2.16.68 Inventaris van het archief van de Commissie van Schadebepaling Scheepswerven en Scheepssloperijen, 1968-1978

De uitvoering van de Deltawerken heeft de bedrijfsvoering van vele scheepswerven en aanverwante bedrijven langs de deltawateren sterk beïnvloed, in verband met verwachte veranderingen in het getij. Ter voorkoming of beperking van schade die daaruit zou kunnen voortvloeien werd het door de overheid wenselijk geacht, dat door deze ondernemingen al vrij snel een aanvang kon worden gemaakt met de aanpassing van hun bedrijven aan de toekomstige waterhuishoudkundige staat. In de Deltawet was daartoe voorzien in een schaderegeling respectievelijk een tegemoetkoming in de aanpassingskosten voor de betreffende bedrijven.

De aan een bedrijf toe te kennen tegemoetkoming in schade werd primair bepaald door het overeenkomstig artikel 8 van de Deltawet te bepalen bedrag aan schade, respectievelijk kosten van te treffen compenserende voorzieningen voorzover deze lager waren dan het eerstbedoelde bedrag. Hiertoe was een commissie nodig die adviseerde over het bedrag van de schade. In deze commissie diende ook het bedrijfsleven te zijn vertegenwoordigd.

De Minister van Verkeer en Waterstaat heeft bij beschikking van 22 februari 1968 Afd. Personeelszaken, No P13373 daartoe de Commissie Schadebepaling Scheepswerven en Scheepssloperijen ingesteld.

De commissie was samengesteld uit vertegenwoordigers van het Ministerie van Economische Zaken (Directoraat-generaal van Industrie en Handel, Hoofdafdeling Metalen en Chemie), van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Financieel-economische en Planologische Zaken; Hoofddirectie van de Waterstaat, Bureau Uitkeringen), van het Ministerie van Financiën (Centrale Accountantsdienst; Directie Financieringen en Coördinatie Oorlogsschade, Bureau Oorlogsschade) en van de Centrale Bond van Scheepsbouwmeesters in Nederland (Cebosine).

Schematisch overzicht van de Commissie Schadebepaling Scheepswerven en Scheepssloperijen:

De commissie had tot taak door tussenkomst van het hoofd van de Deltadienst (vanaf 1 oktober 1970 de Hoofdingenieur-directeur van de Directie Benedenrivieren van Rijkswaterstaat), te adviseren omtrent:

1. de kosten en de doelmatigheid van de door de hiervoor genoemde bedrijven zelf te treffen voorzieningen ter voorkoming of beperking van de schade welke deze bedrijven zullen ondervinden als gevolg van de toekomstige wijzigingen in de waterhuishoudkundige situatie in dit gebied;
2. de omvang van de schade indien en voorzover deze door het treffen van de onder a. genoemde voorzieningen niet zal kunnen worden voorkomen.

Voorzitter van de commissie was H. ten Bokkel Huinink. Secretaris werd W.A. Emeis, adjunctsecretaris: E.H.A. Timmerman ing. Het secretariaat van de commissie werd gevoerd vanuit de Onderafdeling Aanpassingswerken van de afdeling Waterhuishouding van de Deltadienst.

Voor de uitvoering van haar werkzaamheden had de commissie de beschikking over de diensten van een accountantskantoor en van een taxatiecommissie.

De werkzaamheden van de commissie hielden nauw verband met die van Bureau Aanpassingszaken van de Deltadienst. Vanuit dat bureau werd het secretariaat van de commissie gevoerd. Het bureau was tevens belast met de behandeling van die gevallen, vallende onder artikel 8 van de Deltawet, waarbij werken uitgevoerd konden worden ter voorkoming van schade. Zaken waarbij in principe geen technische maatregelen ter oplossing van de problemen mogelijk waren, werden door dit bureau niet in behandeling genomen. In 1970 is het Bureau Aanpassingszaken van de Deltadienst opgeheven. Haar taken ten aanzien van artikel 8 van de Deltawet gingen over naar het arrondissement Dordrecht van de Directie Benedenrivieren van de Rijkswaterstaat. De naam Bureau Aanpassingszaken werd door het arrondissement gehandhaafd.

De commissie is vermoedelijk tot in 1974 werkzaam geweest. Mede gezien de leeftijd van de vertegenwoordigers van de scheepsbouwwereld in de commissie is toen al voorgesteld de commissie op te heffen. In 1974 kwam het laatste grote geval in de commissie aan de orde. (zie inventarisnummer 40: notitie gesprek Hiele en Emeis van 20-11-1973).

Formeel is de commissie bij beschikking van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 8 mei 1978 Hoofddirectie van de Waterstaat Nr. Z 25963 met ingang van 8 mei 1978 opgeheven.

Het archief is in 1978 ongeschoond en zonder lijst aan het Bureau Centraal Semi-statisch Archief van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat overgedragen. Het archief is nog datzelfde jaar voorlopig geordend en beschreven. Van de oorspronkelijke 6 meter werd 3 meter vernietigd.

In januari 1987 is het archief door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat aan de Tweede Afdeling van het Algemeen Rijksarchief overgedragen.

Overbrenging van een overheidsarchief

Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.

Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:

1. Creëer een account of log in.
2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.

Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.

VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Verkeer en Waterstaat: Commissie Schadebepaling Scheepswerven, nummer toegang 2.16.68, inventarisnummer ...

VERKORT:
NL-HaNA, VW / Cie. Schadebepaling Scheepswerven, 2.16.68, inv.nr. ...

Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar