Terug naar zoekresultaten

3.06.31 Inventaris van het archief van de Inspectie van de Registratie en Successie in de provincie Zuid-Holland, (1932) 1951-1989 (1991)

Download inventaris als PDFDownload inventaris als XML

Bekijk de zoekhulp bij dit archief

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Beschrijving

ArchiefBeschrijving van het archiefArchiefvormingInhoud en structuur van het archiefAanwijzingen voor de gebruikerVerwant materiaalBijlagen

Archief

Titel

3.06.31
Inventaris van het archief van de Inspectie van de Registratie en Successie in de provincie Zuid-Holland, (1932) 1951-1989 (1991)

Auteur

Doc-Direkt

Versie

05-06-2018

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
(c) 2016

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Belastingdienst (Ministerie van Financiën), Ontvangers der Registratie en Successie in Zuid-Holland [blok 1940-1990]
Ontvangers Registratie Successie ZH 1940-1990

Periodisering

archiefvorming: 1951-1989
oudste stuk - jongste stuk: 1932-1991

Archiefbloknummer

37328

Omvang

; 3079 inventarisnummer(s) 171,00 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten. Geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Ontvangers van de Registratie en Successie Inspecties van de Registratie en Successie Eenheden Registratie en Successie, , 1917 - 1939, , 1939 - 1990, , 1990 - 2001

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief van de Inspectie van de Registratie en Successie in de provincie Zuid-Holland bestaat uit registers in boekvorm, waarin de door notarissen in de gehele provincie opgestelde akten zijn geregistreerd. Het betreft naast notariële akten (register 3) ook onderhandse akten en akten niet voorgeschreven registratie (register 4) en onderhandse of in het buitenland opgemaakte akten van verhuring (register 5).

