Terug naar zoekresultaten

2.21.009 Inventaris van het archief van de familie Ackersdijk, 1644-1862

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.21.009
Inventaris van het archief van de familie Ackersdijk, 1644-1862

Auteur

E.R. Ooijevaar

Versie

11-06-2019

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1978 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Collectie 183 Ackersdijk
Ackersdijk

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1644-1862

Archiefbloknummer

C22333

Omvang

; 127 inventarisnummer(s) 1,00 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Ackersdijck
Willem Cornelis Ackersdijck (1760-1843)
Jan Ackersdijck (1790-1861)
Anna Ackersdijk (1784-1820)

Samenvatting van de inhoud van het archief

Willem Cornelis Ackersdijck (1760-1843) was advocaat en letterkundige. Zijn zoon Jan (1790-1861) hield zich als hoogleraar bezig met het onderwijs in de statistiek en de politieke geschiedenis van de nieuwere volken, alsook middeleeuwse en nieuwe geschiedenis en staathuishoudkunde. Over diens zuster Anna (1784-1820) is weinig bekend. Het familiearchief bevat o.a. gelegenheidsverzen, genealogisch materiaal, correspondentie, manuscripten en publicaties, aantekeningen over de plundering van 's-Hertogenbosch in 1787, dissertatie van W.C. Ackersdijck, een lithografische afbeelding aantekeningen over de lotgevallen van deze familie etcetera.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Familie ACKERSDIJK (1644-1862)
Willem Cornelis Ackersdijck (1760-1843)
Willem Cornelis Ackersdijck werd geboren te 's-Hertogenbosch op 12 december 1760 als zoon van Willem Cornelis Ackersdijck, advokaat, schepen en raad der stad, en Anna Franken. Na zijn opleiding aan de Latijnse School te 's-Hertogenbosch bezocht hij de Hogeschool te Utrecht, welke hij met succes doorliep. Hierna vestigde hij zich als advokaat in zijn geboortestad. In 1782 werd hij tot stadssecretaris benoemd. Hij trouwde op 7 oktober 1783 met Maria Cornelia Bowier (geboren 11 januari 1753). In 1795 gaf hij deze functie op vanwege de omwenteling, waarna hij zijn praktijk als advokaat in 's-Hertogenbosch voortzette tot 1807. In dat jaar verhuisde hij met zijn gezin naar Utrecht ten behoeve van de studie aan de Hogeschool van zijn enige zoon, Jan. Van 1807 tot 1811 was hij als advokaat werkzaam in Utrecht. In 1811 werd hij er vrederechter. In 1820 verhuisde hij naar Rotterdam, waar hij sindsdien als ambteloos burger leefde en zich uitsluitend met letterkundige arbeid bezig hield.
Hij was van 1814 tot 1820 directeur van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, seder 1819 lid van het Taelen Dichtlievend Genootschap te Antwerpen, sedert 1826 lid van het Koninklijk Genootschap Concordia te Brussel, sedert 1838 honorair lid van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Braband en sedert 1839 corresponderend lid van het Turingisch Sachsische Verein te Halle en Maagdenburg.
Op 7 februari 1843 overleed hij.
Jan Ackersdijck (1790-1861)
Jan Ackersdijck werd geboren te 's-Hertogenbosch op 22 oktober 1790 als zoon van Willem Cornelis Ackersdijck, stadssecretaris, en Maria Cornelia Bowier. Na zijn studie aan de Hogeschool te Utrecht vestigde hij zich aldaar als advocaat. In 1815, toen de terugkomst van Napoleon de vrede in Europa bedreigde, stelde hij zich ter beschikking van het Nederlandse leger. Kon hij na inschrijving aanvankelijk nog in Utrecht blijven, na de slag bij Waterloo ging hij naar Parijs. Na zijn terugkeer, in 1817, werd hij als substituut-officier bij de rechtbank van eerste aanleg te Utrecht geplaatst. Hij aanvaardde toen tevens de functie van secretaris van het college van curatoren van de universiteit, welke hij tot 1825 bekleedde. In dat jaar werd hij benoemd tot hoogleraar in de staatswetenschappen aan de Hogeschool te Luik. In 1830 zag hij zich door de opstand in België genoodzaakt deze betrekking op te geven. Na enige maanden aan verschillende Duitse hogescholen doorgebracht te hebben, werd hij in 1831 als buitengewoon hoogleraar aan de rechtenfaculteit van de Utrechtse Hogeschool toegevoegd. Hij hield zich bezig met het onderwijs in de statistiek en de politieke geschiedenis van de nieuwere volken. Negen jaar later werd hij tot gewoon hoogleraar benoemd en sedert 1841 gaf hij ook onderwijs in de middeleeuwse en nieuwe geschiedenis en pas vanaf 1849 staathuishoudkunde.
Hij was lid van de Koninklijke Academie van Wetenschappen, van de Vereeniging voor de Statistiek en van de Maatschappij tot bevordering der Nijverheid. Van zijn hand verscheen een groot aantal publicaties op economisch gebied.
Op 13 juli 1861 overleed hij te Utrecht.
Anna Ackersdijk (1784-1820)
Anna Ackersdijk werd geboren te 's-Hertogenbosch op 2 september 1784 als dochter van Willem Cornelis Ackersdijck en Maria Cornelia Bowier. Ze overleed ongehuwd op 10 februari 1820 te Rotterdam. Van haar is weinig meer bekend.
Lijst van geraadpleegde werken:
  • A.J. van der Aa, Biographisch Woordenboek, J.J. van Brederode, Haarlem, 1852.
  • Mr. W.C. Mees, Levensberigt van mr. Jan Ackersdijck, E.J. Brill, Leiden, 1862.
  • Dr. P.C. Molhuysen en prof. dr. P.J. Blok, Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, A.W. Sijthoff's Uitgevers Maatschappij, Leiden, 1911.
  • Mr. O. van Rees, De wetenschappelijke werkzaamheid van mr. J. Ackersdijck, c. 1861.
  • Lijst van kaarten in de Ackersdijck-collectie van de Rijksuniversiteit Utrecht, Bulletin van de Vakgroep Kartografie No. 1, Geografisch Instituut van de Rijksuniversiteit Utrecht, 1975.
  • Utrechtsche Courant, 23 juli 1861.
  • Utrechtsche Volks-Almanak, 1862.
  • Verslagen omtrent 's Rijks Oude Archieven, 1946, 1967, 1969.
Geschiedenis van het archiefbeheer
De papieren van Willem Cornelis en Jan Ackersdijck zijn via Maria Elisabeth Adriana Ackersdijck, dochter van de eerstgenoemde, gehuwd met Rudolf Adriaan Mees, overgegaan op het geslacht Mees.
De collectie Ackersdijk (0,2 m') werd in 1967 aan het Algemeen Rijksarchief geschonken door mr. W.C. Mees. Twee jaar later echter kwam er een aanvulling (0,6 m') op de collectie, eveneens geschonken door mr. W.C. Mees.
De verwerving van het archief
Het archief is door schenking verworven.

Inhoud en structuur van het archief

Verantwoording van de bewerking
In 1967 na de overdracht van het eerste deel, werd de collectie geïnventariseerd door W. Visser. Vanwege de aanvulling twee jaar later werd het noodzakelijk een nieuwe inventaris te vervaardigen.
Als eerste bijlage is een concordans opgenomen. Oud inventarisnummer 3 kon vernietigd worden, daar dit duidelijk niet tot de collectie behoorde en ook niet van belang was om bewaard te blijven. Als tweede bijlage is opgenomen een lijst van de letterkundige nalatenschap van Willem Cornelis en Jan Ackersdijck, die berust bij de Universiteitsbibliotheek in Utrecht. Deze was in 1946 door het Algemeen Rijksarchief overgedragen. In hetzelfde jaar werd, eveneens door het Algemeen Rijksarchief, een bundel archivalia, afkomstig uit de letterkundige nalatenschap van Willem Cornelis en Jan Ackersdijck en betrekking hebbende op 's-Hertogenbosch, overgedragen aan het gemeentearchief aldaar.
Een uitgebreide stamboom van het geslacht Ackersdijck bevindt zich in de inventarisnummers 1 en 111.
In de collectie werden stukken aangetroffen, die daar niet in hoorden; deze zijn, voor zover ze geen betrekking hebben op de collectie, overgedragen aan het gemeentearchief van Rotterdam, daar deze betrekking hebben òf op Rotterdam, òf op het Rotterdamse geslacht Mees. (Zie bijlage III). Andere die wel betrekking hebben op de collectie zijn opgenomen in het aanhangsel onder "I. Documentatie".
Deze inventaris werd in 1976 voltooid door E.R. Ooijevaar, adjunct-archivist bij de Tweede Afdeling.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Collectie 183 Ackersdijk, nummer toegang 2.21.009, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Ackersdijk, 2.21.009, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Afgescheiden archiefmateriaal
Stukken berustende in de Universiteitsbibliotheek Utrecht
20, E. 1; 21. A. 2, 3. Papier (1 blad perkament), verschillende afmetingen. 2 portefeuilles, gezamenlijke dikte 120 mm. XIXe eeuw. Stukken met betrekking tot persoon en levensloop van J. Ackersdijck (enkele in het Frans of Latijn), gedeeltelijk van zijn eigen hand.
  • I. Kwartierstaat (16 kwartieren), lijst van geschriften, benoemingen, reizen, met brief van J.J. van Meerbeke aan 0. van Rees, 1861. Dagboek 30 juni 1814 - 24 september 1817. Biografische aantekeningen, bespiegelingen, gedichten. "losse gedachten, opmerkingen, enz., begonnen in 1812".
  • II. Benoemingen, lidmaatschappen, enz., met brief van A. Roslavsky-Petrovsky (1860) en van Paul Broca (1860) en kladbrieven van J. Ackersdijck. Regeling nalatenschap, met o.a. brieven van M. A. Ackersdijck-Walterthum (1 st., 1862) en J.J. van Meerbeke (1 st., 1862). Varia.
20. E. 9-17; 21. A. 1. Papier, verschillende afmetingen. 3 schrijfboeken en 7 portefeuilles, gezamenlijke dikte 520 mm. XVIIIe, XIXe eeuw. W.C. Ackersdijck (1760-1843). Aantekeningen, afschriften, uittreksels, opstellen, enz.
  • I. Schrijfboek: "Aanteekeningen over de Neederlandsche oudheid-, taal-, geschied- en dicht-kunde, aanvang genommen hebbenden... 1777". Op de bd. getiteld: "Neederduitsche aanteekeningen".
  • II, III. Schrijfboeken: "Nieuwe aanteekeningen". Vervolg van "Kleinder aanteekeninge" (deze laatste niet in onze bibliotheek aanwezig). Met los bijgevoegd register. II. Begonnen in 1809. III. Begonnen in 1822.
