Terug naar zoekresultaten

2.25.36 Inventaris van het archief van de Nederlandse Organisatie voor Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek (ZWO), 1947-1988 (1998)

Dit archief bevat stukken betreffende de organisatie van de Nederlandse organisatie voor Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek (ZWO) en de subsidiëring van het wetenschappelijk onderzoek in Nederland.
Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.25.36
Inventaris van het archief van de Nederlandse Organisatie voor Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek (ZWO), 1947-1988 (1998)

Auteur

Doxis

Versie

06-06-2018

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2009 (c)

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Nederlandse Organisatie voor (Zuiver-) Wetenschappelijk Onderzoek [ZWO]
NWO / ZWO

Periodisering

archiefvorming: 1946-1989
oudste stuk - jongste stuk: 1946-1998

Archiefbloknummer

P35

Omvang

; 453 inventarisnummer(s) 14,50 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands. Er komen ook Engelse, Franse en Duitse teksten voor

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Nederlandse organisatie voor Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek (ZWO)

Samenvatting van de inhoud van het archief

Dit archief bevat stukken betreffende de organisatie van de Nederlandse organisatie voor Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek (ZWO) en de subsidiëring van het wetenschappelijk onderzoek in Nederland.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
In 1950 werd de Nederlandse organisatie voor Zuiver-Wetenschappelijk Onderzoek (ZWO) bij wet in het leven geroepen en nam de taak op zich tot stimulering van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. ZWO is in eerste instantie opgericht als tijdelijke organisatie om de achterstand in het Nederlandse wetenschappelijk onderzoek te helpen opheffen. Vanaf het begin in 1947 bleek echter dat stimulering van het onderzoek niet de enige taak was en dat er ook behoefte bestond aan nieuwe landelijke structuren en aan stimulering van wetenschapsgebieden die in het verleden binnen het universitaire bestel minder belicht waren.
In de periode 1946-1948 organiseerden natuurkundigen, wiskundigen en astronomen zich in stichtingen die als effectieve lobbies binnen ZWO opereerden. De natuurwetenschappelijke stichtingen met hun werkgemeenschappen fungeerden tevens als coördinatiepunten voor het onderzoek. Hierdoor ontstond er een min of meer automatische delegatie van beoordelingsbevoegdheid aan de stichtingbesturen.
In de jaren zestig kwamen er nieuwe interdisciplinaire onderzoeksgebieden op en het ZWO-bestuur onderkende het belang hiervan door het beschikbaar stellen van ruimte fondsen. Het gevolg was dat ZWO de feitelijke werkzaamheden naar de onderzoekers delegeerde en zich slechts mengde in de problemen die lagen op het vlak van de taakverdeling tussen de stichtingen en hun werkgemeenschappen.
In de jaren zeventig en tachtig was er voor ZWO minder geld beschikbaar, maar de belangrijkste werkzaamheden bleven het coördineren en stimuleren van onderzoek. ZWO was er van overtuigd dat de werkgroepen en werkgemeenschappen een goede voedingsbodem waren voor kwaliteitsonderzoek. De overheid wilde greep krijgen op de uitgaven voor wetenschappelijk onderzoek, maar ZWO probeerde haar eigen rol te spelen. ZWO wilde de nationale taak op zich nemen die tot uitdrukking kwam bij het opstellen van de GUO-nota (nota Gespreksgroep Universitair Onderzoek) in 1972. Door een landelijk systeem van drie geldstromen voor de sturing van het wetenschappelijk onderzoek, zou ZWO door middel van het beheer van de tweede geldstroom het universitaire onderzoek coördineren.
ZWO nam lange tijd een eigen positie in binnen het wetenschappelijke veld. In de begin jaren van ZWO was er een gespannen verhouding met de Koninklijke Akademie voor Wetenschappen (KNAW), maar deze verdween in de jaren vijftig. Op een groot aantal deelgebieden ontstond er een harmonieuze samenwerking.
Met de universiteiten was er een tweezijdig contact: via de wetenschappers die door ZWO werden gesubsidieerd en via de colleges van curatoren/bestuur voor de administratieve en bestuurlijke coördinatie. Met de Commissie Algemene Vraagstukken Wetenschappelijk Onderzoek (CAVWO) had ZWO overleg over de hoofdlijnen van het beleid. Verder was ZWO op bestuurlijk niveau vertegenwoordigd om de vinger aan de pols te houden, zoals bij de Academische Raad (AR). Deze contacten namen in de jaren zeventig en tachtig onder prof. dr. R. van Lieshout sterk toe.