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
18e-19e eeuw
Toen de Republiek der Nederlanden in 1795 in Franse handen kwam, kreeg het land een ‘Franse’ grondwet en het bestuur van het land werd centraal gevormd: 5 directeuren en 8 ministers bestuurden. De eenheidsstaat Nederland was geboren en dus moest er ook eenheid in belastingen komen. Pas toen in 1806 een algemeen en uniform belastingstelsel in Nederland in werking trad, werd het heffen en innen van de rijksbelastingen overgedragen aan één uitvoerende instantie: de belastingdienst. Dit naar idee van de 1e minister van Financiën, dhr. I.J.A. Gogel.
Gogel voerde een algemeen belastingstelsel in dat voor het eerst meer rekening hield met de draagkracht van degenen die de belasting moesten betalen; hoe rijker iemand was, des te meer belasting hij moest betalen. Een heleboel accijnzen verdwenen en belasting op inkomen kreeg een belangrijker plaats in het stelsel.
Taken en bevoegdheden
De belastingdienst werd bij oprichting in tweeën verdeeld:
  • één apparaat voor de belastinginspectie, en
  • één apparaat voor de belastingheffing en –inning.
De belastinginspectie was belast met de controle op de heffing en invordering van de belastingmiddelen. Hieronder viel ook het bestrijden van smokkel en belastingfraude.
De belastingheffing en -inning verliep drieledig:
  1. heffing en inning van de beschreven middelen (belasting op personeel, dienstboden, runderen, landpassagegeld en paarden- en pleziergeld);
  2. heffing en inning van de verponding (grondbelasting); en
  3. heffing en inning van de onbeschreven middelen (accijnzen op gemaal, zeep, zout, beestiaal, wijn, gedistilleerd, waag, rondemaat en binnenlands lastwater-, plezier- en passagegeld).
Kenmerkend voor de eerste grootschalige `Rijksdienst’ in Nederland is dat de besluitvorming van boven naar beneden loopt: van de centrale regering via het gedelegeerde bestuur in de departementen (provincies) naar de ondergeschikte ambtenaren in de belastingressorten, arrondissementen en districten.
Registratiewetten
Middels de Registratiewet 1917 werd de verplichting tot registratie van notariële akten geregeld. Deze taak werd tot 1939 belegd bij de Ontvangers van de Registratie en Successie. Zij ressorteerden onder de Administratie van het Zegel, de Registratie, de Successie, de Hypotheken en de Staatsloterij van het Ministerie van Financiën. Daarnaast waren deze Ontvangers – later Inspecteurs der Registratie en Successie genoemd - belast met het bijhouden van registers, het vorderen van vertalingen, de vermelding van een verklaring op de akte, de registratie van meerdere akten als een akte, het waarmerken van renvooien en het nummeren van de akten. Voorts waren zij belast met het afgeven van ontvangstbewijzen en verklaringen. In de periode 1940-1950 was deze taak belegd bij de inspecteurs van de Registratie en Successie van de Directies der Registratie en Domeinen. In de periode vanaf 1950 Is deze Inspectie ondergebracht bij de Directies van ’s-Rijks Belastingen en Domeinen. In 1975 is dit inmiddels teruggebracht tot Directies der Rijksbelastingen en in 1985 tot Directies der Belastingen als onderdeel van het Directoraat-Generaal der Belastingen. Vanaf 1990 is na een grote reorganisatie de benaming Eenheden Registratie en Successie (R&S) in gebruik. Deze Eenheden ressorteren onder de Belastingdienst en zijn in 2001 opgeheven.
Naast de registratie van notariële akten biedt de Registratiewet 1970 ook de mogelijkheid om andere, onderhandse akten te registreren. De Registratiewet 1970 hanteert daarbij een ruim akten-begrip. Naast stukken die zijn opgemaakt om als bewijs te dienen, vallen onder het begrip akte in die wet ook huiselijke papieren, brieven, kaarten, tekeningen en andere bescheiden. Voor veel van deze stukken heeft registratie echter weinig of geen toegevoegde waarde. Een akte die een overeenkomst tussen twee partijen inhoudt, heeft bewijskracht tussen de contractspartijen ongeacht of de akte geregistreerd is of niet.
Registratie van een gecreëerd werk of vinding biedt
evenmin zelfstandig auteursrechtelijke of octrooirechtelijke bescherming. Registratie voegt hier juridisch niets toe. Voor enkele soorten onderhandse akten is de registratie een constitutief vormvereiste, eventueel naast de mogelijkheid van een notariële akte. Het gaat hier met name om akten waarbij bezitloos pandrecht wordt gevestigd. Voor deze akten is de (wettelijk vereiste) registratie van belang, omdat het bestaan van een bezitloos pandrecht op een bepaalde datum ook tegenover derden moet kunnen worden aangetoond. Hierbij is registratie wel zinvol. Hetzelfde geldt wanneer aan derden geld wordt geleend dat mogelijk door de Belastingdienst beschouwd kan worden als durfkapitaal, waarover belasting verschuldigd is.
Geschiedenis van het archiefbeheer
De registratie van akten vond plaats op de kantoren van de Ontvangers en latere Inspecteurs van de Registratie en Successie, hun taakopvolgers en de Belastingdienst. Op deze kantoren werden de akten ingeschreven in registers, op basis van door notarissen aangeleverde gegevens. Aangezien de administratie der belastingen verdeeld was in directiën (directies) geven we hier een overzicht van de directies met daaronder ressorterende regiokantoren. Onderstaande opsomming geeft de situatie weer uit 1956 in Zuid-Holland
  • Directie Rotterdam, met kantoren: Brielle, Delft, Dordrecht, Gorinchem, ’s-Gravenhage en Rotterdam;
  • Directie Utrecht, met kantoren: Amersfoort, Gouda, Hilversum, Leiden, Utrecht en Zeist;
In latere jaren zijn als gevolg van reorganisaties regiokantoren opgeheven. De indeling van de directies is nagenoeg gelijk gebleven.
De archiefbescheiden van deze kantoren zijn in de jaren '80 overgedragen aan het Centraal Archief van de Belastingdienst. Een registratie hiervan is echter helaas niet terug te vinden. Aanvankelijk is het archief opgeslagen op de locatie Marowijne te Apeldoorn en daarna op de locatie aan de Stadhoudersmolenweg 53 in Apeldoorn. In 2011 is het archief in beheer gegeven aan Doc-Direkt. In opdracht van de Belastingdienst zijn de registers in 2015 en 2016 door Doc-Direkt bewerkt ten behoeve van de overbrenging naar het Nationaal Archief.
Tijdens de bewerking zijn de registers van de volgende kantoren bewerkt: Brielle, Delft, 's-Gravenhage, Dordrecht, Gorinchem, Leiden, Rijswijk, Rotterdam, Alphen aan de Rijn, Schiedam, Sliedrecht, Sommelsdijk en Woerden.
De verwerving van het archief
Het archief is in 2016 door Ministerie van Financiën overgebracht naar het Nationaal Archief, krachtens artikel 12 van de Archiefwet 1995