  • IV. "Breeder verslag of bijzonderheden omtrend eenige schrijvers en hunne geschriften en andere aanmerkelijke mannen ... ook omtrend geslachten, alles geschikt naar de orde van het A.B.C.". Op de rug getiteld: "Biologiën".
  • V. "Aanteekeningen bijzonder betrekkelijk tot de geschiedenis der letterkunde. Vervolgens ook tot onderscheide verschillende onderwerpen".
  • VI. "Letterkundige rariteiten van weinig belang". "Mengelingen van opstellen, uittreksels, aanteekeningen, opmerkingen, overdenkingen enz." (Bevat o.a. gedrukt "Naam-register van alle predikanten welke te 's-Hertogenbosch tot heden geweest of nog zijn", lopend tot 1751, met handschriftelijke aanvullingen tot 1787; "Aanspraken als voorzitter van het bestuur van het Rotterdamsch Departement der Maatschappij tot Nut van het Algemeen, 1829"; "De poetis Belgicis Latinis". Gedicht op W.C. van Ackersdijck door G. van Rijn). Op de rug getiteld: "Varia literaria".
  • VII. Aantekeningen met betrekking tot godsdienst en staatkunde.
(vervolg)
  • VIII, IX. Verzameling van kleine drukwerken en hemzelf en van anderen (meest overdrukken), hoofdzakelijk op het gebied van de geschiedenis, de taalen letterkunde en het recht van Nederland, uit de jaren 1782-1841, met al dan niet los bijgevoegde aantekeningen van zijn hand. 30 st. Hierbij brieven van H. Höveker (1, 1831), C.A. Vieweg (2, 1829), J.C. Vieweg (7, 1808-09), Wed. J. Yntema (2, 1800), J.W. Yntema (1, 1828),
  • X. Twee lijsten, resp. bevattend de handtekeningen van de studenten die het college van prof. J. Th. Rossijn in de logica (1776) en het college van dezelfde in de fysica (1778) bijwoonden. "Inlichtingen aan de Fransche Regeering in 1810 gegeven over de bronnen der geschiedenis van Staats-Brabant". "Epistola inedita J. Hopperi ad Viglium Zuichemium", 5 Nov. 1558 (afschrift). "Rotterdam". "Over eenige personen te Utrecht tijdens het verblijf van de Graaf van Leicester". "Kempenland en Peelland". "Lieve Vrouwe Broederschap te 's-Hertogenbosch, afgeschreven naar een hs. met fraaie gekleurde wapenen".
20. E. 7. Papier. 310 x 200. Schrijfboek, waarvan slechts ongeveer de helft (blz. 1-211) is beschreven. XVIIIe eeuw. W.C. Ackersdijck (1760-1843). Eigenhandige afschriften van adviezen, door hem gegeven als advocaat te 's-Hertogenbosch, 1787-1800.
22-3-65ge.
20. E. 1-3. Papier (enkele bladen perkament), verschillende afmetingen. 3 portefeuilles, gezamenlijke dikte 120 mm. XVIIIe eeuw. Stukken met betrekking tot persoon en levensloop van W.C. Ackersdijck (1760-1843), gedeeltelijk van zijn eigen hand.
  • I. Gesteendrukt portret van voornoemde Ackersdijck op hoge leeftijd, na zijn dood uitgegeven. 3 exx. (Muller, blz. 22, no. 12)
  • II. Overzicht van zijn publikaties. Doctorsbul Utrecht 1779. "Aanteekening van het geen door de practijk als advocaat, van den eersten aanvang aan, ontfangen is bij mij ... 1780-1811" (boekje). Korte beschrijvingen van door hem gemaakte reizen in Nederland, 1782-1819. "Dagverhaal van tijdingen, geruchten en voorvallen te Utrecht zederd het bericht van de nederlaag van de Fransche armée bij Leipsig in october 1813", 28 oct. 1813 - 6 maart 1814. Intieme aantekeningen.
  • III. Benoemingen, functies, lidmaatschappen, enz. Hierbij o.m. brieven van F.F. Avelingius (1, 1803), J.J. van Drunen (1, 1797), P.J. de Fremerij (2, 1801 en 1 z.j.), J.A. Keuchenius (5, 1814 en 4 z.j.), P.K. Losecaat (1, 1802), S. Martini (1, 1802), R. Metelerkamp (1, 1814), R.H. Nahuijs (2, 1810, 1811), J. van Nouhuijs (2, 1802, 1 z.j.), H.H. ten Oever (1, 1798), Jan Rochussen (1, 1802), A. van Teylingen (2, 1802), J.M. van Tuyll van Serooskerken (1, 1811), P. van Wullen (1, 1782), benevens kladbrieven van W.C. Ackersdijck.
21. A. 4-10. Papier, losse vellen, verschillend formaat. 7 portefeuilles. XVIIIe, XIXe eeuw. Brievenverzameling Ackersdijck
  • W.C. Ackersdijck (1760-1843), Brieven aan: W.C. Ackersdijck (1735-1794) en Anna Ackersdijck-Franken, 54, 1776-79 (1 z.j.); M.E. Ackersdijck, 1, 1776; Henriëtte M.H. Schadee-Ackersdijck, 1, 1834; ..., 1, 1836.
    Brieven aan W.C. Ackersdijck (1760-1843) van: A.G. Ackersdijck, 9, 1776-79; C.L. Ackersdijck, 5, 1776-79; H.J. en M.E. Ackersdijck, 21, 1776-78 (6 z.j.); W.C. Ackersdijck (1735-1794), 25, 1776-83; Anna Ackersdijck-Franken, 27, 1776-79 (1 z.j.); H.M.H. Bowier, 1, 1814; Marten Bowier, 3, 1815 (1 z.j.); T. Bowier, 1, 1814; J (?). W.H. Conrady, 1, 1816; L. Franken, 13, 1776-79; L. W.E. van Heurn, 1, 1814; A. van Hoogstraten, 1, 1807; R.A. Mees, 1, z.j.; M.E.A. Mees-Ackersdijck, 1, 1815; H.A.A. de Wolff-van Munnich, 1, 1814; bij de geboorte van een dochter, 1784, 10 st., van C. van Aerssen Beijeren, A. Bastide, J Cornets de Groot, J. van Eck-Umbgrove, P. Gevers, J.M. de Gijselaar-van Borcharen,... van Lijnden, J. van Panhuys, ... van Tuyll van Serooskerken-van Wilmsdorff, J. van Zuylen van Nyevelt.
  • II. J. Ackersdijck, Brieven aan: W.C. Ackersdijck (1760-1843) en M. C. Ackersdijck-Bowier, 172, 1808-39; aan een zijner zusters, 1, 1811 (klad); aan Marten Bowier, 1, 1814 (klad); aan A. Bijleveld en A.A.C. Bijleveld-Bowier, 1, 1820 (klad).
  • III. J. Ackersdijck, Brieven aan: W.C. Ackersdijck (1760-1843) en M.C. Ackersdijck-Bowier van zijn reizen naar Duitsland, Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije en Italië in 1823-24 (42 stuks), Frankrijk in 1829 (5, benevens brief aan hem van W.C. Ackersdijck), Duitsland in 1830-31 (43), Frankrijk en Zwitserland in 1833 (11), Zwitserland in 1834 (16), Rusland in 1835 (14). Bijgevoegd: aantekeningen en kladbrieven van W.C. Ackersdijck bij gelegenheid van de reizen van J. Ackersdijck naar Duitsland, Zwitserland en Italië in 1818, Engeland in 1821, Duitsland, Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije en Italië in 1823-24.
(vervolg)
  • IV. Brieven aan J. Ackersdijck van: S.M. Aalstius den Appel-Bowier, 1, 1843; A. Ackersdijck, 8, 1818, 24 (6 z.j.); Henriëtte M.H. Ackersdijk (= Schadee-Ackersdijck), 5, 1809, 14 (3 z.j.); H.J. Ackersdijck, 9, 1809-25; Mietje Ackersdijck (= Mees-Ackersdijck), 2, z.j.; W.C. Ackersdijck (1760-1843), 257, 1808-25.
  • V, VI. Brieven aan: J. Ackersdijck van W.C. Ackersdijck (1760-1843), 523, 1826-43.
  • VII. Brieven aan J. Ackersdijck van: A.Th. Ackersdijck-Gerbade, 1, 1827; H.M.A.J. van Asch van Wijck, 1, 1822; Jos (?) Bakker, 1, 1830; Anna Ballot, 1, 1843; A.M. Ballot, 1, 1860; H. Bowier, 1, 1832; H.M.H. Bowier, 1, 1816; J. Bowier Hzn., 1, 1843; M. Bowier, 3, 1817-60; Marten Bowier, 12, 1809-29; T. Bowier, 1, 1809; W.C. Bowier, 5, 1833-43; J.J.A. Bowier-Versfelt, 1, 1853; A. Bijleveld en A.A.C. Bijleveld-Bowier, 1, 1846; P. de Gijselaar, 1, 1822; A. Hermanni-van Munnich, 1, z.j.; F. van Heurn, 1, 1849; L.W.E. van Heurn, 1, 1843; W.C. van Heurn, 3, 1822-56; P.J. van Heurn-Ackersdijck, 1, 1822; J.J. van Leeuwen, 2, 1839 (1 z.j.); R.A. Mees, 3, 1825-33 (1 z.j.); ... van Münnich, 1, 1853; X (?). ten Oever, 1, 1820; H.M.C. van Oosterzee, 1, 1861; J.H. Rauwenhoff, 1, 1826; Adam Schadee Sr., 81, 1820-60; Adam Schadee Jr., 2, 1857 (1 z.j.); H.A. Schadee, 3, 1851-61; M.H.A. Schadee, 1, 1851; Henriëtte M.H. Schadee-Ackersdijck, 16, 1835-1848; M. Schadee-de Kuijper, 1, 1858; A. Sloet, 2, 1843; M.R.J. Sloet, 2, 1856, 1857; J.H.A. Sloet-van Munnich, 2, 1830, 1832; Jan Tieleman, 1, 1857; G.C.J.W. de Wolff, 1, 1817; H.A.A. de Wolff-van Munnich, 1, 1825; Jacob Wijs, 3, 1822-25. W.C. Ackersdijck (1735-1794), Brief aan Anna Ackersdijck-Franken, 1779. Brieven aan R.A. Mees van: J.J.A. Bowier-Versfelt, 1, 1843; A. J. Buys-Ballot, 1, 1843; W. Chevallerau en A.A.L. Chevalleraude Wolff, 1, 1843.
21. A. 11, 12. Papier, verschillende afmetingen, meest aan één zijde beschreven. 2 portefeuilles. XIXe eeuw. J. Ackersdijck, Dagboeken van zijn reis naar Engeland in 1821 (264 pp.), van uitstapjes in België, Duitsland en Nederland in 1846 90 pp.), van zijn reizen naar Zwitserland in 1852 (38 pp.), Engeland in 1860 (324 pp.), Hamburg en Parijs in 1860 (466 pp.). Lezing over zijn reis naar Scandinavië in 1838 (met enkele gedrukte stukken). Vgl. no. 1316.
26-3-65ge.
21. A. 13, 14. Papier. Ca. 200 x 157. 2 dln. 472 fol., meest aan één zijde beschreven. XIXe eeuw. Verslagen van de vergaderingen van het "Spreekgezelschap te Utrecht".
  • I. 28 october 1817-12 januari 1829. Meest van de Hand van J. Ackersdijck.
  • II. 30 november 1831-17 mei 1848. Van de hand van J. Ackersdijck.
21. A. 15. Papier. Ca. 215 x 165. 279 fol., meest aan één zijde beschreven. XIXe eeuw. J. Ackersdijck, Verslagen van de vergaderingen van het "Praatgezelschap te Luik". 27 october 1826 - 17 juli 1830.
27-3-65ge.
21. B. 1. Papier. Ca. 211 x 165 x 40. Portefeuille. XIXme siècle. J. Ackersdijck, Cours sur la statistique des Pays-Bas et de leurs colonies donné à l'Université de Liège en 1828 environ. Autographe.
27-3-65ge. Controlé par M. van Wes.
21. B. 2. Papier. 217 x 162 x 85. Portefeuille. XIXme siècle. J. Ackersdijck, Cours sur l'économie politique donné à l'Université de Liège en 1826, vol. II: 23-55. Autographe.
Le MS décrit ci-dessus forme la deuxième partie du MS no. 1412 de notre Catalogue, tandis que la partie appelée par le Catalogue vol. II est en réalité un autre cours sur l'économie politique donné quelques années après (en 1829 ou 1830).
11-5-66ge. Controlé par. M. v. Wesemael.
21. B. 3-5. Papier. Ca. 215-165. 3 portefeuilles, épaisseur totale 180 mm. XIXme siècle. J. Ackersdijck. Cours sur l'"Histoire politique" donné à l'Université de Liège en 1826-1827 (incomplet), 1827-1828 (très incomplet), 1828-1830 (incomplet). Autographe. Précédé d'une table des matières.
27-3-65ge. Controlé par. M. v. Wes.
21. B. 6. Papier. Ca. 215 x 165 x 50. Portefeuille. XIXe eeuw. J. Ackersdijck, College-dictaat staathuishoudkunde, gegeven te Utrecht ca. 1857, benevens aantekeningen daarop betrekking hebbend. Autograaf.
