Terug naar zoekresultaten

2.05.05 Inventaris van het chronologisch archief van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, 1871-1918

Het archief bevat chronologisch georden stukken bevattende informatieuitwisseling tussen Nederlandse en buitenlandse regeringen en over bemiddeling door het ministerie ten behoeve van individuelen personen en bedrijven.
Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.05.05
Inventaris van het chronologisch archief van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, 1871-1918

Auteur

H.A.J. van Schie

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2015 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Buitenlandse Zaken: Chronologisch Archief
BuZa / Chronologisch Archief

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1871-1918

Archiefbloknummer

Z21105

Omvang

; 402 inventarisnummer(s) 45,00 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Ministerie van Buitenlandse Zaken Ministerie van Buitenlandse Zaken, Algemeen Secretariaat
Ministerie van Buitenlandse Zaken, Eerste Afdeling Politieke Zaken
Ministerie van Buitenlandse Zaken, Tweede Afdeling Consulaire en Handelszaken Ministerie van Buitenlandse Zaken, Tweede Afdeling Handelspolitiek en Consulaire Zaken Ministerie van Buitenlandse Zaken, Derde Afdeling Comptabiliteit, , 1815-1876, , 1876-1942, , 1876-1918, , 1876-1885, , 1886-1918, , 1876-1918