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het archief bevat registers die zijn opgemaakt door de Inspectie van de Registratie en Successie in de provincie Zuid-Holland. Er zijn drie typen registers: de Register 3 boeken (notariële akten), de Register 4 boeken (onderhandse akten en akten niet voorgeschreven registratie) en de Register 5 boeken (onderhandse of in het buitenland opgemaakte akten van verhuring). Voor alle duidelijkheid: het archief bevat geen originele akten, maar betreft de neerslag van de registratie van die akten.
Materiële staat
De registerboeken zijn over het algemeen in goede staat. Enkele boeken hebben water- en olieschade.
Selectie en vernietiging
Dit archief is geselecteerd op basis van handelingen 857 en 874 van het Basis Selectie Document 65 Heffing van Rijksbelastingen 1940-1993, gepubliceerd in de Staatscourant van 29 augustus 2001, nr. 166. Door de toepassing van deze handelingen is bepaald dat de registerboeken integraal bewaard dienen te worden. Er is uit het archief niets vernietigd.
Aanvullingen
Voor dit archief worden geen aanvullingen verwacht. Na 1990 zijn er geen registerboeken meer gebruikt door de Belastingdienst omdat de akten in een digitaal systeem werden bijgehouden.
Verantwoording van de bewerking
Alle stukken zijn van nietjes, plakband en overige hechtmiddelen ontdaan en verpakt in zuurvrije omslagen en zuurvrije archiefdozen. Ze zijn daarna genummerd volgens de inventaris. De omslagen en dozen zijn voorzien van etiketten.
Ordening van het archief
In het archief zijn de registers geordend op soort register 3, 4 en 5. Ieder soort register is daarna verder geordend op plaatsnaam van het administratiekantoor, de directie waar het kantoor onder viel en de datering (chronologisch op begindatum van een registerboek).
Oorspronkelijk kregen registerboeken een deelnummer. Deelnummers (eigenlijk volgnummers) werden toebedeeld aan een kantoor en ondersteunden in archivistische zin de terugvindbaarheid van een boek. Over het algemeen lopen deze nummers synchroon met de datering van de boeken, maar minder logische of onduidelijke volgordes komen voor. De reden hiervoor is niet bekend.
De deelnummers zijn -waar aangetroffen- in de inventaris per registerboek opgenomen, hierdoor kan het voorkomen dat er in de "deelnummering" per kantoor hiaten zijn. Voor de ordening hebben de deelnummers geen waarde: ze zijn uitsluitend als extra zoekkenmerk opgenomen.
Van een aantal boeken is niet op te maken geweest welk administratiekantoor het soort register heeft aangelegd, dan wel onder welke directie de registraties zijn uitgevoerd. Deze boeken zijn in de inventaris aangeduid onder de verzamelbeschrijvingen Kantoor Onbekend en/of Directie Onbekend.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het Auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Andere toegang
Voor dit archief is geen andere toegang beschikbaar
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Belastingdienst (Ministerie van Financiën), Ontvangers der Registratie en Successie in Zuid-Holland [blok 1940-1990], nummer toegang 3.06.31, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Ontvangers Registratie Successie ZH 1940-1990, 3.06.31, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Bewaarplaats van originelen
De registerboeken zijn op te vragen en te raadplegen in de studiezaal van het Nationaal Archief.
Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Afgescheiden archiefmateriaal
Niet van toepassing
Verwante archieven
Dit archief volgt op het Archief van de Ontvangers der Registratie en Successie in Zuid-Holland, [onderdelen van archieven] 1929-1946 (Toegang 3.06.29).

Bijlagen

Geen bijlagen

Archiefbestanddelen