Terug naar zoekresultaten

2.21.408 Inventaris van het archief van dr. J.W. Beyen [levensjaren 1897-1976] over de periode 1904-2008

Bekijk de zoekhulp bij dit archief

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.21.408
Inventaris van het archief van dr. J.W. Beyen [levensjaren 1897-1976] over de periode 1904-2008

Auteur

J.A.M.Y. Bos-Rops

Versie

19-06-2018

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2010 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

J.W. Beyen [levensjaren 1897-1976]
Beyen, J.W.

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1904-2008

Archiefbloknummer

C44

Omvang

; 305 inventarisnummer(s) 1,60 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is geschreven in het, maar het archief bevat ook veel materiaal in het, met name uit de periode 1940-1952. Een aantal teksten van redevoeringen is daarnaast ook in heten in het.
Nederlands
Engels
Frans
Duits

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

J.W. Beyen

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief van de bankier en minister van Buitenlandse Zaken dr. J.W. Beyen is het meest compleet over de jaren 1940-1952, de periode dat hij als financieel adviseur van de Nederlandse regering in Londen en Washington verbleef. Uit de tijd van zijn ministerschap (1952-1956) zijn met name van belang de stukken waarin Beyen zijn visie geeft op zijn rol in de publiciteit over de invloed van Greet Hofmans aan het Nederlandse hof. In het archief bevindt zich een grote serie teksten van redevoeringen en publicaties uit de jaren 1938-1970, die handelen over monetaire onderwerpen en over de samenwerking in Europa.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Levensloop in jaartallen
1897 Geboren te Utrecht, 2 mei
1914 Diploma gymnasium A (Stedelijk Gymnasium Utrecht)
1914-1918 Studie rechten aan de Rijksuniversiteit Utrecht gepromoveerd op stellingen (oktober 1918)
1918 Militaire dienst in Amersfoort
1918-1923 Ambtenaar bij het ministerie van Financiën, achtereenvolgens (adjunct-) commies bij de Generale Thesaurie, referendaris en waarnemend thesaurier-generaal
1922 Huwelijk met Petronella Jeanne Geertruida Hijmans van Anrooy (1897-1999) op 28 maart; ontbonden 26 oktober 1945
1924-1925 Directiesecretaris van de NV Philips' Gloeilampenfabriek te Eindhoven
1925-1927 Directeur van het kantoor Amsterdam van de Javasche Bank
1927-1935 Directeur van de Rotterdamsche Bankvereeniging NV
1935-1940 Vice-president, vanaf 1937 president, van de Bank voor Internationale Betalingen te Bazel
1940-1946 Financieel directeur van Lever Brothers en Unilever
1940-1952 Financieel adviseur van de Nederlandse regering; in 1944 leider van de Nederlandse delegatie bij de conferentie te Bretton Woods
1945 Tweede huwelijk met Margaretha Antonia Lubinka, 14 november 1945 (overleden 31 augustus 2005)
1946-1952 Directeur van de International Bank for Reconstruction and Development te Washington
1948-1952 Directeur van het Internationaal Monetair Fonds te Washington
1952-1956 Minister van Buitenlandse Zaken
1957-1958 Regeringscommissaris voor Duitse Aangelegenheden
1958-1963 Ambassadeur in Parijs
1963-1968 President-commissaris van o.m. de Rotterdamse Bank, later van de AMRO-bank
1976 Overleden in Den Haag, 29 april
Beknopte biografie
Johan Willem Beyen (officieel: 'Beijen') werd geboren op 2 mei 1897, als zoon van Karel Hendrik Beyen, de latere secretaris van de Staatsspoorwegen, en Louisa Maria Coenen, afkomstig uit een familie van musici. Dat talent bleek erfelijk: Beyen was een begaafd cellospeler. Hij groeide op in Bilthoven en Utrecht, waar hij achtereenvolgens de lagere school, het Stedelijke Gymnasium en de universiteit (rechten) doorliep. Na een kort intermezzo in militaire dienst werd hij in 1918 ambtenaar bij de Generale Thesaurie van het ministerie van Financiën. Zijn capaciteiten vielen op bij thesaurier-generaal L.J.A. Trip, die een belangrijke rol zou spelen in de vooroorlogse loopbaan van Beyen.
Door toedoen van Trip werd Beyen - na een kort dienstverband als directiesecretaris bij Philips - in 1925 directeur van de Amsterdamse vestiging van de Javasche Bank. Het was een functie die hem ruimte liet voor nevenwerkzaamheden, zoals vaker zou voorkomen. In deze jaren speelde Beyen een belangrijke rol bij de sanering en de redding van wankelende Nederlandse middenstandsbanken. Een koninklijke onderscheiding was zijn beloning voor dat wapenfeit. In 1927 werd Beyen directeur van de Rotterdamsche Bankvereeniging (Robaver) en sloeg hij het aanbod af om Trip op te volgen als president van de Javasche Bank. Als bankdirecteur maakte hij het begin van de economische crisis van de jaren dertig mee, die zijn denken over economische en sociale kwesties zou beïnvloeden. Bovendien woonde hij verschillende internationale conferenties bij en maakte zo kennis met het internationale geld- en bankwezen.
In 1935 werd Beyen vice-president van de Bank voor Internationale Betalingen te Bazel, onder Trip, die hij in 1937 opvolgde als president. In die functie liep zijn blazoen een smet op doordat hij niet voorkwam dat nazi-Duitsland zich in 1939 meester maakte van het Tsjecho-Slowaakse goud dat zich in het Engelse depot van de Bank bevond. De opdracht om de tegenwaarde daarvan over te boeken op de rekening van de Reichsbank kwam weliswaar van de Tsjechische nationale bank, maar daags na de annexatie door nazi-Duitsland was het vermoeden gerechtvaardigd dat de bankleiding onder bedreiging handelde. Beyen bewandelde echter de formele weg en liet de overboeking uitvoeren. Deze kwestie bleef hem de jaren daarna nog achtervolgen.
Begin 1940 trad Beyen in dienst van Unilever als financieel directeur. Toen Nederland in mei 1940 betrokken raakte bij de Tweede Wereldoorlog verbleef hij in het buitenland. Hij staakte zijn poging om naar Nederland terug te keren en vestigde zich in Londen, gescheiden van zijn vrouw en drie kinderen in bezet gebied. In Londen kreeg hij van Unilever de ruimte om naast zijn eigenlijke functie veel tijd te besteden aan zijn nieuwe taak als financieel adviseur van de Nederlandse regering-in-ballingschap. In die hoedanigheid was hij vooral betrokken bij de totstandkoming van monetaire overeenkomsten met andere landen, en bij overleg over buitenlandse leningen aan de Nederlandse regering. Eind 1944 was hij leider van de Nederlandse delegatie op de conferentie van Bretton Woods, die het naoorlogse internationale geldsysteem regelde.
Na afloop van de oorlog bleef Beyen in het buitenland. Hij liet zich van zijn eerste echtgenote scheiden en hertrouwde in Zwitserland met zijn geliefde. De regering benoemde hem tot directeur van de nieuwe International Bank for Reconstruction and Development (later bekend onder de naam Wereldbank) en twee jaar later ook van het Internationaal Monetair Fonds. Beide instellingen, gevestigd in Washington, waren voortgevloeid uit de conferentie van Bretton Woods. Daarnaast bleef Beyen actief als financieel adviseur van de regering. Zijn functies in Washington gaven hem minder voldoening dan verwacht en in 1952 liet hij aan diverse contacten in regeringskringen - hij was persoonlijk bevriend met koningin Juliana en prins Bernhard - blijken dat hij open stond voor een andere betrekking. Daarbij dacht hij aan een ambassadeurspost.
Zijn benoeming tot minister van Buitenlandse Zaken datzelfde jaar kwam voor velen onverwacht. Beyen verscheen als buitenstaander op het Nederlandse politieke toneel: hij was een partijloze liberaal, die bovendien sinds 1935 in het buitenland woonde. Opmerkelijk was ook de benoeming van een tweede minister, formeel zonder portefeuille, aan hetzelfde departement - de uitkomst van lange en gecompliceerde formatiebesprekingen. Die functie werd toebedeeld aan de diplomaat J.M.A.H. Luns (KVP). Het duoministerschap leidde tot een felle competentiestrijd tussen Beyen en Luns en een blijvend moeizame samenwerking ook nadat een nieuwe taakafbakening was bereikt.
Als minister hield Beyen zich vooral bezig met de Europese integratie, die zich destijds nog in een pioniersstadium bevond. Nederland behoorde tot de zes landen die samenwerkten in de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Er waren ambitieuze plannen voor vérgaande militaire en politieke samenwerking, die in 1954 strandden. Het was Beyen die verdere eenwording weer op de rails zette met een voorstel tot nauwere samenwerking op economisch gebied. Zijn plan, in Benelux-verband gelanceerd, leidde uiteindelijk tot de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap. Alleen zou Beyen zelf geen minister meer zijn toen het verdrag van Rome in 1957 werd getekend.
Het einde van Beyens ministerschap werd overschaduwd door de Greet Hofmans-affaire, waardoor Beyen gebrouilleerd raakte met koningin Juliana. Zij was ervan overtuigd dat Beyen haar belangen slecht had verdedigd toen buitenlandse persorganen begonnen te schrijven over de crisis op paleis Soestdijk. Hoezeer Beyen zijn optreden verdedigde, de breuk werd niet geheeld. Zijn band met prins Bernhard, die hij in Londen had leren kennen en waarderen, bleef wel goed.
Na een kort ambteloos bestaan trad Beyen in 1957 op als Regeringscommissaris voor Duitse Aangelegenheden, die namens de regering onderhandelde over de afwikkeling van enige kwesties in verband met de oorlog. Van 1958 tot 1963 was hij vervolgens ambassadeur in Parijs. Na zijn pensionering was hij onder meer president-commissaris bij de Rotterdamsche Bank, na de fusie AMRO-Bank. Incidenteel trad hij op als financieel-economisch expert, bijvoorbeeld bij een onderzoeksmissie van de Wereldbank in Marokko. In 1968 publiceerde hij zijn memoires, getiteld Het spel en de knikkers . Hij bleef ook nog lang actief als spreker, voornamelijk over monetaire onderwerpen en de Europese samenwerking. Beyen overleed op 29 april 1976 in Den Haag.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Zoals in deze gevallen gebruikelijk berustte Beyens persoonlijke archief bij hem thuis, later bij zijn oudste zoon. Al vroeg kregen onderzoekers toegang tot het archief. Zo werden stukken uit Beyens Londense periode uitgeleend aan het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis ten behoeve van de bronnenuitgave over de buitenlandse politiek van Nederland in de periode 1940-1945. Later kreeg Beyens biograaf W.H. Weenink het archief in bruikleen voor het schrijven van zijn biografie. Door zijn tussenkomst is het in 2007 overgebracht naar het Nationaal Archief, in 2010 uit familiebezit aangevuld met een dossier over de Greet Hofmans-affaire.
De verwerving van het archief
Het archief is voor langere tijd in beheer, niet in eigendom verkregen.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Beyen was geen systematische vormer van een omvangrijk particulier archief. De werkarchieven die hij in verschillende functies vormde, bleven doorgaans achter bij de organisatie waarvoor hij werkzaam was. Hij nam slechts bepaalde stukken mee, in het bijzonder (privé)correspondentie en teksten van redevoeringen. Bovendien bewaarde hij zijn archivalia selectief. Beyens archief bevat voornamelijk stukken betreffende zijn openbare leven. Stukken uit het eerste deel van zijn loopbaan (tot 1940) ontbreken. Het archief is het meest compleet over de jaren 1940-1952, de periode waarin Beyen - naast verschillende directeursfuncties - als financieel adviseur van de Nederlandse regering optrad. Daarover zijn voornamelijk door hem opgestelde nota's bewaard gebleven, alsmede correspondentie met nationale en internationale gesprekspartners. Uit de tijd van zijn ministerschap (1952-1956) zijn vooral van belang de stukken over zijn rol in de publiciteit rond Greet Hofmans-affaire. In het archief bevindt zich een omvangrijke serie teksten van redevoeringen en publicaties uit de jaren 1938-1970, die handelen over monetaire onderwerpen en over de Europese samenwerking.
Selectie en vernietiging
Bij de bewerking van het archief zijn geen stukken afgescheiden voor vernietiging.
Verantwoording van de bewerking
Het archief van Beyen is in 2007 overgedragen aan het Nationaal Archief, tegelijk met een verzameling fotokopieën van andere archivalia, verzameld door zijn biograaf W.H. Weenink. Bij de bewerking zijn het authentieke archief-Beyen en de collectie-Weenink van elkaar gescheiden. Laatstgenoemde collectie wordt in een later stadium toegankelijk gemaakt.
