Terug naar zoekresultaten

2.21.024 Inventaris van het archief van het geslacht Bik en aanverwante Geslachten, 1789-1946

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.21.024
Inventaris van het archief van het geslacht Bik en aanverwante Geslachten, 1789-1946

Auteur

J.A.A. Bervoets

Versie

16-09-2021

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1977 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Collectie 302 Bik
Bik

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1789-1946

Archiefbloknummer

C22032

Omvang

; 169 inventarisnummer(s) 1,50 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Bik
Bik, Adrianus Johannes Bik
Bik, Jannus Theodorus Bik
Bik, Pieter Albert Bik
Bik, François Butin Bik
Bik, Pieter Vreede Bik
Bik, Frederik Arnold Bik
Bik, Adrianus Johannes Emanuel Arnold

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief van het geslacht Bik bevat een reeks archiefbescheiden afkomst van verscheidene generaties halverwege de 18de -tot en met begin 20st eeuw. Het archiefmateriaal bestaat o.a. uit correspondentie, stukken m.b.t. overlijden -huwelijk- en geboorten, genealogie, illustraties en tekeningen, krantenknipsels, dossiers, en veel persoonlijke evenals zakelijke archiefstukken m.b.t. huishouden en handelsaangelegenheden.
Zeer interessante stukken zijn kwesties aangaande het verblijf en de bedrijvigheden van verschillende leden in het Verre Oosten, bijvoorbeeld de audiënties aan de Sogun van Japan en vestiging te Deshima.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Het geslacht Bik
Embedded Image Nadat vanaf de zeventiende eeuw generaties lang de familie Bik in Broek op Langendijk woonachtig was geweest ( Voor een uitgebreide beschrijving van het voorgeslacht van Jan Bik, zie A.J.E. Arnold Bik, "Aantekeningen betreffende de familie Bik", inventarisnummer 123. ) , vestigde Adrianus Bik (1730-1816) zich als "koopman in granen" in Kralingen ( Het geslacht Bik staat beschreven in het jaarboek Nederlands Patriciaat, 1976, pag. 9-71. ) . Zijn zoon Jan Bik (1757-1827) zette deze handel in Schoonhoven, later in Haastrecht voort, waar hij zich bij de patriotten aansloot. De Pruissische inval na het incident van Goejanverwellesluis van 1787 dreef hem op de vlucht. Zijn echtgenote Anna van der Lecq ( Veel gegevens over Anna van der Lecq bevinden zich in de collectie L.S.A.M. von Römer, in een band, getiteld "Bik-van der Lecq" (Algemeen Rijksarchief, Tweede Afdeling). ) , met wie hij sedert 23 september 1778 gehuwd was, moest hij met zijn zaken in de steek laten: zij bezweek in 1789 tengevolge van mishandelingen van de Pruissische manschappen ( Aantekeningen hierover bevinden zich in een door Jan Bik opgemaakte stamlijst, inventarisnummer 145. Zij zijn verwerkt in A.J.E. Arnold Bik, "Aantekeningen .... op het Levensbericht van G.P.R. (dr. G.P. Rouffaer) betreffende Adrianus Johannes Bik", inventarisnummer 128. ) . Als réfugé hertrouwde hij op 18 mei 1789 met Jeannette Butin met wie hij in 1793 naar Nederland terugkeerde om eerst na 1795 een betrekking toegewezen te krijgen in Amsterdam als "factoor van de vismarkt". In 1816 werd hij benoemd tot lid van de Algemene Rekenkamer in Batavia: hij vertrok op 31 december van dat jaar met zijn gezin naar de Oost, alwaar hij de stamvader werd van een belangrijk Indisch ambtenarengeslacht, dat vele vertakkingen kent. Dit gezin heeft de volgende stamhouders:
