Terug naar zoekresultaten

2.15.61 Inventaris van de archieven van de Centrale Dienst van de Arbeidsvoorziening (1935) 1960-1969 (1972)

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.15.61
Inventaris van de archieven van de Centrale Dienst van de Arbeidsvoorziening (1935) 1960-1969 (1972)

Auteur

CAS 1266

Versie

06-08-2019

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2008 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Sociale Zaken: Directoraat-Generaal Arbeidsvoorziening en Centrale commissie v.d. Arbeidsvoorziening (1960-1969), Centrale commissie van Advies voor de Sociale Bemiddeling (1956-1969)
SoZa / DG Arbeidsvoorziening 1956-1969

Periodisering

archiefvorming: 1956-1969
oudste stuk - jongste stuk: 1935-1972

Archiefbloknummer

S23

Omvang

; 1180 inventarisnummer(s) 15,40 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven en getypte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid / Directoraat-Generaal voor de Arbeidsvoorziening Centrale Commissie van Advies voor de Arbeidsvoorziening Centrale Commissie van Advies voor de Sociale Bemiddeling

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat stukken van algemene aard zoals beleidszaken, statistiek, vergader- en jaarverslagen; stukken over de organisatie zoals instelling, ontwikkeling en opheffing, commissies, archief en interne administratieve voorschriften, personeel; stukken over de taakuitvoering zoals arbeidsvoorzieningswetgeving, aanstelling, ontslag, werkgelegenheid en bestrijdingwerkloosheid, scholing, herscholing en omscholing, beroepenstudie en beroepenvoorlichting, automatisering en mechanisatie, arbeidsmarkt, openbare en particuliere arbeidsbemiddeling, emigratie, migratie en immigratie, beroepskeuzevoorlichting. Daarnaast zijn in dit archief opgenomen de archiefbescheiden gevormd door de Centrale Commissie van Advies voor de Arbeidsvoorziening in de periode 1960-1969 en de Centrale Commissie van Advies voor de Sociale Bemiddeling in de periode 1956-1969, zoals stukken betreffende de samenstelling, opheffing en de instelling van de verschillende commissies en subcommissies, alsmede notulen van de vergaderingen.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Centrale dienst van de Directie (later Directoraat-Generaal) voor de Arbeidsvoorziening
Periode tot 1940
De eerste vormen van "vrijwillige" arbeidsbemiddeling vinden we terug bij de gilden in de late middeleeuwen. De periode daarvoor kende een systeem van meer "gedwongen" bemiddeling in de vorm van lijfeigenen en horigen. Na de middeleeuwen brokkelde het gildesysteem langzaam af en tijdens de Franse Revolutie werd het gildesysteem, onder de leus "Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap", dan ook definitief afgeschaft. In het begin van de 19e eeuw ontstond er een soort van vrije wisselwerking tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd ontstonder er ook patronaatschappen en armenbesturen, die de rondtrekkende arbeiders onder hun hoede namen. Dit gebeurde met name door de 'gegoede burgerij' om toezicht te houden op de zedelijkheid van de meestal weinig bemiddelde arbeiders.
In de tweede helft van de 19e eeuw kreeg men de eerste wetgeving op het gebied van de armen- en werklozenzorg. In 1854 kwam er een Armenwet waar de overheid alleen in uiterste noodzaak aan mee wilde betalen. Niet lang daarna werd de eerste werklozenverzekering ingesteld (bij de typografenbond in Amsterdam). Ook in deze tijd organiseerde een belangenverenging van de werkgevers, uit sociale overwegingen, de eerste arbeidsbeurs. Het ontstaan van de arbeidsbemiddeling door werknemersverenigingen kwam vooral voort uit de opkomende klassenstrijd. Namelijk door controle uit te oefenen op de arbeidsmarkt werden stakingen niet gebroken en konden lonen niet te laag gehouden worden. Ten slotte ging men zich ook bezighouden met arbeidsbemiddeling met winstoogmerk (de zogenaamde "placeurs"). In de tijd van grote werkloosheid leidde dit echter tot wantoestanden omdat er misbruik werd gemaakt van de zwakke positie van de werkzoekende.
