Terug naar zoekresultaten

3.20.33 Inventaris van het archief van Willem Kersseboom, 1720-1771 (1788)

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

3.20.33
Inventaris van het archief van Willem Kersseboom, 1720-1771 (1788)

Auteur

M. Claessens

Versie

15-12-2020

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1991 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Kersseboom
Kersseboom

Periodisering

archiefvorming: 1720-1771
oudste stuk - jongste stuk: 1720-1788

Archiefbloknummer

35030

Omvang

; 344 inventarisnummer(s) 2,10 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het. Een klein gedeelte is gesteld in talen als het, heten het.
Nederlands
Frans
Engels
Duits

Soort archiefmateriaal

Geschreven en gedrukte documenten. Kennis van het 18e eeuwse handschrift is noodzakelijk.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

W. Kersseboom, 1692-1771

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief van Willem Kersseboom bevat onder ander stukken betreffende de plannen van verschillende loterijen zoals die van de obligaties, lijfrenten en van geldprijzen, stukken betreffende loterijen in verschillende gewesten zoals Zeeland en de Generaliteitslanden, stukken met betrekking tot de verwachte aflossingen en inkomsten van lijfrenten, losrenten en obligaties. Daarnaast bevat het archief ook stukken betreffende de berekening, aanslagen en ontvangsten van belastingen en over de geschiedenis van de munt.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Levensloop en loopbaan van Willem Kersseboom
Willem Kersseboom werd op 9 januari 1692 te Oudewater geboren ( Rijksarchief Utrecht, Doop-, trouw en begraafboeken, Oudewater inv.nr. 133 (Hervormde Gemeente). Hieruit blijkt, dat de in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (NNBW) (red. P.C. Molhuysen, Fr.K.H. Kossmann), dl.X, Leiden 1937, kol.454-455 en andere artikelen genoemde geboortejaar 1691 foutief is. De gegevens over het leven en de loopbaan zijn merendeels terug te vinden in: Xavier Heuschling, La notice in: Bulletin de la commission centrale de statistique du royaume de Belgique, tom. VII (1849), p. 397 e.v. Samengevat in: G.A. Fakker, Geschiedenis der loterijen in de Nederlanden, Amsterdam 1862, p. noot 146. ) . Zijn vader was Frederik Kersseboom, burgemeester te Oudewater en later ontvanger van enige dorpen in Utrecht ( Bouwstoffen voor de geschiedenis van de levensversekeringen en lijfrenten, Amsterdam 1897, pp.117-148 met name p.118. ) , zijn moeder Eva van Eerst ( NNBW, kol. 454. ) . Op 21 september 1707 werd hij aan de universiteit van Leiden als rechtenstudent ingeschreven ( Album Studiosorum Academiae Lugduno Batavae 1575-1875, 's-Gravenhage 1875, kol. 800. Merkwaardigheid hierbij is de vermelding, dat Kersseboom toen twintig jaar oud was. ) . In 1723 werd door Thomas van Schaak op verzoek van Kersseboom materiaal voor het samenstellen van een sterftetafel verzameld, die in 1726 gereed kwam ( M. van Haaften, Kersseboom en zijn geschriften, in: De Economist, 74e jrg. (1925), pp. 667-694 en 819-844, met name p. 689. ) . In 1724 liet raadpensionaris Isaac van Hoornbeek de 'Waardije' van Johan de Wit door Kersseboom beoordelen. Deze bracht hier op 12 januari 1725 verslag over uit ( Rijksarchief in Zuid-Holland (RAZH), Archief van Isaac van Hoornbeek (1720-1727), inv. nr. 182. ) . Ook in het archief van Gecommitteerde Raden van het Zuiderkwartier zijn bewijzen voor vroege werkzaamheden van Kersseboom te vinden. Zoals ettelijke memories terug betreffende lijfrenten en de sterftecijfers van 's-Gravenhage sedert 1696 ( RAZH, Archieven van de Gecommitteerde Raden der Staten van Holland en West-Friesland, 1621-1795, inv. nr. 3996 III. ) . Op 20 mei 1728 kreeg hij van de Raad van State een beloning van f.1.000,- voor zijn werkzaamheden als examinator van plannen voor loterijen; "door hem is geexamineert en geanalyseerd meer dan 50 differente projecten 't zij loterijen met en sonder classen als wel principalijk veele concepten" ( Algemeen Rijksarchief (ARA), Eerste afd., Archief van de Raad van Stat, (1579) 1588-1795, inv. nr. 218, f. 524 ro - 525 ro. ) . Zijn bemoeienissen hierbij hebben tot de instelling van de Nederlandse Staat-klassenloterij geleid ( De Economist, p. 690. De kans lacht yder toe. Een beschrijving van 250 jaar Staatsloterij aan de hand van gegevens van de oud-directeur der Staatsloterij P.R. van Alderwerelt van Rosenburgh, 's-Gravenhage 1976. ) . Op zijn aanwijzingen zouden de Staten-Generaal voor het plan van Adolf Huyske hebben gekozen ( De Kans lacht yder toe. Een beschrijving van 250 jaar staatsloterijen aan de hand van de gegevens van de oud-directeur der staatsloterij P.R. van Alderwerelts van Rosenburgh, 's-Gravenhage 1976, pp. 9-19 ) . In 1726 werd Kersseboom benoemd tot commies bij de Raad van State en in 1728 werd hij door de Staten-Generaal op 2 juli 1728 als secretaris van de plenipotentiarissen op het congres van Soissons benoemd ( ARA, Eerste afd., Archief van de Staten-Generaal, inv. nr. 3783, p. 519: benoeming van Willem Kersseboom tot secretaris. E.H.M. Dormans, Het tekort, Amsterdam 1991, p. 194. De benoeming tot commies in 1726 werd noch in het archief van de Raad van State noch in dat van de Staten-Generaal teruggevonden. ) . Zijn tractement was mager:"dat...niet meer wierdt toegelegt als sestigh guldens 's maandts, ...sonder dat daar in van eenigh kostgeld wierdt gesproken" ( ARA, Eerste afd., Archief van de Staten-Generaal, 1576-1796, inv. nr. 3783, p. 529. ) . Zijn verzoek om kostgeld werd niet gehonoreerd. Op 30 april 1729 volgde zijn aanstelling tot ordinaris klerk bij de Rekenkamer ter Auditie op een tractement van f. 1.600,- ( RAZH, Archief van de Staten van Holland en West-Friesland, 1572-1795, inv. nr. 1796, f. 15 ro-vo. RAZH, Archief van Pieter Steyn, 1749-1772, inv.nr. 483 (lijst van commiezen van de Rekenkamer in 1729). ) . In deze functie ging hij verder met het berekenen, beoordelen en ontwerpen van plannen voor de verbetering van de financiën. Voor deze werkzaamheden kreeg hij op 15 januari 1745 een gratificatie van f.1.800,- ( Resoluties van de Staten van Holland en West-Friesland, d.d. 15 januari 1745. ) en op 2 november 1746 nog een van f.700,- ( Ibidem, d.d. 2 november 1746. Hij had hiervoor in augustus een rekest ingediend. Zie: Ibidem, d.d. 26 augustus 1746. ) . Ook van de Raad van State kreeg hij zulk een gratificatie, ditmaal van f.6.000,-, "wegens het formeeren van verscheide plans soo van loterijen als andere negotiatien" ( ARA, Eerste afd., Archief van de Raad van State, (1579) 1588-1795, inv. nr. 495, f. 173 ro. ) . Deze plannen en die voor de wijze waarop geldleningen gedaan dienden te worden, leidden tot polemieken met andere wiskundigen ( Zie hiervoor het artikel in: De Economist. ) . Dit werk van Kersseboom werd duidelijk gewaardeerd. Op 18 en 22 december 1749 werd hij door de Staten-Generaal respectievelijk door de Raad van State tot extraordinaris commies bij de Financiën van de Unie benoemd "om geemployeerd te worden tot het formeeren en examineeren van projecten van finantie, het maaken van uitreekeningen, en andere saaken van die natuur, en sulks op een tractement van 2400 gulden" ( ARA, Eerste afd., Archief van de Staten Generaal, 1576-1795, inv.nr. 3804, pp. 833-834; Archief van de Raad van State (1579) 1588-1795, inv. nr. 494, f. 14 ro. Zie ook : H. de Schepper, De Raad van State onder de Republiek van 1588-1795, in: Raad van State 450 jaar (H. de Schepper, R.E. van Dithuyzen, A.Th. van Deursen e.a. Voorw. van W. Scholten), 's-Gravenhage 1981, pp., met name p. 62. ) . Op 9 maart 1752 volgde zijn benoeming tot secretaris van de commissarissen van de Posterijen van Holland ( Resoluties van de Staten van Holland en West-Friesland, d.d. 9 maart 1752. Zie voor zijn activiteiten in deze functie: RAZH, Archief van de commissarissen van de posterijen van de Staten van Holland en West-Friesland, 1752-1810, inv. nrs. 234-236. ) . Zijn verzoek om naast dit ambt ook, met behoud van tractement, dat van extraordinaris commies bij de Financiën van de Unie te mogen blijven waarnemen, werd toegestaan ( ARA, Eerste afd., Archief van de Staten-Generaal, 1576-1796, inv. nr. 3807, p. 216. ) . Zijn betrekkingen met de stadhouderlijke familie moeten uitstekend zijn geweest. De beide laatste functies kreeg hij op voordracht van respectievelijk stadhouder Willem IV en prinses Anne, gouvernante van Willem V. Kersseboom overleed in 1771 te 's-Gravenhage op 80 jarige leeftijd. Op 6 september 1771 werd er voor het begraven een impost van f.30,- betaald. Zijn lichaam werd naar zijn geboorteplaats Oudewater overgebracht om aldaar te worden begraven ( Gemeentearchief 's-Gravenhage, Klapper op de Doop-, Trouw en Begraafboeken, nr. 204. ) .
Geschiedenis van het archiefbeheer
De uit de collectie Goldberg afkomstige stukken ( Voor een beschrijving en geschiedenis van de collectie van J. Goldberg, zie: Verslagen omtrent 's Rijks Oude Archieven (VROA), 1913, pp. 253-256. ) werden in 1913 door A.H. Martens van Sevenhoven beschreven ( Ibidem, pp. 295-296. ) . Deze waren oorspronkelijk geletterd A-P (de letter L ontbrak toen reeds) en vormden in de oude inventaris de nummers 1-15. Uit nr. 15 waren de stukken betreffende het muntwezen genomen en vervolgens verdeeld over de volgende nummers, volgens de lijst welke hierbij werd aangetroffen. De nummers 1-15 betroffen de financiën van de Unie, Holland en de overige provincies. Goldberg had deze stukken vermoedelijk als lid van de Financiële Commissie van 1795 gebruikt. Onderzoek toonde aan dat in de door Kersseboom nagelaten papieren, althans die betreffende muntzaken, achtereenvolgens door Johan Samuel Cassa, commies van de raadpensionaris ( Over de persoon en werkzaamheden van Johan Samuel Cassa, zie: P.A. Meilink, Johan Samuel Cassa, in: Jaarboek Die Haghe 1913, pp.36-54. ) , en Jean Henri van Swinden ( Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek, deel IV (red. P.C. Molhuysen en P.J. Blok), Leiden, 1919, kol. 1289. ) (Deze stukken zijn kenbaar aan het opschrift 'Nal. van Sw.') werden bewerkt. De "munt"stukken moeten van de rest van de verzameling Kersseboom zijn afgedwaald, aangezien in de in 1913 geïnventariseerde collectie slechts één portefeuille met muntstukken aanwezig was. Van eerstgenoemde zijn de inhoudsopgaven, die in verschillende portefeuilles met muntstukken werden aangetroffen, afkomstig. Met behulp hiervan en met lijsten van Kersseboom zelf was het in 1947 mogelijk losse stukken weer bijeen te plaatsen ( VROA 1947, tweede serie, p. 18. ) . Wel bleek, dat van alle lijsten nog stukken ontbraken, terwijl een aantal portefeuilles in hun geheel niet meer aanwezig waren. Bij het archief werden toen ook enkele uit de collecties Goldberg, Cassa en Van Swinden afkomstige stukken geplaatst, waarvan niet duidelijk is of deze afkomstig zijn van Kersseboom. Deze werden ook nu in de definitieve inventaris opgenomen.
Het archief van Kersseboom is in twee gedeelten aan het Rijksarchief in Zuid-Holland gekomen: een gedeelte is afkomstig uit de collectie Goldberg, terwijl een ander gedeelte van 's Rijks Munt werd overgenomen.
De rechtstitel is (nog) onbekend.

Inhoud en structuur van het archief

Verantwoording van de bewerking
Verantwoording van de inventarisatie
De oude inventaris bij het archief van Willem Kersseboom bestond uit twee delen. Het eerste gedeelte, betreffende de inv. nrs. 1-15, was in 1913 door A.H. Martinus van Sevenhoven beschreven en betrof voornamelijk de financiën. Het tweede in 1947 beschreven gedeelte met de stukken van de Rijks Munt was hier een aanvulling op. Met dien verstande dat uit inv. nr. 15 de stukken inzake muntzaken waren verwijderd. Deze werden aan de hand van oude lijsten met inhoudsopgaven van Cassa, welke bij de portefeuilles werden aangetroffen, met andere stukken tot nieuwe omslagen samengevoegd.
In het kader van het Statenprojekt werd dit archief opnieuw geïnventariseerd. Een indeling op grond van de verschillende door Kersseboom beklede functies bleek echter niet mogelijk. In elk hiervan heeft hij zich - mede uit belangstelling - met loterijen en lijfrenten-berekeningen bezig gehouden, terwijl hij nooit een functie bij de Munt heeft gehad. Daarom werd voor een onderwerpsgewijze indeling gekozen. De rubrieken "Algemeen" en "Bijzonder" bevatten uitsluitend stukken inzake de financiën in het algemeen of specifieke onderwerpen hieromtrent. In het laatste geval is, zij het zeer globaal, de indeling aangehouden, die J. Smit in zijn "Inventaris van het archief van de Financie van Holland" gebruikte. Aangezien het archief van Kersseboom geen archief van een financiële instelling is, maar van een persoon, komen er subrubrieken in voor welke niet in de inventaris van de Financie van Holland voorkomen, terwijl de onderlinge verdeling ook verschilt. Zo werd in Kerssebooms archief de grootste serie, betreffende de loterijen, obligaties, los- en lijfrenten, voorop geplaatst.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Kersseboom, nummer toegang 3.20.33, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Kersseboom, 3.20.33, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar

Archiefbestanddelen