Terug naar zoekresultaten

2.06.001 Inventaris van het archief van de Directie van Handel en Nijverheid, (1815) 1905-1943 (1946)

Bekijk de zoekhulp bij dit archief

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.06.001
Inventaris van het archief van de Directie van Handel en Nijverheid, (1815) 1905-1943 (1946)

Auteur

Centrale Archief Selectiedienst

Versie

13-10-2022

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1989 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Economische Zaken: Directie van Handel en Nijverheid
EZ / Handel en Nijverheid

Periodisering

archiefvorming: 1905-1943
oudste stuk - jongste stuk: 1815-1946

Archiefbloknummer

E24090

Omvang

; 7591 inventarisnummer(s) 327,10 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het. Een klein gedeelte betreffende buitelandse en internationale handel is gesteld in het,en.
Nederlands
Frans
Engels
Duits

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Bezuinigingscommissie IJkwezen Centrale Commissie voor Handels- en Vakopleiding College voor Handel en Nijverheid Commissie inzake Gewapend Betonconstructies Commissie inzake Samenwerking van Overheidsbedrijven en Installateurs Commissie Middenstandsvoorlichting Commissie tot Onderzoek van de Moeilijkheden in het Bakkerijbedrijf Commissie tot Verbetering van de Opleiding voor het Middenstandsexamen Algemene Handelskennis Commissie van Advies inzake de Uitvoering van de Wet op de Evenredige Vrachtverdeling in de Binnenscheepvaart Commissie van Advies voor de Borgstellingsfondsen Commissie van Advies voor de Economische Regelingen met het Buitenland Commissie van Contact inzake Middenstandsaangelegenheden Commissie van Toezicht bedoeld in art. 12 van de Wet Ondernemersovereenkomsten Commissie voor de Economische Politiek Commissie voor de Technische Herziening van het Tarief van Invoerrechten Hirschfeld, H.M. Ministerie van Arbeid, Handel en Nijverheid/ Afdeling Handel en Nijverheid Ministerie van Economische Zaken/ Afdeling Handel en Nijverheid Ministerie van Economische Zaken/ Directie van Handel en Nijverheid Ministerie van Economische Zaken en Arbeid/ Afdeling Handel en Nijverheid Ministerie van Handel, Nijverheid en Scheepvaart/ Directie van Handel en Nijverheid Ministerie van Landbouw, Nijverheid en Handel/ Afdeling Handel Ministerie van Landbouw, Nijverheid en Handel/ Afdeling Nijverheid en Handel Ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid/ Afdeling Handel en Nijverheid Nederlands Clearing Instituut Steenberghe, M.P.L. Staatscommissie inzake de Electriciteitsvoorziening
M.P.L. Steenberghe
Dr. H.M. Hirschfeld
, 1935, 1931-1945, 1937-1940, 1937-1940, 1931-1945

Samenvatting van de inhoud van het archief

De directie was het centrale beleidsorgaan op het gebied van handel, industrie, middenstand, prijzen en distributie. Vanaf 1933 was het ministerie van Economische Zaken primair verantwoordelijk voor de buitenlandse handelspolitiek: in de periode daarvoor was dat het ministerie van Buitenlandse zaken. Het archief is volgens de standaard archiefcode geheel op onderwerp geordend. Verreweg het meest omvangrijk is de rubriek 'Economische aangelegenheden', waarin onder meer stukken over de industrie, de dienstverlening, de binnen- en buitenlandse handel, de distributieregeling, de instelling en het functioneren van de rijksbureaus. Ook bevat het archief stukken over joodse vluchtelingen en Duitse bezettingsmaatregelen tegen joodse bedrijven.
Gedeponeerd bij het archief zijn stukken van minister M.P.L. Steenberghe (1937-1940) en van directeur-generaal dr. H.M. Hirschfeld (1931-1945).

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
( Gegevens voor deze inleiding zijn ontleend aan: F.J.M. Otten, ) Gids voor de archieven van de ministeries en de Hoge Colleges van Staat 1813-1940 ( (Den Haag, Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, 2004), pp. 254-259, 264-265. )
1. Organisatie
Een van de eerste besluiten van het in augustus 1905 aangetreden kabinet-De Meester was de instelling van een nieuw departement, waarin het hele sociaal-economische beleid zou worden gebundeld: het departement van Landbouw, Nijverheid en Handel (LNH). De beleidsterreinen waren afkomstig van de departementen van Binnenlandse Zaken (arbeidsomstandigheden) en vooral van Waterstaat, Handel en Nijverheid (overige taken).
Het departement telde begin 1906 een vijftal afdelingen: Algemene Secretarie, Comptabili¬teit, Landbouw (later in 1906 opgewaardeerd tot directie), Nijverheid en Handel, Arbeid. De sterk groeiende afdeling Nijverheid en Handel werd op 1 november 1906 gesplitst in een afdeling Nijverheid en een afdeling Handel. Het departement van LNH groeide vanaf de beginjaren sterk, zowel wat betreft het personeel als de uitgaven, welke laatste sterk werden beïnvloed door de oprichting of overname van buitendiensten, zoals het Bureau voor industriële eigendom, de vernieuwde Arbeidsinspectie en de Dienst der Staatsmijnen.
De Eerste Wereldoorlog noopte de centrale overheid tot een actiever economisch beleid. Aanvankelijk waren verschillende afdelingen van LNH belast met de behandeling van crisiszaken, tot in 1917 een concentratie plaats vond door de oprichting van een nieuwe afdeling Crisiszaken, bestaande uit een zevental bureaus en onder leiding van een directeur-generaal. Door het kabinet werd zelfs gespeeld met de gedachte een afzonderlijk departement voor Crisiszaken op te richten, maar zover is het niet gekomen. In april 1919 werd de afdeling Crisiszaken opgeheven.
In 1919 werd serieus gedacht over samenvoeging van de afdeling Handel van LNH met de Directie Economische Zaken van Buitenlandse Zaken in verband met taakoverlapping. In maart 1921 werd een nieuwe afdeling Visserijen gevormd, die de visserijtaken van de afdeling Nijverheid overnam.. Ook waren in deze jaren nieuwe adviesorganen opgericht, zoals de Commissie voor de Economische Politiek (1917) en de meer op groepsbelangen gerichte Middenstandsraad (1919) en Nijverheidsraad (1919)..
Politiek Den Haag bleef bezwaren koesteren tegen het te dure departement van LNH, dat wel werd gezien als het departement van de werkgevers en als tegenpool van dat van de werkne¬mers, het ministerie van Arbeid.. Eind 1922 werd besloten tot opheffing van het departement van LNH en de vorming van het departement van Arbeid, Handel en Nijverheid. Dit departement telde bij de start, naast de twee beheersafdelingen (Algemeen Secretariaat en Comptabiliteit), vijf beleidsafdelingen: Handel en Nijverheid, Arbeid, Arbeidersverzekering, Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling, en Volksgezondheid. Deze organisatie bleef vrijwel ongewijzigd tot 1932. De personeelsformatie bleef in de jaren-1920 zo gering, dat de in 1929 aangetreden minister T.J. Verschuur dat wat hij destijds aantrof als 'een snoepwinkeltje' placht te omschrijven. Na 1930 drong onder invloed van de economische recessie steeds meer het besef door, dat een intensievere overheidsbemoeienis onvermijdelijk was geworden. Een oplossing voor de vraag welk departement hierbij een centrale rol zou vervullen, werd steeds dringender. De departementale reorganisatie van 1932, de oprichting van het departement van Economische Zaken en Arbeid, droeg nog een wat halfslachtig karakter: het departement kreeg de zorg voor landbouw, visserij en statistiek van Binnenlandse Zaken, maar verloor aan dat ministerie de werkloosheidsverzekering, de arbeidsbemiddeling en de volksgezondheid.. In 1933 ging Arbeid over naar het nieuw opgerichte departement van Sociale Zaken en werd de naam gewijzigd in departement van Economische Zaken (EZ)..
De beide beheersafdelingen van EZ, Algemeen Secretariaat en Comptabiliteit, functioneer¬den ook voor Sociale Zaken en van 1935-1937 eveneens voor het departement van Landbouw en Visserij. Het afgeslankte EZ fungeerde in de jaren 1935-1937 onder de benaming Handel, Nijverheid en Scheepvaart.. Het vierde kabinet-Colijn maakte deze scheiding weer ongedaan en verenigde de genoemde beleidsterreinen in het departement van Economische Zaken. Voorjaar 1940 zou Landbouw echter opnieuw en nu definitief van EZ worden gescheiden.
Binnen EZ nam de afdeling Handel en Nijverheid onder de deskundige leiding van de eind 1931 benoemde directeur-generaal H.M. Hirschfeld een steeds belangrijker plaats in. De strijd met Buitenlandse Zaken om het primaat inzake de verantwoordelijkheid voor de handelspolitiek werd onder het krachtige duo Verschuur en Hirschfeld beslist ten gunste van EZ.. In 1933 werd de Economische Raad geïnstalleerd, als adviesorgaan de opvolger van de Commissie voor de Economische Politiek.. In 1935 werd de afdeling Handel en Nijverheid omgezet in een Directie, die in de laatste jaren voor de Tweede Wereldoorlog was samengesteld uit een groeiend aantal afdelingen (Nijverheid, Handelsaccoorden, Economische Voorlichting, Middenstand e.d.)..Vanaf 1936 werd de 'economische verdedigingsvoorbereiding' ter hand genomen, waartoe in 1939 een groot aantal rijksbureaus werd opgericht.
2. Taken
2.1 Handel
De taak van de afdeling Handel en Nijverheid beperkte zich op het onderdeel buitenlandse handel tot het adviseren aan Buitenlandse Zaken, Financiën en Justitie over handelsverdragen en de heffing van in- en uitvoerrechten. In 1933 won het departement van Economische Zaken (afdeling Handel en Nijverheid) de competentiestrijd met Buitenlandse Zaken om de primaire verantwoordelijkheid voor de onderhandelingen over - en voorbereiding van de handelsverdragen (voordien onder Buitenlandse Zaken). Ook de economische voorlichting werd toegewezen aan EZ, waar in 1932 de Economische Voorlichtingsdienst in het leven werd geroepen. Omdat voor een goede informatievoorziening intensieve contacten nodig waren met de Nederlandse consulaten in het buitenland, was met het ministerie van Buitenlandse Zaken overeengekomen, dat de consuls rechtstreeks met EZ konden corresponderen, zij het uitsluitend met informatie op economisch terrein.
De Eerste Wereldoorlog noopte de centrale overheid tot intensieve bemoeienis met zaken als in- en uitvoer van grondstoffen en distributie van levensmiddelen. Hiertoe werd een groot aantal tijdelijke crisisinstellingen in het leven geroepen: adviesorganen, distributieorganen, in- en exportorganen. Onder de laatste dient genoemd te worden de Nederlandse Overzee Trustmaat¬schappij (NOT), die onder meer certificaten van oorsprong verleende. In de jaren-1930 nam als gevolg van de economische depressie de overheidsbemoeienis met de buitenlandse handel weer sterk toe. Om de Nederlandse bedrijven een bepaald minimum marktaandeel te verzekeren, werd besloten tot een beleid van contingentering, waarbij de invoer van bepaalde producten werd beperkt en alle invoervergunningen moesten worden verleend door het onder EZ ressorterende Crisis In- en Uitvoerbureau.. De afdeling/directie Handel en Nijverheid was belast met de voorbereiding van de contingenteringsmaatregelen.