27-3-65ge.
21. B. 7. Papier. Ca. 215 x 135. Portefeuille. 172 pp. XIXe eeuw. J. Ackersdijck, College-dictaat statistiek van Nederland en zijn koloniën, gegeven te Utrecht ca. 1836. Autograaf.
27-3-65ge.
21. B. 8-10. Papier, verschillende afmetingen. 2 portefeuilles met losse bladen en 5 schrijfboeken, gezamenlijke dikte 190 mm. XIXe eeuw. J. Ackersdijck. "Literatuur, allerlei". "Varia literaria". Passages, overgeschreven uit litteraire en andere werken, overgeschreven gedichten (teksten in het Latijn, Duits, Engels, Frans, Italiaans, Nederlands). "Proeve eener geschiedenis der Hollandsche dichtkunde, van derselver begin tot aan het einde der XVIe eeuw" (lezing, 1809). "Over het leven en de schriften van Janus Secundus" (lezing, 1810). Uiteenzetting over het woord sentimenteel (1819).
27-3-65ge.
21. B. 11. Papier, verschillende afmetingen. Portefeuille, dikte 40 mm. XIXe eeuw. J. Ackersdijck, Verschillende verhandelingen.
  • 1. "Opstel over den eigendom, 1822".
  • 2. "De utilitate quam studia imprimis historica et politica e peregrinationibus capiunt", inaug. rede Luik 1825, twee versies.
  • 3. "Over staathuishoudkundig onderwijs in Nederland". (Franse tekst.)
  • 4. "Geschiedkundige bijzonderheden over de jaren 1820-1824".
  • 5. De Adamo Smithio, rectorale rede Utrecht 1841 (klad, twee versies, de tweede met brief, 1841, en correcties van Cornelius van Marle en 2 brieven van A. van Goudoever, 1841. Vgl. hs. no. 678).
  • 6. Cursus staathuishoudkunde, gegeven in het Leesmuseum te Utrecht 8 december 1842 - 8 juni 1843.
  • 7. Cursus staathuishoudkunde voor onderwijzers, gegeven in 1848-1849. Met brief van P.A. van Walsem.
  • 8. "Mededeeling over Krakau in de directie van het Utrechtsch Genootschap, 1 Maart 1858".
Lijst van stukken overgedragen aan het Gemeentearchief van Rotterdam
Inv.nr. Beschrijving Uiterlijke vorm
1. Ingekomen overlijdensbrief bij mr. M. Mees van A. Bijleveld-Bowier en M.W.C. van Heurn betreffende het overlijden van M. Bowier. Met testament. Gedrukt. 1873. 2 stukken
2. Ingekomen brief bij ... Mees van L.A.W.J. Sloet, 1874. 1 stuk
3. Stukken betreffende het 25-jarig huwelijksfeest van L. Pincoffs en E. Raphael, 1876. 1 omslag
4. "Eenige opmerkingen over den toestand van onzen handel", door mr. M. Mees, commissaris van de Afrikaansche Handels Vereeniging. Gedrukt, 1876. 1 katern
5. Genealogie van het geslacht Mees. Gedrukt. (c. 1880). 1 stuk
6. Rouwbrief betreffende het overlijden van mr. C.W. Opzoomer, ingekomen bij iemand van het geslacht Mees. Gedrukt. 1892. 1 stuk
7. Verordening van kolonel Blankenheym, houdende een oproep voor het korps Hoornblazers van het regiment Schutterij te Rotterdam. Gedrukt. 1892. 1 stuk
8. Levensbeschrijving van mr. M. Mees, concept. (c. 1910). 2 stukken
9. Ingekomen brief bij W. Mees van J.A.S. Mees, 1924. 1 stuk
10. "Lodewijk Pincoffs, een hoofdstuk uit de geschiedenis van Rotterdam", door P.J. Bouman, artikel in "Vragen des Tijds". Gedrukt. 1927. 1 deel
126. Kennisgeving van het overlijden van Jan Ackersdijk, met ingekomen condoleancebrief afkomstig van C.E. Fockema-Mees, 1861. 2 stukken
127. Blaadje uit het album amicorum van vermoedelijk Anna Ackersdijk (1784-1830) vervaardigd door haar vriendin A.W. Rutten, 1807. 1 stuk

