is .vastgemaakt aan dien d.d. 1452 October 17 (zie regest no. 93).

            In dorso staat: "Item 2½ hont per Judocum data."

          • 93 1452 October 17

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Dirc Pieter Aelwijnsz. heeft verkocht aan Jan de Vlieger Aerntsz. 1/6 van 2½ morgen poortland buiten de Oostpoort.

            Int jair ons Heren MCCCC twee ende vijftich tsDynxdages na Victoirs dage.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 61.8 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid. Met transfix d.d. 1466 April 15 (zie regest no. 126), waardoor de brief d.d. 1454 Ju(i 9 met een transfix d.d. 1459 Februari 28 (zie de regest nos.99 en 110) ook hieraan is vastgemaakt.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XII.

            Het opschrift boven het afschrift luidt: "Littera scabinalis transfixa de vijf hont terrarum extra portam orientalem oppidi Delfensis datis a fratre Judoco prescripto" (nl. boven de brief d.d. 1429 Mei 3, zie reg. regest no. 53).

          • 116 1463 Maart 22

            Schepenen in Delft oorkonden, dat Wouter Jansz. de Molenair heeft verkocht aan Geryt Pietersz. van Buten 2½ hont poortland Zuidwaarts van Delft.

            Int jair ons Heren MCCCC twee ende tsestich tsDynxdages opten XXIIen dach in Mairte.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 61.9 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XII verso.

            Het opschrift boven het afschrift luidt: "Littera de 2½ hont lants datis per eundem fratrem Judocum praefatum" (s.c. boven de brief d.d. 1452 October 17; zie regest no. 93).

          • 200 1477 November 16

            Pouwels Pouwelsz., Dammaes Sijsman Pietersz., Adriaen van de Horn Dircsz. en Cleyman Jacopsz., arbiters, doen uitspraak tussen de Cartusers buiten Delft, uit hoofde van hun medebroeder Joost Gerytsz. van Buten van de eenen, en Pieter Gerytsz. van de anderen kant, zóó, dat het klooster afstand zal doen van alles, wat het bij overlijden van Cornelia Gerytsdr., vrouw van Dirck IJsbrantsz. en zuster van Joost en Pieter voornoemd, is aangekomen, waarvoor Pieter het klooster 10 morgen 2 hont land in Pijnaker, 2½ morgen ten Oosten van Delft en 22 pond 13 schellingen 4 penningen Vlaams geven zal.

            Gedaen de XVIen dach in Novembri int jair ons Heeren MCCCC zeven ende tseventich.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 61.10 ). Met de zegels van Pouwels Pouwelsz., Dammaes Sijsman Pietersz., Adriaen van de Horn, het klooster en Adriaen Heymansz., secretaris van Delft, in papier genaaid.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XIII.

          • 90 1450 Juni 2

            Schepenen, in Delft oorkonden, dat Heynric Claesz. heeft verkocht aan Wouter Lidt en Alijt, Jan Litgairtsz. kinderen, de helft van 2½ morgen land Zuidwaarts van de stad.

            Int jair ons Heren MCCCC ende vijftich tsDinxdaghes opten anderden dach in Junio.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 61 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XI verso.

            In dorso van het oorspr. staat: "Ista littera vacat quare est registr. cum litteris fratris Judoci". In margine van het afschrift staat: "Ista littera tenet de 7½ hont et non attinet ad nos Dec media pars quam vendidit Wouter Lid Gerryt van Buten sicut patet postea in quadam littera quae incipit: 'Wy Gerryt Colijnsz. ende Pieter Claes Pietersz.' et sic vacat haec litera presens (zie reg. regest no. 116).

        • 2 1342 juli 13

          Jan van Sluus, Pieter Meeusz en Jan Symonsz., schepenen in het Nyewe lant ,oorkonden dat Oellaert Pietersz. aen Claes Betten zoon heeft gegeven 6 gemeten land in het Vosland, die hij in erfpacht had voor 40 schellingen Hollands jaarlijks.

          Gegeven int jaer ons Heeren MCCC twee ende viertich op sinte Margrieten dach

          a. Oorspr. ( Inv. no. 61A ). Met de zegels van de schepenen in rode was

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XLVI verso.

          Het opschrift luidt: "Littera antiqua scabinalis de II £ Holl super VI gemeten in Symonshaven".

