Terug naar zoekresultaten

3.05.33 Inventaris van een steekproef uit het archief van de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Zuid-Holland Zuid en Zeeland, locatie Dordrecht, 2002-2003 [GEANONIMISEERDE VERSIE]

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

3.05.33
Inventaris van een steekproef uit het archief van de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Zuid-Holland Zuid en Zeeland, locatie Dordrecht, 2002-2003 [GEANONIMISEERDE VERSIE]

Auteur

Centrale Archiefselectiedienst, Winschoten

Versie

20-01-2020

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2008 cc0
( Geanonimiseerde versie. )

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Raad voor de Kinderbescherming, Regio Zuid-Holland Zuid en Zeeland, locatie Dordrecht [steekproef]
Kinderbescherming Dordrecht

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 2001-2002

Archiefbloknummer

37221

Omvang

; 5 inventarisnummer(s) 0,60 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Raad voor Kinderbescherming / Regio Zuid-Holland Zuid en Zeeland / Locatie Dordrecht

Samenvatting van de inhoud van het archief

De Raad voor de Kinderbescherming heeft als taken het adviseren van de rechter en het opvangen van kinderen. Vanaf de oprichting van de voormalige Voogdijraad is er sprake van dossiervorming. Het archief bevat een a-selecte steekproef uit de serie dossiers: het betreft hier alleen gezinsdossiers, dus geen kinddossiers, adoptiedossiers of dossiers aangaande de bedrijfsvoering. Alleen dossiers eindigend op het getal 1 zijn voor bewaring geselecteerd.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
In 1905 traden de zo genaamde Kinderwetten in werking. Deze wetten regelden op een duidelijke manier de wederzijdse rechten en verplichtingen tussen ouders en kinderen. Daarnaast voorzagen ze in een pakket civielrechtelijke- en strafrechtelijke maatregelen van voorzieningen. Rond de Kinderwetten ontstond in de loop der jaren een complex van voorzieningen. Hiertoe behoorden onder andere de Raad voor de Kinderbescherming en haar rechtsvoorgangers de Voogdijraden en de Raden voor de Kinderbescherming.
De Voogdijraden (eerst 15 en later 19) werden ingesteld bij de Burgerlijke Kinderwet uit 1901. Ze waren gevestigd in ieder arrondissement en stonden tussen het ministerie van Justitie en de particuliere organisaties in. De Voogdijraden hadden als belangrijkste taken: het adviseren van de rechter, opvangen van kinderen, en het toezien op het werk van tehuizen.
In 1956 werden de Voogdijraden omgedoopt tot Raden voor de Kinderbescherming (Stb.1954/602).
Deze Raden bestonden uit een college en een bureau. Het college had het laatste woord bij belangrijke beslissingen. Ieder arrondissement had zijn eigen Raad voor de Kinderbescherming. Onderzoeken werden uitgevoerd door het bureau.
In 1996 (Stb.1996/328 en 1996/329) werd de organisatie ingrijpend gewijzigd: er kwam één Raad voor de Kinderbescherming. De taken en bevoegdheden van de Raad worden geregeld via het Burgerlijk Wetboek en lagere wet- en regelgeving.
De voornaamste taak van de Raad is het optreden als adviseur van de rechter en andere overheden inzake de maatregelen van kinderbescherming en het jeugdstrafrecht. Daarnaast treedt ze op in gevallen waar de belangen van minderjarigen in de knel dreigen te komen (zoals bijvoorbeeld bij adoptie en echtscheiding). De Raad is verantwoording over haar beleid schuldig aan de Minister van Justitie.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Vanaf de oprichting van de Voogdijraad is er sprake van dossiervorming waarbij ieder dossier voorzien is van een uniek nummer.

Inhoud en structuur van het archief

Selectie en vernietiging
Op basis van de geldende gemeenschappelijke beschikking van de Ministers van Justitie en van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen d.d. 8 september 1956, nr. 336/056 en 6 oktober 1956, afd. O.K.N., nr. 29361, laatstelijk gewijzigd 29 februari 1980 bij gemeenschappelijke beschikking van de Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk en de Minister van Justitie, afdeling MMA/Ar-200-719, zijn in de loop van de tijd dossiers vernietigd die zijn aangelegd tot 1956 met uitzondering van de chronologisch genummerde en gerangschikte gezinsdossier van vóór 1956, waarvan het registratienummer (ook wel dossiernummer) eindigt op 1 of 6. Vanaf 1956 betreft deze uitzondering alleen de dossiers eindigend op nummer 1.
De wettelijk voorgeschreven steekproef van de 1- en 6-dossiers zijn overgedragen aan de diverse Regionaal Historisch Centra (RHC's) en bestemd voor het doen van wetenschappelijk onderzoek.
Bewerking heeft plaatsgevonden op basis van selectielijst Kinderbescherming en justitiële jeugdzorg over de periode 1945 -1997 (Staatscourant 2006/41) en de voornoemde gemeenschappelijke beschikking.
Verantwoording van de bewerking
De bewerking van voornoemde 1- en 6-dossiers heeft plaatsgevonden bij TAB Products te Amsterdam in opdracht van de Raad voor de Kinderbescherming.
De inventaris bestaat uit een reeks dossiernummers eindigend op 1 of 6.
Alle aangeboden dossiers zijn gezinsdossiers; er is dus geen sprake van dossiers per kind.
(NB hier is per januari 2007 verandering in gekomen).
In incidentele gevallen is een dossier opgenomen dat niet eindigt op nummer 1 of 6.
De reden hiervoor is dat een 1- of 6-dossier mogelijk een adoptiedossier betrof of bijvoorbeeld een financieel dossier. In die gevallen is het eerstvolgende dossier opgenomen vanwege de representativiteit van de steekproef.
Veelvoorkomend is het ontbreken van grote reeksen dossiernummers. Ook hier betreft het dossiers die niet binnen de genoemde steekproef thuishoren: adoptiedossiers, financiële dossiers of dossiers betreffende bedrijfsvoering, etc.
Een groot aantal dossiers bestaat uit meerdere delen. Wanneer hiervan sprake is, is in de inventaris het dossiernummer opgenomen met een toevoeging deel 1, deel 2 enz.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig beperkt openbaar (B). Beperking openbaarheid geldt tot 75 jaar na aanleggen dossier.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Raad voor de Kinderbescherming, Regio Zuid-Holland Zuid en Zeeland, locatie Dordrecht [steekproef], nummer toegang 3.05.33, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Kinderbescherming Dordrecht, 3.05.33, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
3.05.31 - Inventaris van een steekproef uit het archief van de Raad voor Kinderbescherming Regio Rotterdam-Rijnmond, Locatie Rotterdam, 1983-2002
3.05.32 - Inventaris van een steekproef uit het archief van de Raad voor Kinderbescherming Regio Haaglanden en Zuid-Holland Noord, Locatie Den Haag

Archiefbestanddelen