  1. Adrianus Johannes Bik (1790-1872), op 28 augustus 1825 gehuwd met Anna Maria Arnold (1809-1894). Van hem stamt af het geslacht Arnold Bik.
  2. Pieter Albert Bik (1798-1855), op 28 november 1819 gehuwd met Johanna Maria Carolina van Berckel (1799-1820), op 16 mei 1822 hertrouwd met Maria Elisabeth de Nijs (1805-1838), en in Nederland weer hertrouwd met Aletta Christina Maria van Lier (1814-1858). Van hem stammen af de takken Van Berckel Bik, Mulock van der Vlies Bik, De Nijs Bik (met als zijtak De Perez Bik).
  3. François Butin Bik (1804-1843), op 8 oktober 1826 gehuwd met Rosalie Sophia de Nijs (1807-1858). Van hem stamt af de tak Butin Bik.
  4. Pieter Vreede Bik (1806-1883), op 11 mei 1831 gehuwd met Wilhelmina Petronella Frederika Kulenkamp Lemmers (1813-1871). Van hem stamt af de tak Vreede Bik.
  5. Bruno Bik (1808-1868), op 1 december 1838 gehuwd met Charlotte Johanna Marguerite van Doornik (1820-1857).
Daarnaast laat Jannus Theodorus Bik (1796-1875), op 5 mei 1848 gehuwd met Wilhelmina Reynira Martens (1802-1862), een natuurlijk kind na uit een verbintenis met de Javaanse Naima: Willem Frederik Theodorus Butyn Bik. Voorzover voor het archief van belang, wordt in de volgende paragrafen nader op enkele personen ingegaan.
1. Adrianus Johannes Bik
( Biografische gegevens betreffende A.J. Bik bevinden zich in A.J.E. Arnold Bik, "Aantekeningen ...." (zie noot 4); G.P. Rouffaer, Bik, Encyclopaedie voor Nederlands Indië, Den Haag, 1917, deel I, pag. 302 vlgg; L.S.A.M. von Römer, levensbericht in het Nieuwe Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel VIII (Leiden 1930) pag. 108-109. ) Adrianus Johannes Bik werd op 13 januari 1790 in Duinkerken geboren. Hij vertrok met het schip de Evertsen naar Oost Indië, om daar als tekenaar professor J.G.C. Reinwardt te vergezellen tijdens diens expedities naar de oostelijke eilanden van Nederlands Indië. Hij werd in 1816 in Batavia officieel als tekenaar aangesteld, evenals zijn broer Jannus Theodorus, die tot "tweede tekenaar" werd benoemd. Beiden maakten in 1821 de expeditie van Reinwardt naar de Molukken mee ( Een verslag van deze reis is uitgegeven door W.H. de Vriese, Reisbeschrijving van prof. J.G.C. Reinwardt, 1858. Ook J.Th. Bik publiceerde aantekeningen in het Tijdschrift van het Bataviaasch Genootschap XVI (1867), pag. 260-276. ) . Zelf leidde hij een expeditie naar de Kei- en Aroe-eilanden tussen de Molukken en Nieuw-Guinea in 1824 ( "Dagverhaal eener reis, gedaan in het jaar 1824 .... door A.J. Bik", uitgegeven door A.J.E. Arnold Bik, Leiden, 1928. Zie inventarisnummers 129 en 130. ) . Bij besluit van de commissaris-generaal over Nederlands Indië van 28 augustus 1828, nummer 2, werd Bik benoemd tot Baljuw van Batavia en assistent-resident over de Ommelanden van Batavia. Hij werd bij gouvernementsbesluit van 30 maart 1832, nr.11, benoemd tot lid van de Raad van Justitie in Batavia en ommegaand rechter. Hij werd betrokken bij de onderdrukking van de chinezenopstand te Tjilangkap in Krawang, waarbij het huis van zijn latere zwager, de resident Guillaume de Serrière, die zou trouwen met Maria Margaretha Bik (1802-1863) geplunderd werd. Na in 1839 uit openbare functies te zijn teruggetreden, en zich aan de suikerteelt te hebben gewijd, keerde hij in 1847 naar Nederland terug, waar hij tekeningen, die hij in Nederlands Indië heeft vervaardigd, uitwerkte tot platenalbums. Van zijn hand verschenen de "Javasche Oudeheden en Belangrijke en Trotsche Bouvallen van Tempels", uitgegeven in 1856. In 1851 kocht hij met zijn zwager J.W. Arnold het landgoed "De Breesaap" onder Velsen en Wijk aan Zee, dat in 1865 zou worden doorsneden door het Noordzeekanaal en waar de grondslag zou worden gelegd voor de plaats IJmuiden ( Het archief van de maatschappij "De Breesaap", die ter exploitatie van de gronden werd opgericht, nadat het Noordzeekanaal was voltooid, werd door mevrouw J.W. Arnold-Udink ten Cate overgedragen aan de N.V. Hoogovens in IJmuiden. In 1976 werd het overgedragen aan het gemeente-archief in Velzen. ) . Ook nam hij in 1865 deel aan een poging tot oprichting van een petroleummaatschappij in Nederlands Indië ( Zie hierover inventarisnummers 27 en 126. ) .
Op 3 oktober 1872 overleed Bik in Brussel.
2. Jannus Theodorus Bik
( Zie hierover de levensberichten van G.P. Rouffaer en L.S.A.M. von Römer (noten 4 en 5). ) Jannus Theodorus Bik werd op 14 juni 1796 in Amsterdam geboren en vertrok, wellicht op voorspraak van zijn broer Adrianus Johannes daartoe aangezocht, in 1816 naar Nederlands Indië, om daar als tweede tekenaar voor professor J.G.C. Reinwardt te dienen. Hij werkte nauw samen met zijn broer tijdens de expedities van Reinwardt, doch ging zijn eigen weg na diens vertrek in 1822. In 1823 nam hij deel aan een expeditie door het westelijke gedeelte van de residentie Bantam. Wellicht onder invloed van de bittere ervaring, opgedaan door de dood van zijn vriend J.C. van Hasselt tengevolge van deze expeditie ( J.Th. Bik, Verslag van een expeditie door het westelijk gedeelte van de residentie Bantam in 1823, 1867. Zie inventarisnummer 31. ) , aanvaardde hij in 1826 een rustige betrekking van vendumeester in Batavia. In 1836 werd hij gepensioneerd en zette hij zijn leven voort als planter en eigenaar van de landgoederen Tanah Abang (Djakarta), Tjileboet (benoorden Buitenzorg) en Tjisaroea (bij Megamendoeng, Buitenzorg). Op 3 juli 1875 overleed hij in Batavia.
3. Pieter Albert Bik
( Een levensbeschrijving van Pieter Albert Bik bevindt zich in "De Tijdspiegel" 1895, pag. 121 vlgg. )
Pieter Albert Bik werd op 18 juli 1798 in Amsterdam geboren als zoon van Jan Bik en Jeannette Butin. Hij begon op 15 november 1815 een loopbaan in Nederlands Indië als ambtenaar in Bandjermasin, waar hij sedert 1 januari 1817 scriba was. Op 1 juni 1818 werd hij overgeplaatst naar de Westkust van Borneo, maar op 1 juli 1819 was hij weer in Batavia, waar hij eerste commies bij de hoofddirectie van financiën werd. Vanaf 1 augustus 1822 was hij daar postmeester.
In 1836 ging hij met verlof naar Nederland, waar hij drie jaar verbleef. Na enige tijd op wachtgeld te hebben gestaan werd hij op 1 maart 1839 lid van de Weeskamer van Batavia. Op 1 juni 1841 werd hij door de gouverneur-generaal van Nederlands Indië tot opperhoofd van de Nederlandse Handel in Japan benoemd en kreeg hij de leiding over de Nederlandse kolonie Deshima. Hij trad op 1 november 1842 in functie.
Biks bewind ( Zie voor nadere gegevens over de factorij en over in deze inventaris gebruikte termen: M.P.H. Roessingh, Het archief van de Nederlandse factorij in Japan, 1609-1860. Den Haag, 1964. ) viel in een tijd, waarin van Europese zijde een diplomatiek offensief plaats vond om Japan open te stellen voor buitenlandse handel. In dit kader moet men de zending van het Fregatschip plaatsen, dat in 1844 door koning Willem II met geschenken naar de shogun van Edo werd gezonden. Bik, die in het voorjaar van hetzelfde jaar de hofreis naar de keizerlijke hoofdstad had gemaakt, bemiddelde tussen de petitionerende Nederlandse delegatie en de Japanse overheidsambtenaren en wist, al bleven persoonlijke conflicten niet uit, ernstige wrijvingen tussen beide instanties te voorkomen ( Bij het ter perse gaan van deze inventaris is een artikel van A. Korthals Altes in voorbereiding over de wedervaardigheden van O.A. Uhlenbeck als gezagvoerder van het fregat "Palembang" en zijn meningsverschillen het Bik. Dit artikel zal verschijnen in Spieghel Historiael. ) . De shogun reageerde beleefd, maar negatief op het verzoek van koning Willem II, maar Bik had vele vriendschappelijke relaties met Japanners weten aan te knopen.
Op 1 november 1845 legde hij zijn functie als opperhoofd neer. Kort daarop verliet hij Japan, waarna hij in 1846 voor twee jaar op verlof naar Nederland ging. Hij ontving een wachtgeld, totdat hem op eigen verzoek op 6 februari 1851 eervol ontslag werd verleend uit 's lands dienst. Op 10 april 1855 overleed hij in Breda.
4. François Butin Bik en Pieter Vreede Bik
( Biografieën van beide personen bevinden zich in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek. Zie noot 5. )
François Butin Bik werd geboren in Amsterdam op 5 mei 1804. Nadat hij met zijn ouders naar Nederlands Indië was overgekomen, begon hij zijn loopbaan in 1816 als klerk ter secretarie in Batavia, waar hij woonachtig bleef en uiteindelijk in 1836 het secretariaat van de Raad van Nederlands Indië waarnam. Op 10 mei 1839 werd hij resident van Batavia, maar een verdere loopbaan werd door zijn dood op 12 juli 1843 afgebroken.
Zijn broer Pieter Vreede Bik, geboren in Amsterdam op 10 juni 1806, begon zijn loopbaan als klerk op 23 oktober 1818. Na op verschillende kantoren gediend te hebben werd hij in 1836 vendumeester van Batavia, en in 1836 assistent-resident in Soerakarta. Op 16 december 1848 werd hij gouverneur van Celebes en onderhorigheden, op 4 april 1853 resident van Soerabaia. Hij behield deze functie tot zijn pensionering in 1860, waarop hij naar Nederland vertrok. Daar werd hij op 12 april 1860 tot staatsraad in buitengewone dienst benoemd en in hetzelfde jaar tot adjudant van koning Willem III. Op 27 april 1883 overleed hij in Den Haag.
5. Frederik Arnold Bik en Adrianus Johannes Emanuel Arnold Bik
Frederik Arnold Bik werd op 29 oktober 1826 in Batavia geboren als enige zoon van Adrianus Johannes Bik en Anna Maria Arnold. Hij was controleur bij het binnenlands bestuur op Java en bezat verscheidene suikerplantages. Op 12 april 1854 huwde hij Anna Josepha Francis (1836-1892). Weldra vertrok hij echter naar Nederland, waar hij met zijn neven Jan Butin (1839-1866) en Eduard Hugo (1837-1915) deelnam aan een firma Butin Bik & Co. in Amsterdam. Hij overleed op 5 januari 1873 in Den Haag. Zijn oudste zoon Adrianus Johannes Emanuel Arnold Bik ( Levensbeschrijvingen van A.J.E. Arnold Bik bevinden zich in inventarisnummers 104 en 133. ) , die op 12 juni 1855 op het landgoed Sindanglaoet (Cheribon, Midden-Java) werd geboren, werd reeds op zesjarige leeftijd naar Nederland gezonden, waar hij door zijn grootvader Adrianus Johannes Bik werd opgevoed. In 1879 promoveerde hij in de rechten op een dissertatie over voogdijrecht in Nederland en Nederlands Indië, waarin hij op bescheiden wijze de aandacht vestigde op conflicten binnen het internationaal privaatrecht. Aanvankelijk advocaat, werd hij weldra betrokken in twee naamloze vennootschappen van zijn familie: De Maatschappij tot exploitatie van rijstlanden op Java "Michiels Arnold" en de Maatschap IJmuiden, waarover hij tot 1887 de leiding waarnam. De maatschap werd in 1909 aan de staat overgedragen, maar nog lang nadien diende Bik de regering van advies over de opzet van de gemeente.
