Terug naar zoekresultaten

2.16.76 Inventaris van het archief van het Ministerie van Waterstaat: Dienst voor Bijzonder Beheer, (1937) 1941-1948 (1959)

De Dienst Bijzonder Beheer hield zich bezig met het beheer van gebouwen die het Ministerie van Waterstaat had overgenomen van Defensie. Hoofd van de dienst was de heer A.P.F. van Slijpe. Het archief bevat agenda's, registers en kaarten van de in beheer zijnde objecten.
Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.16.76
Inventaris van het archief van het Ministerie van Waterstaat: Dienst voor Bijzonder Beheer, (1937) 1941-1948 (1959)

Auteur

J.M.M. Cuijpers, E. Pelzers, PWAA

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2009 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Verkeer en Waterstaat: Dienst voor Bijzonder Beheer
VW / Dienst Bijzonder Beheer

Periodisering

archiefvorming: 1941-1948
oudste stuk - jongste stuk: 1937-1959

Archiefbloknummer

W28504

Omvang

; 33 inventarisnummer(s) 2,20 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, enkele tekeningen en kaarten.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Dienst voor Bijzonder Beheer van de Rijkswaterstaat, , 1937-1959

Samenvatting van de inhoud van het archief

De Dienst Bijzonder Beheer hield zich bezig met het beheer van gebouwen die het Ministerie van Waterstaat had overgenomen van Defensie. Hoofd van de dienst was de heer A.P.F. van Slijpe. Het archief bevat agenda's, registers en kaarten van de in beheer zijnde objecten.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
In verband met de overname door het Departement van Waterstaat van het tijdelijke beheer van de militaire gebouwen, werken en terreinen, welke tot dusver in beheer waren bij het Departement van Defensie, werd door de Directeur-generaal van de Directie van de Waterstaat op 1 juli 1941 de Dienst voor Bijzonder Beheer ingesteld, belast met het beheer van bovengenoemde objecten.
De dienst werd verdeeld in drie arrondissementen, te weten:
  • Noord, met als standplaats Amsterdam. Dit arrondissement bestond uit de provincies Groningen, Friesland, Noord-Holland - met uitzondering van de toenmalige gemeenten Ankerveen, 's-Gravenland, Kortenhoef en Nederhorst den Berg - en de provincie Zuid-Holland ten noorden van de Nieuwe Waterweg, Nieuwe Maas en Lek, met uitzondering van de toenmalige gemeenten Barwoutswaarden, Bodegraven, Hekendorp, Lange Ruige Weide, Oudewater, Papekop, Rietveld, Waarden en Woerden. Tenslotte maakten de toenmalige gemeenten Abcoude-Baambrugge, Abcoude-Proostdij, Mijdrecht, Vinkeveen en Wilnis van de provincie Utrecht deel uit van dit arrondissement.
  • Midden, met als standplaats Utrecht. De provincies Overijssel, Drente, Gelderland ten noorden van de Rijn, Utrecht - met uitzondering van de gemeenten Abcoude-Baambrugge, Abcoude-Proostdij, Mijdrecht, Vinkeveen en Wilnis -, de toenmalige gemeenten Ankeveen, 's-Graveland, Kortenhoef en Nederhorst Ten Berg in de provincie Noord-Holland, en van de provincie Zuid-Holland de toenmalige gemeenten Barwoutswaarder, Bodegraven, Hekendorp, Lange Ruige Weide, Oudewater, Papekop, Rietveld, Waarden en Woerden en de brug over de Lek te Vianen, maakten deel uit van het arrondissement Midden.
  • Zuid, met als standplaats Breda. Dit arrondissement bestond uit de provincies Zeeland, Noord-Brabant, Limburg en de provincies Zuid-Holland en Gelderland ten zuiden van de Nieuwe Waterweg, Nieuwe Maas, Lek en Rijn, met inbegrip van deze rivieren, doch met uitzondering van de brug over de Lek te Vianen.
De Directeur-Generaal van de Directie van de Waterstaat vond het niet noodzakelijk dat de dienst bij beschikking van de Secretaris-Generaal zou worden ingesteld. Hij was van oordeel dat de zaak zo eenvoudig mogelijk behandeld moest worden en een formeel besluit was derhalve niet nodig. Er kon worden volstaan met een mededeling aan de belanghebbenden hoe de aangelegenheid werd geregeld.
Het is niet bekend wanneer de dienst is opgeheven. Een mogelijke theorie is dat de dienst met ingang van 1 januari 1945 werd opgeheven. Ondanks dat er geen tastbaar bewijs is van deze opheffingsdatum neem ik aan dat deze datum zeer wel mogelijk is. Ik baseer mij hierbij op het volgende. Uit de agenda van ingekomen en uitgegane stukken over het jaar 1944 blijkt dat vanaf september 1944 opvallend weinig brieven zijn binnengekomen: in de maanden oktober en december welgeteld zes en in de maand november zelfs geen enkele brief. Een bevestiging van bovengenoemde datum zou de inschrijving van een brief van de Directie van de Waterstaat op 30 september 1944, betreffende de indeling van de Rijkswaterstaatsdienst, kunnen zijn. Ondanks dat de inhoud van deze brief mij niet bekend is neem ik aan dat hierin waarschijnlijk ook de opheffing van de Dienst voor Bijzonder Beheer aan de orde wordt gesteld.