Tot nu toe bemoeide de overheid zich niet of nauwelijks met de arbeidsbemiddeling. Pas in de 20e eeuw zou hier verandering in komen. In 1902 richtte de gemeente Schiedam de eerste (overheids)arbeidsbeurs op. In 1914 komt de Staatscommissie voor de Werkloosheid met de eerste adviezen betreffende de arbeidsbeurzen, werkloosheidsverzekering en arbeidsmarktstatistiek. Dit leidde onder andere tot een nauwere samenwerking tussen de arbeidsbemiddeling en de sociale zekerheid en tot het instellen van vergunningen voor particuliere arbeidsbemiddelaars met winstoogmerk. De voedingsbodem voor deze ontwikkelingen was het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog waardoor de internationale handel terugliep en er een grote werkloosheid ontstond. In 1916 kwam er een Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling die de werkloze verplichtte, indien men een uitkering wilde, zich in te schrijven bij een openbare arbeidsbeurs. Door de ondertekening van een internationaal verdrag van de Volkenbond in 1919, verplichtte Nederland zich tot het ontwerpen van een Arbeidsbemiddelingswet. Deze trad in 1932 in werking en bracht de verplichting voor de gemeenten met zich mee om arbeidsbeurzen of agentschappen op te richten. Tegelijkertijd kwam de gemeentelijke arbeidsbeurs onder toezicht te staan van een Commissie, bestaande uit werkgevers en werknemers, die de neutraliteit moest waarborgen. Tijdens de crisis van de jaren dertig kwam dit systeem onder zware druk te staan die een roep op een sterkere centrale aansturing liet horen.
Periode 1940-1959
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de arbeidsbemiddeling naar Duits model gereorganiseerd. Het Rijksarbeidsbureau (RAB), een afdeling van het Departement van Sociale Zaken, werd belast met de openbare arbeidsbemiddeling. Deze afdeling bestond uit een hoofdbureau, 37 gewestelijke arbeidsbureaus (GAB's) en 144 bijkantoren. Voorts berustte bij het RAB ook de zorg voor de openbare voorlichting bij beroepskeuze en de bemiddeling voor het verkrijgen van een gelegenheid om vakkennis op te doen. Op 1 januari 1943 werd de Afdeling Vakontwikkeling en Sociale Jeugdzorg van de Rijksdienst voor de Werkverruiming ondergebracht bij het RAB. Dit betekende tevens de overgang van de gemeentelijke Centrale Werkplaatsen naar het RAB waarbij de benaming werd veranderd in Rijkswerkplaatsen (RWP). De regering in Londen bepaalde in 1944 bij Koninklijk Besluit (KB) dat na de oorlog het bovengenoemde model definitief overgenomen werd. Tevens vond er een taakverzwaring plaats door de invoering van de ontslagtaak [artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (BBA) 1945].
In de jaren vijftig doen zich enkele belangrijke veranderingen voor. In de eerste plaats werd de bemiddelingsindeling, die gebaseerd was op de verschillende beroepen, vervangen door een beroepenclassificatiesysteem. De idee hierachter was dat veel werkzaamheden door mensen met dezelfde verstandelijke vermogens gedaan konden worden. In de tweede plaats werd de bestaande gebiedsindeling van de arbeidsbureaus veranderd. Er werden 84 GAB's ingesteld waarvan er 11 als Districtsarbeidsbureau gaan functioneren. Tenslotte werd de Directie voor de Arbeidsvoorziening (later veranderd in Directoraat-Generaal voor de Arbeidsvoorziening) opgericht dat onderdeel ging uitmaken van het Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid. De directie kreeg als taak "een doeltreffende arbeidsvoorziening te bevorderen" alsmede zorg te dragen voor de gesubsidieerde aanvullende werkgelegenheid. Verder werd de taak uitgebreid met de verplaatsing van arbeidskrachten binnen Europa; arbeidsmarktonderzoek; voorbereiding, uitvoering van verdragen betreffende de uitwisseling van arbeidskrachten en van stagiaires met andere landen en vraagstukken van arbeidsvoorziening in buitengewone omstandigheden. Door de toename van taken en activiteiten veranderde de naam arbeidsbemiddeling naar arbeidsvoorziening.
In verband met de ongewenste associaties, die de benaming "Rijkswerkplaats voor Vakontwikkeling" bleek op te roepen, werd de naam in de loop van 1958 veranderd in "Regionale Werkplaats voor Vakopleiding van Volwassenen" en later in "Centrum voor Vakopleiding van Volwassenen".
Periode 1960-1969
Naar aanleiding van een organisatieonderzoek door het Raadgevend Efficiency Bureau Bosboom en Hegener vond een organische vereniging plaats van de Hoofdafdeling Aanvullende Werkgelegenheid en de Dienst Aanvullende Civieltechnische Werken waaruit de Rijksdienst voor de Aanvullende Werkgelegenheid tot stand kwam ( Deze dienst werd ingesteld bij KB van 28 november 1958 (Stb. Nr. 779). ) .
De Directie voor de Arbeidsvoorziening bestond in 1960 uit de volgende onderdelen:
  1. Afdeling Algemene, Personele en Juridische Zaken
  2. Afdeling Financiën
  3. Rijksarbeidsbureau
    • Afdeling Beleidsvorming Arbeidsmarktzaken
    • Afdeling Vakopleiding
    • Afdeling Beroepskeuzevoorlichting
    • Afdeling Internationale Arbeidsmarktzaken en Emigratie
    • Afdeling Research
    • Afdeling Arbeidsmedische Aangelegenheden
  4. Rijksdienst voor de Aanvullende Werkgelegenheid
    • Afdeling Algemeen zaken, Secretariaat COW en Voorraadadministratie
    • Afdeling Beleidsvorming
    • Afdeling Plannenverwerking
    • Afdeling huisvesting en sociale aangelegenheden
De directie werd belast met de volgende taken ( Besluit van de minister van Sociale zaken en Volksgezondheid van 26 okt. 1954, no. 8949 P, afd. Personeel. ) :
  • uitvoering van de Arbeidsbemiddelingswet 1930;
  • uitvoering van het KB van 17 juli 1944 houdende regelen betreffende de arbeidsbemiddeling en de scholing, herscholing en omscholing (Stb.nr. E 51);
  • uitvoering van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945, voor zover deze betreft herplaatsing, aanstelling en ontslag;
  • uitvoering van de Wet plaatsing mindervalide arbeidskrachten 1947;
  • uitvoering van de Wet van 16 mei 1934, Stb. No. 257, tot regeling van het verrichten van arbeid door vreemdelingen;
  • zorg voor verplaatsing van arbeidskrachten binnen Europa;
  • zorg voor voorlichting bij beroepskeuze en voor psychotechnisch onderzoek;
  • zorg voor de plaatsing van gerepatrieerden;
  • verlenen van bemiddeling inzake bijstand aan emigranten voor zover het RAB optreedt als aanmeldingsorgaan ingevolgde de Wet op de organen voor de Emigratie;
  • zorg voor arbeidsmarktonderzoek, documentatie en statistiek;
  • zorg voor functieanalyse en beroepenclassificatie;
  • uitvoering van het Besluit Demobilisatievoorzieningen1948, voor zover vallende onder het RAB;
  • andere onderwerpen met de arbeidsmarkt dan wel met voorkoming en bestrijding van werkloosheid en leniging van haar gevolgen in verband staande, voor zover niet aan een ander afdeling opgedragen; voorbereiding en uitvoering van verdragen betreffende de uitwisseling van arbeidskrachten en van stagiaires met andere landen.
In de jaren zestig zal de openbare arbeidsbemiddeling door twee ontwikkelingen een ander karakter krijgen die voor de jaren daarna richtingbepalend zullen zijn. De eerste ontwikkeling kreeg gestalte in een OESO-rapport (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling). Het kwam er kort op neer dat Nederland een actief arbeidsmarktbeleid moest gaan voeren om te streven naar volledige werkgelegenheid. De tweede ontwikkeling was het ontstaan van uitzendbureaus, die door de grote vraag naar arbeidskrachten, gingen concurreren met de arbeidsbureaus.
In augustus 1963 werd de naam "Regionale Werkplaatsen voor vakopleiding van volwassenen" veranderd in "Centra voor Vakopleiding van Volwassenen" ( Jaarverslag Rijksarbeidsbureau 1963. ) . In verband met een nieuwe organisatorische opzet van de research voor het gehele ministerie werd der afdeling Research in de loop van 1964 overgebracht naar de Stafafdeling Algemene Sociaal-Economische Politiek (ASEP) van het Ministerie van SZV. Tevens vond tussen september 1964 en 1 januari 1965 een naamsverandering plaats van de Directie voor de Arbeidsvoorziening naar Directoraat-generaal voor de Arbeidsvoorziening (DG ARBVO) ( Een besluit of beschikking met betrekking tot deze naamswijziging is niet gevonden. ) . In maart 1965 werd het DG ARBVO gereorganiseerd om te komen tot een doelmatiger organisatie. In plaats van twee onderdelen, het Rijksarbeidsbureau en de Rijksdienst voor Aanvullende Werkgelegenheid, werden drie nieuwe directies geformeerd.
  1. Hoofdafdeling Algemene, Personele en Juridische Zaken
  2. Hoofdafdeling Financiën
  3. Directie voor Algemeen Arbeidsvoorzieningsbeleid
    • Afdeling Internationale Arbeidsmarktzaken en Emigratie
  4. Directie voor Specialistisch Arbeidsvoorzieningsbeleid
    • Afdeling Beroepskeuzevoorlichting
    • Arbeidsmedische Afdeling
    • Afdeling Beroepenstudie- en voorlichting
    • Afdeling huisvesting en sociale aangelegenheden
  5. Directie voor Aanvullende Werkgelegenheid en Vakopleiding
    • Afdeling Algemeen Zaken, Secretariaat COW en Voorraadadministratie
    • Afdeling Plannenverwerking
    • Afdeling Vakopleiding
In 1969 trad de Wet van 20 februari 1964 (Stb. No. 72) houdende regelen met betrekking tot het verrichten van arbeid door vreemdelingen (Wet Arbeidsvergunning Vreemdelingen 1964) in werking. Dit betekende dat de Wet van 16 mei 1934, Stb.no. 257, gewijzigd bij Wet van 20 december 1935, Stb.no. 722, tot regeling van het verrichten van arbeid door vreemdelingen werd ingetrokken.
De Centrale Commissie van Advies voor de Arbeidsvoorziening
De Centrale Commissie van Advies voor de Arbeidsvoorziening werd ingesteld op grond van het Organisatiebesluit 1954, waarbij het RAB en de DUW werden samengevoegd tot de Directie voor de Arbeidsvoorziening. Deze commissie werd belast met "het op verzoek of uit eigen beweging adviseren van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en de Directeur-Generaal voor de Arbeidsvoorziening in aangelegenheden arbeidsvoorziening betreffende". Voortvloeiend uit de ruime taakstelling werd aan de Commissie een brede basis gegeven, die was samengesteld uit vertegenwoordigers van organisaties van werkgevers en werknemers, de VNG, het Centraal Planbureau, de Unie van Waterschappen en de Commissie van Advies voor de Arbeid van Vrouwen en Meisjes alsmede een deskundige voor beroepskeuzevoorlichting. De voorzitter en leden werden door de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid benoemd. Het voorzitterschap werd bekleed door een onafhankelijk deskundige. De Commissie hield zich voornamelijk bezig met de advisering betreffende de meer ingrijpende beleidsproblematiek. Als zodanig kon de Commissie volstaan met een vrij geringe vergaderfrequentie.
De Centrale Commissie voor Sociale Bemiddeling
Bij de beschikking van 30 januari 1957, no 9449, werd de Centrale Commissie voor Sociale Bemiddeling ingesteld. Deze commissie had tot taak "de werknemers, die op aanvullende werkgelegenheidsprojecten werkzaam zijn, en voor zoveel mogelijk, de cursisten in opleiding in de CVV te helpen bij het zoeken naar een oplossing voor hun persoonlijke moeilijkheden en voorts zich een inzicht te verschaffen in datgene wat er onder deze werknemers en cursisten leeft". De CCSB was samengesteld uit vertegenwoordigers van de, bij de Stichting van de Arbeid, aangesloten organisaties van werkgevers en werknemers, vertegenwoordigers van landelijke organisaties en organen voor algemeen maatschappelijk werk op Nederlands Hervormde, Rooms-katholieke, Gereformeerde en Humanistische grondslag, het hoofd van de Afdeling Sociale Bijstand en Complementaire Arbeidsvoorzieningen en het Hoofd van de Rijksdienst voor de Aanvullende Werkgelegenheid van de Directie voor de Arbeidsvoorziening. De leden werden benoemd door de Ministers van SZV.
Geschiedenis van het archiefbeheer
De archieven werden gevormd en ondergebracht bij de dienst die tot 1967 in de Willemsparkflat aan de Zeestraat 73 te 's-Gravenhage gehuisvest was. Begin 1967 werden de archieven overgeplaatst naar het Centraal Historisch Archief (CHA) van de Centrale Afdeling Kabinets- en Administratieve Zaken (KAZ) van het Ministerie, waar deze in de kelder van de Willemsparkflat werden opgeslagen. Medio 1977 werd het archiefdepot van het CHA verhuisd naar de Paleisstraat 5 te 's-Gravenhage. Vervolgens werd het archiefdepot van de Afdeling Departementaal Archief (voorheen CHA) eind 1990 verplaatst naar de nieuwbouw van het Ministerie aan de Anna van Hannoverstraat 4 te 's-Gravenhage, waar het tot het moment van inventarisatie door de Centrale Archief Selectiedienst (CAS) nog berustte.
Uit de in 1996 vervaardigde inventaris valt op te maken dat er van de archieven een dossierinventaris was samengesteld, die echter niet volledig was. Daarnaast wordt vermeld dat uit de archieven regelmatig vernietiging heeft plaatsgevonden.
In 1996 werd het archiefblok met de periode 1960 - 1969 bewerkt. Deze bewerking bestond uit een selectie en inventarisatie van archiefbescheiden uit de periode 1960-1969 door de heer H. Butter. De destijds tot stand gekomen inventaris werd vervaardigd in het kader van de cursus Voortgezette Vorming Archiefbeheer (VVA). Na bewerking bleef het archief bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid berusten.
In 2004 werd besloten om alle archieven behorende tot het Directoraat-Generaal voor de Arbeidsvoorziening door de CAS te laten bewerken in verband met overbrenging van de archieven naar het Nationaal Archief.
De archieven zijn in 2008 krachtens wettelijk voorschrift door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan het Nationaal Archief overgedragen.
Overbrenging van een overheidsarchief

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
De stukken in het archief hebben voornamelijk betrekking op voorzieningen die tot doel hadden het ontstaan van werkloosheid zoveel mogelijk te voorkómen.
Selectie en vernietiging Tijdens de bewerking in 1996 is het archiefblok 1960-1969 al geselecteerd. Destijds is dit als volgt verantwoord: "Op grond van de vastgestelde vernietigingslijst van 1984 ( Vernietigingslijst archiefbescheiden Directoraat-Generaal voor de Arbeidsvoorziening, vastgesteld bij beschikking van de Ministers van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 augustus 1984, nr. MMA/Ar. 12366 en nr. CA/KAZ-178. ) werd 0,5 strekkende meter archiefbescheiden geselecteerd en afgescheiden. Na de inventarisatie en schoning omvat het archief van de Centrale Dienst van de Directie (later Directoraat-Generaal) voor de Arbeidsvoorziening 16 strekkende meter en het archief van de Centrale Commissie van Advies voor de Arbeidsvoorziening 0,3 strekkende meter en het archief van de Centrale Commissie voor de Sociale Bemiddeling 0,1 strekkende meter".
Tijdens de bewerking door de CAS is er in dit blok niet opnieuw geselecteerd.
Aanvullingen
De in deze inventaris opgenomen archiefblokken kunnen als afgesloten worden beschouwd.
Verantwoording van de bewerking
Van het archiefblok 1960-1969 was al tijdens de bewerking in 1996 een inventaris gemaakt. Het betreft de huidige inventarisnummers 1-1081. Dit blok is in 2006-2007 door de CAS opnieuw bewerkt. Daarbij is de structuur van de inventaris uit 1996 niet aangepast.
Het blok dat in 1996 is bewerkt, sloot aan op het reeds geïnventariseerde archief van het Rijksarbeidsbureau 1945 - 1959. Het was echter niet juist afgesloten omdat het eindigde op het jaar 1970 en niet op 1969. Dit betekende dat een aantal dossiers overgeheveld moest worden naar het volgende 10-jarenblok (1970-1990).
Daarnaast waren een aantal dossiers in dit blok ondergebracht die in het blok 1945 - 1959 meegenomen hadden moeten worden. Besloten werd deze dossiers in het kader van deze inventarisatie in dit blok mee te nemen.
De in het blok 1970-1990 aangetroffen dossiers uit de periode tot en met 1969 zijn overgeheveld naar dit blok. De beschrijvingen zijn op de juiste plaats ingevoegd in de bestaande inventaris uit 1996; het betreft de huidige inventarisnummers 1082-1204.
Tevens bevonden zich enige niet-archiefbescheiden in het archief zoals en collectie van het voormalige personeelsblad "Stemmen van eigen erf". Deze unieke collectie is apart opgenomen in deze inventaris en beschreven onder het hoofdstuk "Verzamelde documentatie".
Tot slot kan nog vermeld worden dat tijdens de bewerking door de CAS niet alle bescheiden uit de inventaris uit 1996 zijn aangetroffen.
Ordening van het archief
Het archief is verdeeld in stukken van algemene en van bijzondere aard. Onder de stukken van algemene aard vallen onder andere vergaderstukken met betrekking tot intern en extern overleg, jaarverslagen, jaarredes en circulaires.
De stukken van bijzondere aard zijn onderverdeeld in stukken met betrekking tot de organisatie van het Directoraat-Generaal en ondergeschikte organen, alsmede financiële en personele aangelegenheden, en stukken met betrekking tot de taakuitvoering van het Directoraat-Generaal. Deze taakuitvoering lag met name op het terrein van arbeids-voorziening en -bemiddeling, alsmede op het terrein van beroepenvoorlichting

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (A).
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Sociale Zaken: Directoraat-Generaal Arbeidsvoorziening en Centrale commissie v.d. Arbeidsvoorziening (1960-1969), Centrale commissie van Advies voor de Sociale Bemiddeling (1956-1969), nummer toegang 2.15.61, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, SoZa / DG Arbeidsvoorziening 1956-1969, 2.15.61, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
  • 2.15.13 - Inventaris van het archief van de Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling: Afdeling Arbeidsbemiddeling, (1908) 1916-1940 (1963)
  • 2.15.46 - Inventaris van de archieven van het Rijksarbeidsbureau, 1945-1954 en van de Directie Arbeidsvoorziening, 1954-1959
  • 2.15.47 - Inventaris van de archieven van het Directoraat-Generaal voor Algemene Beleidsaangelegenheden en daaronder ressorterende diensten en commissies van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, (1950) 1980-1994 (1996)
  • 2.15.62 - Inventaris van het archief van het Directoraat-Generaal voor de Arbeidsvoorziening van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 1970-1990
Publicaties Algemene Rekenkamer, Opzet van het toezicht van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op de Arbeidsvoorzieningsorganisatie (Den Haag 1992). Fenger, M., Sturing van samenwerking; Institutionele veranderingen in het beleid voor werk en inkomen (Enschede 2001). Gestel, N. van, De onzichtbare overheid: naar nieuwe vormen van sturing, het voorbeeld van de Arbeidsvoorzieningswet (Delft 1994). Lenderink, Jona, Mieke Schaap, Ascon Spieksma e.a., Arbeidsvoorzieningsbeleid. Een institutioneel onderzoek naar de actoren en handelingen op het beleidsterrein van de arbeidsvoorziening, 1940-2000 (Den Haag 2004).

Bijlagen

Afkortingenlijst
ABU
Algemene Bond Uitzendondernemingen
Art
Artikel
Artevo
Arbeidstechnische Vooroefening
AW
Aanvullende Werkgelegenheid
BBA
Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen
BLO
Bijzonder Lager Onderwijs
CAO
Collectieve Arbeidsovereenkomst
CBS
Centraal Bureau voor de Statistiek
CCBA
Centrale Commissie van Bijstand en Advies voor het Rijksarbeidsbureau
CCA
Centrale Commissie van Advies voor de Arbeidsvoorziening
CHA
Centraal Historisch Archief
COW
Coordinatie College voor Openbare Werken
CSV
Complementaire Sociale Voorzieningen
DBA
Districtsbureau voor de Arbeidsvoorziening
DACW
Districten voor de Aanvullende Civieltechnische Werken
DG
Directoraat-Generaal
DG ARBVO
Directoraat-Generaal voor de Arbeidsvoorziening
DUW
Rijksdienst voor de Uitvoering van Werken
EEG
Europese Economische Gemeenschap
EGKS
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
ESF
Europees Sociaal Fonds
EZ
Economische Zaken
FME
Federatie van ondernemingen in de metaal, electronica- en electrotechnische industrie en aanverwante sectoren
GAB
Gewestelijk Arbeidsbureau
HID
Hoofdinspecteur-Directeur
ILO
International Labour Office
KAZ
Kabinets- en Administratieve Zaken (Centrale Afdeling)
KB
Koninklijk Besluit
LTS
Lagere Technische School
OESO
Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
OKW
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (Ministerie van)
O&W
Onderewijs en Wetenschappen (Ministerie van)
RAB
Rijksarbeidsbureau
RWP
Regionale Werkplaats voor Vakopleiding
SER
Sociaal Economische Raad
Stb
Staatsblad
Stcrt
Staatscourant
SZV
Sociale Zaken en Volksgezondheid
VB
Volkshuisvesting en Bouwnijverheid
VNG
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
WW
Werkloosheidswet
Lijst van ontbrekende inventarisnummers
  • 412
  • 591
  • 592
  • 593
  • 594
  • 595
  • 596
  • 597
  • 598
  • 599
  • 1106
  • 1110
  • 1113
  • 1117
  • 1118
  • 1135
  • 1143
  • 1144
  • 1153
  • 1155
  • 1165
  • 1172
  • 1181
  • 1184

Archiefbestanddelen