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat chronologisch georden stukken bevattende informatieuitwisseling tussen Nederlandse en buitenlandse regeringen en over bemiddeling door het ministerie ten behoeve van individuelen personen en bedrijven.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Eerst in 1876 werd het Ministerie van Buitenlandse Zaken formeel onderverdeeld in afdelingen. Er werd ingesteld een afdeling Algemeen Secretariaat, bestaande uit drie bureaus: A. Expeditie, B. Archief, agenda en index en C. Protocol en bibliotheek, alsmede Eerste, Tweede en Derde Afdeling. De Eerste Afdeling, Politieke Zaken genaamd, behandelde vooral kwesties die de politieke betrekkingen met andere landen betroffen of de positie van Nederlanders in het buitenland en van vreemdelingen hier te lande. Het Kabinet van de minister viel formeel onder deze afdeling: het was belast met de voorbereidende behandeling van traktaten en met het diplomatieke ceremonieel en had voorts een belangrijk aandeel in de politieke briefwisseling met de gezanten. De Tweede Afdeling, Consulaire- en Handelszaken, behartigde de Nederlandse handels- en scheepvaartbelangen met betrekking tot het buitenland alsmede de regeling van de consulaire dienst. Bij deze afdeling verschoof het zwaartepunt al snel in de richting van de buitenlandse economische betrekkingen. Sinds 1886 heette deze afdeling dan ook Handelspolitieke en Consulaire zaken. De Derde Afdeling was geen beleidsafdeling, maar een beheersafdeling, belast met de comptabiliteit van het departement en de buitenlandse dienst. Vanaf 1900 fungeerde een Directie van het Protocol, als voortzetting van het vroegere bureau Protocol van het Algemeen Secretariaat.
De achtereenvolgende grondwetten vanaf 1814 gaven de Koning het 'opperbestuur der buitenlandsche betrekkingen'. Als zodanig was de Kroon bevoegd zorg te dragen voor het diplomatieke verkeer, de benoeming van gezanten en consuls, het ontvangen van vreemde gezanten en consuls, het voeren van onderhandelingen en het sluiten van verdragen met vreemde mogendheden, de behartiging van de belangen van de Nederlandse handel- en scheepvaart en de behartiging van de belangen van Nederlandse staatsburgers in het buitenland en van vreemdelingen in Nederland. De minister van Buitenlandse Zaken was bij uitsluiting belast met het buitenlands beleid van het gehele koninkrijk, inclusief Oost- en West-Indië. Wel was het usance, dat de minister van Koloniën werd betrokken bij koloniale kwesties en de betrekkingen met het Nabije en Verre Oosten.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het archief is steeds beheerd door het ministerie zelf. In 1969 was men voornemens het archief van het ministerie vanaf 1871 tot 1918 aan het Algemeen Rijksarchief over te dragen. Daaraan is slechts in beperkte mate uitvoering gegeven. Slechts de A-dossiers, de archieven van enkele gezantschappen en consulaten en het chronologische archief uit de periode 1871-1918 zijn in 1969-1971 overgebracht. De verdere overbrenging was niet mogelijk omdat de archiefbewaarplaats van het Algemeen Rijksarchief aan het Bleijenburg vol was. Eerst in 1986 is men verder gegaan met de overbrenging van de archieven uit deze periode.
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het chronologisch archief heeft het karakter van een restant-archief. De meeste stukken, en zeker de meer belangrijke stukken zijn opgenomen in de A- of B-dossiers. Wat achterbleef in de chronologische serie waren de stukken die betrekking hebben op informatieverzameling uit het buitenland, informatieverstrekking aan buitenlandse regeringen en bemiddeling voor individuele personen en bedrijven. Het betreft dan voornamelijk:
  • handelsinformatie als consulaire verslagen over scheepvaart, landbouw, spoorwegen, congressen en tentoonstellingen
  • opvragen van informatie over wet- en regelgeving in het buitenland ten behoeve van andere ministers
  • verstrekken van informatie over Nederlandse aangelegenheden, waaronder de wetgeving aan buitenlandse gezanten
  • verzenden en ontvangen van protocolbrieven (uitwisselen van informatie over staatshoofden en hun familie)
  • bemiddeling bij bezoeken van buitenlanders aan Nederlandse instellingen en van Nederlanders aan buitenlandse instellingen
  • bemiddeling bij het verkrijgen van nalatenschappen, naturalisaties, bij de uitreiking van onderscheidingen en adelsdiploma's
Selectie en vernietiging
Het archief is niet ongeschonden gebleven. In de meidagen van 1940 zijn door departementsambtenaren grote hoeveelheden `gevoelige' bescheiden verbrand. Ook zijn in de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers talrijke dossiers, vooral uit de jaren-1930, naar Duitsland overgebracht en na 1945 met lacunes terug ontvangen.
Ordening van het archief
Terwijl het archief 1813-1870 grotendeels uit een chronologisch verbaal* bestaat, vormen na 1870 op onderwerp geordende stukken de overgrote meerderheid: er kwamen afzonderlijke sub-archieven van respectievelijk A- en B-dossiers. Na 1870 en waarschijnlijk in versterkte mate na de reorganisatie van 1876 met de oprichting van twee beleidsafdelingen werden steeds meer stukken gebundeld op onderwerp. Op Buitenlandse Zaken sprak men van A-dossiers, gevormd door de afdeling Politieke Zaken, en van B-dossiers bij de afdeling Consulaire- en Handelszaken.
Alle stukken in de dossiers kregen behalve hun A of B-nummer de gebruikelijke registratuurkenmerken zoals het per jaar doorlopende agendanummer in volgorde van ontvangst. Stukken zonder dossiernummer bleven achter in het chronologische archief, dat in de loop der jaren steeds geringer van omvang werd. Aanvankelijk werden stukken over een bepaald onderwerp in eerste instantie geborgen in het chronologische deel van het archief. Pas in een latere fase werd een A- (of B-)dossier is gevormd, zonder dat de retro-acta achteraf aan zo'n dossier zijn toegevoegd.
Als toegang op het gehele archief van het Ministerie van Buitenlandse Zaken kunnen de registers dienen, welke destijds door Buitenlandse Zaken zijn aangelegd: agenda's, indices, klappers, accusatie- en expeditieregisters. Deze registers zijn beschreven in archiefinventaris 2.05.34. Met name de agenda's en indices kunnen van belang zijn, indien men uit de inventarissen van de A- en B-dossiers niet kan opmaken of bepaalde stukken in een dossier zijn opgelegd en zo ja in welk dossier. Voor het traceren van stukken die in het chronologische archief zijn opgeborgen, zijn de agenda's, klappers en indices eigenlijk onmisbaar.
De agenda's beslaan de gehele periode 1871-1918. Ze werden gebruikt voor stukken van meerdere afdelingen, met uitzondering van het Kabinet. De agenda's zijn ingericht in de volgorde van het per jaar doorlopend agendanummer en bevatten de volgende kolommen: agendanummer; korte inhoud; behandelende afdeling; uitgaand stuk. In de eerste kolom is vermeld in welk dossier de stukken zijn geborgen; in later jaren is dat vaker het geval dan kort na 1870. Soms is een hoofdletter `R' vermeld: dit kan duiden op oplegging in de serie politieke rapportage.
De indices zijn aanwezig over de jaren 1871-1920 en betreffen eveneens stukken van verschillende afdelingen. Ze missen als regel een hoofdenlijst* (zie hiervoor de klappers), maar de hoofden of rubrieken* zijn in alfabetische volgorde opgenomen, althans in de eerste decennia na 1870. Ze verwijzen naar vorige vermeldingen in de index en in later jaren veelal ook naar het nummer van het A- of B-dossier.
De klappers op de indices over de periode 1871-1920 verwijzen naar de bladzijden in de indices. Per letter bevatten de klappers eerst een lijstje van onderwerpen, daarna volgen de persoonsnamen en geografische namen. Vanaf 1913 zijn er tevens klappers op de agenda's, vanaf 1920 in de vorm van een kaartsysteem. De accusatieregisters (1871-1937) zijn net als in de periode vóór 1871 ingericht op afzender; ze verwijzen naar de agendanummers.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Buitenlandse Zaken: Chronologisch Archief, nummer toegang 2.05.05, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, BuZa / Chronologisch Archief, 2.05.05, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar