Terug naar zoekresultaten

2.21.008.78 Inventaris van het archief van W.F. baron Röell, (1781) 1793 - 1835 (1840)

Het archief bevat stukken over zeer uiteenlopende onderwerpen zoals de omwenteling in 1795, handelsverdragen, Grondwet 1814, staatsfinanciën, belastingen, bevordering van de handel via de haven van Amsterdam, graanhandel, hoger onderwijs, de Belgische afscheiding.
Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.21.008.78
Inventaris van het archief van W.F. baron Röell, (1781) 1793 - 1835 (1840)

Auteur

J.A.G. Verspyck Mijnssen

Versie

herziene editie 2012

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1926 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Collectie 078 W.F. Röell
Röell, W.F.

Periodisering

archiefvorming: 1793-1835
oudste stuk - jongste stuk: 1781-1840

Archiefbloknummer

C22325

Omvang

; 205 inventarisnummer(s) 4,50 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het,en
Nederlands
Frans
Duits

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Röell, Willem Frederik (1767-1835)

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat stukken over zeer uiteenlopende onderwerpen zoals de omwenteling in 1795, handelsverdragen, Grondwet 1814, staatsfinanciën, belastingen, bevordering van de handel via de haven van Amsterdam, graanhandel, hoger onderwijs, de Belgische afscheiding.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Willem Frederik Röell, geboren te Amsterdam 25 October 1767 en overleden aldaar 3 Januari 1835, bekleedde de hoogste staatsambten. Op jeugdigen leeftijd werd hij reeds schepen en pensionaris van Amsterdam. Gedurende de jaren 1795-1802 bleef hij ambteloos, totdat hij lid van Gedeputeerde Staten van Holland en secretaris van dat college werd. Onder Lodewijk Napoleon trad hij zeer op den voorgrond en deze benoemde hem tot Secretaris van Staat, en tot Minister van Buitenlandsche Zaken. Röell vergezelde den Koning naar Parijs, toen in het einde van 1809 en den aanvang van 1810 de kwestie van de inlijving van het Koninkrijk Holland bij het Keizerrijk dreigend werd. Einde Juni 1810 werd Röell wederom naar Parijs gezonden en hij bevond zich aldaar, toen Lodewijk Napoleon afstand van den troon deed.
Door den Souvereinen Vorst werd hij tot lid der Commissie tot het ontwerpen der Grondwet benoemd. Hoe hoog Röell's kundigheden aangeslagen stonden blijkt uit een klein briefje van Falck, gevoegd bij het Souverein besluit van de benoeming aan Röell, waarin Falck zegt: "Zeer gelukkig (te zijn) van mijn naam te hebben mogen stellen onder een besluit zoo belangrijk als het nevensgaande en nog gelukkiger van dit te mogen expedieeren aan een man zoo als de Heer Röell". Toen de Souvereine Vorst Koning der Nederlanden geworden was, werd Röell successievelijk Minister van Binnenlandsche Zaken, Minister van Staat, en Voorzitter der Eerste Kamer. Ook werd hem o.m. het voorzitterschap opgedragen van de Commissie tot herziening van het Hooger-, Middelbaar- en Lager ouderwijs.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het archief was door vererving in het bezit gekomen van Willem Cornelis baron Röell van Hazerswoude, kleinzoon van Willem Frederik. In 1903 toonde dr. H.T. Colenbrander belangstelling voor het archief, als bron voor de uitgave van de Gedenkstukken en andere bronnenpublicaties van de Commissie voor 's Rijks Geschiedkundige Publicatiën. In dat jaar, of kort erna verkreeg het bureau van de commissie het archief in bruikleen. In 1918 gaf de directeur van het bureau het archief in bewaring van het Algemeen Rijksarchief, onder voorwaarde dat het niet geraadpleegd mocht worden, tot de definitieve regeling met de eigenaren.
De verwerving van het archief
Eerst in 1926 werd het archief, met machtiging van de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, door W.C. baron Röell van Hazerswoude voor een periode van tien jaar in bewaring gegeven aan het Algemeen Rijksarchief.
Het archief is voor langere tijd in beheer, niet in eigendom verkregen.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het archief van W.F. baron Röell bestaat hoofdzakelijk uit stukken die hij in verschillende functies heeft ontvangen en opgemaakt. Niet van elke functie is evenveel archiefmateriaal bewaard gebleven. Vanuit zijn functie van lid van het gedeputeerd bestuur en secretaris van Holland, 1802-1806 is vrij weinig bewaard, en vanuit zijn functies lid van de Commissie van Superintendentie over de Waterstaat der Bataafse Republiek, van 1 mei 1805 tot 1 juli 1807 en kanselier van de Orde van de Nederlandse Leeuw, vanaf 1817, is niets bewaard gebleven.
Naast een kleine serie alfabetisch geordende brieven zijn het stukken en dossiers die op specifieke onderwerpen betrekking hebben. Hierbij zijn vaak ook brieven gevoegd. Evenzo kunnen in de brievenserie brieven aanwezig zijn, welke op deze specifieke onderwerpen betrekking hebben en dus ook in die dossiers op hun plaats zouden zijn geweest.
Een veelvuldig voorkomend type document is de memorie, door Röell zelf meestal "aanteekeningen" genoemd. Het gaat dan om een essayachtig stuk dat de mening van de schrijver over een bepaald onderwerp belicht. Deze memories zijn meestal ongedateerd. Ze zijn niet altijd in het handschrift van Röell zelf, hetgeen overigens niet betekent dat deze memories van een andere auteur zijn. Röell bediende zich vaak van klerken die zijn teksten in het net overschreven. Uitgebreide tekstanalyse is nodig om exact te bepalen welke stukken wel en welke niet van zijn hand zijn.
Naast de brieven en memories bevat het archief ook veel drukwerk. veel hiervan is overheidsdrukwerk, zoals de Kamerstukken. Daarnaast is ook een beperkte hoeveelheid pamfletten en brochures van particuliere auteurs aanwezig.
Voor onze geschiedenis zijn de papieren van Röell een bron van groote waarde.
Verantwoording van de bewerking
Van eene beschrijving dezer belangrijke stukken volgens de regels der archivistiek is - in 1926 - afgezien, daar van de verzameling reeds zoo dikwijls en veelvuldig gebruik gemaakt is, dat gevreesd werd, dat eene nieuwe indeeling verwarring te weeg zou brengen. De verzameling diende reeds als hoofdbestanddeel bij de in de serie van 's Rijks geschiedkundige publicatiën door prof. Colenbrander uitgegeven Gedenkstukken. Bovendien had Röell zelf eene indeeling in portefeuilles vastgesteld en deze is nu behouden.
De verzameling bestaat uit 32 genummerde portefeuilles en eenige ongenummerde. De stukken, die zich in de ongenummerde portefeuilles bevonden, komen nu na portefeuille XXXII.
De indeeling in portefeuilles werd dus gehandhaafd, doch de daarin voorkomende stukken zijn thans doorloopend genummerd, hoewel somtijds eenige samengevoegd zijn. De oude omslagen echter werden behouden. De nummering der portefeuilles is als rubrieksindeeling gebruikt. Begrijpelijkerwijs is er hierdoor geene eenheid in den inventaris en staat men voor verrassingen, maar met een weinig goeden wil, is den inventaris toch overzichtelijk genoeg.
Teneinde de overzichtelijkheid en daardoor de toegankelijkheid van het archief te vergroten zijn in 2012 de beschrijvingen evenwel herordend, en wel naar de functies die Röell heeft vervuld (rubriek B - N). De rubriek A bevat de beschrijvingen van de algemene briefwisseling en O en P de beschrijvingen der overige stukken welke niet aan een specifieke functie van Röell konden worden gerelateerd.
De beschrijvingen zelf zijn zo veel mogelijk in stand gebleven. Slechts waar deze onduidelijk, onvolledig of, in een enkel geval, feitelijk onjuist waren, zijn ze gewijzigd. Aan de spelling is op te maken of de tekst uit 1926 of uit 2012 stamt.
Bij deze bewerking van de archiefinventaris is de fysieke ordening en de nummering van de bestanddelen van het archief ongewijzigd gebleven. Hierdoor zijn de beschrijvingen niet meer op numerieke volgorde in deze archiefinventaris vermeld. Met behulp van dekan de relatie tussen de oude portefeuillenummering en de sinds 1926 toegepaste map- of inventarisnummering worden gevonden. De portefeuillenummering is in wetenschappelijke publicaties, daterend van vóór 1926 als bronvermelding gebruikt.
concordantielijst

