Terug naar zoekresultaten

3.02.10.04 Inventaris van het archief van de Onder-prefect en Districtscommissaris van het arrondissement Den Haag, 1811-1814

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

3.02.10.04
Inventaris van het archief van de Onder-prefect en Districtscommissaris van het arrondissement Den Haag, 1811-1814

Auteur

J.C. Kort

Versie

09-10-2020

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1996 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Onder-prefect 's-Gravenhage
Onder-prefect 's-Gravenhage

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1811-1814

Archiefbloknummer

35704

Omvang

; 335 inventarisnummer(s) 12,50 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Onderprefect in het arrondissement 's-Gravenhage Districts-commissaris in het arrondissement 's-Gravenhage, , 1811-1813, , 1813-1814

Samenvatting van de inhoud van het archief

De onder-prefect vervulde een rol als schakel tussen de prefect en de gemeenten van het arrondissement. Hij werd bijgestaan door een arrondissementsraad. Het archief van de onder-prefect en van zijn rechtsopvolger, de districtscommissaris, bevat o.a. (agenda's van) ingekomen stukken en kopieboeken van uitgaande brieven. Verder zijn de stukken rubrieksgewijs geordend met uiteenlopende rubrieken als bestuur, gemeenten, justitie, kerkelijke zaken, militaire zaken, onderwijs en volksgezondheid.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Bestuurlijke organisatie en grondgebied
Bij de inlijving van het koninkrijk Holland in het Franse keizerrijk werd het eerste kwartier Leiden van het departement Maasland voortgezet als arrondissement Den Haag met de hoofdplaats Den Haag. Dit arrondissement werd bij Keizerlijk decreet van 21 oktober 1811 verminderd met het arrondissement Leiden, welke regeling per 1 januari 1812 met de benoeming van een onder-prefect aldaar inging. Ook Den Haag moest enige tijd op een eigen onder-prefect wachten, gedurende welke periode de prefect deze functie vervulde. Bij Keizerlijk decreet van 7 april 1811 werd Charles Henri David de Gestas (1787 -1847) als nieuwe onder-prefect benoemd, waarna hij op 7 juni nadien de eed aflegde ( Archief prefectuur, inv.nr. 251, fo. 35 verso. ) . Zijn kantoor bleef in het gebouw van de prefectuur aan de Kneuterdijk gevestigd, waar hij in functie bleef tot het eind van de Franse periode. Na de aftocht van de Fransen in november 1813 werd C. van der Spiegel bij besluit van het Algemeen bestuur van 28 november 1813, nr. 26, tot districtscommissaris benoemd ( Archief Staatssecretarie, inv.nr. 1. ) . Het centrale bestuur ging in de loop van het volgende jaar over tot opheffing van het bestuur van de provincies zoals dat van Napoleon was geërfd. Bij Koninklijk Besluit van 6 September 1814, nr. 38, werd bepaald, dat de functie van districtscommissaris per 31 december 1814 zou worden opgeheven. Bij Koninklijk Besluit van 26 december 1814, nr. 51, werd bepaald, dat opheffing zou worden uitgesteld tot 1 maart 1815, waarmee inderdaad een einde kwam aan het bestuur uit de Franse tijd.
Taken
De onder-prefect was de schakel tussen de prefect en de gemeenten van het arrondissement. Als zodanig was hij hem verantwoording schuldig voor de uitvoering van het bestuur. De taken waren die, welke de prefect hem opdroeg. Zo werd de onderprefect ingeschakeld bij de invoering van de Franse conscriptie, het belastingstelsel en de invoering van de Franse rechterlijke organisatie. Tevens was hij q.q. lid van de raad van het departement.
De onder-prefect werd bijgestaan door de arrondissementsraad, die voor dit archief echter geen stukken heeft gevormd.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Archiefvorming
Voor de vorming van zijn archief paste de onder-prefect van meet af aan het Franse agendastelsel toe. De ingekomen stukken ontvingen het nummer van binnenkomst van de agenda. Het werd bij deze stukken rechtsboven in rode inkt genoteerd later ook linksboven in zwarte inkt. De datum van inkomst werd niet vermeld en vrij vaak werd ook het agendanummer niet vermeld, omdat dit al in de brief vermeld werd. Naast de geregistreerde stukken telde men ook hier vrij wat stukken, die niet geregistreerd werden.
Geschiedenis van het archief en eerdere bewerkingen
Over plaatsing en ordening van het archief in zijn tijd van ontstaan is niets bekend. Bij de opheffing van de functie van districtscommissaris bij Koninklijk Besluit van 26 december 1814, nr. 51, werd onder meer bepaald, dat het archief van hem en zijn voorganger moest worden overgedragen aan de gouverneur. In 1821 bevond het zich in wanorde in de griffie van het Provinciaal Bestuur van Zuid-Holland, waar commies-archivist J.F.P. Grim het samen met dat van de prefect ordende. Waarschijnlijk niet lang daarna werd het samen met de archieven van de andere onder-prefecten overgedragen aan het Rijksarchief, waar het in 1860 in ieder geval aanwezig was. Het werd alweer samen met het archief van prefect en onder-prefect van een lijst voorzien door J.H. Hingman en J.J. Feijlbrief, in 1945 gevoigd door een al even summiere inventaris van J.L. van der Gouw.
De verwerving van het archief
Overbrenging van een overheidsarchief

