Oorlog / Controlestaten
- Archiefinventaris
- Archiefbeschrijving
- Archiefbestanddelen
- Bestanden
- Alle scans (0)
2.13.13.08
M.D. Lammerts
Nationaal Archief, Den Haag
1940
cc0
Beschrijving van het archief
Naam archiefblok:
2.13.13.08
Auteur: M.D. Lammerts
Nationaal Archief, Den Haag
1940
Periode:
1817-1844
Omvang:
7.00 meter; 291 inventarisnummers.
Taal van het archiefmateriaal:
Het merendeel der stukken is in het Nederlands.
Soort archiefmateriaal:
Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.
Archiefbewaarplaats:
Nationaal Archief, Den Haag
Samenvatting van de inhoud van het archief:
Het archief bevattende registers van controle betreft stukken aangaande de kosten en uitgaven van militairen én civiel personeel bij de verschillende diensten en legeronderdelen van de Nederlandse Krijgsmacht in de jaren 1817 - 1844. In de registers is aantekening gehouden van de namen en voornamen van officieren en verder personeel. Ook de rangen, standplaats, besluit van benoeming, bevordering, verplaatsing, ontslag, pensionering, overlijden en de bedragen van tractement, bureaukosten e.d. zijn vermeld.
Archiefvormers:
- Ministerie van Oorlog
Archiefvorming
Inhoud en structuur van het archief
Inhoud
In bovengenoemde registers is aantekening gehouden van de namen en voornamen van officieren en verder personeel hierboven genoemd. Ook de rangen, standplaats, besluit van benoeming, bevordering, verplaatsing, ontslag, pensionering, overlijden en de bedragen van tractement, bureaukosten e.d. zijn vermeld.
In de nrs. 1-28 komen voor de gegevens betreffende het Commando van het Leger, van de Generale Staf (van 1842-1844 ook die van de Grote Staf), van het Personeel behorende tot de Administratie; van de Inspecteurs der Wapens, van de Gouveneurs der Residenties (Brussel, 's-Gravenhage en Leeuwarden), van de Commandanten van Militaire Commando's, van de Provinciale Commandanten en van Officieren, werkzaam bij de Staven. Wanneer de Inspecteurs der Wapens niet in deze registers worden aangetroffen, dan komen zij voor in die van hun Wapen.
Het wapen der Genie is opgenomen in de nrs. 29-56. De Inspecteur van dat Wapen komt tot het jaar 1819 voor in de nrs. 1-28, terwijl hij daarna te vinden is in de nrs. 32-56.
In de nrs. 57-84, waarin het Wapen der Artillerie, komen van het jaar 1842 af (nrs. 82-84) ook voor het lagere personeel, b.v. schrijvers, tekenaars, bedienden, magazijnspersoneel, geweermakers, opzichters over de werklieden etc.
Het personeel van de telegraaf en van de veldpost over de jaren 1825-1832 komt voor in de nrs. 85-92, waarbij de nrs. 211-217, lopende over 1833-1839, aansluiten.
Officieren van verschillende afdelingen vindt men ook in de nrs. 85-92.
Officieren van de Staf der Infanterie en Cavalerie treft men aan in de nrs. 93-95.
De Militaire Geneeskundige Dienst is opgenomen in de nrs. 96-123. Over de jaren 1831-1841 (nrs. 110-120) ook de tijdelijke officieren van Gezondheid en de tijdelijke-Apothekers. Van het jaar 1842 (nrs. 121-123) ook de Paardenartsen.
Officieren en minderen betaald uit verschillende afdelingen der begroting van het Departement van Oorlog in nr. 124.
Commandanten van troepen-onderdelen, zoals Commandant van het 4de en 5de district van Zeeland, Commandant van Oost-Indische troepen, van Garnizoenstroepen, Commandant Divisie Pontonniers, Etappe-Commandant, Officieren werkzaam aan het Departement van Oorlog, President en leden van Krijgsraden en Gepensioneerden zijn vermeld in de nrs. 125-133. Behalve deze Commandanten e.a. worden er ook nog in aangetroffen Plaatselijke- en Provinciale Commandanten. Zie voor dezen ook de nrs. 134-161. Provinciale Commandanten alleen in de nrs. 160 en 161.
In de nrs. 134-161 komen voor de Plaatselijke Commandanten en de z.g. Plaats-Majoors in de rang van Majoor, Kapitein en Luitenant. Ook de portiers en boomsluiters zijn in deze nrs. opgenomen, doch alleen over de jaren 1820-1844 (Nrs. 137-161).
Voor de opzichters van fortificatiën en de sluismeesters moge ik verwijzen naar de nrs. 162-186, doch over de jaren 1817-1841.
De sluismeesters komen van 1825 af er in voor (nrs. 170-186). Ook concierges en portiers van citadels komen er in voor. Voor de opzichters der fortificatiën over de jaren 1842-1844 zie men ook de nrs. 223-225.
De Protestantse- en Rooms-Katholieke Eredienst, waaronder wordt begrepen: de Veldpredikanten, de Aalmoezeniers en de Garnizoenspredikanten worden vermeld in de nrs. 187-210. Voor de jaren 1817 en 1818, die in deze serie ontbreken, zie men de nrs. 226-227.
De Geëmployeerden te velde treft men aan in de nrs. 211-219. Hieronder zijn begrepen:
- personeel werkzaam bij de telegraafdienst
- directeur en verder personeel van de Veldpost-dienst
- conducteurs en hoefsmeden bij de Wagenparken
- ambtenaren van de administratie van de Geneeskundige Dienst
- pak- en parkmeesters
Het personeel werkzaam bij de Steendrukkerij van de Militaire Verkenningen te Leiden, alhoewel niet te velde, komt in deze nrs. ook voor.
Aangezien, verschillende onderdelen van het Leger in 1839 werden opgeheven, en daarna niet meer in deze serie voorkomen, wordt het personeel van de Steendrukkerij over de jaren 1840 en 1841 (nrs. 218 en 219) wel vermeld.
De nrs. 220-290 behoeven m.i. gene toelichtingen. Zie vooral de NB. bij de verschillende nrs.
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Beperkingen aan het gebruik
Materiële beperkingen
Andere toegang
Aanvraaginstructie
Citeerinstructie
Verwant materiaal
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen
1-28 Commando's van het Leger, Generale- en Grote Staf, administratie, Gouveneurs en Inspecteurs. 1817-1844 28 delen
De Inspecteur der Genie komt tot het jaar 1819 voor in de nrs. 1-28, daarna in de nrs. 32-56.
125-133 Commandanten van troepen, leden krijgsraad, gepensioneerden, plaatselijke- en provinciale commandanten. 1833-1841 9 delen
Zie voor plaatselijke commandanten ook de nrs. 134-161.
a. Zie voor plaatselijke commandanten ook de nrs. 125-133.
b. De portiers en boomsluiters komen voor in de nrs. 137-161.
c. In nr. 160 komt voor provinciale commandanten en in 161 ook de adjudant van die commandanten.
d. Voor portiers en boomsluiters de nrs. 289 en 290 te raadplegen.
a. De sluismeesters van 1825 af.
b. Concierge en portiers van citadels komen in de registers ook voor, doch over de jaren 1825-1832.
Zie ook de nrs. 226-227.
221-222 Officieren ter beschikking, op non-activiteit en agenten van het Departement van Oorlog. 1820-1821 2 delen
223-225 Officieren, opzichters van fortificatiën en schrijvers werkzaam aan het Departement van Oorlog. 1842-1844 3 delen
226-228 Officieren ter beschikking, op non-activiteit, garnizoenspredikanten, aalmoezeniers, agenten van oorlog en geneeskundige dienst. 1817-1818, 1822 3 delen
a. Zie voor de agenten van oorlog de nrs. 1-28.
b. Voor de garnizoenspredikanten en aalmoezeniers de nrs. 187-210.
229-232 Officieren op 2/3 traktement, op wachtgeld, op pensioen en tijdelijke functies. 1820-1823 4 delen
Zie ook de nrs. 238-252.
a. Zie voor 2/3 traktement de nrs. 229-232.
b. Voor pensioen de nrs. 268-285.
Zie ook de nrs. 229-232.
Zie ook de nrs. 226-228, 229-232 en 233.
254-255 Register van controle schadeloosstelling voor gemis van campagne vivres aan officieren en minderen. 1831-1832 2 delen
Hierin o.a. Veldpredikanten e.a.
256-257 Register van controle schadeloosstelling voor onderhoud van vervoerswezen. 1831-1832 2 delen
258-259 Register van controle op de maandelijkse toelage, toegekend aan Officieren buiten activiteit. 1817-1818 2 delen
268-285 Register van controle op pensioenen en gagementen aan officieren en minderen. 1820-1840 8 delen, 7 banden en 3 omslagen
In sommige delen zijn ook opgenomen de pensioenen toegekend aan de weduwen. De particuliere adressen zijn in vele delen vermeld.
Zie ook de nrs. 137-161.
Reacties