Terug naar zoekresultaten

1.10.26 Inventaris van het archief van C.W.F. Dumas [levensjaren 1721-1796], 1700-1796

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

1.10.26
Inventaris van het archief van C.W.F. Dumas [levensjaren 1721-1796], 1700-1796

Auteur

V.M.L. Dumoulin, P. Berends

Versie

04-05-2021

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1918 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Collectie C.W.F. Dumas
Dumas

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1700-1796

Archiefbloknummer

1156

Omvang

; 106 inventarisnummer(s) 0,81 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het. Een groot aantal stukken is in hetof.
Nederlands
Frans
Engels

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Dumas, Charles William Frederic (1721-1796)

Samenvatting van de inhoud van het archief

C.W.F. Dumas was letterkundige en agent der Verenigde Staten in de Republiek, die ook met de Franse gezant contacten onderhield. Hij verzamelde in die hoedanigheid een groot aantal (deels gedrukte) resoluties, rapporten en berichten over de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog, de 4e Engelse Oorlog tussen de Republiek en Groot-Brittannië en het daarop volgende conflict tussen de patriotten en de prinsgezinden. Het archief bevat verder brieven aan bekende en minder bekende tijdgenoten, zoals George Washington, Benjamin Franklin, Thomas Jefferson en John Adams.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Charles William Frederic Dumas werd 15 Februari 1721 in het vorstendom Brandenburg-Anspach uit Fransche ouders geboren, kwam, na een tienjarig verblijf in Zwitserland, omstreeks 1750 naar de Republiek, en was athans reeds vóór 1756 in den Haag gevestigd, waar hij zich met letterkundigen arbeid en de vertaling van Duitsche en Engelsche wetenschappelijke werken bezig hield ( Zie: Biographie Universelle (Michaud), waar ten onrechte gezegd wordt "waarschijnlijk geboren in Holland", en waar van zijne werkzaamheid als politiek agent niet gerept wordt. ) . In 1768 heeft Dumas het plan opgevat zich een onafhankelijk bestaan te verwerven in eene der Britsche koloniën in Amerika; hij raadpleegde daaromtrent Benjamin Franklin, die destijds als afgevaardigde der koloniën te Londen verblijf hield. Van dat plan kwam niets; maar de voortgezette briefwisseling met Franklin werd de aanleiding, waardoor Dumas zich in den politieken dienst dier kolonie heeft gesteld: in Amerika teruggekeerd, richtte Franklin zich, als lid van het Comité benoemd door het Congres voor de geheime correspondentie der Amerikaansche provincies met Europa, bij een schrijven van 9 en 12 December 1775 tot Dumas, waarbij hij hem aanbood zich aan den dienst der Amerikaansche zaak te wijden. Dit voorstel werd door Dumas met geestdrift aangenoomen ( Zie inventaris no. 1: missive aan Franklin dd. 30 April 1776. ) , die er zich later bij verschillende gelegenheden op beroemde de oudste dienaar en politieke agent der Vereenigde Staten in Europa, buiten Engeland te zijn geweest. Deze eerste commissie van Dumas als geheim Amerikaansch agent werd bevestigd bij latere commissies van 1777 Februari 4 en Augustus 8, en 1778 Mei 14. Nadat J. Adams als Amerikaansch gezant door de Staten-Generaal ook formeel erkend was ( Zie inventaris no. 1: missive aan Livingston dd. 10 Mei 1782.), bepleitte Dumas de noodzakelijkheid van zijne formeele erkenning als delegatie-secretaris en Chargé d'affaires ) ( Zie inventaris no. 1: missive aan Livingston dd. 1782 April 4, den Hollandschen gezant Van Berkel te Philadelphia dd. 1784 Februari 1 en 1786 Februari 24. ) . Bij een besluit van het Congres (van 14 October 1785) werd hem een jaarlijksch salaris van 1300 dollar toegekend, terwijl de Fransche regeering hem in 1786 eene toelage van 1500 livres verstrekte voor zijne diensten, "in den dienst der Vereenigde Staten, van Frankrijk en van de Republiek" bewezen. In het belang nl. der Amerikaansche zaak had Dumas zich van den beginne af in verbinding gesteld met het Fransche gezantschap, om den materieelen en moreelen steun der Fransche regeering te verwerven. Hij bleef met dat gezantschap in relatie en verleende er evenzeer zijne diensten aan als aan Amerika, zooals o.a. blijkt uit zijne rol van onderhandelaar bij pogingen tot het plaatsen eener Fransche leening in 1785, in samenwerking met den Franschen agent graaf de Coetloury ( Zie over Coetloury en Dumas als Fransche agenten o.a. bij Colenbrander, Patriottentijd II, bladz. 164. ) . Aan den in het begin van 1782 nog te Amsterdam vertoevenden Amerikaanschen gezant kon Dumas melden ( Zie inventarir no. 1: missive dd. 1782 Februari 22 aan N. Dumas. ) , dat hij volgens diens opdracht het hotel van de gravin de Wickradt op den Fluwelen Burgwal te 's-Gravenhage had aangekocht, dat bestemd was het Amerikaansche gezantschapshotel te worden. Adams vertrok echter spoedig, nadat het tractaat van vriendschap en handel van Amerika met de Republiek was gesloten, en wel in het najaar 1782 naar Parijs en naderhand als gezant naar Londen, zoodat het hotel meestal onbewoond bleef. Over de rol, die Dumas bij politieke gebeurtenissen gespeeld heeft, bevatten de brieven vele bijzonderheden: zoo o.a. beroemt hij er zich in 1785 op zijn deel te hebben bijgedragen tot den pas gesloten vrede met den keizer en de alliantie met Frankrijk ( Zie inventaris no. 1: missive aan Franklin dd. 29 November 1785. ) . Zeker is, dat hij ook, toen de gebeurtenissen zich tegen de patriotten keerden, aan de in het najaar van 1787 uitgebroken onlusten en plunderingen niet ontkomen is. Het feit, day hij niet formeel geaccrediteerd was, maakte zijne positie nog meer onzeker: uit zijne correspondentie tijdens dat woelige tijdvak blijkt, dat hij op 19 September de bescherming inriep van de militaire macht ( Zie inventaris no. 1: missive aan Generaal Kretsmar dd. 19 September 1787. ) , om zijn huis tegen plundering te beschermen, en dat hij zichzelf en zijn gezin in veiligheid moest stellen in het Fransche gezantschap ( Inventaris no. 1: missive aan De St. Pricat van 20 September 1787 en de Verac van 22 September 1787. ) .
Dat ook naderhand de nieuwe regeering der Republiek hem niet welwillend gezind was, blijkt uit de tegen hem gerichte resolutie der Staten-Generaal van 23 September 1788, waarbij verklaard werd, "dat hij zich onbevoegd den titel van Agent der Vereenigde Staten aanmatigde", en aan de Gedeputeerden van Holland verzocht werd te zorgen, dat "die titel, voor zijn woning geplaatst, wierde uitgewischt".
Naderhand heeft Dumas eerherstel van den hem aangedane smaad verzocht en verkregen bij de provisioneele representanten, die bij hunne resolutie van 14 Augustus 1795 verklaarden, dat Dumas, "hoewel nimmer bij Haar Hoogmogenden als Agent der Vereenigde Staten erkend, niettemin een reeks van jaren in den Haag resideerende, met de zaken van de Vereenigde Staten is gechargeerd geweest en zelfs door Haar Hoogmogenden bij resolutie van 26 Juni 1783 als Chargé d'affaires van de Vereenigde Staten plechtig is erkend; dat door den griffier Fagel met den burger Dumas in die kwaliteit is uitgewisseld de acte van ratificatie op het Tractaat van Vriendschap en Commercie tusschen H.H.M. en de Vereenigde Staten van Amerika gesloten; en dat uit een missive van den Minister Adams te Londen resideerend van 25 October 1787 aan den Griffier Fagel bleek, dat hij direct van het Congres dependeerde, dat hij in dienst van de Vereenigde Staten steeds met hun vertrouwen is vereerd gebleven." Dit vertrouwen heeft Dumas tot zijn dood toe genoten, terwijl ook zijn werk als letterkundige door Amerika erkend werd door zijne benoeming, tegelijk met prof. Luzac te Leiden, tot lid der "académie américaine des arts et des sciences" te Cambridge bij Boston (vergelijk minuut-btief van den secretaris dier instelling van 1790 Juli 14).
Dumas overleed te 's-Gravenhage in 1796.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Dumas bracht de verschillende stukken in dit archief bijeen vooreerst in zijne qualiteit van politiek agent in dienst van Amerika en ook van Frankrijk in het laatste vierde deel van de 18e eeuw, blijkbaar met de bedoeling om bouwstoffen te leveren voor de geschiedenis der Vereenigde Staten van Noord-Amerika in de eerste periode van hun bestaan.
Hij schijnt ze te hebben verdeeld in 34 pakken, die hij voorzag van de merken I-XXXIV. Hiervan ontbreken thans de pakken gemerkt I-VII, IX, X, XII, XIV, XV, XVIII-XXIII, XXV-XXX en XXXII, zoodat slechts de pakken nos. VIII, XI, XIII, XVI, XXIV, XXXI, XXXIII en XXXIV aan het Algemeen Rijksarchief werden ontvangen.
Onder de pakken, die gemist worden, schuilden waarschijnlijk de door Dumas ontvangen brieven en de daarvan volgens zijne eigene verklaring gemaakte afschriften ( Zie inventaris no. 1: missive aan Jay dd. 21 Augustus 1783. ) . Zij zijn na zijn overlijden waarschijnlijk aan de afzenders teruggezonden, waarvoor Dumas reeds bij zijn leven maatregelen genomen had ( Zie inventaris no. 1: missive aan den Amerikaanschen Minister van Buitenlandsche Zaken dd. 4 Maart 1790. ) .
Deze verzameling documenten werd aangetroffen in de nalatenschap van Maria Charlotta van Gennep (eene achterkleindochter van C.W.F. Dumas), die in het begin van het jaar 1918 te 's-Gravenhage overleed, en door den heer Th.G. van Hoogenhuijze te Hilversum, namens hare erfgenamen, in het najaar van 1918 in bruikleen aan het Algemeen Rijksarchief afgestaan.
De rechtstitel is (nog) onbekend

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het belangrijkste deel van de aan het Algemeen Rijksarchief in bruikleen gegeven verzameling vormen thans de minuten van uitgaande brieven, gericht aan verschillende tijdgenooten, die een meer of minder belangrijke rol speelden bij de binnen- en buitenlandsche politieke gebeurtenissen van het bedoelde tijdvak. Overigens bestaat de collectie bijna uitsluitend uit geschreven en gedrukte copieën van resolutiën, in hoofdzaak van de Staten-Generaal en van de provinciale staten van de Republiek der Vereenigde Nederlanden, benevens van brieven van buitenlandsche gezanten in hetzelfde tijdvak.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Collectie C.W.F. Dumas, nummer toegang 1.10.26, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Dumas, 1.10.26, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar