Terug naar zoekresultaten

2.21.271 Inventaris van het archief van de familie Vosmaer, (1634) 1669-1983

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.21.271
Inventaris van het archief van de familie Vosmaer, (1634) 1669-1983

Auteur

M.C. van Leeuwen-Canneman

Versie

24-02-2020

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1988 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Collectie 548 Vosmaer
Vosmaer

Periodisering

archiefvorming: 1669-1983
oudste stuk - jongste stuk: 1634-1983

Archiefbloknummer

C24990

Omvang

; 1050 inventarisnummer(s) 33,00 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het, enkele stukken zijn gesteld in het.
Nederlands
Latijn

Soort archiefmateriaal

Normale, geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften. Het archief bevat ook foto's, tekeningen, aquarellen en schetsboeken.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Vosmaer, familie
Radermacher, familie
Boursse Wils, familie
Clant, familie
Röell, familie
Vosmaer, Arnout (1720-1799)
Vosmaer, Willem Carel (1749-1818)
Vosmaer, Gualterus (1784-1849)
Vosmaer, Carel (1826-1888)
Vosmaer, Gualterus Carel Jacob (1854-1916)

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het betreft de neerslag van de diverse activiteiten van leden van de familie Vosmaer zoals genealogieën, diverse akten, correspondentie, gedichten, foto`s, tekeningen, schetsboeken en manuscripten en kopij voor publicaties. Zij waren onder meer actief als directeur van de Stadhouderlijke diergaarde op het Kleine Loo te Voorburg; directeur van de landsdrukkerij; ambtenaar Binnenlands Bestuur in Nederlands Indië; hoogleraar artsenijkunde in Harderwijk en hoogleraar zoölogie te Leiden.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
De familienaam Vosmaer komt reeds in de vijftiende eeuw in het graafschap Holland voor. Simon van Leeuwen vermeldt in zijn Batavia Illustrata dat een zekere Jan Muysz. van de Velde, lid van een ridderlijk geslacht uit Maasland, zich ook Vosmaer noemde. Hij was in 1401 schepen in Delft. Ook in de regeringen van 's -Gravenhage en Leiden bekleedden leden van de familie Vosmaer in die zelfde tijd ambten ( Simon van Leeuwen, Batavia Illustrata [...], 's Gravenhage 1685, p. 1130. Zie ook inv. nr. 1. ) . Of zij in een rechtstreekse familierelatie stonden met de personen, wier archiefstukken in deze inventaris zijn beschreven, valt door gebrek aan bronnen uit deze periode niet te bewijzen.
Sinds het midden van de zestiende eeuw leefden in Delft verschillende personen met de achternaam Vosmaer of Vosmeer van wie wij evenmin kunnen vaststellen of zij onderling verwant waren: de magistraat Michiel Corneliszoon Vosmeer, wiens zoons Tielman, Michiel en Sasbout bekendheid genoten als geleerden; een familie Vosmaer die goud- en zilversmeden voortbracht, en sinds het midden van de zeventiende eeuw de kunstschilders Christiaan, Daniël, Jacob en Nicolaas Vosmaer. De patroniemen doen vermoeden dat de schilders en de goud- en zilversmeden tot één familie behoorden.
Van hen is de goudsmid Wouter Arentsz. Vosmaer te beschouwen als de stamvader van de leden van de familie Vosmaer, die onderwerp van deze inventaris zijn ( Voor genealogie van de familie Vosmaer, zie Nederland's Patriciaat, jrg. 30, 1944, p. 365-379. ) . Zijn nakomelingen behoorden tot het midden van de achttiende eeuw tot de gegoede middenstand. Jacob Vosmaer (1717-1781) was de eerste van de familie die openbare functies bekleedde. Door zijn vrouw, Louisa Maria Mosburger, wier familie een goede relatie onderhield met stadhouder Willem IV, kwam ook hij in contact met de stadhouderlijke familie. Deze goede verstandhouding werd na hem door verschillende familieleden onderhouden. Zo werd zijn broer Arnout (1720-1799) - vermaard verzamelaar van munten, penningen, prenten en voorwerpen van natuurlijke historie - in 1752 aangesteld als directeur van de stadhouderlijke Kabinetten van Natuurlijke Historie en in 1770 bovendien belast met het beheer van de stadhouderlijke menagerie op het Kleine Loo te Voorburg ( Zie inv. nr. 57 en zijn levensbeschrijving door C[arel] V[osmaer] in De Navorscher, jrg. 7, 1857, p. 18-19. ) .
Ook deze Willem Carel (1749-1818)[zoon van Jacob Vosmaer, broer van Wouter Arentsz.] was vurig aanhanger van de Oranjepartij. Als advocaat-fiscaal en procureur-generaal bij het Hof van Holland kreeg hij te maken met aantijgingen tegen onder meer prinses Wilhelmina. Zijn orangistische houding in dezen werd hem noodlottig: hij werd in 1795 uit zijn ambten gezet. Dit zelfde lot trof ook de vader van zijn tweede vrouw, Isaac Scheltus; deze werd in dat jaar ontslagen als 's lands drukker.
Isaac was het zevende lid van een geslacht, waarvan de leden van 1669 tot 1795 onafgebroken deze functie hadden vervuld. Dit hield in dat de particuliere drukkerij Scheltus de Staten van Holland ten dienste stond voor verzorging van publikaties ( M. Schneider, De voorgeschiedenis van de "Algemeene Landsdrukkerij", 's -Gravenhage 1939. ) . Aanvankelijk dreef Willem Carel de drukkerij "Vosmaer en Zoonen" met de twee zeer jeugdige jongste zoons uit zijn eerste huwelijk, Gualterus en Willem Carel jr. Toen hij tijdens het koningschap van Lodewijk Napoleon weer openbare functies mocht uitoefenen, droeg hij in 1809 de drukkerij over aan Gualterus, die haar zelfstandig voortzette ( Zie ook E.F. Kossmann, De boekhandel te 's-Gravenhage tot het eind van de 18e eeuw, in Bijdragen tot de geschiedenis van den Nederlandschen Boekhandel, vol. 13, 's -Gravenhage 1937. ) . In de lijn van de familietraditie volbracht Gualterus in 1813 de riskante onderneming de befaamde proclamatie van Gijsbert Karel van Hogendorp te drukken. Was het deze uiting van trouw aan het huis van Oranje, die in 1814 werd beloond met zijn benoeming tot directeur van de in dat jaar opgerichte Algemeene Landsdrukkerij ( Schneider, p. 185. ) , of zou het feit dat hij de erfgenaam van de laatste landsdrukker was (het enigszins verwarde interregnum van de Franse tijd niet meegerekend) een rol hebben gespeeld bij zijn benoeming ( Kossmann, p. 444. ) ? Vaststaat dat Gualterus een solide man was, die een groot vertrouwen genoot, zowel in zijn ambtelijke betrekking als bij zijn familie. Dit laatste is, zoals wij zullen zien, van groot belang geweest voor de vorming van het familiearchief.
Gualterus was in 1813 getrouwd met een dochter uit een vooraanstaand en gefortuneerd Zeeuws geslacht, Wilhelmina Dana Radermacher. Zij had, toen zij trouwde, vijf zusters en twee broers; niets deed toen vermoeden dat het geslacht spoedig in mannelijke lijn zou uitsterven.
Ook voor zijn beide broers en zijn halfbroers en -zusters vervulde Gualterus [een] vertrouwensfunctie. Het voert in dit bestek te ver hen één voor één de revue te laten passeren. Enkelen genoten in hun eigen tijd een zekere faam; de neerslag van hun handelen rechtvaardigt daarom een nadere bespreking.
Gualterus' al eerder genoemde oudste broer Jacob (1783-1824) ging na het verlaten van de Latijnse school medicijnen studeren. Hij was enige tijd als geneesheer werkzaam in Zutphen en Haarlem. In 1815 werd hij hoogleraar in de kruid-, schei- en artsenijkunde aan de Hogeschool te Harderwijk, in 1818 buitengewoon hoogleraar in dezelfde vakken aan de universiteit te Utrecht en in 1820 hoogleraar in de scheikunde, leer der geneesmiddelen en artsenijmengkunde aan de pas opgerichte Veeartsenijschool aldaar. Naast publikaties op zijn vakterrein heeft hij zich door zijn letterkundige geschriften een plaats verworven in de Nederlandse literatuur; zijn "mr. Maarten Vroeg" beleefde nog in 1978 een herdruk ( Jacob Vosmaer, Het leven en de wandelingen van Meester Maarten Vroeg, ingeleid en toegelicht door J. Wagelaar, Culemborg 1978. ) . Twee van Gualterus' halfbroers, Jan Henrik Gabriel en Jaques Nicolas trokken op betrekkelijk jonge leeftijd naar Nederlands-Indië en vervulden functies in het binnenlands bestuur. De eerste trouwde daar en werd de stichter van de Indische tak van de familie. De avontuurlijk ingestelde Jaques - zijn brieven aan de familie in Nederland getuigen daar van - nam spoedig na zijn aankomst in Indië deel aan acties van het gouvernement tegen inlandse vorsten; zijn verdienste ligt vooral in de door hem ondernomen ontdekkingstochten van de wateren om Celebes. Deze ontdekkingen, waarvan hij schriftelijk verslag deed, droegen mede bij tot de ontplooiing van de handel in dit gebied. Behalve in het familiearchief berust ook in de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam een dergelijk verslag ( Jacques Nic. Vosmaer, Korte beschrijving van het Zuidoostelijk schiereiland van Celebes, in het bijzonder van de Vosmaer's baai of van Kendari. Verrijkt met eenige berigten omtrent den stam der drang Badjo's en meer andere aanteekeningen, 1835, in Bibliotheek der Universiteit van Amsterdam. Catalogus der Handschriften, II, Amsterdam 1902, nr. 1293. Voor zijn levensbeschrijving, zie ook Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek, deel 7, 1927. ) .
Carel Vosmaer (1826-1888), zoon van Willem Carel Vosmaer en Wilhelmina Dana Radermacher
Over Carels leven en werk zij - daar het in dit bestek onmogelijk is daarvan een volledig overzicht te geven het volgende kortheidshalve vermeld ( Een gedetailleerde studie, gebaseerd op het nu beschreven archiefmateriaal is F.L. Bastet, Mr. Carel Vosmaer, zijn achtergronden, zijn reizen, zijn tijdgenoten, zijn invloed, den Haag 1967. Zijn voorganger als onderzoeker in het familiearchief, J.P. Boyens heeft in zijn Utrechtse dissertatie Mr. Carel Vosmaer, Helmond 1931 een selectief gebruik gemaakt van het archiefmateriaal; het werk komt door zijn eenzijdigheid voor raadpleging als biografie minder in aanmerking. ) : na zijn school tijd in Den Haag, waar hij een klassieke opvoeding genoot aan het Stedelijk Gymnasium, studeerde hij rechten in Leiden. De in hem aanwezige literaire en artistieke talenten kwamen in zijn studententijd al tot uiting. Aanvankelijk koos hij zich, na de afronding van zijn studie, een loopbaan in de rechterlijke macht: hij werd in 1853 griffier bij het kantongerecht in Oud-Beijerland. In datzelfde jaar trad hij in het huwelijk met Abrahamina Cornelia Charlotte Georgette Clant; uit dit huwelijk werden zes kinderen geboren, van wie er één op jonge leeftijd overleed. De periode in Oud-Beijerland, waar het ambtelijk leven hem niet al te zeer in beslag nam, gebruikte hij ter verdere ontwikkeling en ontplooiing en ter voorbereiding van enkele essays die in de jaren daarna verschenen. ( Bastet, p. 18. ) Hij keerde in 1856 terug in Den Haag, waar hij benoemd was tot substituut-griffier bij het Gerechtshof van Zuid-Holland. Het culturele leven in Den Haag werd grotendeels bepaald door het letterkundig genootschap "Oefening kweekt kennis" en het schilderkundig genootschap "Pulchri Studio"; hun leden hadden een grote onderlinge band. Enkele van hen waren redacteur van de in Den Haag geredigeerde tijdschriften. ( Nop Maas, 'Liberale Literatuur. Een en ander over 'De Nederlandsche Spectator' en de letterkunde', in Literatuur, jrg. 4, nr. 5, 1987. ) Ook Carel Vosmaer was van beide genootschappen lid en leverde spoedig letterkundige en essayistische bijdragen aan die tijdschriften, zoals de Algemeene Konst- en Letterbode en het door hem met anderen in 1858 opgerichte De Tijdstroom. De redacties van deze tijdschriften verenigden zich in 1860 met de toen vier jaar oude De Nederlandsche Spectator. Ook van de redactie van dit progressief-liberale weekblad maakte Carel Vosmaer deel uit. In de eerste jaren van het bestaan ervan drukte vooral Reinier Cornelis Bakhuizen van den Brink zijn stempel op de Spectator. Na diens overlijden in 1865 werd Carel Vosmaer de toonaangevende figuur. De redactie gaf haar opinie over de meest uiteenlopende onderwerpen zoals letterkundige, maatschappelijke, politieke, godsdienstige zaken, over kunsten en wetenschappen. Dat deed ze vooral in de rubrieken "Vlugmaren", "Pluksel" en de wekelijkse prent. Aanvankelijk werden de Vlugmaren door Gerard Keiler onder het pseudoniem "Flanor" geschreven. Na diens vertrek in 1864 nam Carel Vosmaer deze taak over en werd de nieuwe Flanor. Hij bleef redacteur tot zijn overlijden in 1888 ( Nop Maas, De Nederlandsche Spectator. Schetsen uit het letterkundig leven van de tweede helft van de negentiende eeuw, Utrecht/Antwerpen 1986. ) Daarnaast redigeerde hij "De Schilderschool" (vanaf 1868) en de "Kunstkronijk" (1875-1876) en schreef hij talloze bijdragen voor andere periodieken, merendeels op het gebied van kunst, kunstgeschiedenis, archeologie en letterkunde.
Kenmerkend voor Vosmaers liberale houding is dat hij anderen de ruimte gaf. Zo brak hij een lans voor Multatuli - met wie hij zeer bevriend was - in zijn artikelen in Het Vaderland, getiteld 'Een en ander' (later gebundeld onder de titel Een zaaier). Hij was een vaderlijke vriend voor de jonge generaties, inclusief de tachtigers, die hij desgevraagd van advies diende en aan wie hij bovendien de gelegenheid gaf in De Spectator te publiceren.
Aanvankelijk combineerde hij het schrijven met het vervullen van zijn ambt; in 1866 had hij het griffierschap van het Gerechtshof verruild voor dat van de Hoge Raad. In 1873 nam hij evenwel ontslag om zich geheel in te kunnen zetten voor zijn publicistisch werk. Hij zette zich aan het vertalen in metrische verzen van Homerus; de Ilias verscheen in 1878, de Odyssee postuum in 1888. Hij maakte reizen naar Londen en Italië; de daarin opgedane indrukken - vastgelegd in reisdagboeken en schetsboeken - vormden stof voor zijn letterkundig werk als Londinias, Amazone, Nanno en Inwijding. Hij overleed vrij plotseling in Territet bij Montreux in 1888. Uit zijn papieren nalatenschap blijkt hoe groot zijn aanzien was in het culturele en wetenschappelijke leven van zijn tijd, waarin hij een sleutelpositie bekleedde. Hij onderhield een briefwisseling met vele vooraanstaande kunstenaars, met personen die zich bewogen op het gebied van kunst en kunstgeschiedenis, met letterkundigen, classici en verzamelaars.
Carels weduwe bleef nog een aantal jaren wonen in het huis in de De Ruyterstraat in Den Haag, waar het gezin zich in 1866 had gevestigd. [Oudste zoon] Gualtherus woonde en werkte in die tijd als zoöloog aan de Nederlandse werktafel van het Zoölogisch Station in Napels.
Deze had in Den Haag op de Hoogere Burgerschool zijn opleiding gekregen en had daarna in Leiden en Graz plant- en dierkunde gestudeerd. Toen hij met zijn studie begon, maakte vooral de dierkunde een grote ontwikkeling door. Tot het midden van de 19e eeuw hielden voornamelijk medici zich met de zoölogie bezig ( Gualtherus zou zich later als hoogleraar beijveren voor het bestuderen van zijn vak door medici, zie inv. nr. 693. ) . De evolutietheorie van Charles Darwin luidde een nieuwe tijd in. De wetenschap werd een specialisme; zij richtte zich op afstammingsonderzoek waarin vooral de morfologie belangrijk was. Bovendien stond de biologie van de zee volop in de belangstelling; onderzoek werd mogelijk gemaakt door uitrusting van expedities op zee en in zoölogische stations, die aan de kustplaatsen werden gevestigd. Het aantal diersoorten dat door deze onderzoeksmogelijkheden bekend werd, steeg enorm. Als typische exponent van zijn tijd bekwaamde Gualtherus zich tijdens zijn studie in kennis van sponzen. Na zijn studietijd in Leiden studeerde hij bij de spongioloog Franz Eilhard Schulze in Graz en rondde hij zijn studie af met het verdedigen van een Leidse dissertatie over sponzen ( Aanteekeningen over Leucandra aspera H. Bijdragen tot de kennis van de kalksponzen, Leiden 1880. ) . In 1880 werd hij door de Nederlandse regering uitgezonden naar Napels, waar hij, met een korte onderbreking in 1881, tot 1889 in het Zoölogisch Station van Anton Dohrn werkzaam was als onderzoeker van sponzen in de Baai van Napels. Dit onderwerp heeft hem zijn gehele leven bezig gehouden. Daarnaast bedreef hij - zijn opvoeding verloochende zich niet! - de geschiedenis van zijn vak. Hoewel hij niet op het gymnasium was geweest, evenaarde hij zijn vader later in kennis van de klassieke oudheid; hij beheerste Latijn en Grieks. Evenals zijn vader was hij zeer bedreven in het hanteren van potlood en tekenpen, hetgeen hem in de uitoefening van zijn vak van groot nut was. Zijn vader stimuleerde hem tot publiceren, waartoe hij hem ruimte in De Nederlandsche Spectator beschikbaar stelde. Daarnaast namen vele binnen- en buitenlandse tijdschriften artikelen van zijn hand op, veelal door hem zelf geillustreerd ( Zie inv. nrs. 641-660. ) . Al in 1880 kondigde hij aan dat hij een spongiologische bibliografie had samengesteld, waarvan het oudste werk uit 1551 dateerde.
Spoedig na het overlijden van zijn vader keerde hij naar Nederland terug en werd privaat-docent aan de universiteit van Utrecht. In 1904 werd hij benoemd tot hoogleraar aan de universiteit van Leiden als opvolger van zijn leermeester C.K. Hoffmann. Eén van zijn studenten, Catalina Suzanna Röell, werd in 1906 zijn vrouw. Zij bewoonden het pand Rapenburg 83 in Leiden.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Na het overlijden van Wouter Arentsz. Vosmaer in 1799 werd zijn boedel geveild ( Zie bijlage ) ; ca. 300 aan hem gerichte brieven, alsmede het verslag van een door hem met baron De Hochepied gemaakte reis zijn later aangekocht door Universiteitsbibliotheek van Leiden ( Bibliotheca Academiae Lugduno-Batavae. Catalogus deel XXII. Inventaris van de handschriften, tweede afdeeling, eerste helft. Leiden 1934, Bibliotheca Publica Latina nr. 246 (brieven) en 2058 (reisverslag), zie ook inv. nr. 53. ) . Vermoedelijk heeft de zoon van zijn broer Jacob, Willem Carel Vosmaer, als executeur van zijn ooms nalatenschap de overige archivalia onder zijn hoede genomen
Het overlijden van zijn schoonvader in 1799 stelde Willem Carel Vosmaer in staat de drukkerij Scheltus over te nemen om op deze wijze in zijn levensonderhoud te kunnen voorzien. Niet alleen het drukkersmateriaal, maar ook een deel van het familiearchief Scheltus kwam zo in zijn bezit.
De oudste zoon van Willem Carel was Jacob, op wie wij hierna zullen terugkomen. Evenwel niet bij hem, maar bij Gualterus (1784-1849) vond na het overlijden van Willem Carel het archief onderdak.
Bij de vele sterfgevallen in de familie van zijn vrouw trad Gualterus op als executeur-testamentair; zo moeten de archivalia van de oudere leden van dit geslacht bij hem terecht zijn gekomen ( Voor genealogie Radermacher, zie Nederland's Adelsboek, jrg. 14, 1916, p. 180-182. Meer stukken, afkomstig van leden van deze familie berusten in het Rijksarchief in Zeeland, in de familiearchieven Radermacher en Schorer, zie M.P. de Bruin, Gebundelde Inventarissen [van het] Rijksarchief in Zeeland, 's-Gravenhage 1962 en G.F. Sandberg, Inventaris van het archief van de familie Schorer, Middelburg 1983, en in het Algemeen Rijksarchief, eerste afdeling, familiearchief Radermacher. ) .
Hoe Jacobs papieren hun plaats hebben gekregen in het familiearchief is niet bekend. Wellicht zijn zij na het overlijden van zijn vrouw in 1833 terecht gekomen bij Gualterus, die toen voogd over de vier minderjarige kinderen werd. Het is ook mogelijk dat zij na het kinderloos overlijden in 1871 van de laatste van de vier kinderen bij het familiearchief zijn gevoegd.
Gualterus heeft de papieren van en over zijn jong overleden halfbroers zorgvuldig bewaard. Als behoeder van de familietraditie en van haar papieren neerslag gaf hij zijn enig kind Carel (1826-1888) deze geestelijke en materiële erfenis mee; het viel bij Carel in goede aarde..
Kwalitatief en kwantitatief vormen de archivalia van Carel een substantieel bestanddeel binnen het totale familiearchief. Hij kende de waarde van een goed gevormd en bewaard archief en deed er zijn voordeel mee. Want zowel het archief dat hij zelf had gevormd als zijn familiearchief gebruikte hij voor zijn werken.
Toch zal de onderzoeker bepaalde bestanden, waarvan de aanwezigheid in het familiearchief verwacht zou mogen worden, niet aantreffen. Dat zijn de manuscripten van het merendeel van zijn boeken. Van de werken, die door zijn oudste zoon Gualtherus C.J. postuum zijn uitgegeven, de onvoltooid gebleven roman Inwijding en de vertaling van de Odyssee werden de manuscripten aangetroffen in diens archivalia. De vertaling van de Ilias bijvoorbeeld ontbreekt echter. Uit de nalatenschap van Carels kinderloos overleden tweede zoon, Willem, kwamen, met diens archivalia de manuscripten van Amazone en Nanno mee. Het is mogelijk dat de manuscripten zijn verdeeld over de vijf kinderen, hoewel dat niet blijkt uit de stukken. Dergelijke lijstjes bestaan wel van de realia ( Inv. nr. 305. ) .
Het is niet waarschijnlijk dat het familiearchief na het overlijden van Carel direct onderdak heeft gevonden bij zijn oudste zoon Gualtherus Carel Jacob (1854-1916).
Gualtherus had het familiearchief al onder zijn beheer toen hij in Utrecht woonde; op één van de foto's die van zijn kamers aldaar zijn gemaakt staan althans de portefeuilles afgebeeld, waarin het archief, totdat het werd geïnventariseerd, was opgeborgen. Dankzij zijn goede relatie met verschillende familieleden en zijn faam als kenner van de familiegeschiedenis, verwierf hij archivalia van aanverwante families: zijn nicht Antoinette van Meerten schonk hem de archivalia Van Meerten, van zijn nicht Wilhelmina Boursse Wils kreeg hij stukken betreffende haar vader, alsmede enkele stukken Radermacher, en vermoedelijk van zijn tantes Maria Charlotte en Cornelia Theodora Henriëtte Clant het archiefbestand Clant ( Voor genealogie Clant zie Nederland's Patriciaat, jrg. 30, 1944. De archieven van leden van de familie Clant zijn nogal verspreid bewaard. Het grootste bestanddeel, Clant van Hanckema, bevindt zich in het Rijksarchief in Groningen, zie Gebundelde inventarissen [van het] Rijksarchief in Groningen, deel 1, Groningen 1968. Voor de verblijfplaats van de overige bestanddelen raadplege men het Centraal Register van Particuliere Archieven te 's-Gravenhage. ) . Na het overlijden in 1916 van Gualtherus zag mevrouw Vosmaer-Röell zich geplaatst voor de taak de erfenis van haar man te beheren. Enerzijds stelde zij zich ten doel met behulp van anderen zijn nagelaten wetenschappelijk werk gepubliceerd te doen krijgen, waartoe zij door haar studie zeer wel was toegerust, anderzijds had zij tot taak het familiearchief te beheren. Daar haar zoon Carel J.J.G. toen pas 9 jaar oud was, stond zij daar aanvankelijk alleen voor. De verschijning van de bibliografie van de sponzen en de monografie over de sponzen in de Baai van Napels werd door allerlei redenen zo vertraagd ( Zie inv. nrs. 701-708 en 710-716. ) dat Carel - inmiddels student in Leiden daarin zijn aandeel kon leveren. Ook in het beheer van het familiearchief werd hij door zijn moeder betrokken ( Zie inv. nrs. 995-996. ) . Beiden hebben vele onderzoekers aan zich verplicht door hun de daartoe benodigde faciliteiten te verlenen. Aan het eind van de jaren dertig kreeg het archief opnieuw aanvullingen. Allereerst de archivalia van Willem Vosmaer (1856-1936), tweede zoon van Carel en Abrahamina Clant. Hij doorliep een carriére als beroepsmilitair, en werd tenslotte generaal-majoor titulair. Ook hij kreeg op jonge leeftijd van zijn vader de gelegenheid zijn beroepservaringen in de Spectator mee te delen ( Zie inv. nr. 785. ) . Hij trok zich na het overlijden van zijn broer Gualtherus veel aan van diens gezin; hij was toeziend voogd over Carel. Daar hij zelf geen kinderen had, was het min of meer vanzelfsprekend dat zijn archivalia na zijn overlijden naar Leiden werden overgebracht. Bij het archief kwam bovendien nog het bestanddeel Röell, afkomstig van de moeder van mevrouw Vosmaer-Röell, Wilhelmina Frederika François ( Voor genealogie Röell zie Nederland's Adelsboek, jrg. 24, 1926, voor genealogie François zie Nederland's Patriciaat, jrg. 34, 1948. Van enkele leden van de familie Röell is archief gedeponeerd in het Algemeen Rijksarchief, tweede afdeling, n.1. van jhr. J. Röeil, jhr. J.A. Röell en W.F. baron Röell. Voor de verblijfplaats van de archieven van andere leden van deze familie raadplege men het Centraal Register van Particuliere Archieven te 's-Gravenhage. ) . Zij woonde tijdens de laatste jaren van haar leven bij haar dochter in Leiden, waar zij in 1940 overleed.
Het familiearchief Vosmaer bleef ook na het overlijden in 1970 van mevrouw Vosmaer-Röell in het huis aan het Rapenburg berusten.
De verwerving van het archief
Het archief is voor langere tijd in beheer, niet in eigendom verkregen.

Inhoud en structuur van het archief

Verantwoording van de bewerking
In het najaar van 1985 verzocht de familie het Centraal Register van Particuliere Archieven te 's-Gravenhage, bij welke instelling het archief onder nummer 847 was geregistreerd, een bestemmingsadvies uit te brengen. Alvorens daartoe over te gaan diende het archief echter eerst geïnventariseerd te worden. Dankzij de financiering daarvan door het NOT-fonds kon dit in mei 1986 ter hand worden genomen.
Bij de inventarisatie is getracht zo veel mogelijk de ordening die de verschillende leden van de familie Vosmaer hadden aangebracht, te handhaven. Dit was echter niet overal mogelijk. De stukken van de zeventiende- en achttiende eeuwse familieleden die vanuit genealogisch oogpunt hun plaats in het familiearchief hadden gekregen, zijn behandeld volgens het herkomstbeginsel. Een aantal stukken werd gedetailleerder beschreven. De brieven van Carel en Gualtherus C.J. Vosmaer, die min of meer chronologisch waren geordend, werden alfabetisch op afzender geplaatst. Hiertoe werd mede besloten omdat naast de chronologische serie ook bundeltjes brieven van een afzender werden aangetroffen.
De beschrijving van de kaarten uit het archiefbestanddeel Radermacher (4.VMF) is gemaakt door drs. Marjanne Kok, mijn echtgenoot H.W. van Leeuwen vervaardigde de index; bovendien controleerde en identificeerde hij de namen van de afzenders van de brieven aan de hand van voornamelijk negentiende eeuwse naslagwerken. Dr. Nop Maas ben ik dank verschuldigd voor diverse nuttige aanwijzingen.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Collectie 548 Vosmaer, nummer toegang 2.21.271, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Vosmaer, 2.21.271, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Afgescheiden archiefmateriaal
4.VMF Collectie Vosmaer (Radermacher), kaarten en tekeningen
Verwante archieven
Universiteitsbibliotheek van Amsterdam, Jacques Nic. Vosmaer, Korte beschrijving van het Zuidoostelijk schiereiland van Celebes, in het bijzonder van de Vosmaer's baai of van Kendari. Verrijkt met eenige berigten omtrent den stam der drang Badjo's en meer andere aanteekeningen, 1835
Publicaties
Literatuur FOBID, Regels voor de titelbeschrijving , dl. 8, Beschrijvingsregels voor kartografische documenten, Den Haag 1982. Honoré Naber, S.P. 1', Inventaris der verzameling kaarten berustende in het Algemeen Rijksarchief , Eerste supplement, 's-Gravenhage 1914. S. Kalff, ' Jacob Radermacher en zijne stichting' , in: Tijdschrift voor Nederlandsch-Indië, tweede serie, jrg. 3, 1899, p. 474-511. Kinderen, T.H. der, Gedenkboek (van) het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen gedurende de eerste eeuw van zijn bestaan, 1778-1878 , Batavia 1878. Koeman, C., Atlantes Neerlandici. Bibiliography of terrestrial, maritime and celestial atlases and pilot books, published in the Netherlands up to 1880 , 5 dln., Amsterdam 1967-1971. Koeman, C., Bibliography of printed maps of Suriname, 1671-1971 , Amsterdam 1973. Leupe, P.A., Inventaris der verzameling kaarten berustende in het Rijksarchief.... Eerste gedeelte , 's-Gravenhage 1867. Muller, E. en K. Zandvliet, Admissies als landmeter in Nederland voor 1811 , Alphen aan den Rijn 1987. Verhandelingen van het Bataviaasch Genootschap der konsten en weetenschappen, deel I-IV, Rotterdam/Amsterdam, 1781-1786. Verslagen omtrent 's Rijks Oude Archieven , XXXVIII (1915).

Bijlagen

Beschrijving van de boeken en documentatie uit de "Bibliotheca Vosmaeriana" voor zover betrekking hebbend op het familiearchief Vosmaer.
Deze collectie berust bij de familie Vosmaer.
Arnout Vosmaer
  • V[osmaer] A[rnout], Beredeneerde catalogus van een voortreffelijk Cabinet van Tekeningen en Prentwerken [...], verzameld door den konstminnaar --, z.p. 1754.
    N.B. Met bijgeschreven prijzen.
  • Vosmaer, A[rnout], Regnum Animale, tevens Beschrijving van het [...] Africaansch breedsnuitig varken of Bosch-zwijn; Natuurlyke historie van het Guineesche Juffer-bokje; Beschryving van het [...] Africaansch Basterd-Mormeldier; Natuurlyke historie van den Oost-Indische grooten en langstaartige vliegenden Eekhoorn, Amsterdam 1766.
  • Vosmaer, A[rnout], Beschryving der zeldzaamste en verwonderenswaardige schepselen der natuur, Amsterdam 1767.
  • Vosmaer, A[rnout], Beschryving van eene zeer vreemde en geheel nieuwe soort van Africaansch Basterd-Mormeldier [...], Amsterdam 1767.
  • Vosmaer, A[rnout], Beschryving van den Amerikaanschen Trompetter-Vogel, Amsterdam 1768. Met ill., tevens: Natuurlyke historie van een [...] Langstaartigen IJs-vogel en Beschryving van den Amerikaanschen IJs-vogel en Natuurlyke historie van een Amerikaansch IJs-vogeltje.
  • Vosmaer, A[rnout], Beschrijving van twee zeer fraaie kortstaartige Oost-Indische IJsvogeltjes [...], Amsterdam 1768. Met ill.
  • Vosmaer, A[rnout], Beschrijving van eene zeldzaame Amerikaansche Langstaartige Aap-soort [...], Amsterdam 1768. Met ill.
  • Vosmaer, A[rnout], Beschrijving van eene fraaye [...] Papegaay Soort [...], Amsterdam 1769. Met ill.
  • Vosmaer, A[rnout], Beschrijving van den [...] Rots-Haan [...], Amsterdam 1769. Met ill.
  • Vosmaer, A[rnout], Beschrijving van eenen fraaien lijster [...], Amsterdam 1769. Met ill.
  • Vosmaer, A[rnout], Beschrijving van eenen Afrikaanschen nog geheel onbekenden Roof-vogel [...], Amsterdam 1769. Met ill.
  • Vosmaer, A[rnout], Beschrijving van eene zeldzaame Amerikaansche nog niet beschreeven Slinger-aap-soort [...], Amsterdam 1770. Met ill.
  • Vosmaer, A[rnout], Beschrijving van een tot nu toe onbekende vijfvingerige Luiaard-soort [...], Amsterdam 1770. Met ill.
  • Vosmaer, A[rnout], Naamlijst der Keijzeren, Keijzerinnen, Caesars [...], welker naamen op de Latijnsche Penningen gevonden worden van den grooten Pompeus tot het inneemen van Constantinopelen door de Turken [...], 1773.
    N.B. Handschrift, extract uit M. Beauvais, Histoire abrégée des empereurs etc., Parijs 1767, 3 dln.
  • Vosmaer, A[rnout], Beschrijving van de zoogenaamde Meermin der Stad Haarlem, z.p. 1785.
    In de zelfde band:
    - Kok, P.S., Verhandeling over eene verbetering in het leerstuk der voetbaaring, z.p. en j.
    - Haafe, G. ten, Waarneming van een verouderde Darm-, zit-en Waterbreuk, z.p. en j.
    - Lit, W. van, Waarneming van een groot gezwel op de knieschijf, z.j. en p.
    - Verster, F., Bericht wegens twee Elephants Beenderen naabij 't Bosch gevonden, z.p. en j.
  • Vosmaer, A[rnout], Regnum Animale, Description d'un recueil exquis d'animaux rares, Amsterdam 1804. Met ill.
  • Vosmaer, A[rnout], Natuurkundige beschryving eener uitmuntende verzameling van zeldsaame gedierten [...], Amsterdam 1804. Met ill.
  • Vosmaer, A[rnout], Natuurkundige afbeeldingen of Groot Prenteboek voor kinderen [...], Zaltbommel z.j. Met ill.
  • Moehring, P.H.J., Geslachten der vogelen, vertaald door Cornelius Nozeman, vermeerderd door Arnout Vosmaer, Amsterdam 1758.
  • Moehring, P.H.J., De konst om vogelen op het eerste aanzien te leeren kennen, met voorrede van A[rnout] Vosmaer, Amsterdam 1819. Met ill.
  • Oudheidkundige brieven [...] door Joannes van Lier [...] uitgegeeven en met een voorreden en aantekeningen vermeerderd door A[rnout] Vosmaer, 's -Gravenhage 1760.
  • Catalogue, Veilingcatalogus, maart 1800 van de firma Scheurleer te 's-Gravenhage betreffende de nalatenschap van Arnout Vosmaer, 2 dln.
    N.B. Met bijgeschreven prijzen en bestemming.
  • Lunsingh Scheurleer, Th.H., De stadhouderlijke verzamelingen, in: 150 jaar Koninklijk Kabinet van schilderijen, 's-Gravenhage 1967.
    N.B. Betreft onder meer Arnout Vosmaer.
Jacob Vosmaer
  • Vosmaer, Jacob, Disputatio chemica de adstringentium natura [...], diss. Harderwijk 1807. Met stellingen.
  • Vosmaer, Jacob, Apothekers Woordenboek [...], vervolgd door Claas Mulder, Zutphen 1822-1828, 2 dln. Met ill.
  • Vosmaer, Jacob, De kunst om lang te leven en wel te sterven, Haarlem 1827.
    De kunst om lang te leven en wel te sterven, Haarlem 1828, 2e druk.
  • Vosmaer, Jacob, Oratio de recentiori medicina cum antiqua comparata, Traiecti ad Rhenum 1819. 2 exemplaren.
    N.B. Eén met opdracht "Fratri per affinitatem carissimo G. Holtio m.a.", de andere met opdracht "fratri carissimo G. Vosmaer d.a."
  • Vosmaer, Jacob, De Menschenliefde. Dichtstuk, Harderwijk 1818.
    N.B. Zie ook inv. nr. 128.
  • Vosmaer, J[acob], Nagelaten en verspreide letter-arbeid, meest in luimige trant vervat, Haarlem 1826, 2 dln.
  • Vosmaer, J[acob], Het leven en de wandelingen van Meester Maarten Vroeg, 's-Gravenhage 1947.
  • Catalogus van [...] boeken, nagelaten door [...] J[acob] Vosmaer [...], veilingcatalogus Utrecht 1824.
    N.B. Zie ook inv. nr. 145.
Isaac Vosmaer
  • Vosmaer, Isaac, Disputatio politico juridica inauguralis de decimis et jure decimandi [...], Lugduni Batavorum 1821. Diss. Leiden. 2 exemplaren.
Jaques Nicolas Vosmaer
  • Vosmaer, J[aques] N[icolas], Korte beschrijving van het zuid-oostelijk schiereiland van Celebes, in het bizonder van de Vosmaers-Baai of van Kendari. Hierin tevens: Korthals, P.W., Verhandeling over de op Java, Sumatra en Borneo verzamelde Lorantaceae, z.p. en j.
Hendrik Adriaan Reinier Vosmaer
  • Vosmaer, H[endrik] A[driaan] R[einier], Disputatio juridica inaugurslis de societate nominata sive mercatoribus communi nomine societatis [...], Lovanii 1829, diss. Utrecht.
    N.B. Met opdracht "fratri carissimo Isaäc Vosmaer JCto Hagano d.a."
Carel Vosmaer
  1. Geschreven door Carel Vosmaer
    • Vosmaer, C[arel], Theses, Lugdunum Batavorum 1851. 3 exemplaren.
    • [Vosmaer, Carel], Jongensrampen, z.p. en j. [1852]. Met ill. [door Carel Vosmaer].
      N.B. Zie ook inv. nr. 420.
    • Vosmaer, C[arel], Eene studie over het schoone in de kunst, Amsterdam 1856. 3 exemplaren, waarvan 1 zonder band.
      N.B. In één exemplaar opdracht van Carel Vosmaer "aan mijn vriend en broeder A.J. Clant".
    • Vosmaer, C[arel], Bladen uit een levensboek, z.p. en j. [1857].
      N.B. Met opdracht "Aan zijne Bella. De schrijver".
    • Vosmaer, C[arel], Eenige schetsen, Amsterdam 1860. Met ill. 3 exemplaren.
    • Vosmaer, Carel, Rembrandt Harmens van Rijn, Ses prècurseurs et ses années d'apprentissage, La Haye 1863. 2 exemplaren.
      N.B. In één exemplaar aantekeningen van Carel Vosmaer, één exemplaar bevat drukproeven, niet volledig.
      Rembrandt, sa vie et ses oeuvres, La Haye 1877, seconde édition. Met ill. 3 exemplaren.
    • Vosmaer, C[arel] ed., De Schilderschool. Levensschetsen en kunstwerken van eenige meesters uit de Hollandsche en andere scholen, Haarlem 1868.
    • Vosmaer, C[arel], Vogels van diverse pluimage, 3 dln, Leiden 1872-1876. 2 exemplaren.
      Vogels van diverse pluimage. Beelden en studiën. Novellen. Gedichten, 3 dln, Leiden 1879. 3 exemplaren.
      Vogels van diverse pluimage, Leiden z.j. Met ill. door Charles Rochussen;
      Vogels van diverse pluimage. Novellen. Beelden en studiën, Leiden z.j. 5e druk.
    • Vosmaer, C[arel], Londinias, 's -Gravenhage 1873, Met ill. [door Carel Vosmaer]. 3 exemplaren.
      Londinias, Leiden 1878, 3e druk.
      Londinias, met een naschrift in dichtmaat door Mulloothros (Lodewijk Mulder), Leiden 1915, 5e druk.
    • Vosmaer, C[arel], Een Zaaier. Studiën over Multatuli's werken, Amsterdam 1874.
      Een Zaaier. Studiën over Multatuli, Amsterdam 1884, 2e druk.
      N.B. Met drukproef.
    • Vosmaer, C[arel], Vlugmaren, 's-Gravenhage 1879, 2 exemplaren.
      Vlugmaren, eerste vervolg, 's-Gravenhage 1881. 2 exemplaren.
      Vlugmaren, tweede vervolg, 's-Gravenhage 1881. 2 exemplaren.
    • Vosmaer, C[arel], Amazone, 's-Gravenhage 1880
      Amazone, 's-Gravenhage 1882, 3e druk.
      Amazone, 's-Gravenhage 1892, 5e druk. 2 exemplaren.
      Amazone, 's-Gravenhage 1900, 6e druk. 2 exemplaren.
      Amazone, 's-Gravenhage 1908, 7e druk.
      Amazone, met inleiding en aanteekeningen door dr. H.J. de Vos, Brussel 1927. 2 exemplaren.
    • Vosmaer, Carl, The Amazon. Translated by E.J. Irving. Preface by Georg Ebers, New York 1884.
      Met ill. door L. Alma Tadema. 2 exemplaren.
      N.B. Eén exemplaar met opdracht "with the translators compliments".
      The Amazon. Translated by E.J. Irving. Preface by Georg Ebers, London 1884.
    • Vosmaer, Karl, Amazone. Roman. In deutscher, autorisierter Uebersetzung von Lina Schneider. Mit einem Vorwort von Georg Ebers, Stuttgart und Leizig 1884.
    • Vosmaer, C[arel], Amazone. Traduit du Hollandais par E. Gacon, Paris 1883. 2 exemplaren.
      N.B. Eén exemplaar met opdracht "Hommage et reconnaissance du traducteur E. Gacon".
    • Vosmaer, C[arel], Over kunst; schetsen en studiën, Leiden 1882. 2 exemplaren.
    • Vosmaer, C[arel], Nanno, eene Grieksche idylle, 's-Gravenhage 1882.
      Nanno, 's-Gravenhage 1883, 2e druk.
      Nanno, 's-Gravenhage 1894, 3e druk.
      Nanno, 's-Gravenhage 1913, 4e druk.
    • Vosmaer, C[arel], Nanno. Eine Idylle in antiker Form. Aus dem holländischen übertragen von Anna Crous, Hamburg und Leipzig 1888.
      N.B. Met haar visitekaartje.
    • Vosmaer, C[arel], Gedichten, Leiden z.j.[1887].
    • Vosmaer, C[arel], Inwijding, met inleiding door G.C.J. Vosmaer, 's-Gravenhage 1888. 2 exemplaren.
      Inwijding, 's-Gravenhage 1889, 2e druk.
      Inwijding, 's-Gravenhage 1896, 3e druk.
      Inwijding, 's-Gravenhage 1909, 4e druk.
    • Vosmaer, C[arel], Verspreide stukken, gebundelde overdrukken van artikelen, verschenen in verscheidene tijdschriften, 1859-1884 en z.j.
      N.B. Met inhoudsopgave (handschrift) door Carel Vosmaer.
      • Over eenige van de jongste ontdekkingen van Grieksche kunstwerken;
        N.B. Zie ook inv. nr. 417.
      • Eerste satyre van Horatius;
        N.B. Zie ook inv. nr. 418.
      • De schilder Dirk Bouts;
        N.B. Zie ook inv. nr. 405.
      • Het Nationaal Gedenkteken van Neerlands Herstelling, 1864;
      • De 's Gravenhaagsche tentoonstelling;
        N.B. Zie ook inv. nr. 400.
      • Homeros in Nederland, in: De Banier, jrg.3, nr. 9;
      • Nederlandsche uitdrukkingen over kunst;
      • Ad Vergilium;
        N.B. Zie ook inv. nr. 417.
      • Frans Hals, in: De Nederlandsche Spectator, 1871;
      • Over het karakter van Helena ter verklaring van Odussee IV, vs. 235-289;
        N.B. Zie ook inv. nr. 417.
      • J.E.H. Hooft van Iddekinge;
        N.B. Zie ook inv. nr. 411.
      • Ary's Scheffers werken;
        N.B. Zie ook inv. nr. 405.
      • Bilderdijks etsen;
        N.B. Zie ook inv. nr. 405.
      • Mr. P.A.S. van Limburg Brouwer;
        N.B. Zie ook inv. nr. 411.
      • Een gevaarlijk boek;
        N.B. Zie ook inv. nr. 412.
      • Mr. C. Vosmaer, door W. van Heerde;
      • Vosmaer's romans, door W.G. van Nouhuys, in: Noord en Zuid, jrg. XIV.
    • [Vosmaer, Carel], Verspreide Stukken, gebundelde overdrukken van artikelen, verschenen in verscheidene tijdschriften, 1858-1887 en z.j.
      N.B. Met inhoudsopgave (handschrift) door Carel Vosmaer.
      • Tarquinius Superbus, in: De Nederlandsche Spectator, 1871;
      • Venus Esquilina, in: De Nederlandsche Spectator, 1877;
      • Aan Horatius Flaccus in Rosendaal, in: De Nederlandsche Spectator, 1887;
      • Rosendaalsche Vlugmaren, I, II, III, in: De Nederlandsche Spectator, 1887;
      • Ter nagedachtenis van Jan Hendrik Koelman, in: De Nederlandsche Spectator, 1887;
      • Eenige Geschriften over het Nationaal Gedenkteken, in: De Nederlandsche Spectator, 1864;
      • L. Alma Tadema in de Grosvenor Gallery te Londen, 1883;
      • Jan Weissenbruch, 1880;
      • Bonifacius;
        N.B. Zie ook inv. nr. 451.
      • Homeros en Kritiek, in: De Nederlandsche Spectator, 1879;
      • Een Engelsche Dichter, in: De Nederlandsche Spectator, 1877;
      • Het Nationaal Monument, in: De Nederlandsche Spectator, 1868;
      • Een afscheid aan de kerk, in: De Nederlandsche Spectator, 1866;
      • Eene nieuwe gravure van Blanchard na Tadema, in: De Nederlandsche Spectator, 1878;
      • Oude Aanteekeningen, 1871, over Rubens, Jordaens, Rembrandt, Hals en Wouwerman, in: De Nederlandsche Spectator, 1871;
      • Bilderdijk, in: De Nederlandsche Spectator, 1885;
      • Sofokles' Ajas, vertaald door dr. J. van Leeuwen jr., in: De Nederlandsche Spectator, 1881;
      • Het nieuwe museum te Amsterdam, I, II, III, in: De Nederlandsche Spectator, 1885;
      • Tentoonstelling van Kunstwerken te Rotterdam; N.B. Zie ook inv. nr. 399.
      • Auktie Dupper, in: De Nederlandsche Spectator, 1870;
      • Vlugmaren, in: De Nederlandsche Spectator, 1878;
      • Brunhild en Sigurd, in: De Nederlandsche Spectator, 1876;
      • Les Eglises Romanes du Royaume des Pays Bas, par F.N.M. Eyck van Zuylichem;
        N.B. Zie ook inv. nr. 399.
      • Egypte door Ebers, in: De Nederlandsche Spectator, 1878;
      • Twee schilderijen van L. Alma Tadema, in: De Nederlandsche Spectator, 1879;
      • Fredegondis en Galswintha, Toelichting bij eene schilderij van L. Alma Tadema, in: De Nederlandsche Spectator, 1872;
      • Multatuli's Drama, in: De Nederlandsche Spectator, 1872;
      • Een Zaaier, Studiën over Multatuli's werk, 1874;
      • Aan Multatuli, in: De Nederlandsche Spectator, 1873;
      • De Londinias van mr. C. Vosmaer gelezen op den spoortrein door Muloothros;
        N.B. Zie ook inv. nr. 424.
  2. Vertaald of bewerkt door Carel Vosmaer
    • Ary Scherffer's leven, naar het Engelsch van Mevr. Grote door H. Met eene opgave van Scheffers werken naar tijdsorde door mr. C. Vosmaer, Amsterdam 1861.
    • Vosmaer, Carel, De ware geschiedenis van Jozua Davids, [door Elina Linton, geb. Lynn], uit het Engelsch vertaald door -, Leiden 1873. 3 exemplaren.
      De ware geschiedenis van Jozua Davids, Leiden 1874, 2e druk.
    • Homerus, De Ilias, vertaald door C[arel] Vosmaer, Leiden 1880.
      De Ilias, Leiden 1886, 2e druk.
      De Ilias, Leiden z.j., 3e druk.
      De Ilias, Leiden z.j., 4e druk.
    • Homerus, De Odussee, vertaald door C[arel] Vosmaer, met voorrede van G[ualtherus] C[arel] J[acob] Vosmaer, Leiden 1888. 2 exemplaren.
    • Vosmaer, C[arel], De kunst in het daaglijksch leven, vrij naar het Engelsch van Lewis Foreman Day, 's-Gravenhage 1884. 2 exemplaren.
      N.B. In één exemplaar aantekeningen van Carel Vosmaer. De kunst in het daaglijksch leven [...], 's-Gravenhage 1886, 2e druk.
    • Vosmaer, C[arel], Geschiedenis der bouwkunst in afbeelding. Uit den Duitschen "Bilder-Atlas zur Geschichte der Baukunst" overgebracht, Leiden z.j.
  3. Over Carel Vosmaer
    • Brink, Jan ten, Litterarische schetsen en kritieken, Leiden z.j. [na 1881].
      N.B. Betreft onder meer Carel Vosmaer, Amazone.
    • In memoriam C. Vosmaer. Aan C. Vosmaers' waardige echtgenoote, zoons en dochter en intiemste vrienden, z.p. 1888. Met ill. 2 exemplaren.
      N.B. Beide exemplaren met losse foto's, onder meer van een studeerkamer, vermoedelijk die van Carel Vosmaer in de De Ruyterstraat te 's-Gravenhage.
    • Boyens, Jan Peter, Mr. Carel Vosmaer, Helmond 1931, diss. Utrecht.
    • G. Stuiveling, De briefwisseling Vosmaer-Perk, Amsterdam 1938.
    • G. Stuiveling, De briefwisseling Vosmaer-Kloos, Groningen-Batavia 1939.
    • Borger, Rykle, Alma Tadema, Ebers, Vosmaer, Ex Oriente Lux 1978. Met ill.
    • Multatuli, documentatie, verzameld over.
      1. Doos 1:
        • portret van Multatuli, houtgravure;
        • Bergen, J. van, Multatuli en onze tijd, in: Politiek en cultuur, jrg. 3, nr.3;
        • Veer, H. de, Mannen van beteekenis in onze dagen. Multatuli (E. Douwes Dekker), Haarlem 1888.
        • Dirkse, Annelies, Brieven aan Kruseman van en over Multatuli, in: Tirade, jrg. 19, april 1975;
        • Vollenhoven, Joost van, Multatuli en congè. Documents officiels inèdits, Amsterdam 1909;
        • Het Woutertje van Multatuli. Een Corvey Model, z.p., januari 1966;
        • Douwes Dekker- Hamminck Schepel, M., Multatuli en officieële bescheiden, Amsterdam 1901;
        • Huygens, G.W., Multatuli als moralist, in: Cultureel Supplement NRC-Handelsblad, 27 juni 1975;
        • Anderson, Marie, Uit Multatuli's leven. Bijdrage tot de kennis van zijn karakter, met drie portretten, 2e druk. Amsterdam z.j.;
        • Prinsen, J., Multatuli en de romantiek, Rotterdam 1909;
        • Gerhard, L.G., Multatuli. Eene stem uit Indië, met een voorbericht van A.W. Stellwagen, Amsterdam 1889;
        • Jonckbloet, G., Multatuli, Amsterdam 1894;
        • Swart Abrahamsz, Th., Eduard Douwes Dekker. (Multatuli). Eene ziektegeschiedenis, Amsterdam 1888.
      2. Doos 2:
        • Rijpe halmen, bijeengezocht en verzameld uit de werken van Spinoza, Multatuli en Nietzsche door B. Damme. Multatuli (Eduard Douwes Dekker), 3 dln., Rotterdam 1908;
        • Domela Nieuwenhuis, F., Multatuli als ketter bij uitnemendheid, Hilversum z.j., 2e druk;
        • Roorda van Eysinga, S.F.W., Het Spiritisme en de openbare meening. De leiding van den tijdgeest, 's -Gravenhage 1874;
        • Roorda van Eysinga, S.F.W., Multatuli en spiritisme. Naar de oorspronkelijke handschriften uitgegeven, 's-Gravenhage 1891;
        • Voo, G.W. van der, De bestrijders van Multatuli III, in: Tolk van den vooruitgang, 1875;
          N.B. Met brief van T. Mouset aan De Nederlandsche Spectator, Breda 1876;
        • Ideën over Multatuli, Dordrecht 1962;
        • Muller, H.C., Een woord over Multatuli, Amsterdam 1883;
        • Veritas(=mevrouw Anderson), Multatuliwespen, Amsterdam 1888; N.B. Voorin aantekening "Multatuliwespen van Veritas = mevrouw Anderson, de sedert jaren in Duitschland wonende dame, die ook schreef als Dr. A. Dondorf, laatstelijk de roman Claartje door Dr. F. van Goudoever".
        • Versluys, J., Een en ander over Multatuli, Amsterdam 1889;
        • Vloten, J. van, Onkruid onder de tarwe. Letterkundige karakterstudie, Haarlem z.j.;
        • Damme, B., Multatuli als wijsgeer, opgedragen aan mevr. de Wed. Douwes Dekker-Hamminck-Schepel te 's-Gravenhage. Met een voorwoord door F. Domela Nieuwenhuis, Rotterdam 1910.
        • S., J., Hoe Kappelman (de heer M.) Multatuli beoordeelde, Rotterdam 1878;
        • Busken Huet, Cd., Multatuli, 2e druk, Amsterdam z.j. (1867);
        • Cohen Stuart, A.B., Multatuli en Jocrisse, Leiden 1874;
        • Kock, W.H.W. de, Lebak en de Max Havelaar, met een voorrede van prof. dr. J.H. Valckenier Kips, Den Haag 1926.
      3. Doos 3:
        • Wiersma, Rinko, Multatuli, aankondiger van wat eens een film zou heeten. De "Max Havelaar" spreekt ervan, in: Het Parool, 20 februari 1947;
        • Dominicus, F.C., Zestig jaar geleden stierf Multatuli, in: Nieuwe Leidsche Courant, 17 februari 1947;
        • Multatuli, in: Boekenspiegel van De Groene Amsterdammer, 27 augustus 1949;
        • Huldiging van Multatuli's nagedachtenis. Oproep van het Comité voor het gedenkteken voor Multatuli, Amsterdam 1930;
        • G.W. Huygens, Rondom Havelaar en Minnebrieven. Het derde deel van Multatuli's Brieven verschenen, in: Wekelijks Bijvoegsel Nieuwe Rotterdamse Courant, 20 oktober 1960;
        • Multatuli. Fransche hulde, in: Nieuwe Rotterdamsche Courant, 3 maart 1937;
        • Meertens, P.J., Multatuli. Ondanks zichzelf een wegbereider voor het socialisme in ons land, en Frank van der Goes over Multatuli als koloniaal hervormer, in: De Vlam, 2 maart 1946;
        • Saldjah (Poême du Max Havelaar) "ik weet niet waar ik sterven zal", élégie pour violoncelle ou violon avec accompagnement de piano par Richard Hol, Amsterdam 1879, met opdracht "A Monsieur le Baron W. Taets van Amerongen";
        • Boekaankondiging Max Havelaar or the Coffee Auctions of the Dutch Trading Compagny by Multatuli, translated from the original manuscript by Baron Alphonse Nahuys. Opinions of the press;
        • Diverse kranteknipsels in een enveloppe met opschrift "Multatuli-herdenking", 7 mei 1910.
  4. Boeken uit het bezit van Carel Vosmaer
    • Hildebrand [Nicolaas Beets], Camera Obscura, 1839.
    • Gavarni, Oeuvres choisies, Paris 1846, 2 dln.
      N.B. Met opdracht "Aan C. Vosmaer commissaris der maskerade. Het Leydsche Studenten-Corps 11 Juny 1850."
    • Limburg Brouwer, P.A.S. van, Akbar. Een oostersche roman, 's-Gravenhage 1872.
    • Multatuli [=Eduard Douwes Dekker], Over specialiteiten, 2e druk, Delft 1879.
      N.B. Met opdracht "Aan mijn besten Vos, Dek".
    • Alpha Beta [=A. Buys], De drie ringen, Amsterdam [1880].
      N.B. Met brief aan Carel Vosmaer, 21 oktober 1883.
    • Mulder, G.J., Levensschets, door hem zelf geschreven en door drie zijner vrienden uitgegeven, Eerste deel, Rotterdam 1881.
      N.B. Recensie-exemplaar, bestemd voor De Nederlandsche Spectator.
    • Bosboom-Toussaint, Mevrouw A.L.G., Het kasteel Westhoven, z.p. 1882. Met ill. Ch. Rochussen.
      N.B. Met brief aan Carel Vosmaer, z.p. en j.
    • Israëls, Jozef, De kinderen der zee. Schetsen naar het leven aan onze Hollandsche stranden. Ill. J.H. Rennefeld, Arnhem z.j. 2e druk. N.B. Los voorin het boek 4 gedichten, geschreven door Jozef Israëls, met wijzigingen door Carel Vosmaer en 1 brief gericht aan Carel Vosmaer, afkomstig van Jozef Israëls, 10 november 1880, en 1 gedicht, geschreven door Nicolaas Beets, getiteld "Toebereidselen voor de toekomst. Schilderij van Jozef Israëls", Antwerpen 1873.
      Deze 6 stukken zijn als fotografische reprodukties aanwezig in het archief, zie inv. nr. 438.
Gualtherus Carel Jacob Vosmaer
  • Vosmaer, Gualtherus Carel Jacob, Aanteekeningen over Leucandra Aspera H. Bijdrage tot de kennis der kalksponzen, diss. Leiden 1880. 3 exemplaren.
  • Vosmaer, G[ualtherus] C[arel] J[acob], The sponges of the Leyden Museum. I. The family of the Desmacidinae, z.p. en j. [1880].
  • Vosmaer, G[ualtherus] C[arel] J[acob], Gebundelde overdrukken van artikelen, verschenen in De Nederlandsche Spectator, 1881-1897.
    N.B. Zie ook inv. nr. 643.
    • Petrus Camper (1881);
    • Hellwald's Natuurlijke Geschiedenis van den mensch (1881);
    • Eene halve eeuw wetenschap (1882);
    • De jongste uitbarsting van den Etna (1883);
    • Darwin (1882);
    • Casamicciola (1883);
    • Nog eens de grafische methode (1883);
    • Pompei-Ischia (1884);
    • Herinneringen uit Griekenland (1886-1887);
    • Bacteriën (1887);
    • Het rijk van Ciccillo (1888);
    • In en om Pompeï (1895-1896);
    • Napels en de Camorra (1897),
  • Vosmaer, G[ualtherus] C[arel] J[acob], Over sponzen en sponsvisscherij, in: P.A. Haaxman, Maatschappij Diligentia. Natuurkundige voordrachten, 10e serie, 1881-1882. 's-Gravenhage 1882.
  • Vosmaer, G[ualtherus] C[arel] J[acob], Gebundelde (overdrukken van) artikelen over sponzen, verschenen in diverse tijdschriften, 1885-1902.
    • Studies on sponges II, III, IV
      N.B. Zie ook inv. nr. 669.
    • Something about Scudder's Nomenclator Zoologicus;
      N.B. Zie ook inv. nr. 642.
    • On cutting sections of sponges and other similar structures with soft and hard tissues;
      N.B. Zie ook inv. nr. 649.
    • The relationships of the porifera, uit Annals and Magazine of Natural History, April 1887;
    • Werkzaamheden van het Zoölogisch Station te Napels, 1889;
      N.B. Zie ook inv. nr. 667.
    • Neuen Arbeiten über Schwämme;
      N.B. Zie ook inv. nr. 648.
    • Note on the metamorphosis of the sponge-larva;
      N.B. Zie ook inv. nr. 641.
    • Notes on some species of stelletta and other genera allies to it;
      N.B. Zie ook inv. nr. 641.
    • On the canal system of the Homocoela and on the morphological value of the terms osculum and pore in sponges;
      N.B. Zie ook inv. nr. 641.
    • On Sollas's membrane in sponges;
      N.B. Zie ook inv. nrs. 641 en 650.
    • Preliminary notes on some tetractinellids of the Bay of Naples;
      N.B. Zie ook inv. nr. 641.
    • Note on Suberites fructicosus and Suberites crambe of Oscar Schmidt;
      N.B. Zie ook inv. nr. 641.
    • On sponges;
      N.B. Zie ook inv. nr. 651.
    • Ueber die Nahrungsaufnahme bei Schwämme (met C.A. Pekelharing), in: Archiv Anatomie und Physiologie, Physiologische Abteilung, 1898;
    • Pekelharing, C.A., Over het opnemen van voedsel bij sponzen, in: Verslag van de gewone vergadering der wis- en natuurkundige afdeeling van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen, 1898;
    • Observations on sponges;
      N.B. Zie ook inv. nr. 652.
    • Over het opnemen van voedsel bij sponzen (met C.A. Pekelharing), in: Onderzoekingen van het Physiologisch Laboratorium te Utrecht, 1899;
    • De kraagcellen van sponzen (met C.A. Pekelharing), in: Onderzoekingen van het Physiologisch Laboratorium te Utrecht, 1899;
    • Over den vorm van sommige kiezel-spicula bij sponzen, in: Verslag van de gewone vergadering der wis- en natuurkundige afdeeling van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen, 1902;
    • On the shape of some siliceous spicules of sponges, in : Verhandelingen Koninklijke Akademie van Wetenschappen, 1902.
  • Vosmaer, G[ualtherus] C[arel] J[acob], Handleiding (tevens schetsboek) ten gebruike bij practische oefeningen in de dierkunde, 's-Gravenhage 1891.
    Handleiding [...] in 10 afleveringen, 's-Gravenhage 1891-1893.
    Handleiding [...]. Tweede vermeerderde uitgave. I. Invertebrata. Utrecht 1897. 2 exemplaren.
    Handleiding [...]. Tweede vermeerderde uitgave. II. Vertebrata. Utrecht 1900.
    Handleiding [...]. Derde verbeterde uitgave. I. Invertebrata. Leiden 1905.
    Handleiding [...]. Derde verbeterde uitgave. II. Vertebrata. Leiden 1904.
    Handleiding [...]. Vierde uitgave. I. Invertebrata. Leiden 1908.
    Handleiding [...]. Vierde uitgave. II. Vertebrata. Leiden 1908.
  • Gebundelde overdrukken van artikelen en boekbesprekingen, verschenen in de Verslagen van de gewone vergaderingen der wis- en natuurkundige Afdeeling van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen, 1897/1898-1916.
  • Vosmaer, G[ualtherus] C[arel] J[acob], Malariaparasieten I en II, in: P.A. Haaxman, Maatschappij Diligentia. Natuurkundige voordrachten, 29e serie, 1900/1901. 's-Gravenhage 1901.
  • Vosmaer, G[ualtherus] C[arel] J[acob], Over den vorm van sommige kiezel-spicula bij sponzen. Overdruk uit: Verslag van de gewone vergadering der wis- en natuurkundige afdeeling van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen, 1902.
  • Vosmaer, G[ualtherus] C[arel] J[acob], Leerboek van de grondbeginselen der dierkunde. Leiden 1908. Met ill.
  • De Gids, jrg. 79, april 1915.
    Hierin: G.C.J. Vosmaer, Ambrosius Arnold Willem Hubrecht. Persoonlijke herinneringen.
  • Vosmaer, G[ualtherus] C[arel] J[acob], Bibliography of sponges 1551-1913, edited by G.P. Bidder and C.S. Vosmaer-Röell, Cambridge 1928.
    Zie inv. nr. 707.
  • Vosmaer, G[ualtherus] C[arel] J[acob], The sponges of the bay of Napels, porifera incalcaria, edited by C.S. Vosmaer-Röell and M. Burton, The Hague 1933, 3 volumes.
    Zie inv. nr. 716.
  • Jaarverslagen omtrent het Zoölogisch Station der Nederlandsche Dierkundige Vereeniging, 1878-1883.
    Journal of the Royal Microscopical Society, 1887, part 2, april.
  • Bidder, George [P.], By southern shore, Westminster 1899.
    N.B. 16 van de 20 gesigneerd door de auteur.
  • Bidder, George [P.], Merlin's youth, Westminster 1899.
  • Klaauw, C.J. van der, Het Hooger Onderwijs in de zoölogie en zijne hulpmiddelen te Leiden, Leiden 1926.
Willem Vosmaer
  • Vosmaer, W[illem], In dienst. Schetsen naar het leven, 's-Gravenhage 1886. 3 exemplaren.
    N.B. In één exemplaar getekend portret van Willem Vosmaer door Carel Vosmaer, met opdracht "aan mijne moeder" en overdrukken van de oorspronkelijke artikelen in De Nederlandsche Spectator, 1882-1884, zie ook inv. nr. 785.
  • Vosmaer, W[illem], Gebundelde overdrukken van artikelen verschenen in De Nederlandsche Spectator, 1882-1884 en z.j.
    - Nederland als polderland, 1884;
    - Over dronkenschap, 1882;
    - Theoriehouden, z.j.
  • Vosmaer, W., De inrichting en bediening van open kustbatterijen, in Vereeniging ter beoefening van den krijgswetenschap, 1896-97, 's-Gravenhage 1897. Met bijlagen.
  • Vosmaer, W[illem], Taktische gegevens voor het veldleger, Haarlem 1899. Met losse lijst van errata. 2 exemplaren.
    N.B. Eén exemplaar met opdracht "Aan mijne dierbare Moeder".
  • Vosmaer, W[illem], Een en ander over vuurleiding en open kustbatterijen, naar aanleiding van het Aanhangsel Handboek Vesting-Artillerie, Haarlem 1899. 2 exemplaren.
    N.B. Eén exemplaar met opdracht "Aan mijne dierbare Moeder".
  • Vosmaer, W[illem], Marsch eener divisie, Haarlem 1903. 2 exemplaren.
  • Vosmaer, W[illem], Onze Legerwetten, 's-Gravenhage 1903. 2 exemplaren.
    N.B. In één exemplaar aanvullingen en wijzigingen.
  • Vosmaer, W[illem], Manoeuvres de la 2me Division z.p. 1904. 2 exemplaren.
  • Vosmaer, W[illem], Aanwijzingen omtrent vorm en inhoud van bevelen, Haarlem 1904. 2 exemplaren.
  • Vosmaer, W[illem], Organisatie in oorlogstijd en garnizoensverdeeling voor het veldleger, Haarlem 1904. 2 exemplaren.
  • Vosmaer, W[illem], Legerwet, Utrecht 1908. 2 exemplaren.
  • Voorschrift op het tirailleren, Breda 1884.
  • Voorschrift betreffende de wapenen en schietoefeningen bij de Infanterie, Breda 1887.
Alexander Vosmaer
  • Vosmaer, A[lexander], The mechanical and other properties of iron and steel (in connection with their chemical composition), London 1891.
  • Vosmaer, A[lexander], Stoomverdeeling door schuiven, kranen en kleppen met beweegbaar model eener kleppen-machine en 23 figuren, Deventer z.j. [na 1897].
  • Vosmaer, A[lexander], Practisch werktuigkundig hulpboek voor fabrikanten, ingenieurs, chemici, technici, machinisten, opzichters, etc. Metalen en alliages, Rotterdam 1912. Met ill.
  • Vosmaer, A[lexander], IJzer en staal, hun bereiding, verwerking, eigenschappen en toepassingen, Leiden 1920-1922, 3 dln.
  • Vosmaer, A[lexander], Morks commercieel-technische wegwijzer, jrg. 1926, bewerkt door - .
  • Vosmaer, A[lexander], Metalen, hittebestendige en roestvrije alliages, in: Polytechnisch Weekblad, 1933.
  • Vosmaer, A[lexander], Elektrotechniek, Leerboek voor den machinist-electricien, Leiden z.j., met necrologie van Alexander Vosmaer, overdruk uit Chemisch Weekblad, 1946, nr. 51/52.
  • Vosmaer, A[lexander], De constructie van stalen vuurmonden, overdruk uit 17e Jaarverslag van de Ned. Ver. van werktuig-scheepsbouwkundigen. Met ill.
Carel J.J.G. Vosmaer
  • Vosmaer, C[arel] J.J.G. en J.R. van Blom jr. , Lustrum Leiden MCMXXX, Leiden 1930. Met ill.
  • Vosmaer, C[arel] J.J.G., Het tellen bij de veemen, in: Amstelodamum, maandblad Kennis Amsterdam, dl. 31, 1944, p. 73/74.
  • Vosmaer, C[arel] J.J.G., Alfabet i støbeskeer, in: Tijdschrift Efficiency en documentatie, dl. 14, 1944, p. 11.
  • Vosmaer, C[arel] J.J.G., Een Komst, overdruk uit: Almanak Leidsch Studenten Corps, 1931.
  • Kamp, A.F., Leidsche notities in: Virtus Concordia Fides, 1930.
Isaac Scheltus
  • Waarschouwing [...] valsche rijksdaalders van 1767-1787, 1791.
    N.B. Gedrukt door Isaac Scheltus.
Holtius, Adrianus Catharinus
  • Holtius, Adr[ianus] Cath[arinus], Oratio de juri Romani studio etiam post renovatum ius nostrum legibus pemecessario, Lovanii 1823.
    N.B. Met opdracht "Ornatissimo G. Vosmaer".
  • Holtius, Adr[ianus] Cath[arinus], Oratio de liberalitate majorum nostrorum quae accademiis instituendis augendisque cognita est, Trajecti ad Rhenum 1836.
    N.B. Met opdracht "Vero literatissimo Gualtero Vosmaer cognato dilect[issi]mo m.a.".
Radermacher, Jacobus Cornelis Matheus
  • Radermacher, J[acobus] C[ornelis] M[atheus] en W. van Hogendorp, Korte schets van de bezittingen der Nederlandsche Oost-Indische Maatschappye [...], met uitslaande platen en nabericht 1779.
Hendrik Boursse Wils
  • Boursse Wils, Henricus, Dissertatio medica inauguralis continens Observationes quasdam anatomicas comparatas de Squatina laevi, Leiden 1844.
    N.B. Met opdracht "Viro expertissimo G. Vosmaer patruo optimo carissimo m.a.".
Familie Clant
  • Clant, J[acob] G[eorge] A[lexander], Hulde aan mr. F.J. Gallé, nu vijftig jaren advocaat [...] den 14 october 1807.
    N.B. Zie ook inv. nr. 887.
  • Clant, J[acob] G[eorge] A[lexander], Bij het afsterven van ons jongste kindje Cornelia Johanna Hendrika Elizabeth gebooren 14, gestorven 15 April 1820.
    N.B. Zie ook inv. nr. 887.
  • Clant, J[acob] G[eorge] A[lexander], Bij den dood mijner echtgenoote Maria Charlotte Veerman Senserff overleden den 30 maart 1825 mij achterlatende vijf jonge kinderen, geschreven en gedrukt exemplaar.
    N.B. Zie ook inv. nr. 887.

Archiefbestanddelen