Als secretaris en voorzitter van de Vereeniging van Fabrieks- en Handwerksnijverheid werd hij nauw betrokken bij de organisatie van internationale tentoonstellingen: van belang is hierbij de Wereldtentoonstelling van Antwerpen van 1894, waar hij voorzitter was van de koloniale afdeling. In 1901 werd hij voor de liberale partij gekozen tot lid van de gemeenteraad van Den Haag, waarin hij tot 1915 zitting had. Ook was hij voorzitter van de plaatselijke Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer.
In 1923 organiseerde hij de tentoonstelling in het Prinsenhof in Delft bij gelegenheid van het 25-jarig regeringsjubileum van koningin Wilhelmina. Het succes van deze tentoonstelling leidde tot de oprichting van het Oranje-Nassau-museum, waarbij hij nauw betrokken was.
Bik was op 12 maart 1891 gehuwd met Adriana Henriëtte Enger (1866-1939), maar overleed op 3 maart 1931 kinderloos. Hij had echter de opvoeding van Adrianus Johannes Emanuel, de vierde zoon van zijn broer Robert Arnold Bik (1862-1932) op zich genomen, die op 20 februari 1899 in Buitenzorg was geboren. Deze volgde een loopbaan bij de Marine en werd commandant van de Oude Alexander-kazerne in Den Haag, waar hij op 2 december 1945 overleed.
Hij was op 10 november 1927 gehuwd met Geertruida Louisa Stemfoort (1905-1968).
Geschiedenis van het archiefbeheer
1. De papieren van Pieter Albert Bik als opperhoofd van de factorij van Deshima.
Merkwaardigerwijs geraakten de papieren van Pieter Albert Bik niet in handen van zijn eigen nakomelingen, maar in die van Frederik Arnold Bik (1826-1873), wellicht omdat zijn zoon Robert (1862-1932) gehuwd was met Pieter Alberts kleindochter Jeannette Elisabeth de Nijs Bik (1863-1926). Vast staat, dat zij grotendeels overgingen naar diens dochter Catharina Elisabeth Arnold Bik (1865-1935), die in Nederland gehuwd was met Heinrich Philipp Hubert Odenkirchen (1862-1935). Diens zoon Theodoor Johann Odenkirchen (1889-1946) keerde terug naar Nederlands Indië en maakte een diepgaande studie van de collectie. Hij slaagde er zelfs in de papieren te behouden, toen hij met zijn gezin tijdens de oorlogsjaren in Indonesië door de Japanse bezetter werd geinterneerd.
In 1976 werden deze papieren in bruikleen gegeven door mevrouw Catharina Elisabeth Bartstra-Odenkirchen in Berkhout (nabij Hoorn) ( Correspondentie van de Tweede Afdeling, 1976, D 518, 829, 1342. Voor een nadere specificatie van de nummers, zie bijlage. ) .
2. De overige papieren.
Blijkens een "stamlijst" maakte Jan Bik (1757-1827) reeds genealogische aantekeningen, die door zijn nakomelingen werden voorgezet ( Zie inventarisnummer 145. ) . Van het belang voor het behoud van de gehele verzameling was echter vooral de genealogische arbeid van Adrianus Emanuel Arnold Bik, die met zijn onderzoekingen nauw samenwerkte met de genealoog L.S.A.M. von Römer ( Zie hierover inventarisnummer 120. Resultaten bevinden zich in de collectie L.S.A.M. von Römer, zie hierover noot 3. ) . Hij maakte tal van gepubliceerde en ongepubliceerde studies over zijn voorouders, vooral over zijn grootvader Adrianus Johannes Bik. Zijn persoonlijke papieren deponeerde hij echter