In 1921 werden de Kamers van Koophandel belast met het opzetten en bijhouden van het Handelsregister. Vanaf 1868 vielen de voorbereiding van de wet- en regelgeving en het toezicht op de ijk van maten en gewichten onder de afdeling Nijverheid.
2.2 Nijverheid
De rijksoverheid had een taak bij de regeling van en het toezicht op het gebruik van fabrieks- en handelsmerken. Onder Justitie ressorteerde ingevolge de Merken¬wet van 1893 een Bureau voor industriële eigendom, belast met de inschrijving voor Nederland van fabrieks- en handelsmerken.. Onder invloed van buitenlandse druk kwam het in 1910 tot de Octrooiwet, die onder meer voorzag in de oprichting van een Octrooiraad en een Bureau Fabrieks- en handelsmerken, die nu samen het Bureau voor industriële eigendom vormden, dat vanaf 1912 ging ressorteren onder het departement van Landbouw, Nijverheid en Handel.
De eerder genoemde crisismaatregelen uit de jaren-1930 hadden voor het bedrijfsleven ingrijpende gevolgen. Als aanvulling op de contingentering streefde de regering ernaar de verhoudingen in de bedrijfstakken zodanig vast te leggen, dat deze niet door felle concurrentie zouden worden verstoord. Dit kon zelfs leiden tot gedwongen kartelvorming, zij het op initiatief van de betrokken bedrijfstak zelf. Vanaf 1934 maakte ook directe financiële steunver¬lening deel uit van het overheidsbeleid via het Werkfonds.
2.3 Statistiek
De supervisie over het in 1899 opgerichte Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) ressorteerde tot 1932 onder het departement van Binnenlandse Zaken (afdeling Binnenlands Bestuur), hoewel veel statistieken van sociaal-economische aard waren. Pas in 1932 ging de supervisie over het inmiddels sterk gegroeide CBS over op de afdeling Handel en Nijverheid van het in dat jaar gevormde departe-ment van Economische Zaken en Arbeid.
Geschiedenis van het archiefbeheer
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het archief van de afdeling (vanaf 1935 directie) Handel en Nijverheid bevat ook het archief van een van de voorgangers, namelijk de afdeling Handel uit de jaren 1906-1922; het archief van de andere voorganger, de afdeling Nijverheid uit de jaren 1906-1922 vormt een apart archief (toegang 2.06.075).
Het archief bevat veel informatie over de ontwikkeling van de economie voorafgaand aan en tijdens de Duitse bezetting. Tot het specifiek oorlogsgerelateerde materiaal behoren stukken over joodse vluchtelingen en de Nederlandse arbeidsmarkt in de jaren '30, de economische verdedigingsvoorbereiding, de instelling en het functioneren van de rijksbureaus, de Algemene Vorderingswet 1939 en het Vorderingsbesluit 1940, de zorg voor oorlogsslachtoffers mei 1940 (mobilisatie middenstanders, schade in oorlogsgebieden), Duitse bezettingsmaatregelen zoals de inkwartiering van Duitse militairen en het vorderen van goederen, uitsluiting van joden uit het openbare en economische leven (joodse ambtenaren en joodse bedrijven (Magazijn de Bijenkorf, Hollandia Fabrieken Kattenburg & Co, Zwanenburg's Fabrieken, Organon, Van den Bergh's Koninklijke Fabrieken, marktkooplui, handelaren in oud-metaal, veehandel, makelaars)), de Nederlandse industrie en opdrachten van de Duitse bezetter, het afvoeren van machines en materiaal, de sluiting van bedrijven i.v.m. de toenemende schaarste, de organisatie ven het bedrijfsleven (de organisatie Woltersom), distributie en de evacuatie van bedrijven en instellingen uit het westen van Nederland in de laatste jaren van de bezetting.
Het archief bevat gedeponeerd archief van minister M.P.L. Steenberghe (1937-1940) en dr. H.M. Hirschfeld (1931-1945).
Verantwoording van de bewerking