Ordening van het archief
Zoals gebruikelijk bij een persoonlijk archief zijn de stukken onderscheiden naar privéleven en openbaar leven. De hoofdrubriek openbaar leven is onderverdeeld in drie periodes:
  1. De jaren 1940-1952, waarin Beyen optrad als adviseur van de Nederlandse regering (naast zijn hoofdfuncties bij het bedrijfsleven en internationale organisaties). Deze rubriek is verder onderverdeeld in chronologische subrubrieken. Een uitsplitsing naar functies was niet zinvol, omdat de meeste stukken betrekking hebben op zijn activiteiten als financieel adviseur.
  2. De jaren 1952-1956, waarin Beyen minister van Buitenlandse Zaken was. Een afzonderlijke rubriek is gewijd aan zijn bemoeienis met het Koninklijk Huis, in het bijzonder wat betreft de publiciteit rond de Greet Hofmans-affaire.
  3. De jaren 1956-1976, waarin Beyen diplomaat was (tot 1963) en voorts verschillende nevenfuncties vervulde in het bankwezen en het bedrijfsleven.
De reeks stukken over zijn lezingen en publicaties is eveneens onderverdeeld in deze drie periodes.
Vanwege de specifieke eisen aan de berging van fotomateriaal is bij het nummeren van de foto's begonnen met het inventarisnummer dat volgt op het laatste nummer van de overige stukken.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (B). Inv.nr. 202 is slechts in te zien na toestemming van de bewaargever.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, J.W. Beyen [levensjaren 1897-1976], nummer toegang 2.21.408, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Beyen, J.W., 2.21.408, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Afgescheiden archiefmateriaal
Voor de loopbaan van Beyen in het bedrijfsleven is archiefmateriaal te vinden in het ABN-Amro Historisch Archief, Historisch Archief Unilever en Philips Company Archives, alsmede buitenlandse bank- en bedrijfsarchieven.
Verwante archieven
Voor zijn werkzaamheden als minister en diplomaat zijn de volgende archieven van belang (aanwezig in het Nationaal Archief):
  • Archieven van het ministerie van Buitenlandse Zaken, 1945-1954 (2.05.117)
  • Archieven van het ministerie van Buitenlandse Zaken, 1955-1964 (2.05.118)
  • Archieven van de bewindslieden van het ministerie van Buitenlandse Zaken, 1952-1998 (2.05.81; bevat het werkarchief van Beyen als minister)
  • Persoonlijk archief van dr. J.M.A.H. Luns (1911-2002), 1885-2004 (2.21.351)
  • Persoonlijk archief van W. Drees (1886-1988) en enkele familieleden, 1853-2002 (2.21.286)
  • Archief van de Nederlandse ambassade in Parijs, 1955-1974 (2.05.177)
Beyens biograaf W.H. Weenink heeft voor zijn onderzoek fotokopieën gemaakt van documenten, bewaard in verschillende archiefbewaarplaatsen in binnen- en buitenland. Deze verzameling onderzoeksmateriaal is tegelijk met Beyens archief overgedragen aan het Nationaal Archief, maar nog niet toegankelijk gemaakt.
Publicaties
Belangrijkste eigen publicaties
  • J.W. Beyen, Money in a Maelstrom (New York 1949; Londen 1951)
  • J.W. Beyen, Het spel en de knikkers. Een kroniek van vijftig jaren (Rotterdam 1968)
  • J.W. Beyen, De zin van het nutteloze. Rarekiek van de 19e eeuwse jaren der 20e eeuw (Rotterdam 1970)
Korte biografische overzichten
  • A. E. Kersten, 'Beijen, Johan Willem (1897-1976)' in: Biografisch Woordenboek van Nederland 2 (Amsterdam 1985) p. 30-32; bijgewerkte digitale versie: www inghist.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/Lemmata/bwn2/beijen
  • Jan-Willem Brouwer, 'Architect van de Europese Gemeenschap? Johan Willem Beyen (1952-1956)', in: D. Hellema e.a. (red.), De Nederlandse ministers van Buitenlandse Zaken in de twintigste eeuw (Den Haag 1999)
  • 'Mr. J.W. Beyen', Biografisch archief van het Parlementair Documentatiecentrum , www.parlement.com
Biografie
  • W.H. Weenink, Bankier van de wereld, bouwer van Europa. Johan Willem Beyen 1897-1976 (Amsterdam 2005)

Archiefbestanddelen