Het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen (O en W) was zonder meer het belangrijkste element in de omgeving van ZWO, met name vanwege de financiële banden. De betrekkingen met de overheid liepen via de vertegenwoordiger van de minister van O en W in Raad en Bestuur van ZWO. Er werd gestreefd naar een zo harmonieus en profijtelijk mogelijke relatie. Door de verschuiving van de interesse van de beleidsambtenaren bij O en W van het eigenlijke onderzoek naar een stuurbaar wetenschaps- en onderzoeksbeleid kwam er een einde aan de ZWO-periode. Op 1 februari 1988 trad de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) aan als rechtsopvolger van de ZWO.
Het zwaartepunt binnen de organisatie van ZWO lag bij de directeur en het Bestuur van ZWO. Tot 1988 bleef de directeur de enige professional voor beleidszaken en de spil van het bureau. Iemand die van groot belang is geweest voor ZWO is dr. J.H. Bannier, die van 1950 tot 1970 directeur van ZWO en secretaris van het bestuur was. Na zijn aftreden als directeur is hij van 1970 tot 1977 bestuurslid en vicevoorzitter geweest.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Er is in het verleden door ZWO nog geen archiefmateriaal overgedragen aan het Nationaal Archief. Wel is er in het verleden zonder toestemming van de Rijksarchiefdienst archiefmateriaal vernietigd. Mede door een aantal verhuizingen is er ook nog ander archiefmateriaal ‘verloren‘ gegaan.
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Verantwoording van de bewerking
Voor het kunnen bepalen van de meest passende handeling voor dossiers is gebruik gemaakt van de selectielijst voor Wetenschapsbeleid, zoals gepubliceerd in de Staatscourant van 26 september 2002 (nr. 185/pag. 12) en het rapport ‘Een institutioneel onderzoek naar het wetenschapsbeleid van de rijksoverheid in de periode 1945 – 1999’ opgemaakt door de Rijksarchiefdienst/PIVOT en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Deze selectielijst is het instrument voor het bewaren en vernietigen van de archiefbescheiden van ZWO.
De te bewerken archieven hebben betrekking op de periode 1947 tot aan het ontstaan van de NWO in 1988. Het te bewerken bestand is bewerkt door Doxis Informatiemanagers. Voorafgaand aan het project is in het archief geen schimmel geconstateerd. Alle, te bewaren documenten zijn in nieuwe, zuurvrije mappen en dozen geplaatst. Alle dossieromslagen hebben etiketten gekregen, welke voldoen aan de ICN-kwaltiteitseis nr. 15.
Ongeveer 90% tot 95% van het archief komt voor vernietiging in aanmerking, waarvan een grote meerderheid reeds onmiddellijk mag worden vernietigd. Deze documenten zijn niet overgezet naar zuurvrij materiaal, maar in hun oorspronkelijke mappen en in verhuisdozen gelaten.
ZWO heeft de dossiers met betrekking tot internationale samenwerking in de archiefperiode opgenomen, omdat deze voor een groot gedeelte onder de verantwoordelijkheid van ZWO valt. Van de betreffende te bewaren archiefbescheiden die geen deel uit maken van de archiefperiode is geen aparte lijst gemaakt, maar deze maken onderdeel uit van de inventaris. De permanent te bewaren dossiers die voor overbrenging in aanmerking komen betreffen de periode 1981-1998. Het betreft de dossiers over de samenstelling en de exploitatiekosten van de Joint Steering Committee (JSC) op La Palma en de dossiers over de samenstelling en exploitatiekosten van de James Clerk Maxwell Telescope Board (JCMT) op Hawaï.
Andere uitzonderingen waarbij een groot gedeelte van de dossiers onder de periode van ZWO vallen en die een afgesloten geheel vormen, zijn de volgende dossiers:
  1. het dossier over het gedelegeerd bestuurslid dhr. J.H. Bannier, inclusief de documenten over zijn afscheid (1969-1995)
  2. het dossier van de Commissie Nationale Faciliteit Informatica (NFI) (1988-1989)
  3. het dossier over de samenstelling van de dwarsverbandcommissie 'Onderzoek aan oppervlakken' (1984-1990)
  4. het dossier van de ZWO Stimuleringscommissie Huisartsgeneeskunde (1988-1989)
  5. het dossier over de Beroeps- en bezwaarschriften procedure (1980-1996)
  6. de dossiers over de publicatie van de geschiedenis van ZWO (1988-1992 en 1988-1995)
Het bewerkte ZWO-archief is niet op basis van handelingen gevormd en de dossiers zijn niet volgens de Basisarchiefcode geclassificeerd. De semi-statische dossiers worden door middel van verschillende coderingen weggezet. In het begin van de opbouw van het ZWO-archief is er een Z-code gebruikt, die daarna werd vervangen door een codering met cijfers die zijn onderverdeeld in een hoofdcode en een subcode. Zowel bij de eerste als bij de tweede gebruikte codering zijn er meerdere dossiers met een zelfde code. Momenteel gebruikt ZWO een lange codering die gebaseerd is op laatste codering. Bij deze laatste codering is de looptijd van het dossier ook duidelijk zichtbaar.
Met de inventarisatie is het ZWO-archief voor de periode 1950-1988 primair geordend naar onderwerp dat (nauw) verbonden is met de ordening van het ZWO-archief zoals deze is opgesteld. Er is geselecteerd op basis van handeling . Mede doordat er gebruik is gemaakt van verschillende coderingen en door het niet consequente gebruik van de codering konden de handelingen niet één op één aan elkaar gekoppeld worden. Aangezien handelingen voortvloeien uit taken en bevoegdheden is het mogelijk dat een vermelde handeling in de praktijk nimmer is uitgevoerd. Het is altijd mogelijk dat deze handeling in de toekomst wel plaats zal vinden.
Ordening van het archief
ZWO kent driebestuurslagen, te weten de raad van ZWO, het (dagelijks) bestuur van ZWO en de onder ZWO ressorterende commissies. De raad van ZWO is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van beleid en het (dagelijks) bestuur is verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid. De commissies dragen verantwoordelijkheid voor de voornaamste takken van het wetenschappelijk onderzoek en geven advies over het ter beschikking stellen van gelden aan wetenschappelijk onderzoek.
ZWO kent stichtingen, instituten en commissies die zorg dragen voor een specifiek terrein binnen het wetenschapsbeleid. De stichtingen zijn belast met het toewijzen van middelen ten behoeve van onderzoeksprojecten en onderzoeksprogramma’s alsmede het in stand houden van één of meer instituten. Aan een erkende stichting kunnen door het algemeen bestuur middelen worden toegekend ten behoeve van één of meer instituten. De instituten zijn opgericht voor het doen van wetenschappelijk onderzoek. Er zijn twee soorten commissies aan te wijzen. Ten eerste zijn er commissies met adviserende bevoegdheden en ten tweede commissies voor programma’s waarvan de uitvoering een gebiedsoverschrijdende karakter heeft (zoals het Constantijn en Christiaan Huygens-programma), voor het stipendium programma en voor de steunverlening voor de uitgave van wetenschappelijke boeken. Daarnaast is er nog een aantal multidisciplinaire stichtingen zoals de Stichting voor Wetenschappelijk Onderzoek van de Tropen en Ontwikkelingslanden (WOTRO) en de Stichting Nationale Computerfaciliteiten (NCF).
Het algemeen bestuur bepaalt het beleid van NWO en wijst de middelen toe voor de uitvoering ervan. De stichtingen vertegenwoordigen de inhoudelijke deskundigheid binnen de organisatie en zijn verantwoordelijk voor de toewijzing van middelen voor onderzoek op hun gebied. Met de reorganisatie in 1998 zijn de stichtingen opgeheven en zijn hun taken overgedragen aan het desbetreffende gebiedsbestuur. De NWO-stichtingen NCF en WOTRO vormen hierin een uitzondering en zijn in stand gehouden.
Het archief van ZWO kent daarnaast ook dossiers die betrekking hebben op de niet-ambtelijke werkzaamheden en de kantoorvoering.
Het ZWO-archief vertoont enkele kleine hiaten in de verslaglegging. Zo ontbreken de vergaderstukken van de 46e tot en met de 51e, de 59e, de 82e, de 83e, de 117e, de 118e en de 186e tot en met de 197e bestuursvergadering. Daarnaast ontbreken de eerste en tweede getekende notulen van de bestuursvergaderingen, de vergaderstukken van de 195e vergadering van het Dagelijks Bestuur en de bijlagen van de 1e tot en met de 142e vergadering van het Dagelijks Bestuur.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele archiefbescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Nederlandse Organisatie voor (Zuiver-) Wetenschappelijk Onderzoek [ZWO], nummer toegang 2.25.36, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, NWO / ZWO, 2.25.36, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
  • 2.06.093 Inventaris van het archief van het Centraal Planbureau, (1945) 1947-1989.
  • 2.14.35 Inventaris van het archief van de Academische Raad, (1956) 1961-1985..
  • 2.14.36.02 Inventaris van het archief van de TNO Nijverheidsorganisaties (1932-1980).
  • 2.14.36.04 Inventaris van het archief van de Landbouworganisatie TNO, 1943-1958; Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek over de jaren 1958-1980.
  • 2.14.36.06 Inventaris van het archief van de Gezondheidsorganisatie TNO (1948-1980).
  • 2.14.58 Inventaris van de archieven van de afdelingen Hoger Onderwijs, Hoger Onderwijs en Wetenschappen en het Directoraat-Generaal voor de Wetenschappen van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, (1911) 1918-1975.