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Andere toegang
Naast deze archiefinventaris kan ook de oorspronkelijk inventaris Beschrijving eener verzameling papieren, afkomstig van mr. W.F. Röell gebruikt worden. Deze is gepubliceerd als bijlage VII in: Verslagen omtrent 's Rijks oude archieven , XLIX 1926 I, p. 233-256.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Collectie 078 W.F. Röell, nummer toegang 2.21.008.78, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Röell, W.F., 2.21.008.78, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Afgescheiden archiefmateriaal
Vroeger moet de verzameling grooter geweest zijn, daar in deze niet meer aanwezig zijn de Gedenkschriften en eenige portefeuilles met door Röell verzamelde stukken, welke indertijd aan prof. Jorissen afgestaan of toevertrouwd zijn.
Deze portefeuilles werden door Jorissen's erfgenamen met vele andere stukken aan het Rijk ten geschenke gegeven en bevinden zich ook in het Algemeen Rijksarchief. Zij zijn beschreven in Verslagen omtrent 's Rijks oude archieven XLVIII (1925) deel I, Bijlage IV, blz. 293, sub G, "Beschrijving eener verzameling papieren afkomstig van prof. dr. Th. Th. H. Jorissen" (zie inv.nrs. 66-87 van archiefinventaris 2.21.008.77 ). Het belangrijkste hieruit zijn zonder twijfel de Gedenkschriften (zieinv.nr. 66 van archiefinventaris 2.21.008.77).
Verwante archieven
Er bevinden zich in het Nationaal Archief nog twee archieven-Röell. Deze archieven zijn beschreven in de archieinventarissen:
  • 2.21.183.69- Inventaris van het archief van jhr. mr. J. Röell [levensjaren 1844-1914], 1868-1914
  • 2.21.315- Inventaris van het archief van de familie Röell, 1658-1974
Deze archieven bevatten stukken afkomstig van jhr. Joan Röell, lid van de Tweede en Eerste Kamer (1877-1994 en 1898-1912) en minister van Buitenlandse Zaken (1894-1897) resp. jhr. Jacob Alexander Röell, marineofficier (1867-1894) en minister van Marine (1894-1897). Beide waren kleinzoon van Willem Frederik baron Röell. Deze archieven bevatten evenwel geen stukken afkomstig van W.F. baron Röell.

Bijlagen

Concordantie
Met behulp van deze concordantielijst kan de relatie tussen de oude portefeuillenummering en de sinds 1926 toegepaste map- of inventarisnummering worden gevonden. De portefeuillenummering is in wetenschappelijke publicaties, daterend van vóór 1926 als bronvermelding gebruikt.
De portefeuilles XI, XVI en XVII vormden aanvankelijk een geheel, maar zijn wegens hun omvang (dikte) gesplitst in kleinere eenheden.
Portefeuillenummers (tot 1926) Inventarisnummer (vanaf 1926)
I 1-45
II 46-62
III 63-66
IV 67
V 68-69
VI 70-73
VII 74-76
VII 77-79
IX 80-86
X 87-117
XI 118-121
XIA1 118
XIA2 119
XIB1 120
XIB2 121
XII 122
XIII 123
XIV 124
XV 125
XVI 126-149
XVIA 126-132
XVIB 133-149
XVII 150
XVII 150A-150B
XVIII 151-152
XIX 153-161
XX 162
XXI 163
XXII 164-175
XXIII 176-180
XXIV 181-182
XXV 183
XXVI 184
XXVII 185
XXVIII 186
XXIX 187
XXX 188
XXXI 189
XXXII 190
ongenummerd 191-204
Portefeuillenummers (tot 1926)Inventarisnummer (vanaf 1926)