          (reg. no. 2)

      • Zie Inv. no. 60 .

      • Zie Inv. no. 60 .

      • Zie Inv. no. 137 .

      • Zie ook Inv. no. 60 .

        • 225 1482 Mei 8

          Schepenen van Geervliet oorkonden, dat Geeryt van Abambroeck, ruwaard en baljuw van het land van Putte, heeft geschonken aan de Karthuizers buiten Delft 3 gemeten land in het ambacht van heer Symons haven.

          Gedaen int jaer viertyenhondert twe ende tachtich opten achtsten dach in Mey.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 62 ). Met drie schepenzegels in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XLVI.

          c. Afschrift in Inv. no. 7 fo. 11.

          (reg. no. 225)

      • Zie Inv. no. 60 .

        • (reg. nos. 138 en 139)

          • 138 1469 October 27

            Schepenen ter Tholen oorkonden, dat Cornelis Claes van Scouwenz. als burgemeester en oppervoogd van de weezen en Govert Mathijsz. als voogd van Katrine Govertsdr. hebben verkocht aan het klooster van de Cartusers [Karthuizers] buiten Delft twee percelen land, groot een half gemet 35 roeden, en 30½ roede, in Mosselhouck.

            Gegeven int jaer ons Heeren dusent vierhondert negen ende tsestich opten zeven ende twintichsten dach in Octobri.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 63.1 ). Met drie schepenzegels in groene was, waarvan twee geschonden.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LIII verso.

            In margine van het afschrift staat: "Vendita ut supra". Zie de noot bij regest no. 135.

          • 139 1469 October 27

            Schepenen ter Tholen oorkonden, dat Cornelis Clais van Scouwenz. verkocht heeft aan de Cartuysers [Karthuizers] buiten Delft ½ gemet, 35 roeden in Mosselhouck.

            Gegeven int jaer ons Heeren dusent vierhondert negen ende ende tsestich opten zeven ende twintichsten dach in Octobri.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 63.2 ). Met drie schepenzegels in groene was.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LIII verso.

            In margine van het afschrift staat: "Vendita ut supra". Zie de noot bij regest no. 135.

        • 140 1469 October 28

          Deken en kapittel van Onser Lieven Vrouwen kerk in Tholen verkopen aan het klooster van de Cartuysers buiten Delft 3 kwartier land, gelegen in Mosselhouck.

          Int jaer ons Heren dusent vierhondert negen ende tsestich opten acht ende twintichsten dach in Octobri.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 64 ). Met geschonden klein zegel van het klooster in groene was

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LII verso.

          In margine van het afschrift staat: "Vendita ut supra". Zie de noot bij regest no. 185.

          (reg. no. 140)

        • (reg. nos. 135-137 en 141)

          • 135 1469 October 27

            Schepenen ter Tholen oorkonden, dat Govert Mathijsz. heeft getransporteerd aan het klooster van de Cartuysers buiten Delft 2½ gemet 100 roeden land aan de Noordzijde van Overslick, 1½ gemet 15 roeden in de Oosthoek van Doirloo, 3 gemeten 115½ roede bij het huis in Mosselhouck en zijn aandeel in dat huis met erf.

            Int jaer ons Heeren dusent vierhondert negen ende tzestich opten zeven ende twintichsten dach in Octobri.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 65.1 ). Met een schepenzegel in groene was en een verloren.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LII

            In margine van het afschrift staat: "Vendita ut supra" (sc. sub priore Gerardo de Eynckhuysen).

          • 136 1469 October 27

            Schepenen ter Tholen oorkonden, dat Jan Danckertsz. voor zijn dochter Geertruit heeft verkocht aan de Cartusers [Karthuizers] buiten Delft 5 kwartier land in de Oosthoek van Doirloo en 3½ gemet 104½ roede bij het huis in Mosselhouck.

            Gedaen int jaer ons Heeren dusent vierhondert negen ende tsestich opten zeven ende twintichsten dach in Octobri.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 65.2 ). Met drie schepenzegels in groene was.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LI verso.

            In margine van het afschrift staat: "Vendita ut supra". Zie de noot bij regest no. 135.