Bovenstaande theorie moet, na de vondst van de agenda van ingekomen en uitgegane stukken over de jaren 1945-1947 in het archief van de Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen, echter worden bijgesteld. Uit deze agenda blijkt dat de dienst in ieder geval tot en met het jaar 1948 heeft gefunctioneerd. Op 29 november 1947 werd een brief van het hoofd van het Bureau Aanleg Peelkanalen Noord-Brabant van 29 november 1947, houdende een raming van de in 1948 benodigde bedragen, ingeschreven.
Volgens mij is men vanaf 1945 wel begonnen met het langzaam afbouwen van de dienst. Zo staan in de agenda over de jaren 1945-1947 in juli en augustus 1945 brieven ingeschreven inzake overgang van voormalig geniepersoneel bij eventuele opheffing van de dienst en ontslag van contractanten bij de arrondissementen per 1 september 1945 uit de dienst van Rijkswaterstaat. Vanaf deze datum wordt in het algemeen alleen nog maar gecorrespondeerd met de Bureaus Aanleg Peelkanalen. M.a.w. de dienst heeft alleen nog het beheer van de Peelkanalen. Ook deze taak zal ter zijner tijd, althans voor Noord-Brabant, worden overgedragen aan de Eerstaanwezend Ingenieur der Genie te Nijmegen.
Personeel
De dienst stond naast Rijkswaterstaat en had een tijdelijk karakter. Het personeel werd daarom op arbeidscontract aangesteld. Het hoofd van de Dienst was tevens werkzaam als hoofdingenieur bij Rijkswaterstaat.
Als hoofd van de dienst werd aangewezen de hoofdingenieur ir. A.P.F. van Slijpe, die tevens belast werd met de behandeling van de betreffende zaken bij de Directie van de Waterstaat. Aan genoemd hoofd werd toegevoegd als sous-chef de ingenieur op arbeidsovereenkomst A. Burgdorffer.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Eén deel van het archief is afkomstig uit het Centraal Archievendepot van het ministerie van Defensie en werd in oktober 1992 aan de Tweede Afdeling van het Algemeen Rijksarchief overgedragen. Dit betreft de inventarisnummers 1 tot en met 14.
De inventarisnummers 15 tot en met 33 zijn afkomstig van de het ministerie van Verkeer en Waterstaat. In 2008 is dit deel van het archief door het Project Wegwerken Archief Achterstanden (PWAA) overgenomen en in 2009 door haar taakopvolger, de Interim Organisatie Rijksarchieven (IORA), overgedragen aan het Nationaal Archief. De twee archieven zijn hiermee weer samengevoegd tot één.
Het archief werd in oktober 1992 aan de Tweede Afdeling van het Algemeen Rijksarchief overgedragen; in 2009 volgde een aanvulling.
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Dit archief bevat agenda's, tekeningen, registers van de in beheer zijnde objecten en, voornamelijk, briefwisselingen tussen de Dienst en de verschillende arrondissementen of andere gerelateerde organen. De onderwerpen die hierin behandeld worden zijn zeer divers en kunnen per inventarisnummer uiteenlopen.
Selectie en vernietiging
Het archiefdeel afkomstig van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (de inventarisnummers 15 tot en met 33) is door IORA bewaard op grond van het feit dat de stukken oorlogsgerelateerde informatie bevatten.
Verantwoording van de bewerking
1993
Eén doos met archiefstukken (0,15 m1) werd ingevoegd in het archief van de Algemene Rekenkamer. Het archief, dat verre van compleet is, heeft een omvang van 0,4 m.
Aanvulling 2009
Het archief van de Dienst werd aangetroffen bij de selectie van het archief van de (Hoofd)directie van de Waterstaat. De reden dat het juist hier werd aangetroffen is dat de Dienst, hoewel geen direct onderdeel van de Directie, hier in de praktijk wel zeer nauwe banden mee had.
Hoewel de Dienst voor Bijzonder Beheer officieel van 1 juli 1941 tot 1 januari 1949 heeft bestaan, zijn er ook stukken van eerdere en latere datum in dit archief aangetroffen. Het betrof hier stukken van de Genie van het ministerie van Defensie, die zowel de taakvoorganger als de taakopvolger van de Dienst was. Ook deze stukken zijn in de inventaris opgenomen aangezien ze een logische aanloop naar, respectievelijk een logisch vervolg op het archief van de Dienst vormden.
Het archiefmateriaal is ontdaan van nietjes en paperclips, waarna het is omgepakt in zuurvrij papier en zuurvrije dozen.
Ordening van het archief
De inventaris is opgedeeld in twee hoofdrubrieken: Algemeen en Taakuitvoering. Aangezien de onderwerpen binnen de meeste inventarisnummers zeer uiteenlopen, onderscheiden de delen binnen de verzamelbeschrijvingen zich alleen in chronologie.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Verkeer en Waterstaat: Dienst voor Bijzonder Beheer, nummer toegang 2.16.76, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, VW / Dienst Bijzonder Beheer, 2.16.76, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar