Terug naar zoekresultaten

2.04.49 Inventaris van het archief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken: 10e Afdeling Adelszaken, 1853-1859

Het chronologisch geordende archief bevat stukken over kwesties als naamswijziging van adellijke geslachten en wapens van publiekrechtelijke lichamen, vooral van gemeenten.
Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.04.49
Inventaris van het archief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken: 10e Afdeling Adelszaken, 1853-1859

Auteur

H.A.J. van Schie

Versie

23-06-2021

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1986 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Binnenlandse Zaken: 10e Afdeling Adelszaken
BiZa / Adelszaken

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1853-1859

Archiefbloknummer

B24039

Omvang

; 6 inventarisnummer(s) 0,60 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Ministerie van Binnenlandse Zaken / 10e afdeling (Adel), , 1853-1859

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het chronologisch geordende archief bevat stukken over kwesties als naamswijziging van adellijke geslachten en wapens van publiekrechtelijke lichamen, vooral van gemeenten.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
( Ontleend aan: De Hoge Raad van Adel, Geschiedenis en werkzaamheden ('s-Gravenhage 1966) 95-97. )
De adelsaangelegenheden werden in de periode 1814-1852 vrijwel uitsluitend door de Hoge Raad van Adel behartigd. Dit college bracht zijn adviezen rechtstreeks aan de Koning uit. Bij Koninklijk Besluit van 17 september 1852, no. 44, werd bepaald, dat de werkkring van de Hoge Raad van Adel werd beperkt tot het geven van advies aan de minister van Binnenlandse Zaken, en wel in die gevallen, waarin daaromtrent deze minister aan de Koning moest rapporteren. De overige werkzaamheden van de Raad werden opgedragen aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken.
Per 1 januari 1853 werden de ambtenaren van de Hoge Raad van Adel allen ontslagen. Mr. W.J. baron d'Ablaing van Giessenburg, tot dan lid van de Raad, werd benoemd tot referendaris bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken, als hoofd van de (10e) afdeling Adel van dat ministerie.
Bij Koninklijk Besluit van 6 juli 1859, no. 46, werd het besluit van 1852 herzien, in dier voege, dat de behandeling der adelsaangelegenheden evenals de verdere werkzaamheden van de Hoge Raad van Adel werden opgedragen aan het Ministerie van Justitie en wel met ingang van 1 januari 1860. De afdeling Adelszaken vormde daar een zelfstandige afdeling, de zesde, van januari 1860 tot en met augustus 1876. Vanaf 1 september 1876 werden de adelsaangelegenheden behandeld bij een bureau van afdelingen die ook met andere taken belast waren:
  • 1876 september - 1885 december: 2e afdeling (A)
  • 1886 januari - 1901 juni: 1e afdeling (A)
  • 1901 juli - 1908 januari: Algemeen Secretariaat
  • 1908 februari - 1937 juli: 1e afdeling, bureau Adelszaken
Bij Koninklijk Besluit van 3 juli 1937 (Stb. 140) werd het Ministerie van Algemene Zaken ingesteld, waaraan onder meer de behandeling opgedragen werd van de adelszaken en wapens van publiekrechtelijke lichamen. Bij brief van 23 november 1937, no. 26 Kabinet, heeft de minister-president, minister van Algemene Zaken de behandeling van de adelszaken zoals die tot dusver aan het ministerie geschiedde, gedelegeerd aan de Hoge Raad van Adel. Deze delegatie van werkzaamheden heeft in de praktijk tot gevolg gehad dat de werkkring van de Hoge Raad van Adel weer grotendeels dezelfde is geworden als die uit de periode 1814-1852. In verband met de ministeriële verantwoordelijkheid blijft de Hoge Raad uiteraard advies uitbrengen aan de minister van Algemene Zaken, sinds 1945 van Binnenlandse Zaken.
De afdeling Adelszaken was belast met:
  • het doen van voordrachten aan de Koning(in) tot benoeming, erkenning, inlijving en verheffing in de Nederlandse adel;
  • het doen vervaardigen van adelsdiploma's;
  • het bijhouden van het Register van de Nederlandse adel en de daarbij behorende filiatieregisters;
  • het doen van voordrachten aan de Koning(in) tot vaststelling van de wapens van publiekrechtelijke lichamen, waaronder het Rijkswapen en het grootzegel;
  • het doen vervaardigen van wapendiploma's;
  • het doen van voordrachten aan de Koning(in) tot vaststelling van standaarden en wapens van het Koninklijk Huis;
  • het doen van voordrachten aan de Koning(in) tot vaststelling en verandering van adellijke geslachtsnamen;
  • het doen van voordrachten aan de Koning(in) tot benoeming en ontslag van leden en secretaris van de Hoge Raad van Adel;
  • regeling der werkzaamheden van de Hoge Raad van Adel;
  • het verstrekken van inlichtingen aan derden op genealogisch en heraldisch gebied.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het archief van de afdeling Adelszaken is chronologisch geordend. De stukken zijn geregistreerd, geïndiceerd en geklapperd door de afdeling Algemeen Secretariaat van het Ministerie. De agenda's, indices en klappers van de afdeling Adelszaken zijn, voor wat de periode 1860-1937 betreft, opgenomen in de series agenda's, indices en klappers van het Ministerie van Justitie. Deze registers verwijzen naar de stukken zoals ze thans zijn geordend. Daarnaast heeft de afdeling de stukken ook nog eens geregistreerd in 'staten van aantekening'. Daarop heeft de afdeling een alfabetisch namenregister vervaardigd, dat als algemene toegang op het gehele archief kan dienen.
In 1931 is het archiefgedeelte 1853-1876 augustus door het Ministerie van Justitie aan het Algemeen Rijksarchief overgedragen. Bij de inventarisatie van dat archiefgedeelte zijn de stukken van het Ministerie van Binnenlandse Zaken daarvan afgescheiden.
Het archiefdeel 1860-1876 is vervolgens beschreven in de inventaris van H. Bonder, Archieven van het Departement van Justitie 1813-1876, in: Inventarissen van rijks- en andere archieven van rijkswege uitgegeven, voor zoover zij niet afzonderlijk zijn afgedrukt, IV ('s-Gravenhage, 1933) toegangnr: 2.09.01, onder de inventarisnummers 3821-3833. Het archiefdeel 1876-1937 is in 1937 overgegaan naar het Ministerie van Algemene Zaken, alwaar het, enige maanden later bij de delegatie van werkzaamheden op de Hoge Raad van Adel, aan dat college is overgedragen. Eind 1984 volgde de overdracht van dit archiefdeel door de Hoge Raad van Adel aan het Algemeen Rijksarchief, ten vervolge op het in 1982 en 1984 overgedragen overige archief van het Ministerie van Justitie (zie toegangnr 2.09.22).
In 1985 is het gehele archief geïnventariseerd. De bestanddelen uit de periode 1853-1876 zijn niet bijeen gevoegd, maar hebben hun plaats en nummering behouden, evenals de agenda's, indices en klappers.
Voorts zij nog vermeld dat het archief stukken bevat die behoren tot het archief van het Ministerie van Algemene Zaken. Het betreft hier stukken die zijn ontvangen en opgemaakt door dat ministerie vanaf de oprichting (juli 1937) tot aan de feitelijke delegatie van de werkzaamheden aan de Hoge Raad van Adel (oktober 1937). Deze stukken zijn in dit archief gelaten, omdat ze vermeld worden in de 'staten van aantekening' en in de klapper daarop.
Het Register van de Nederlandse adel, met de filiatieregisters zijn na 1937 verder bijgehouden door de Hoge Raad van Adel en worden derhalve tot het archief van dat college gerekend.
Uit het archief is niet vernietigd.
H.A.J. van Schie.
De verwerving van het archief
Overbrenging van een overheidsarchief

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Binnenlandse Zaken: 10e Afdeling Adelszaken, nummer toegang 2.04.49, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, BiZa / Adelszaken, 2.04.49, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
In het archief van het Ministerie van Justitie bevinden zich de stukken betreffende adelszaken uit de periode 1860-1937, bestaande uit de verbalen (besluiten en correspondentie), agenda's, indices en namenklappers.
periode ministerie - afdeling nummer toegang inventarisnummers
1860-1876 augustus Ministerie van Justitie, 6e afdeling 2.09.01 inv.nrs. 3281-3833
1876 september -1885 Ministerie van Justitie, 2e afdeling (A) 2.09.22 inv.nrs. 15986-15994
1886 - 1901 juni Ministerie van Justitie, 1e afdeling (A) 2.09.22 inv.nrs 15995- 16010
1886 - 1901 juni Ministerie van Justitie, 1e afdeling (A) 2.09.05 inv.nrs 1498-1505
1901 juli - 1908 jan Ministerie van Justitie, Algemeen Secretariaat 2.09.22 inv.nrs. 16010-16017
1908 feb - 1937 juli Ministerie van Justitie, 1e afdeling bureau Adelszaken 2.09.22 inv.nrs. 16017-16040, 14362-14370
1908 feb - 1937 juli Ministerie van Justitie, 1e afdeling bureau Adelszaken 2.09.05 inv.nrs. 5887-5893
1937 juli - 1937 oktober Ministerie van Algemene Zaken 2.09.22 inv.rns. 16040
periodeministerie - afdelingnummer toeganginventarisnummers