De inventaris van het zeer omvangrijke archief (350 meter) van de Afdeling/Directie van Handel en Nijverheid is helaas moeilijk hanteerbaar. De beschrijving van het archief begint met een deel 'niet naar onderwerp ingedeelde stukken', waarin de eigentijdse toegangen (indicateurs en klappers), periodieke verslagen, nota's van afdelingen en bureaus alsmede gedrukte bescheiden zoals de 'Verslagen en mededelingen' van de afdeling/directie zijn ondergebracht.
Voor het overgrote deel bestaat het archief uit 'naar onderwerp ingedeelde stukken'. Ook vóór de reorganisatie van 1922 ressorteerde (naast de binnen- en buitenlandse handel) de bemoeienis met de industrie onder de afdeling Handel. Bij de algehele herordening van het archief is de standaard-archiefcode toegepast, wat voor archieven van instanties met een specifieke taak meestal minder bevredigend uitpakt. Zo is de rubriek -1.82 (Economische aangelegenheden) tot enorme proporties uitgedijd, met een groot aantal sub-rubrieken zoals: industrie, dienstverlening, binnen- en buitenlandse handel, distributieregeling (rijksbureaus). Anderzijds zijn bijvoorbeeld stukken over nijverheidstentoonstellingen niet in deze rubriek opgenomen, maar abusievelijk in rubriek -1.85 (Onderwijs, wetenschap en cultuur). Als gevolg van de herordening van het gehele archief volgens de standaardcode zijn de eigentijdse toegangen niet meer bruikbaar om stukken op te sporen.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Een aantal stukken van dit archief is in een slechte materiële staat, wat tot gevolg heeft dat het niet aangevraagd kan worden. Een opgave van de desbetreffende inventarisnummers op deze plaats is nagelaten, aangezien de materiële staat en de bijbehorende raadpleegmogelijkheden niet een permanente situatie vormen (restauratie, verfilming, etc.). Bij het aanvragen met de terminal krijgt u een mededeling ter zake.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Economische Zaken: Directie van Handel en Nijverheid, nummer toegang 2.06.001, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, EZ / Handel en Nijverheid, 2.06.001, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Afgescheiden archiefmateriaal
Het archief van de Commissie voor de Handelspolitiek, 1891-1917 (nummer toegang 2.06.054.01 inv.nr.84)
Archieven van crisisinstellingen in verband met de eerste wereldoorlog, 1914-1926 (nummer toegang 2.06.079)
Inventaris van de archieven van de Afdeling Comptabiliteit van de Ministeries van Economische Zaken en van Landbouw en Visserij en hun voorgangers, 1918-1945 (numme toegang 2.06.074.02 )
Het centraal archief van het Ministerie van Economische Zaken, (1906) 1944-1965 (1975) (nummer toegang 2.06.087)
Verwante archieven
Inventaris van het archief van het Ministerie van Landbouw, Nijverheid en Handel: Afdeling Nijverheid, 1906-1922 (nummer toegang 2.06.075).
Het archief van het Ministerie van Handel, Nijverheid en Landbouw en aanverwante Ministeries te Londen, 1940-1946 (1950) (nummer toegang 2.06.078)
Mr. M.P.L. Steenberghe [levensjaren 1899-1972], 1934-1961 (nummer toegang 2.21.276)
Het archief van het Directoraat-Generaal voor het Midden- en Kleinbedrijf en het Toerisme en taakvoorgangers, van het Ministerie Economische Zaken, (1916) 1945-1965 (1978) (nummer toegang 2.06.073)
Collectie dr. H.M. Hirschfeld als lid van de Raad van Gedelegeerden van de Trustmaatschappij voor de Handel van Nederland met het Buitenland NV ('Erfenis Hirschfeld') (nummer toegang 2.05.48.03)
Ministerie van Handel, Nijverheid en Scheepvaart te Londen; Ministerie van Scheepvaart en Visserij te Londen, 1940-1945 (nummer toegang 2.16.87.01)

Archiefbestanddelen