Bijlagen

Lijst met gebruikte afkortingen
AR Academische Raad
BDL Biotechnologie Delft Leiden
BION Stichting Biologisch Onderzoek in Nederland
BUOZ Beleidsnota Universitair Onderzoek
CAVWO Commissie Algemene Vraagstukken Wetenschappelijk Onderzoek
CERN Conseil Européen pour la Recherce Nucléaire
FOM Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie
FUNGO Stichting voor Fundamenteel Geneeskundig Onderzoek der Materie
IOP-b Innovatiegerichte Onderzoeksprogramma Biotechnologie
JCMT James Clerk Maxwell Telescope
JSC Joint Steering Committee
KNAW Koninklijke Nederlandse Akademie voor Wetenschappen
NCF Stichting Nationale Computerfaciliteiten
NFI Commissie Nationale Faciliteit Informatica
NSAV Nederlandse Antropologische en Sociologische Vereniging
NWO Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek
O en W Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen
POZ Overleg Portefeuillehouders Onderzoek
RAWB Raad van Advies voor Wetenschapsbeleid
SISWO Stichting Interuniversitair Instituut voor Sociaal-Wetenschappelijk Onderzoek
SON Stichting Scheikundig Onderzoek in Nederland
STW Stichting voor de Technische Wetenschappen
TNO Nederlandse organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek
VWO Verbond van Wetenschappelijke Onderzoekers
WONG Stichting voor Wetenschappelijk Onderzoek Nieuw-Guinea
WOTRO Stichting voor Wetenschappelijk Onderzoek van de Tropen en Ontwikkelingslanden
ZWO Organisatie voor Zuiver-Wetenschappelijk Onderzoek

Archiefbestanddelen