Terug naar zoekresultaten

2.21.208 Inventaris van het archief van J.H. Groen [levensjaren 1903-1981], ca. 1921-1981; enige verwanten, 1902-1964

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.21.208
Inventaris van het archief van J.H. Groen [levensjaren 1903-1981], ca. 1921-1981; enige verwanten, 1902-1964

Auteur

J.A.A. Bervoets

Versie

20-02-2019

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1982 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Collectie 396 J.H. Groen
Groen

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1902-1981

Archiefbloknummer

C24460

Omvang

; 72 inventarisnummer(s) 0,80 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, daarnaast bevat het fotomateriaal.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Julius Herman Groen, 1903-1981
Jacoba Adolfs, 1902-1964

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het hoofdbestanddeel van het archief bestaat uit de memoires van Julius Herman Groen (1903-1981), die een groot deel van zijn leven heeft doorgebracht in Nederlands-Indië. Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft hij daar, maar ook op Japan in Jappenkampen gezeten. Die memoires en de bijlagen daarbij bevatten veel kleurrijke details over het zakenleven in de Oost-Indische archipel van voor de Tweede Wereldoorlog, het militaire leven tijdens de oorlog en zijn krijgsgevangenschap.
Daarnaast bevat het archief nog enkele stukken betreffende zijn vrouw en ouders.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Levensloop
Julius Herman Groen werd op 2 maart 1903 in Biervliet geboren als zoon van de arts Jacques Groen en Sophia Rosa de Vries. Zijn vader, van Joodse oorsprong, ging in 1917 tot het gereformeerde geloof over. Desondanks zou zijn zoon zich zijn gehele leven bewust blijven, dat hij uit een Joodse familie stamde. Hij volgde de vijfjarige H.B.S., eerst in Amsterdam, vanaf 1914 in Den Haag onder toezicht van de familie Stellinga, waar hij door zijn ouders werd ondergebracht. Nadat hij in 1921 voor zijn examen geslaagd was, aanvaardde hij per 1 augustus een betrekking bij de accountantsafdeling van de Hollandsche Bank voor Zuid-Amerika. Het boekhouden beviel hem echter niet. Vanaf 1922 was hij in dienst van zijn oom Jozef de Vries, handelaar in electrotechnische materialen. Daar solliciteerde hij bij de N.V. Handelsmaatschappij L.E. Tels & Co., om als verkoper uitgezonden te worden naar Nederlandsch-Indië. Hij werd aangenomen nadat hij in Nederland zijn militaire dienstplicht had vervuld. In 1925 kwam hij in de Oost aan.
Door het hoofd van het kantoor van Tels in Batavia werd hij uitgezonden naar het agentschap in Soerabaja onder Kahn. Sedertdien heeft hij als verkoper in wisselende betrekkingen het gehele Oostelijke deel van Java en van de Nederlandsch-Indische Archipel afgereisd. Vanaf 1926 was hij afdelingschef in Soerabaja. Op 15 juni 1927 verloofde hij zich met Jacoba Adolfs, weduwe Dekker, employee van de verffabriek Regnault in Soerabaja, en "indische", reden waarom de bedrijfsleiding zich tegen dit engagement verzette. Toen hij in 1929 als agent overging naar het Soerabajakantoor van de firma Schnitzler, handelaar in manufacturen, verdween deze huwelijksbelemmering en op 15 november 1929 werden de beide gelieven, elk vertegenwoordiger van een etnische minderheid, in de echt verbonden.
Omdat de firma Schnitzler hem tegen zijn wil in december 1929 naar Batavia wilde overplaatsen, ging hij per 1 mei 1930 over naar de nieuw opgerichte firma Morks Martens, opgericht door voormalige employees van Schnitzler. Dit bedrijf likwideerde datzelfde jaar nog, waarop Groen met zijn echtgenote op verlof naar Nederland terugkeerde. In het najaar van 1931 vertrok hij weer naar Soerabaja, nu als agent van de firma Kohler en Ankersmit, in vleeswaren en levensmiddelen in blik. Toen hij daar in december 1934 werd ontslagen, poogde hij zich zelfstandig als commissionair te vestigen. In januari 1935 werd hij echter aangesteld als sales-manager bij de General Electric; per 1 augustus werd hij tot branche-manager voor Soerabaja bevorderd. Per 1 januari 1938 nam hij ontslag om een eigen zaak te beginnen, de firma J.H. Groen & Co., handelaar in producten van de General Electric, maar ook verscheidene andere zaken, zoals boeken en tijdschriften.
Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog maakte een einde aan deze voorspoed. Na de Duitse invasie in Nederland werd Groen bovendien gemobiliseerd bij de Landstorm. Bij de Japanse inval in Nederlandsch-Indië was hij betrokken bij de verdediging van Bandoeng.
Op 8 maart 1942 werd hij door de Japanners krijgsgevangen gemaakt. Na in Bandoeng te zijn geïnterneerd, werd hij achtereenvolgens overgebracht naar de kampen in Tjilatjap (11 September 1942), Tjimahi (4 februari 1943), het tiende bataljon in Batavia (31 augustus 1943) en via Singapore naar Japan getransporteerd. Van 5 december 1943 tot 18 mei 1945 verbleef hij in het kamp Tsumori te Osaka, waarna hij tot zijn bevrijding op 3 September 1945 was ondergebracht in kamp I in Nagaoka. Na enige omzwervingen bereikte hij op 22 december 1945 Singapore, waar hij te werk werd gesteld als administrateur van het vluchtelingenkamp Nee Soon Hospital. Omdat hij betrokken was bij een onderzoek tegen de kampcommandant wegens fraude, hetgeen op een aanklacht wegens insubordinatie dreigde uit te lopen, werd hij door de militaire recherche op medische voorwendsels uit zijn consignatie bevrijd en met zijn vrouw, die aan een hartziekte leed, op 8 mei 1946 naar Nederland getransporteerd. Op 1 September werd hij daar gedemobiliseerd.