          • 137 1469 October 27

            Schepenen ter Tholen oorkonden, dat Herman Govertsz. heeft getransporteerd aan het klooster van de Cartuysers buiten Delft 5½ geniet 50 roeden land aan de Noordzijde van het Overslick, 1 gemet en ½ kwartier aan de Zuidzijde van het Overslick, twee percelen, groot 5 kwartier en 2 gemeten 50 roeden, in de Oosthoek van Doirloo en 4 gemeten 101½ roede in Mosselhouck bij het huis met zijn aandeel in dat huis met erf.

            Gegeven int jaer ons Heeren dusent vierhondert negen ende tsestich opten zeven ende twintichsten dach in Octobri.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 65.3 ). Met twee schepenzegels in groene was.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LIII.

            In margine van het afschrift staat: "Vendita ut supra". Zie de noot bij regest no. 135.

          • 141 1469 October 31

            Schepenen in Tholen oorkonden, dat Herman Govertsz. en Govert Mathijsz. zich, mede voor Katrine Govertsdr. en Geertruit Jansdr., elkaars borg hebben verklaard voor het land in Mosselhouck, dat zij aan het klooster van de Cartusers buiten Delft hebben verkocht.

            Gegeven int jaer ons Heeren dusent vierhondert negen ende tsestich opten lesten dach in Octobri.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 65.4 ). Met twee schepenzegels in groene was, waarvan het eerste geschonden.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. L.

            In margine van het afschrift staat: "Vendita est sub priore Gerardo de Eynckhuyssen". Het opschrift luidt: "Littera de hereditate empta in Mosselhoeck super quam domus sita est".

        • (reg. nos. 152 en 176)

          • 152 1470 Juli 26

            Schepenen ter Tholen oorkonden, dat Willem en heer Jan van Oistende hebben getransporteerd aan Clays die Vriese 5½ gemet en 110 roeden land in Mosselhouck.

            Gegeven int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende tseventich op de zess ende twintichsten dach van Julio.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 66.1 ). Met drie schepenzegels in groene was, waarvan het laatste geschonden.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LI.

          • 176 1472 Mei 2

            Schepenen ter Tholen oorkonden, dat Clais de Vriese verkocht heeft aan het klooster van de Certroysers buiten Delft 5½ gemet 110 roeden land in Mosselhouc.

            Gegeven int jaer ons Heeren dusent vierhondert twee ende tseventich opden tweeden dach in Meye.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 66.2 ). Met drie schepenzegels in groene was.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. L verso.

            In margine van het afschrift staat: "Vendita sunt sub priore Gerardo de Eynckhuysen".

        • 194 1477 Mei 2

          Schepenen ter Tholen oorkonden, dat Herman Govertsz., schepen aldaar, heeft verkocht aan het klooster van de Cartuysers buiten Delft twee percelen land, groot 1½ gemet 13 roeden en 2 gemeten 50 roeden, beide gelegen in Mosselhouck.

          Gegeven int jaer ons Heeren dusent vierhondert zeven ende zeventich twee dagen in Meye.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 67 ). Met drie schepenzegels in groene was.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LI.

          In margine van het opschrift staat: "Vendita sub eodem priores" (sc. Gerardo de Eynckhuysen).

          (reg. no. 194)

        • 195 1477 Mei 4

          Schepenen ter Tholen oorkonden, dat Willem Jansz. Breydell, schepen aldaar, verkocht heeft aan het klooster van de Cartuysers buiten Delft 5½ gemet land in Mosselhouck.

          Gegeven int jaer ons Heeren dusent vierhondert zeven ende tzeventich vier dagen in Meye.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 68 ). Met drie schepenzegels in groene was.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LI verso.

          In margine van het afschrift staat: "Vendita ut supra" (zie de noot bij regest no. 135).

          (reg. no. 195)

        • 226 1482 Juni 25

          Schepenen ter Tholen oorkonden, dat Jacop Jan Louwenz heeft getransporteerd aan de Karthuysers buiten Delft 6½ gemet 15 roeden land in Doirloo.

          Gedaen int jaer ons Heeren dusent vierhondert twee ende tachtich opten vijf ende twintichsten dach in Junio.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 69 ). Met drie schepenzegels in groene was.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LIV.

          In margine van het afschrift staat: "Vendita ut supra" (zie de noot bij regest no. 135).

          (reg. no. 226)