Inhoud en structuur van het archief

Verantwoording van de bewerking
Evenals bij de prefect vertoonde de oude inventaris ernstige gebreken. Doordat de ingekomen stukken op datum van afzending waren gelegd, was de agenda bovendien moeilijk bruikbaar. De series ingekomen stukken zijn daarom opnieuw gesorteerd. Uit de beginperiode, toen de prefect deze onder-prefectuur waarnam, werden bovendien reeksen stukken onder die van de prefect aangetroffen ondanks de aanduiding "souspréfecture". De ongenummerde stukken zijn afzonderlijk beschreven. De inventaris is voor het overige ingericht zoals die van de prefect. De omvang van het archief na bewerking is 11, 5 meter.
Ordening van het archief
Zoals boven uiteengezet, is in het archief van de onder-prefect het seriestelsel toegepast. Een aparte serie besluiten kent het archief niet, deze zijn opgenomen in de kopieboeken van uitgaande brieven aan de maires. Voor het jaar 1811 ontbreken deze kopieboeken echter eveneens. Voor het overige zijn de series op gelijke wijze ingericht als die van de prefect. De administratie en daarmee het onderzoek werd na de aftocht van de Fransen niet veranderd.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Andere toegang
Op de 'Registres civiques' van Zuid-Holland (inventarisnummer 75) is een digitale index beschikbaar.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Onder-prefect 's-Gravenhage, nummer toegang 3.02.10.04, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Onder-prefect 's-Gravenhage, 3.02.10.04, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
Mocht men bij de onder-prefect niet verder kunnen met het onderzoek, dan zijn er twee mogelijkheden om elders verder te gaan. De eerste is het archief van de Prefect en de Commissaris-generaal van het Departement van de Monden van de Maas, 1811-1815 (3.02.09), de tweede de archieven van de diverse gemeenten in het ambtsgebied van deze onder-prefect.
Voor nader onderzoek over de periode na de Franse aftocht kan men zich wenden tot de gemeenten en de commissaris-generaal en toen deze per 1 mei 1814 verdween rechtstreeks tot het Provinciaal bestuur van Zuid-Holland.

Bijlagen

Concordantie
Oud Nieuw
691 30
692 31
693 32
694 33
695 34
696 35
697 36
698 37
699 38
700 39
701-738 1-29
739-744 301-306
745 40
746 121
747 111
748 112, 113
749 47
750 48
751 56, 57
752 313
753 Prefect, 373
754 212-214
755 208
756 232
757 233
758 234
759 235
760 236
761 326, 332
762 237-240
763 75
764 297
765 85
766, 767 88
OudNieuw

Archiefbestanddelen