Intussen werd hij met ingang van 1 juni 1946 te werk gesteld bij het Nederlandsch-Indisch Deviezen Instituut in Amsterdam. Hiervandaan werd hij naar Nederlandsch-Indië uitgezonden, waar hij op 21 juli 1947 als inspecteur werd aangesteld. Op 15 april 1949 ging hij over naar het departement van Economische Zaken in Batavia als hoofd van een nieuw opgerichte afdeling, belast met de sociale personeelszorg. Vanaf 1949 was hij hoofdambtenaar bij de dienst Algemene Personele Zaken. In die functie maakte hij de soevereiniteitsoverdracht mee. Wegens familieomstandigheden maakte hij in de zomer van 1950 een verlofreis naar Nederland, waar hij solliciteerde naar een betrekking in het bedrijfsleven. Op 15 maart 1951 vertrok hij naar Indonesië als chef van de afdeling Personeelszaken van de Rubber Cultuur Maatschappij "Amsterdam" N.V. in Medan. De hartziekte van zijn vrouw dwong hem om op 15 juli 1953 ontslag te nemen en definitief naar Nederland terug te keren. Hier werd hij als commies bij het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen aangesteld bij de afdeling Personeelszaken. Hij functioneerde als hoofd van het bureau Huisvestingszaken en bemiddelde met succes bij woningruil van ambtenaren. Hij bleef in dienst tot zijn vijfenzestigste verjaardag in 1968. Intussen was op 3 September 1964 Jacoba Adolfs overleden. Julius Herman Groen hertrouwde op 22 September 1965 met Elisabeth Jacoba Bruigom.
Een groot deel van de rest van zijn leven gebruikte hij voor de opstelling van zijn memoires, herinneringen aan zijn verblijf in Nederlandsch-Indië en commentaren op recente gebeurtenissen. Op 16 oktober 1981 overleed hij.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het hoofdbestanddeel van het archief bestaat uit de memoires van Julius Herman Groen, getypte vellen in multobanden, per jaar geordend. Deze aantekeningen zijn geïllustreerd met foto's uit kranten en geïllustreerde weekbladen, waarmee de couleur-locale nader wordt aangegeven. Het merendeel van het illustratiemateriaal is afkomstig uit de periode, waarin de memoires ontstonden, maar ook werden er authentieke archiefstukken op de bladen geplakt. De hier beschreven serie memoires is onvolledig.
Aan het eind van zijn leven heeft Groen gepoogd, de memoires aan het Koninklijk Instituut voor de Tropen over te dragen, maar toen dit afwijzend reageerde, besloot hij ze te vernietigen. Het gevolg is, dat een groot deel dat betrekking heeft op zijn jeugd en fragmenten uit de na-oorlogse periode verloren zijn gegaan.
In 1982 wendde mevrouw E.J. Groen-Bruigom zich met het archief tot de Tweede Afdeling van het Algemeen Rijksarchief, die zich tot overname bereid toonde. Bij de overdracht werden de delen betrokken, die het openbare en ambtelijke leven van Groen betroffen.
De verwerving van het archief
Het archief is door schenking verworven.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
De memoires van Groen zijn zeer levendig en openhartig geschreven, bevatten veel kleurrijke details over het zakenleven in de Oost-Indische archipel van voor de Tweede Wereldoorlog, het militaire leven tijdens de oorlog en zijn krijgsgevangenschap. De schrijver heeft zich laten inspireren door de romans van P.A. Daum en Bas Veths "Het leven in Nederlandsch-Indië". Ook heeft hij zich gedocumenteerd door herinneringen aan Japanse kampen of van Amerikaanse krijgsgevangenen te verzamelen. Deze uitgebreide collectie boekwerken bevindt zich thans in de Koninklijke Bibliotheek.
Verantwoording van de bewerking
Bij de inventarisatie is met het belang van deze memoires rekening gehouden. De multobanden kwamen naar het oordeel van de inventarisator voor blijvende bewaring in aanmerking, zodat de memoires in hun oorspronkelijke staat kunnen worden geraadpleegd. Losliggende papieren of stukken, waarvan de berging in deze banden - wegens het uitscheuren van enveloppen bijvoorbeeld - niet konden worden gehandhaafd, zijn apart beschreven en worden als bijlagen bij de memoires beschouwd. Vandaar, dat de losse stukken slechts globaal zijn ingedeeld naar herkomst en naar enkele formele kenmerken en dat voor het overige de chronologische volgorde is gehandhaafd.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Collectie 396 J.H. Groen, nummer toegang 2.21.208, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Groen, 2.21.208, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Afgescheiden archiefmateriaal
De aantekeningen over de periode na 1968, waarin voornamelijk particuliere aangelegenheden werden behandeld, bleven bij de familie berusten.
Een kaart van de stad Soerabaja is overgeplaatst naar de kaartenafdeling, aan te vragen onder nummer 4.AANW inv. nr. 791.