slechts gedeeltelijk in het familie-archief. Enige kaarten van de Breesaap werden aan het Rijksarchief in Noord-Holland geschonken ( Een bedankbrief bevindt zich in inventarisnummer 112. ) , terwijl het gemeente-archief van Den Haag werd verblijd met documentatie, verzameld tijdens zijn gemeenteraadslidmaatschap ( Bevestiging van ontvangst werd gedaan door de gemeentearchivaris op 29 september 1926 (inventarisnummer 110). Blijkens mededelingen van het gemeente-archief betrof het enkele diploma's en vooral documentatiemateriaal. ) . In 1968 besloot mevrouw Geertruida Louisa Bik-Stemfoort (1905-1968) enige stukken uit het familie-archief aan musea en archieven in bruikleen te geven. Dit besluit werd door haar dochter, Geertruida Louisa Bik (geboren 1928), na haar dood uitgevoerd: Zeven portefeuilles met aquarellen en enkele tekeningen van Adrianus Johannes Bik gingen naar het Prentenkabinet van het Rijksmuseum ( Reeds tijdens zijn leven had A.J. Bik zijn voor wetenschappelijk gebruik bestemde tekeningen geschonken aan 's Rijks Ethnografisch Museum en 's Rijks Herbarium in Leiden. Deze tekeningen berusten thans in het Volkenkundig Museum en het Natuurhistorisch Museum aldaar. Twee albums met tekeningen en aquarellen van A.J. en J.Th. Bik werden door laatstgenoemde nagelaten aan zijn neef J.F. Bik, die ze op zijn beurt in 1898 aan het Rijksprentenkabinet schonk. ) , terwijl enkele persoonlijke papieren van Pieter Albert Bik aan het Algemeen Rijksarchief werden overgedragen en bij de Eerste Afdeling werden gedeponeerd ( Correspondentie van de Tweede Afdeling, 1968 D 243. Het betreft de inventarisnummers 33, 35, 46, 47 en 82. ) .
Na de bruikleen van mevrouw Catharina Elisabeth Bartstra-Odenkirchen in 1976 volgde de rest van het familiearchief dat door Adrianus Johannes Emanuel Arnold Bik (geboren 1935) in januari 1977 eveneens in bruikleen werd gegeven ( Correspondentie van de Tweede Afdeling, 1976 D 1742 en 1977 D 9.10. ) , met uitzondering van enkele duplicaten, foto's en documentatiemateriaal betreffende IJmuiden, die in 1976 in het gemeente-archief van Velzen werden gedeponeerd ( Correspondentie van de Tweede Afdeling, 1977 D 8.42 en 8.44. ) . Het uit drie bruiklenen bestaande familie-archief Bik werd gei nventariseerd door drs. J.A.A. Bervoets, chartermeester van de Tweede Afdeling van het Algemeen Rijksarchief.
De rechtstitel is (nog) onbekend
Staat van de herkomst van de zich in deze inventaris bevindende stukken, afkomstig van leden van het geslacht Bik.
1. Door mevrouw G.L. Bik-Stemfoort in 1968 aan het Algemeen Rijksarchief in bruikleen nagelaten:
Inventarisnummers 33, 35 (de niet-getranscribeerde stukken), 46, 47, 82.
2. Door mevrouw C.E. Bartstra-Odenkirchen in 1976 in bruikleen afgestaan uit de nalatenschap van Th. J. Odenkirchen:
Inventarisnummers 34, 35 (de getranscribeerde gedeelten), 36-45, 48-80.
Alle stukken zijn afkomstig van Pieter Albert Bik.
3. Door de heer A.J.E. Arnold Bik in Huisduinen in 1977 in bruikleen afgestaan:
Inventarisnummers 1-21, 81, 83-151.
De onder 1 en 3 vermelde stukken maakten deel uit van één familie-archief.
De verwerving van het archief
Het archiefblok bevat archiefstukken onder verschillende rechtstitels verworven.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Collectie 302 Bik, nummer toegang 2.21.024, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Bik, 2.21.024, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar

Archiefbestanddelen