Bijlagen

I. Concordantie op archief familie Ackersdijk van oud inventarisnummer naar nieuw inventarisnummer
Oud nr. opgenomen of overgegaan in Nieuw inv.nr.
1 in 1
2 in 2
3 -
4 - 14
5 - 29
6 - 30
7 - 31
8 - 33
9 - 34
10 - 36
11 - 43
12 - 37
13 - 38
14 - 39
15 - 40
16 - 41
17 - 42
18 in 13
19 in 1, 8-10
20 - 96
21 - 94
22 - 105-107
23 in 44
24 in 44
25 in 44
26 in 45
27 in 47
28 in 47
29 in 47
30 in 48
31 in 48
32 in 53
33 in 53
34 in 53
35 in 53
36 in 53
37 in 53
38 in 53
39 in 53
40 in 54
41 in 54
42 in 54
43 - 63
44 - 88
Herkomst als no. 20.E.1-3, met dien verstande, dat de Kwartierstaat, afkomstig van de voormalige grafkapel van prof. J. Ackersdijck te De Bilt, op 11 juli 1966 werd geschonken door mr. P.H. Damsté te De Bilt.10-5-66ge.10-5-66ge.Overgedragen door mr. W.C. Mees te Rotterdam aan het Algemeen Rijksarchief en door het Algemeen Rijksarchief in 1946 aan onze bibliotheek (tezamen met no. 20.E.4 - 21.B.11).10-5-66ge.De tussen W.C. Ackersdijck en J. Ackersdijck gewisselde brieven zijn voor een klein gedeelte in het Latijn.21-5-66ge.26-3-65ge.11-5-66ge.Inv.nr.BeschrijvingUiterlijke vormOud nr.opgenomen of overgegaan inNieuw inv.nr.

Archiefbestanddelen